De tamboer die
de Witte
jjKeizer werd
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
x "X
9'! ZATERDAG 31 MAART 1973
LEIDSE COURANT
PAGINA II
Juniorenhoek
©pib
?5:.f 7-75 ril
fl
zn1 T°en de jongen, die later
de Witte Keizer zou heten,
0p <je wereld kwam en in zijn
vj w'eg werd gelegd, kreeg hij
Am drie geschenken: een trommel
J om op te roffelen, een boompje
Rob» om op te kweken en een gebor-
J- f duurd wit zijden mannenhemd
(3 j om te dragen als hij later een
irian held zou zijn.
'ïaiHet wiegekind werd al gauw een
flinke jongen die dag-in-dag-uit
roffelde op de trom. Het boom
pje groeide hard en zijn blade
ren hadden geneeskracht. Maar
het wit zijden hemd lag in de
kast van de moeder van de jon
gen die later de Witte Keizer
zou heten. Toen de flinke jongen
tenslotte een grote en dappere
tamboer was geworden, kon rof-
SM felen als de beste: hard of
annef zacht, vlug of langzaam, mee-
vj slepend of treurig. Intussen was
a 'dj het boompje een hoge brede
boom geworden die zijn scha-
duw spreidde over het huis.
;n £oen haalde de tamboer het wit
zijden hemd uit zijn moeders
kast, legde het zorgvuldig in
een reistas en nam afscheid om
de wijde wereld in te trekken.
Hij nam zijn trommel mee en
groette de boom met de brede
bladerkroon. Toen ging hij op
weg.
LeA] een heel eind van huis gebeur
de het dat hij een zilveren lint
door het gras zag kronkelen.
Bedacht op gevaar, nam hij zijn
trommelstokken en sloeg een
roffel. Het witte lint verstijfde
en de tamboer zat dat het een
slang was die hem met groene
ogen strak aankeek. Hij liet de
roffel overgaan in een meesle
pend ritme, zo mooi dat de
slang op haar staart ging staan
en op de maat heen en weer
wiegde. Terwijl de tamboer met
één stok doorroffelde, sloeg hij
h. A met de andere op de slangekop.
Sgc$In één klap raak en dood
en 1 was het ondier. De tamboer
Kr»knoopte, zijn blauwe halsdoek
?ranl los en hing die aan een boom-
Ma» tak bij de dode slang. Toen ver-
volgde hij zijn weg.
G jfiet lang daarna viel er een grote
ld. s schaduw over hem heen. Opkij-
v8?kend zag hij een reuzen-adelaar
uitgestoken klauwen boven
zijn hoofd cirkelen. Snel sloeg
Ma5hij een roffel op de trom. De
adelaar verstijfde van schrik en
S bleef zwevend hangen op de
Jan'lucht. Maar de tamboer lokte de
j reuzen-vogel met het meesle-
iskut.
E. N
pend ritme, nu eens zacht, dan
weer hard, zo mooi dat de ade
laar langzaam neerdaalde. Ter
wijl de tamboer met één stok
doorroffelde, sloeg hij met de
andere op de adelaarskop. In
één klap raak en dood was
het dier. De tamboer nam zijn
rode zakdoek en knoopte die aan
een boomtak bij de dode ade
laar. Toen vervolgde hij zijn
weg.
Na een tijdje hoorde hij takken
kraken.. Vóór 'hij wist wat dit
betekende, roffelde hij al op zijn
trom. Hij ontdekte een enorme
beer maar het ruige dier was al
zo geboeid door het meeslepend
ritme dat hij als een goedige ko
los danste en wiegde en schudde
met de kop. Hoe kon de tam
boer deze beer doden? Zijntrom-
melstok zou op die grotekop
breken als een lucifertje. Daar
om trommelde de tamboer
maar door intussen voort-
marcherend met de dansende
beer achter zich aan.
Zo kwamen ze bij een kasteel.
Hier zette de beer zich breeduit
voor de gesloten poort. De tam
boer trommelde heel hard om
te zien of er soms iemand
kwam opdagen, maar er ge
beurde niets. Toen liet hij zijn
tromgeroffel aanzwellen tot het
geluid van rollende donders... zo
hard dat een muur van het kas
teel omviel, de beer bedolven
werd onder het puin en de poort
uit zijn hengsels schoot.
