BOLTINI is hard op weg een tweede Barnum en Bailey te worden" Met zijn spreekwoordelijke bescheidenheid ventileert circusdirecteur Toni Boltini vanuit zijn riante winterresidentie in Rhenen: ik ben hard op weg om een tweede Barnum en Bailey te worden. Typisch een opmerking van een man, die van elke mug gelijk achf olifanten maakt. linkerzak van zijn colbert. De opgediepte oogst be staat uit een haarborsteltje, een nageltangetje en twee pepermunten in raielige verpakking. ,,Ik lieg niet", roept hij tussentijds met iets te grote gulzig heid, ,,ik speel open kaart". Hij haalt vervolgens de voering van zijn overige zakken naar buiten, waardoor het opeens lijkt, alsof hij een maatpak draagt, dat nog in de eerste pas is. Na 1 minuut liggen er voor hem op tafel naast de borstel, de tang en de pepermunt, een biljet van 25 gulden en wat los geld. Voilé", zegt hij, ,,nu zie je, hoe rijk Tony is. Nee jongen, mijn rijkdom is het circus. Dat zij de wagens en dat zijn mijn dieren. Ik heb voor dit seizoen de grootste circustent ter wereld besteld. Ja daar heb je gelijk in. En dat moet je zo schrij ven ook. „TONY BOLTINI IS HARD OP WEG OM EEN TWEEDE BARNUM EN BAILEY TE WORDEN". Ik ben er nog niet, ik heb hun hoogte Een miljoen „Drie ton", roept Tony even later, wie heeft dat bedrag genoemd? Hendriksen zeg je? Haha, die is goed. Drie Ton. Een miljoen zal meneer bedoelen. En dat ligt nu aan de grens te rotten. Ik heb vaak in mijn leven diep in de zorg gezeten. Vaak ge dacht: „ik stop er maar mee, want dit wordt voor één mens te veel". Maar deze keer kom ik er echt niet meer uit. De kosten zijn zo waanzinnig hoog geworden, dat alleen een massale opkomst van het Nederlandse volk dit circus nog kan red den. Ik reken op het Nederlandse volk. Schrijf dat zo op". En in hemelsnaam geen hete zomer, want dan ben ik weg. Eén flinke hittegolf en ik zit tot aan mijn strot in de schulden. Ik zal je voor de aardigheid eens voorrekenen, wat ik deze week aan lopende kosten had. Gewoon de kleine dingen van een paar dagen. Noteer dan maar: 1 nieuwe leeuwenwagen: De trouwe mascotte van circus toni Boltini is een volledig makke („nee beslist geen maffe", zegt de directeur) aap, die volgaarne bereid is om met zijn directeur (rechts) te poseren. tien mille. Lichtmachine gerepareerd: 11 mille. Twee wagens gemaakt voor dc paarden: acht mil le. Pisterand van plexiglas laten maken: 6 mille. Een frontwagen van metaal gebouwd: 11 mille. Diezelfde wagen beschilderd: 10 mille. Een fa^a- de-verlichting gemaakt: 15 mille. Wat wagens ge kocht: 16 mille. Het hek om het circusterrein ver nieuwd: 40 mille. Een nieuwe blnnenverlichting be steld: veertig mille. En dan is ie echt nog tweede hands ook. Ben ik dan nog wat vergelen? (hij kijkt zijn rechtvaardige rentmeester Ausems schichtig in de ogen). „Oh Ja, de verf natuurlijk. Ik smeer dit jaar 10.000 kilo weg: 20 mille. En ik heb ook nieuwe accu's besteld: 10 mille, En als straks de boel gaat rijden, gooi ik er voor 50 mille olie tegenaan. Knettergek word je er van. Maar Ik kan niet ophouden, want dit circus is te populair geworden. Ik hoor ze roepen in mijn dromen: het Nederlandse volk. „Volhouden Tony, blijf volhou den. Want als jij er mee ophoudt is er helemaal geen romantiek meer". Riante woonzaal Hij slikt even van harte, strijkt langs de verticale plooien in zijn wangzakken. Zegt dan, kijkend naar zijn riante woonzaal: „dit moet je echt geloven. Ik zou dit schitterende huis morgen nog willen ruilen voor een pakhuis met een heel klein kamertie voor mezelf om in te slapen Ik word doodziek, als ik hier rondloop en de rotzooi zie. Mijn mensen wa den door de modder en lopen met de griep in hun lijf. Er zijn twee paarden gestorven, omdat ik hier niet mag bouwen. Schrijf dat maar op. Schrijf, hoe ik denk over het actiecomité, dat die bouw heeft tegengehouden. Tony Boltini zogt van het actie-co mité, dat het een stelletje niksnutten is, die geen fluit presteren, maar er wel voor zorgen, dat op den duur elk initiatief gedood wordt. Dat is mooi gezegd. Dat kun je zo drukken. Al die mensen met die borden, met die protestleuzen. Ik word er doodziek van. Ik ben echt een liefhebber van de natuur, maar als er mensen bij mc komen om te praten over