BERT SITTERS
pakt de zaken hard aan
Professionele manier
van denken is haast
nog nergens algemeen
Kari Kan: Zwemmen leuker
dan op blokfluit spelen:
DEN HAAG Niet minder dan vier zwem
baden zullen beschikbaar zijn voor de eerste
wereldkampioenschappen zwemmen, waterpo
lo, schoonspringen en kunstzwemmen, die be
gin september in Belgrado worden gehouden.
De opening vindt op 31 augustus plaats in het
Tasmajdan-bad. Hier worden in het bassin van
50 bij 21 meter de zwemwedstrijden afge
werkt. Er is een accommodatie voor 10.000
toeschouwers. Voor het inzwemmen is een 50
meter indoorbad beschikbaar. Het kunstzwem
men, dat voor het eerst bij een officieel kam
pioenschap op het programma staat, vindt
plaats in het 50 meter bad Stari Grad. De
deelnemers kunnen zich voorbereiden in een
trainingsbad van 33 meter. Eveneens 50 bij 21
meter meet het indoorbad Banjica, waar de
waterpolo-wedstrijden worden gehouden. Ook
hier is een trainingsbad van 33 meter in de
nabijheid. De schoon- en torenspringers ten
slotte werken hun wedstrijden af in het ver
warmde 50 meterbad van Kostnjak, waar een
tribune-capaciteit is van 3000 tot 5000 perso
nen. De technische uitrusting van de baden
doet niet onder voor die van het Olympisch
zwembad in München.
ZATERDAG 24 MAART 1973 LEIDSE COURANT
(en sters) wil Bert Sitters ver
andering brengen. Als bonds
coach is hij geen voorstander
van trainingskampen. Zijn voor
keur gaat veel meer uit naar
tralnlngsweckelnden. Met do
vooraanstaande trainers kan hij
dan vele keren over allerlei
soorten problemen praten. F.n
toezien hoe groot en In welka
mate de vooruitgang Is.
,,Dat is veel prettiger. Dan kan
je ook bepaalde veranderingen
doorvoeren. Dat kan echter
nooit als je tien dagen voor eert
evenement de kandidaten pas
tot Je beschikking krijgt". Het
gevaar van deze aanpak is ech
ter wel, als de frequentie van
die weekeinde-trainingen niet
groot genoeg is, dat het contact
met de selectie-kandidaten te
gering is. ,,Hot is inderdaad
waar dat er met de jongens en
meisjes in de eerste maanden
na mijn aanstelling te weinig
contact was. Maar dat is heel
gemakkelijk te verklaren. Het
naar de trainers toegaan en het
discussiëren met hen was voor
mij op dat moment belangrij
ker".
Waarschijnlijk heeft Bert Sitters
daarin ook wel gelijk. De trub
bels met do trainers waren da
laatste jaren veelvuldig. Hopen-
lijk komt daar nu een elndo
aan. De zwemsport zal er zeer
zeker mee gediend worden.
„Het moet zo zijn. dat een trai
ner zijn pupil met een geruM
hart bij een ander achterlaat. Ik
heb dat zelf In Spanje meege
maakt. Toen kwam er een meis
je van de Canarische Eilanden
naar Barcelona en zij bleef bij
mij trainen. Niemand vond dat
gek".
In die zin hoopt Bert Sitters ook
de begeleiding van het vertegen
woordigende Nederlandse team
te regelen. „De man, die als as
sistent van mij mee naar hc|
buitenland gaat, moet ook he|
vertrouwen van zijn collega's eif
van de geselecteerden hebben'\
HANS DE BRUYN
AMSTERDAM Destijds, op het sportcentrum in
Zeist, kwam Bert Sitters er maar moeilijk uit. Als de
nieuwe zwemcoach zou hij te doen krijgen met de immen
se problematiek van de clubtrainers en iedereen in ons
land weet zo langzamerhand wel wat dat ongeveer wil zeg
gen. Hoeveel moeite hij ook deed om zijn bedoelingen dui
delijk uiteen te zetten overtuigen konden zijn argumenten
geenszins. Uiteindelijk ging iedereen met het idee weg
van: ik hou mijn hart vast.
