BÉ
Het diamanten
bruidje van de
Opper-Emir
ifllflt
w
ÜÉiL..
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
I
vS/
ZATERDAG 24 MAART 1973
LEIDSE COURANT
PAGINA 6
2
/oo\ /ToS /0\
Tn het paleis van de-Turkse Op-
per-emir wemelde het van
raadsheren die allen Order-emir
waren en een groene tulband
op het hoofd droegen. Een emir
is een vorst en niemand anders
mag zo'n groene tulband op
hebben, zodat je dadelijk kunt
zien wat een hoge heer hij is.
De Opper-emir is natuurlijk de
allerhoogste. Zijn groene tul
band is dan ook gedrapeerd
rondom een gouden kalotje.
Het wemelde in het paleis ook
van hofdames, dienaren en die
naressen. En er was een over
vloed van mooie spullen, lekker-
nijen en zachte divans om nooit
meer van op te staan. Maar het
was juist altijd „opstaan" ge
blazen, want al die mensen
maakten zich verschrikkelijk
druk. Uit jaloezie! Iedereen
deed van alles om toch maar op
te vallen en in de gunst te ko
men van de Opper-emir. De
hofdames hadden het zelfs bij
zonder druk want ieder van
haar hoopte dat de grote Emir
haar tot bruid zou kiezen.
Je zult je afvragen: wat voor ple
zier is er dan aan in zo'n paleis
te wonen? Verstandige mensen
vroegen zich dat ook altijd af.
yo verstandig was een lief en
beeldschoon meisje dat
thuishoorde in een rondtrekken
de herders-stam. De herders
woonden in tenten en als hun
kudden de grond rondom had
den kaalgegraasd, braken ze
hun tentjes af en zetten die een
dagreis verder weer op. Het
meisje had ook wel haar werk,
maar ze hoefde zich niet zo
druk te maken als de dames in
het paleis. Want herdersmeisjes
denken er niet aan bruid van de
grote Emir te willen worden.
Voor haar bleef er dan ook tijd
over om onder het wijde blader
dak van de cederbomen te lig
gen luisteren naar de vogels
en ook wel naar de muziek van
een knappe herder met wie zij
graag wilde trouwen. Hij droeg
natuurlijk geen groene tulband.
Gelukkig maar, anders had dit
meisje hem nooit gevonden,
want herders en emirs passen
niet bij elkaar.
Op een dag lag zij onder een ce
derboom te dromen van haar
aardige herder en viel in slaap.
Er stak een stormwind op die
veranderde in een orkaan en
toen zij daarvan wakker werd,
was het al te laat om naar haar
tent te hollen. De wind tilde
haar op en zij vloog door de
lucht. De cedertakken scheur
den haar kleren, de wind blies
haar vo ort en zette haar pas
een eind verder aan de grond.
Toen zij bekomen was van d e
schrik, merkte zij neergevallen
te zijn in een prachtig park.
Een deftig park ook! Er liepen
emirs, met groene tulbanden
op, te kijken naar de schade die
de orkaan had aangericht. Lie
ve help! Zij was in het park
van de Opper-emir geland
daar kwam hij aan in eigen
persoon, zij zag het aan de gou
den kalot.
Dit heerschap ontdekte het beeld
schone meisje en wist op slag:
„Zij wordt mijn vrouw".
Maar hij begreep meteen dat
het geen dame van hoge deftig
heid kon zijn, die je zo maar
met gescheurde kleren in je
tuin aantreft, zelfs niet na een
orkaan! Hij vroeg: „Wie ben je
en waar kom je vandaan?"
„Ik ben een herderskind uit de
tenten onder de ceders", zei ze.
„Meisje" zei de grote emir, „Jij
wordt mijn vrouw. Maar je mag
aan niemand vertellen dat je
een herderskind bent. Zeg dat
je een emirs-dochter bent uit
het Oosten en dat een tovenaar
je hierheen heeft gedragen".
Vlug haalde de Opper-emir een
groen zijden zakdoek uit zijn
mouw en een parelsnoer uit zijn
gordel. Hij wond ze samen om
haar hoofd tot een tulband, zo
mooi tJs voor een prinses. Toen
riep hij zijn hofdamei en liet
het meisje in het paleis baden
en schitterend kleden. En het
herderskind verklaarde met een
hart vol verdriet aan alle ja
loerse dames dat zij een emirs-
dochter was uit het Oosten,
waar ook de hoge dames groene
tulbanden dragen heel bij
zonder!