Zo stapte de tamboer het kasteel
binnen en hij vond er alleen
maar een gevangen prinses. „Ik
ben de dochter van de Gouden
Keizer", zei ze. ..Rovers hebben
mij gestolen en nu zijn ze bezig
een losgeld aan mijn vader te
vragen".
,,En hebben ze jou dan zonder be
waking hier achtergelaten?"
vroeg de tamboer. ,,Nee", ant
woordde het meisje, ,,er staat
een beer aan de poort er cir
kelt 'n adelaar door de lucht
en er glijdt een slng door het
gras om mij te bewaken".
„Die heb ik allemaal al gedood",
zei de tamboer. „Kom mee, dan
breng ik je naar je vader. Maar
eerst trek ik mijn wit zijden
hemd aan want nu ben ik een
held".
Toen de jongen het hemd over
zijn hoofd trok, trof hem een
scherp wapen in de rug... Hij
viel en zijn hemd kleurde
rood...
Op dat ogenblik begon de
boom die zijn schaduw over
het ouderlijk huis spreidde, te
schudden en te kreunen. „Er is
iets gaande met onze zoon",
riep de moeder uit. Vlug plukte
zij een paar bladertakken en
liep de weg op waarlangs de
tamboer was weggegaan. Na
een poos zag zij de blauwe hals
doek. ,,Hier is hij geweest en
hij heeft de slang gedood", wist
zij. Verderop zag zj de rode
zakdoek. „Hier is hij geweest
en hij heeft de adelaar gedood",
wist zij. Daarna kwam zij aan
het kasteel en vond haar zoon.
Er stak de punt van een schaar
in zijn rug. Zij trok de schaar
eruit en legde de bladeren, die
zij had meegebracht, op de
wond. Toen opende de tamboer
zijn ogen en zei: „Ik heb diep
geslapen".
„Ja, en als ik niet met de blade
ren van de boom was gekomen,
zou je nooit meer wakker ge
worden zijn", zei de moeder.
Wie had de schaar in de rug van
de tamboer gestoken? Dat had
de prinses gedaan want zij was
bang voor een man die de
slang, de adelaar en de beer
had gedood. Maar nu zij zag
hoe lief zijn moeder was en
welk een schitterende held hij
zelf was in zijn witte hemd,
huilde zij tranen met tuiten van
spijt. De tamboer droogde de
tranen en nam haar
moeder vlug mee naar de kei
zerstad.
De Gouden Koning sloot dankbaar
zijn dochter in de armen
de rovers aan wie hij bijna
losprijs had betaald in het ge
vang.
De tamboer trouwde met de prin
ses en werd de Witte Keizer die
eerst samen met de Gouden Ko
ning maar daarna alleen met
zijn lieve vrouw regeerde. Hij
kreeg een wapen waarin een
schaar was getekend...
Oplossing
vorige week
■MKOiaMHHi
Welke muts hoort bij de soldaat? Moeilijk hoor en je kunt de mutsen
het best uitknippen om te zien welke precies op het hoofd past.
Upoints worden erg veel gebruikt tegenwoordig. Al in 1888 werd dit
hrijfgereedschap door dc Amerikaan John Loud uitgevonden. Maar
lij was nauwel'jks te gebruiken. De Hongaar Georg Biro maakte
er pas in 1938 de ballpoint van. zoals we die nu kennen. Er werd
Jove£'ndsdien natuurlijk erg veel aan verbeterd. Pas na de Tweede
eïrfreldoorlog echter veroverde de ballpoint de wereld en
Ktu.na 'ec*ereen ermee.
i schrijft
In Schotland beweren veel mensen dat ze het Monster van Loch Ness
hebben gezien. Maar tot nu toe is het nog niet gevangen. Omdat
iedereen het Monster anders beschrijft, zou het er best ook zt
kunnen zien als op de tekening. Weet je dat? We gaan er één
ken. Je neemt twee stroken papier van 30 bij 2cm. De einden
lijm je aan elkaar (zie de tekening). Vouw er dan een „harmonika"
van door eerst reep B schuin over reep A te vouwen, dan reep A
over reep B en zo verder. Als de harmonika klaar is. lijm je de
einden aan elkaar en knip het overtolligepapier weg. Dan teken
je de kop van het Monster en plak dat aan de harmonika. Verf alles
rood en groen, om en om. Als je de harmonika indrukt en dan snel
loslaat, beweegt het Monster.