Vele contacten met de
Nederlandse zwemtrainers gelegd
Twee h drie maanden na de offi
ciële promotie van jeugdadvi
seur tot bondscoach annex trai
ningsadviseur komt Bert Sitters,
jarenlang bruingebrand in een
Spaans zwembad bij Barcelona,
als een ander mens over. Zich
meer ingeleefd hebbend in de
materie, die aan zijn zorg is toe
vertrouwd, maakt hij een vast
beraden en precies wetende wat
hem te doen staande indruk.
Daaruit valt dan ook maar een
conclusie te trekken. Bert Sit
ters is een weg ingeslagen, die
hem ligt. Die hem ook stimu
leert door de mogelijkheden, die
er zijn.
Om het voetstuk, waarop hij
kwam te staan, te verstevigen,
is Bert Sitters, in de dertig nu
en voormalig lid van het Am
sterdamse IJ, naar de trainers
in ons land toegegaan. Van
„hoog tot laag" zijn er contac
ten gelegd. Niet alleen om zijn
overzicht te verrijken, zoals je
in eerste Instantie zou denken,
maar meer nog om een uitwis
seling van standpunten en ge
dachten op gang te brengen.
Het moet volgens zijn filosofie
eindelijk eens afgelopen zijn met
de enorme verscheidenheid van
werkwijzen en opvattingen. Met
een redelijke gelijkgerichtheid in
alles waar je mee bezig bent
valt veel meer te bereiken. „Het
belangrijkste van die trainersbij
eenkomsten was dat ik gepro
beerd heb om een algemene
denkwijze te introduceren. Maar
dat blijkt een hele moeilijke
zaak te zijn. Als je ervan uit
kan gaan. dat de trainers twee
uur per dag kunnen trainen, dan
is dat al iets. Maar dat is bij de
meesten In ons land zelfs al niet
eens zeker".
De nieuwe zwemman, opvolger
van de trainingsadviseurs tot
München, Nico van Dam en Jo
Schreurs, heeft naast de bijeen
komsten vor.r de regionale trai
ners ook een brain-storming
voor de oefenmeesters van de
potentiële „selectiezwemmers
(of sters)" georganiseerd. Beide
Initiatieven hebben in de Neder
landse zwomwereld een gunstige
weerklank gekregen. „Sitters
pakt de zaken hard aan", heet
het algemeen.
Hoewel er van onbekendheid
met de Nederlandse situatie na
tuurlijk geen sprake is zijn wel
degelijk enkele opvallende con
clusies te trekken uit wat er nu
gaande is. De belangrijkste er
van komt zeer hard aan. On
danks het feit, dat Nederland
zich de laatste seizoenen uit het
slob werkte door zwemsters als
En'ith Brigitta, Hansje Bunscho
ten en Anke Rijnders bij de rest
van de wereld af te leveren,
maakt Bert Sitters zich nog wei
nig illusies over het topsportkli
maat. „Hoe je het ook bekijkt,
die is er in de Nederlandse
zwemmerij nog amper. Een ech
te professionele manier van den
ken is haast nog nergens alge
meen. Sommige heel gewone
dingen, zoals filmopnamen van
de trainingen en bijeenkor
met de ouders om maar wat ie
noemen bestaan veelal nog niet
■eens".
Door dit aan de kaak te stellen
geeft de pragmatische denker
uit Diemen aan wat er in de
zwemmerij precies aan schort.
ZIAN, de Haagse zwemmetro-
pool, waar zo'n aangenaam
drukke belangstelling heerst,
staat model voor zijn streven
naar een professionele aanpak
van deze sport in Nederland.
Wat daar gebeurt is gericht op
efficiëntie binnen het kader van
de mogelijkheden uiteraard, die
in Den Haag nog altijd te be
perkt blijven. ZIAN is echter de
enige club in ons land, die zo
geleid wordt.
Op de bijeenkomsten met de zo
genaamde „toptrainers" (30 van
38 uitgenodigden gaven gehoor,
een zeer behoorlijk aantal overi
gens) bleek de behoefte aan ge
sprek en discussie zeer groot.
Een ervaring van Sitters, waar
van inspiratie uitgaat. „Men
vond het erg belangrijk om te
praten, te discussiëren. Dat ge
voel kreeg Ik zeer sterk. Ik hoop
de mensen straks dan ook weer
bij elkaar te krijgen, maar ik
weet alleen niet of de financiën
van de zwembond het toelaten.