De Opper-emir liet terstond de
bruiloft voorbereiden. Vreugde
vuren brandden op alle hoeken
van het park, rozenbladeren be
dekten de paden, lichtjes dan
sten om de vijvers en geurig
water spoot uit de fonteinen. Uit
de middelste fontein regende
het echte diamanten! Ook het in
zijde geklede meisje werd van
top tot teen met diamanten vol
gehangen. Schitterender bruid
was onbestaanbaar.
Een spelletje met knopen. Leg een knoop in cirfeel 1. Dan druk je met
|ntussen had de herdersjongen de nagel van je duim op het randje van de knoop. Je kunt het ook
met een andere knoop doen Mik in een van de andere cirkels. Je
krijgt het aantal punten waar de knoop in terecht komt. Wie na vijf
keer de meeste punten heeft, is winnaar. Juist, het is een vlooien-
spel maar dan met knopen.
AFLEVERING 76
Sheila smeet het portret van haar man door
de kamer. Colin had haar een fles sherry als
kerstgeschenk gegeven en ze had hem bijna
leeggedronken. Ze zat in haar nachthemd op
de vloer van haar voorkamer en had, toen
ze opkeek, door het waas van haar dronken
ogen het glimlachende gezicht zien bewegen
Het lachte naar haar.
Ze had het dwars door de kamer tegen de
muur gesmeten en nu lag het in stukken op
de vloer. De foto zat verkreukeld in de ka
potte lijst en het glas lag in scherven. Ze
stond er nu, enigszins waggelend boven en
zag die glimlach nog steeds vóór zich. Ze
trapte erop alsof ze het in de vloer wilde
stampen, de herinnering wilde wegvagen. Ze
hoorde de deur opengaan en probeerde vlug
haar verwarde haren een beetje op orde te
brengen.
Een bekende stem klonk achter haar. Het
was Colin en ze was blij met zijn komst. Het
was prettig op kerstdag gezelschap te heb
ben. Ze liep een beetje onvast naar hem toe
toen hij zijn regenjas losknoopte en hielp
hem in haar verlangen hem bij zich houden.
Ze had iemand nodig.
„Ik ben blij dat je gekomen bent, Colin", zei
pogend haar stem vast te laten klinken.
„Ik heb van je kerstgeschenk gedronken- zie
je".
Ze drukte zich tegen hem aan en voelde de
warme veiligheid van zijn lichaam tegen het
hare. Ze mompelde tegen zijn borst:
Je ziet de dingen er anders door, weet ie.
alles zie je er anders door".
De drank had haar moed gegeven en maakte
haar sterk bewust van de nabijheid van deze
n. Ze voelde het gemis van David, die ze
maanden niet had gezien. Ze sloot haar
ogen, kuste Colin op zijn mond en trok hem
de kamer binnen. Plotseling maakte ze zich
hem los en keek naar haar beeld in de
START
de orkaan gezocht
zijn lief meisje. Onder de grote
ceder boven kijkend, zag hij
flarden van haar kleren aan de
takken hangen, hij begreep dat
de wind haar had weggeblazen. 1
Waarheen? Hij klom in de boom
en zag de vreugdevuren bij het
paleis. Als zij toch daarheen
was gewaaid, en als een van de
hoge heren daar toch haar
schoonheid had opgemerkt!
Van louter angst begon hij aan
de takken te schudden. En of
het nu aan de takken lag, of
aan de wind die misschien me
delijden kreeg met de herder en
zijn meisje het begon weer
te waaien.
Van de wind begonnen de vuren
in de paleistuin wild te flakke
ren. Dat bracht grote verwar
ring. Daarvan maakte het treu
rige bruidje gebruik om te
vluchten en zij wist niets beters
te doen dan onder de diamanten
fontein te gaan staan. Door al
dat geschitter zag niemand
haar, ook al was ze vlakbij.
De emir, wanhopig over het ver
dwijnen van zijn bruid, liet het
park doorzoeken en omsingelen
zodat zij niet kon ontkomen.
Maar zelfs aan de diamanten
van zo'n machtige vorst komt
een eind. De fontein raakte uit
geput en de regen hield op. En
daar stond de diamanten bruid,
duidelijk zichtbaar op de plaats
van de fontein. De emir zag
haar natuurlijk het eerst en
stormde met wapperende gewa
den op haar af. Misschien
kwam het door dat gewapper,
kreeg met de herderin: het
meisje in diamant werd de De ,ager ontmoe(
lucht ingeblazen, vloog over het
park en kwam terecht onder de
grote ceder waarin haar herder
nog naar de flakkerende vreug
devuren zat te kijken.