AFLEVERING 88
„De familie Ashton", deel 3: „Op naar de
overwinning": 12,50.
(L. J. Veen's Uitgeversmaatschappij NV,
Wageningen).
Juni 1943
Het warme voorjaar na Jeans dood was voor
de Ashtons een sombere tijd.
Het eerste teken dat het ergste voorbij was,
was toen Edwin eindelijk „die brief aan
tante Helen" ging schrijven. Hij zei tegen
Margaret, toen ze de tafel afnam, dat hij
de huiskamer „desnoods tot middernacht"
in beslag zou nemen. En als Freda en haar
kwebelende vriendin Doris kwamen,,
moest ze maar zeggen, dat hij niet gestoord
wenste te worden. „Ik kan het niet langer
uitstellen".
Margaret glimlachte. Ze wist hoe vaak hij
hij het al had geprobeerd. Ze zei: „Veel
succes, vader en doe haar mijn groeten",
en liet hem op zijn pen bijtend en naar het
maagdelijke papier starend, in de huiska
mer achter.
Hoe kon hij het Jeans zuster uitleggen? Het
telegram, waarin hij haar het verschrikke
lijke nieuws had meegedeeld, was geëindigd
met „Brief volgt", maar hoe langer hij na
dacht over wat hij moest schrijven en wat
weglaten, des te meer hij tot de conclusie
kwam: „hoe minder ik schrijf hoe beter".
Zijn pen bleef boven het papier zweven.
Het had geen zin, het nu allemaal weer op te
halen. Jean had hem tot haar laatste
adem niet vergeven, dat hij met zijn
handtekening Robert die toen nog onder
de leeftijd was toestemming had gege
ven, naar zee te gaan. Het bleek Roberts
doodvonnis te zijn geweest; met die over
tuiging was Jean het graf in gegaan.
Moest hij dat aan Helen schrijven? Alleen
maar omdat ze haar zuster was? Zijn ge
dachten dwaalden verder terug. Naar de
tijd vóór de oorlog, toen ze de kinderen
Philip, Margaret, David, Freda en Robert,
vaak meenamen naar het strand waar ze
lachten en ravotten in het door de zon be
schenen zand. Dat was voordat Helen
trouwde en naar Australië vertrok.Zij had
daarna haar Jack verloren; en dat maakte
het nog moeilijker, nu over gelukkige tij
den te schrijven. Maar Edwin wist dat, als
hij niet ergens begon, hij die brief nooit zou
schrijven. Hij besloot dan ook met het pret
tige gedeelte te beginnen.
„Ik geloof dat we ons gelukkig mogen prij
zen, Helen. Er zullen veel families zijn. die
zwaarder door de oorlog zijn getroffen dan
wij. Margaret werd tijdens een luchtaanval
bedolven onder eün gebombardeerd huis en
kwam er zonder blijvend letsel af".
Hij hield op met schrijven en dacht: al bete
kende het de dood voor haar ongeboren
kind. Nee, hij kon Helen beter niet schrij
ven dat ze zwanger was, toen John al zo
lang vermist werd. Want dan zou hij ook
over Michael moeten schrijven, over de
vader van dat kind. Dat hoefde Helen niet
te weten.
„David vliegt nog steeds en schijnt ae enige
in de familie te zijn, die in direct gevaar
verkeert, Margaret werkt weer, nu haar
man, John, terug is, die meer dan zijn por
tie van de oorlog heeft gehad. Zijn ontslag
brief kan elk ogenblik komen. Philip geeft
ook les, hij brengt zijn woestijnervaring op
anderen over. En Freda is al helemaal vol
wassen. Je zou haar niet herkennen".