Secretaris De Boer doet er alles
aan, dat weet ik. Met de regio
nale trainers wil ik half mei ook
weer vergaderen om het zoge
naamde zomerprogramma door
te nemen".
In samenwerking met de belan
genvereniging van trainers („Er
ligt een enorm werkterrein voor
dit bestuur braak") wil Bert Sit
ters de zwemmerlj-in-de-breedte
stimuleren. De opzet moet een-
lijniger worden, de trainingen
intensiever. Het ideaal zou zijn
als bij de clubs professionals
ter. De tijd breekt aan dat zijn werk zichtbaarder
zouden kunnen worden ingescha
keld, maar behalve de Zeester
is nog geen vereniging in ons
land zover. Daarom is het behel
pen geblazen. En het zal wel eni
ge tijd zo blijven ook. Op alle
mogelijke punten komt dat aan
het licht. „De KNZB zou bij
voorbeeld een wedstrijd-jaarplan
moeten samenstellen. Dat zou al
een stuk vereenvoudigen. In die
zin kan er nog veel meer", al
dus Sitters.
Het is de bedoeling van de nieu
we bondscoach de mensen con
stant op hun verantwoordelijk
heid te wijzen. „Toen, op die
bijeenkomst in Zeist, zei Wim
Geurtsen onder meer, maar ver
onderstel nou dat mijn selectie
kandidaat wegvalt. Behoor ik
dan niet meer tot die zogenaam
de groep, die zwemkandidaten
voor de top aflevert. Ik heb hem
toen geantwoord: Ja, zorg dan
maar dat je een nieuw meisje of
jongen erbij krijgt. Werk je
maar rot". Ook in de regio-op-
vatting wil Sitters proberen orde
op zaken te stellen. Daarom
heeft hij een splitsing gemaakt
in: A. clubs, die 5 6 keer per
week kunnen trainen en B.
clubs, die niet verder dan een
keer kunnen gaan. Ook tegen de
mensen, die de verantwoorde
lijkheid dragert voor de laatste
groep, heeft hij verklaard: „Als
je vooruit wil komen moet Je
maken dat je ook meer tral-
ningsgelegenhoid krijgt. Het
klinkt misschien onhartelijk en
hard, maar het is de enige ma
nier om een basis te creëren
waarop je kunt verder bouwen.
Want alleen met een' mogelijk
heid tot vijf keer in de week
trainen kan je een schema op
maken. Kan je stellen: We gaan
1500 vrij en 400 wisse! doen en
over het een en ander kan dan
ook nog gediscussieerd worden".
In de relatie tot de zwemmers
DEN HAAG - De zwemsport heeft in Nederland de laatste jaren een
stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Vooral wat betreft het wed
strijdelement voor jongere zwemsters en zwemmers. Er bestaan In
terlandwedstrijden voor meisjes en jongens van 12 jaar, er zijn na
tionale titels te behalen voor kinderen die nog tien moeten worden.
De Kring Den Haag van de KNZB behoorde tot de eerste zwembond-
afdelingen, die kringrecords voor de leeftijdsgroepen instelde. Bij
de meisjes onder 12 jaar komt men de naam Kari Ran op deze re-
cordlijsten tien maal tegen.
Als de incourante 50-meterre-
cords buiten beschouwing wor
den gelaten, bezit Kari op drie
na alle Haagse -scords in haar
leeftijdsklasse. Daarnaast heeft
ze al twee maal de beste presta
tie bij de meisjes onder 14 jaar
laten noteren. Met haar vereni
ging Zian/Vitesse is ze op twee
estafettes zelfs al doorgedron
gen tot de nationale toptijden.
Kari, die op 18 jaii haar twaalf
de verjaardag hoept te vieren,
blijft er zelf vrij nuchter onder.
„Ik probeer de records zo
scherp mogelijk tv stellen, zodat
ze zo lang mogelijk blijven
staan. Vooral mijn tijden op de
vrije slag 100 meter in 1.03.8,
200 in 2.IV - en 800 meter in
9.51.4 - staan vrij goed. Maar ja,
hoe sneller je gaat, hoe moeilij
ker het word* je tijd te verbete
ren".
Kari Ran verbetert prestaties
van zwemsters die iets ouder
zijn, maar zetf i.ng aktief aan
de wedstrijden deelnemen. „De
meesten vangen dat wel sportief
op. Maar ik hoor ook wel eens
mompelen: „Ik wilde, dat die
Kari Ran niet v bard ging". De
and-eren, die er hard voor trai
nen, gun ik het wel, maar voor
mezelf vind ik ha* toch ook wel
leuk".