,Hoe-oe! riep zij naar boven.
De jongen keek naar beneden
en moest zijn ogen sluiten voor
het diamantengeflonker.,,Ik ben
het maar!" riep ze weer. Toen
klom hij uit de boom en zei:
„Trek eerst al dat glaswerk uit,
want ik kan je niet zien". Zij
trok het kostbare glaswerk uit
en in de zijden gewaden beviel
zij hem al veel beter.
Maar alle herders van de stam
braken in haast hun tenten af.
Toen trokken zij met hun kud
den vele dagen verder om pas
echt in het Oosten halt te hou
den. Daar hoefden zij niet bang
meer te zijn voor de dienaren
van de emir.
Het meisje trouwde met de her
der en verdeelde de edelstenen
onder de hele stam. Niemand
hoefde jaloers te zijn. Niemand
was nog er garm, maar even
min erg rijk. Zo maar net er
tussenin.
de jungle allemaal dieren die iets kwijt zijn:
slagtanden, gewei, hoorns. Laat hij nou niet meer weten wat bij
welk dier hoort. Weten jullie het? Dus A hoort bij
bij nummer... en zo verder.
En dat is altijd het beste.
BR 6-73
PIB
VORIGE WEEK
OPIOSSING
De zeerovers 5 en 8 zijn hetzelfde.
lOliilllllllllil i Wist je dat een Indianenstam in Zuid Amerika het spelen met ballen
heeft uitgevondenToen Columbus het ..nieuwe land" had ontdekt,
bijna vijfhonderd jaar geleden, ontmoette hij een stam die hem
gastvrij opnam. Deze mensen speelden met kogeltjes van rubber
Van de rubberboom was het sap afgetapt en daarvan waren de bal
letjes gemaakt. Columbu> lacht eer :t met ieVs heel adders te doer
te hebben. Hij meende dat de balletjes levende wezens waren, om
dat ze konden springen. Weet je dat de mensen jarenlang met rub
ber niets anders wisten te doen dan het als vlakgom te gebruiken.
Moet je nu eens zien wat allemaal van rubber wordt gemaakt.
spiegel. Ze mompelde een excuus en ging
naar boven om zich wat op te knappen.
„Ik ben zo terug, help jezelf als je iets wilt
drinken, de sherry staat op de tafel".
Colin liep de kamer door en bleef voor het
kapotte portret van Sheila's man staan. Hij
bukte, raapte de stuken op en legde ze op de
tafel. Toen nam hij de fles op.
Hij was leeg.
Sheila kwam een paar minuten later naar
beneden. Colin liep haar tegemoet en kuste
haar op haar voorhoofd.
„Dag, Sheila", zei hij, „ik ga nu maar. Als
ik hier blijf, gaat het gebeuren, en als het
gebeurt met jou in deze toestand, smijt je
me morgen, als ik terugkom, een emmer
naar m'n hoofd. Ik wil jou. Sheila, en niet
het resultaat van een fles sherry, ik wil niet
van je wat de sherry je ingeeft. Als je er
morgenochtend nog net zo over denkt, kun
nen we hij aarzelde, nauwelijks in staat
zicht, tot de twee gezichten die ze voor zich
haar bezitten, maar hij besefte dat dit niet
het juiste tildstip wa*.
Colin draaide zich om en liep de kamer uit,
en Sheila keek hem na. Toen hij weg was,
nam ze de foto op, die hij op de tafel had
gelegd. Ze bracht hem dichter bij haar ge
zicht, totd e twee gezichten die ze voor zich
zag, tot één samensmolten.
„Hij had gelijk, David Ashton", zei ze, „ik
zou het hebben gedaan. Ik zou het zeker heb
ben gedaan, als hij mij de kans had gege
ven". Ze had de boeien willen verbreken en
toen ze daartoe bereid was, dronken of nuch
ter, had ze het niet gekund. Niet omdat zij
het niet wilde, maar omdat iemand anders
het haar niet had toegestaan. Ze zou het heb
ben gedaan. Na al die jaren zou ze tenslotte
de stap hebben gedaan waarvoor ze altijd
was teruggeschrokken.
Maar David was ver weg en hij had zulke
gewetensbezwaren niet. Hij was bij een an
der en was daar op zijn manier heel géluk
kig. Hij kon haar niet horen praten tegen
zijn verkreukelde foto. Hij kon niet horen wat
zij zei.