milieuvervuiling, hebben ze altijd een sigaret in hun smoel. En dan denk ik: „begin eerst bij jezelf, stuk verdriet". Zolang Onze Lieve Heer geen kachelpijp in je kop heeft gemonteerd, zorg je met je stinkstokken voor een brok vervuiling, dat er mag wezen". Hij blikt tevreden als een voetballer, die met een wanhopige omhaal toch de stand op één-nul heeft gebracht. Zegt" dan: „Als do gemeentebesturen maar eens mee wilden werken. Ik moet dit jaar een verzekering van 50 miljoen afsluiten. Dat kan ik billijken, want die tent kan in de hens gaan en dan moeten mijn bezoekers schadeloos worden ge steld. Maar waarom moet ik voor do brandweer betalen, terwijl die er voor do gemeenschap is? Het enige, wat de brandweer doet Is elke avond een andere vent sturen om de voorstelling gratis te zien. En waarom moet ik lantaarnpalen vergoeden in straten, waar mijn circus nooit doorheen is ge komen? Ik ken dorpen, waar ze met het repareren van verzakte straten wachten, totdat Boltini langs is geweest. Ik moet overal waarborgsommen depo neren en die zie je vaak pas na jaren terug. Ik moet van Den Haag nog steeds de waarborgsom van vorig jaar terugkrijgen. Maar als ik op 3 april de première op het Malieveld geef, moet ik wel de nieuwe waarborgsom op hun giro hebben gestort. Dat noem ik stelen." „Toch hoor je ipij niet klagen. Zolang ik niet in de spiegel kijk, voel ik me nog een jonge kerel. Ik heb het gevoel, dat ik pas aan het begin sta". „Asjeblieft dus geen medelijden, Weet je, met wie ik persoonlijk een diep medelijden heb? Met een man als Vondeling. Die heeft zijn hele leven gestu deerd en in de boeken geneusd. En wat heeft ie nou helemaal bereikt? Dat ie in de Tweede Kamer in een muffe stoel mag zitten en met een onwijs hamertje mag tikken. Is dat niet in-zielig." „En dan te bedenken, dat die man zo graag fietst." TEKST: LEO THURING FOTO'S: MILAN KONVALINKA „Als de regering morgen vraagt: „Tony mogen we je circus hebben, dan krijgen ze het zo. Gratis En dat meen ik. Het circus hoort aan de gemeen schap en als ze mij dan directeur maken, vind ik het allang best. Gewoon met 'n salaris. Ik wil alleen dat dit cultuurgoed, waar ik nou 20 jaar voor ge ploeterd heb, voor het nageslacht behouden blijft. Dat wil ik. Een staatscircus met een Boltini aan de top. Dat lijkt me de beste oplossing". Als hij even weg is, weer weg is, want hij ziet geen kans langer dan vijf minuten in zijn stoel te blijven, zegt perschef Dick Hendriksen: „Tony is veel te goed. Tony geeft te veel weg. Hij redeneort altijd: „ik heb een gezond lijf en daarom moet ik elke arme donder die er om vraagt, helpen. Zo is Tony. Als je hem niet afremt, geeft hij zijn laatste cent aan een wildvreemde. Ik zweer je. En ik zal je nog wat anders vertellen: Stel, dat Tony een hart aanval krijgt en de pijp uitgaat. Dan geef ik dit hele circus nog hooguit één seizoen. Die man is on vervangbaar en griezelig uniek. Je begrijpt soms niet, waar ie de moed vandaan haalt om telkens weer nieuwe klappen op te vangen". „Nou weer met die tent. Die moest ie wel laten maken, want zijn vorige is in 1972 bij een najaars storm aan flarden gegaan. Die tent wordt het ein de, een enorm gevaarte van 85 meter lang, 42 me ter breed en 15 meter hoog. Hij is zo groot, dat wo in heel wat dorpen niet eens meer kunnen staan, omdat ze er geen plek voor hebben. En als ie straks vol is, zitten er 8000 mensen in. Ik heb in mijn persbericht geschreven: „thans in 1973 durft Boltini te bekennen, dat hij een gevoel van ont roering krijgt bij het zien van deze nieuwe, nog grotere en nog kleuriger circustent". En dat is toe vallig nou eens geen journalistieke leuterpraat. Die man heeft zijn droom waar gemaakt en reist straks met de grootste circustent, die er ooit ge weest is. „En wat gebeurt er dus prompt: eerst staken ze in de fabriek in Milaan, waar die tent gemaakt is. En nou ligt ie al dagen bij de Italiaanse grens, omdat de douaniers na een staking aan een langzaamaan actie zijn begonnen. Tony sterft momenteel van de zenuwen, want daar ligt voor tonnen aan die grens. Als maandag onze artiesten in Doorn arriveren Is er geen tent, vrees ik. Dat gaat de baas duizenden kosten. Als je alleen bedenkt, dat ie voor de tent en de nieuwe zitinstallatie drie ton