Edwin wachtte even. Wet nog meer? Zonder
op Jean terug te komen. „Sheila heeft het de
laatste tijd niet gemakkelijk: ze maakt zich
zorgen om David op zijn bombardements-
vluchten, en ze ziet hem niet vaak. Ze
maakt zich ook zorgen om hun kinderen,
die geëvacueerd zijn naar een zekere me
vrouw Thomas in Wales. Twee heerlijke
kleinkinderen, waar ik dankbaar voor moet
zijn, Peter en Janet. J«an heeft ze nogal
verwend". De pen bleef weer stilstaan:
was het door de dood van Robert, dat
Jeans hart was gebroken? Kon ze werke
lijk hebben geloofd, dat Edwin hem naar
zee zou hebben laten gaan als hij had gewe
ten dat het zijn dood zou zijn? Het was de
schuld van de oorlog. En die ging maar
door. „De woestijnoorlog is afgelopen,
maar Europa is nog "teeds in de macht
van de nazi-gangsters en zal eens door een
invasie moeten worden bevrijd. Dit is een
moeilijke brief, Helen, en je moet me
maar niet kwalijk nemen, dat ik oversla
wat afgedaan is. Nee, het is niet afgedaan,
he? Het beïnvloedt ons leven nu nog, en
dat zal het blijven doen altijd"
Een heel andere brief, geadresseerd
aan luitenant Ashton, was al even
moeilijk te schrijven geweest. David
herkende het Welsh poststempel en
het handschrift. Mevrouw Thomas
schreef altijd het adres op de enve
lop, als Peter hem een brief schreef;
en het postscriptum was altijd in de
kleuterschool-drukletters van Janet.
Maar deze brief was van mevrouw Thomas
zelf. „Het spijt me, dat ik u over geld
moet schrijven". David geloofdo niet, dat
hij met zijn betalingen achter was. Hij was
nogal slordig waar het de praktische din
gen van het leven betrof. Hij deed altijd
alsof ze hem zorgen baarden, maar in wer
kelijkheid was dat niet zo. Hoe vaak had
Sheila daar niet over geklaagd. David her
innerde zich niet eens of hij de 5 pond had
terugbetaald, die hij had geleend van Fran-
kie, die zo vriendelijk was geweest, de brief
voor hem in ontvangst te nemen. Had hij
het geld terugbetaald? Dat was een op
luchting.
Sergeant Frank Cox zou binnenkort
met verlof gaan, in verband met
zijn officiersaanstelling, direct na
de volgende vlucht. Misschien hield
het verband met beide feiten, dat
Frankie zich afvroeg of de wet van
de gemiddelden hem zou toestaan,
het te halen. Veel van hun kamera
den waren gebleven. Boven Keulen
of Frankfort of
„Je hoeft de hele lijst niet op te noemen,
ouwe jongen, die kennen we uit ons
hoofd," zei Peter Bryant. Frankies piloot.
„De meesten zelfs van gezicht," zei David.
„In het donker nog wel." Dat was de ge
bruikelijke grap om iemand van een onge
wenst onderwerp af te brengen. „Hoe is
het voor die lui aan de andere kant? Daar
denk ik de laatste tijd meer aan. Als wij
onze vracht bommen kwijt zijn en naar
huis terugvliegen. Hoe is het voor de men
sen beneden?"
Niet dat Frankie daar soms ook niet aan
dacht. Maar nu. „Wel, zie je, Dave, als ik
met verlof ben. ga ik trouwen en dan
vraag je je natuurlijk af, wel, of je er
doorkomt."
„Natuurlijk kom je er door, joh. Wie is de
gelukkige?"
En toen Frankie antwoordde, dat het Chris-
sie was, de W.A.A.F. uit het parachute-ma
gazijn, en David en Peter uitnodigde er
een borrel op te gaan drinken in de
„Turk's Head", waren ze laaiend enthou
siast. Maar toen herinnerde David zich,
dat hij achtenveertig uur verlof had. Fran
kie begreep het. Hij zou zoiets ook niet la
ten lopen, als hij eenmaal goed en wel met
Chrissie getrouwd was. David vertelde
hem niet, dat hij niet naar huis, naar Shei
la, ging.
Suske
en
Wiske
-SgP*frif -Xsfl
De
1 malle
mergpijp
1811111
r lirtMuta.iot kiuiiamit Hoeki «irf hnf zji/J
Hit Vitimi^n'iblonu uit i Ut...