Philips kwam die avond Iaat aan. Hij had
een vroegere trein kunnen nemen. Het ver
band zat nog over een van zijn ogen, maar
met het andere kon hij goed zien. Zijn vader
deed de deur voor hem open en nam hem
mee naar de huiskamer. Hij liep naar het
midden van de kamer en keek om zich heen.
„Het is nog net zoals ik het me herinner, va
der", zei hij.
„Van dit moment dromen de jongens alle
maal. De eerste keer thuis en alles net zoals
het was".
Deze woorden stemden Edwin somber. Hij
wist dat het niet zoals het geweest was. Er
was veel veranderd.
Boven had Jean liggen dromen toen ze door
Philips komst werd gewekt. Ze had ge
droomd van die keer toen ze Robert in zijn
kamer had opgesloten. Het had geregend en
ze herinnerde zich dat ze, toen ze terug
kwam, naar boven had gekeken. De regen
stroomde langs de vensterruiten en in haar
droom werden het de tranen van haar zoon,
die naar buiten keek.
De regen bleef stromen en nu waren het
haar tranen. Ze voelde zich uitgeput en een
zaam. Ze wilde haar jongste zoon terug heb
ben en ze wilde die tranen, die nu de hare
waren, zien verdwijnen In het niets.
Alles verdween in het niets. Er waren geen
herinneringen meer. Niets om zich aan vast
te klampen.
Haar hart brak en haar lichaam dreigde on
der de spanning te bezwijken. Er was niets
om zich aan vast te klampen, niets bond
haar. Ze voelde dat het einde niet ver meer
kon zijn. En daar was ze eigenlijk blij om.
„Moeder!", riep Philip, toen Jean in haar
peignoir de kamer binnenkwam.
„Laat ma je eens bekijken", zei ze en sloeg
haar arm om hem neen. „Hen je honger?"
„Ja".
„Ik zal iets voor je klaarmaken".
Ze bleef nog even staan vóór ze de kamer
uitging en keek naar haar zoon die was te-
Zijn beeld leek vervagen door de regen die
langs de vensterruiten stroomde; hij werd
alle drie haar zonen, die glimlachend voor
haar stonden, zoals vroeger.
Maar het was niet meer zoals vroeger, want
hij was ook Robert, die was omgekomen in
de golven, verdronken in de tranen.
„Kijk eens naar je tafeltje", zei ze. „Ik heb
het goed voor je verzorgd. Ik heb het iedere
dag opgewreven".
Ze ging de kamer uit.
Philip keek zijn vader bezorgd aan, hij be
greep er niets van. Edwin sloeg zijn blik
„Ze bedoelt het tafeltje dat Robert van zijn,
eerste reis voor haar meebracht. Ze is de
laatste tijd een beetje in de aar, zie je", zei
hij. Philip vroeg zich af wat er tijdens zijni
afwezigheid was gebeurd. Niet alles was het
zelfde zoals hij het zich had voorgesteld.
Lang niet alles. Hij keek naar het tafeltje en
toen weer naar zijn vader. Zijn blik ging
door de kamer naar het doorgeefluik, waar
achter hij in de keuken zijn moeder hoorde,
die iets te eten voor hem klaarmaakte.
Buiten blies een koude wind een kilte door
hun hart, en Edwin dacht aan een keer toen
hij op de veerboot stond. Het was in het
voorjaar geweest en hij had zich toen afge-i
vraagd hoe de winter zou zijn.
Die was kouder dan hij had gedacht. Hij
voelde zich verkleumd tot in zijn gebeente
en hij werd bevangen door een vreemde,
angst voor de toekomst. (wordt vervolgd).
Suske
en
Wiske
De
malle
mergpijp
Lucky
Luke
Circus
Western
Broom
Hilda
sr&pj ik
Koi=r pie.
6 F EEBSr
V -z-icaj'.
WS
ktf il&j/l*. 1 PE CBOSaug,
J ^sPEcrewe
WEE. M Kum ic
hu. kt-H pccjc Tuxr"
ih1 BBMT
V pflA/3
A~rrH
4PED
-HEB'. -Htf
dEUMiFcenuto
POPPBCAAZ
o O
3p WIE
JE
Of 1 BWANp pie hele
i£veai BE £TEEP he-ett
AAfJ PE BESTE«/D//VZj
VAM AWTOEpe
oorzldcf
milwm
f hoe sp-el
JE „ROEL" 1 ]j/