heeft betaald. Cash, zo uit het knuistje. Dan hoef ik jou niks meer te vertellen". nu nog niet bereikt. Maar als je weet, dat ze in hun glorietijd 200 trekpaarden hadden ora de rom mel te vervoeren. En als je dan ook weet, dat ik 240 wagens heb, zit ik er toch al aardig dicht in de buurt. Mijn dochter Antoinette vroeg laatst: „papa wat zou u nou het liefste willen zijn"?. I'oen heb ik gezegd: „Ik zou de Nederlandse Barnum en Bailey willen zijn". Ik zal de eerste zijn, die dit hele bezit aan de staat schenkt". De rollen In „Het Oude Koetshuis in Rhenen (pro vincie Gelderland) zijn duidelijk ongelijk verdeeld. Terwijl tussen de koperen pannen, kandelaars en blaasbalgen het gros der aanwezigen vastgeroest op hun stoel herhaaldelijk de glazen laat bijvullen, loopt de heer, die dit alles bestiert en besommelt als een gekwelde geest door zijn eigen aards para dijsje. Vanmorgen heeft hij nog voor dik honderd gulden rode rozen laten aanrukken om de verjaar dag van zijn vrouw op te luisteren. Achteraf venti leert hij met een schuldige glimlach: „dat krijg je als je ouder wordt. Dan moet je steeds meer rozen kopen. Een meid van 21 geef je 21 rozen. Dat is in de dure tijd pakweg een gulden of twintig. Maar ik ben 53. De gulle gever, die mij op mijn verjaardag een boeketje geeft is gelijk zijn halve maandsalaris kwijt". Tony Bltini zit onderuit in zijn leren leunstoel en honoreert zijn kersverse waarneming gaarne met een bulderende lach. „Weet je, wat ik vroeger dacht", zegt hij, „dat een v*nt van vijftig stokoud was. Ik heb tegen die leeftijd opgezien als tegen een berg. Dat mag je rustig schrijven. Zet maar in de krant: „Tony Boltini dacht, dat een man van vijftig een afgeschreven figuur was". Dat is kopij nietwaar? Ik ben ook een hele tijd bang geweest voor de dood. Je hoort van mensen, die aan kan ker sterven. Vlak bij je. Je loopt over het terrein en voelt je hart in je lijf bonken als een ouwe gek. Mijn hemel, denk je -dan, „als die rikketik er op eens mee ophoudt, lig ik hier voor aap. Dan vinden ze me straks én stoppen de kraaien me onder de g.rond ,®n zettei) 20 een zerk °P m'jn graf met „hie* ligt ipijn dierbare man en lieve papa". Tony Boltini zit onderuit in zijn leren leunstoel en vijftig worden, nou drie jaar geleden en ik vond het vreselijk. Ik ben altijd vitaal geweest, ik heb mijn leven lang aan twee uur slaap genoeg ge had. Ik sta vaak om vijf uur op, ik ga vaak om twee uur naar bed. Dat kan ik opbrengen. Ik sjouw de hele dag rond, ik kan niet stil zitten. Als ik hoor, dat mensen veertien dagen aan de Spaanse kust bruin branden denk ik* alleen: „hoe spelen ze dat klaar?", want ik weet altijd, dat er nog een hoop moet gebeuren. Ik loop over het terrein en ik zie een wagenpark van 240 auto's opleggers, trai lers, trucs", „Meen je echt, dat Tony op zo'n moment denkt „dat is allemaal lekker van mij"?. Waar ik loop, zie ik alleen de diepe zorgen. Ik zie de band, die nodig verwisseld moet worden, ik zie de wielmoer, die aan vernieuwing toe is. Ik heb straks weer de verantwoording over 400 mensen, over 80 artiesten. AI die mensen eten van me, leven van me. Als ik straks met mijn circus de reis op ga, kost me dat 18 mille per dag. Ik hoor het je zeggen: „Tony is gek, hartstikke gek". Ik zou ook misschien lekker moeten gaan rentenieren in een warm land. Zo re deneren veel mensen, die geld hebben. Die potten op, geven niks weg. Maar ik vind dat vuile dief stal. Je hebt dat geld alleen van Onze Lieve Heer gehad om er andere mensen een plezier mee te doen. Zo zie ik dat". „Ik lees in de krant, dat er mensen met hartkwa len sterven, omdat er geen geld is voor appara tuur. Dan denk ik: „Mijn God, er is een hoop mis in deze wereld". Je kunt het achter mijn rug vra gen, ik heb niks te verbergen. Ik geef een hoop weg. Ik wil. dat andere mensen meeprofiteren. En voor mezelf heb ik weinig nodig. Dit pak aan mijn gat, dat vergaat toch tot stof, als ik eenmaal dood ben. Waarom zou Ie er dan twee kopen? Als je nou aan me vraagt: „Tony, wat heb je aan kapi taal in je zak, zal ik je dat laten zien. Hier is het". Hij maakt een lichte revérence als bij het begin van een act, neemt dan zenuwachtig een duik in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 13