Op de schoolslag beeft de jeug
dige zwemster nog geen records
te pakken. En lat is nu uitgere
kend de slag, waarop haar va
der in 1948 Haags jeugdkam
pioen werd. „Ze zeggen dan ook,
dat ik het van oom Harro heb",
meent Kari.
Inderdaad. De familie zit er
middenin. Tot in de derde graad
zelfs, want één van de opa's van
Kari heeft samïn met zijn broer
als duo De Kok in 1922 Ziah hel
pen oprichten. Fên derde broer,
Henk de Kok, werd internatio
naal waterpoloscheidsrechter.
Hij vertegenwoj/digde Neder
land op de Spelen van Londen
(1948) en Tokio (1964).
De moeder van Kari, Ada Ran -
de Kok, heeft jarenlang de
zwemsport beoefend. Met haar
echtgenoot, Erik Ran, maakte
ze deel uit van hc' bestuur van
Zlan. „Oom Harro" is de broer
van Erik. Harro Ran maakte
deel uit van het Nederlands
Olvmpisch zevental te Rome
(1980).
Kari: „Als we in de vakantie
een wedstrijdje doen, zwemt
m'n vader m-& tr nog wel eens
uit." Ze gaat echter liever naar
de wintersport dar. naar Spanje,
waar oom Harro domicilie
houdt. Op zaterdagavond 17 fe
bruari kwam de familie Ran te
rug van veertiei dagen skiva
kantie. De volgende ochtend was
Kari alweer nan het trainen,
maar dat ging nog niet zo best:
„Het leek wel alsof ik in stroop
zwom." Toch uoekte ze diezelfde
zondagmiddag el weer twee ze
ges op wedstrijden in zwembad
Morgenstond.
Kari, fysiek iets meer ontwik
keld dan haar gemiddelde leef
tijdgenootjes, beschouwt het
zwemmen als een pure hobby.
Haar moeder: Op school (6e
klas basisonderwijs) behoort ze
tot de besten. Ze houdt tijd over
en ze moet toch iets te doen
hebben. Trouwens, ze leest veel,
draait veel plaa'ins en winkelt
graag".
Het echtpaar Ran stond eerst
ietwat sceptisch tegenover de
trainingsarbeid .sirds het acht
ste jaar) van de talentrijke
dochter. Mevrouw Ran: „Je
raakt echter gewend aan (Jingen,
Willi Daume
polst China
MÜNCHEN Willi Daume, de
Westduitse vice-president van
het internationaal Olympisch
Comité, zal van 30 maart tot 6
april a.s. een bezoek aan China
brengen om daar van gedachten
te wisselen over een intensieve
re deelneming van China aan
de internationale sport.
In 1959 keerde China de Olympi
sche beweging de rug toe, maar
het overweegt nu hierin weer
terug te keren. Deze terugkeer
zal o.a. onderwerp van gesprek
vormen. Daume, die eerder dit
jaar bij de Pan-Afrikaanse spe
len te Lagos heeft gesproken
met Chinese sportofficials,
maakt de reis op uitnodiging
van China. Alvorens naar China
te vliegen brengt Daume eerst
nog bezoeken aan Montreal en
Los Angeles.
die je eerst liever niet zag ge
beuren. Het gaat zo geleidelijk.
We staan er nu helemaal achter,
maar ze zou niet willen, dat we
haar dwongen. Het gaat alle
maal voor 100 procent van haar
zelf uit".
Kari: „Het is ic.uk, maar het
moet niet teveel worden. In de
vakantie lig ik dan ook beslist
niet de hele dag in het water,
zoals de „Bunschotens". Dan
zou ik er snel genoeg van krij
gen. Ze zeggen nu soms al, dat
ik te weinig train. Maar op een
training wil ik me nu eenmaal
niet leegzwemmen".
In één jaar schoof de tijd van
Kari op de 100 meier vrije slag
van 1.14.- naar 1.03.8. De limiet
voor deelname aan de Europese
Jeugdkampioenschappen, die be
gin augustus in het Engelse
Leeds worden gehouden, staat
op 1.03.5. Kari Jticcft ernaar om
de limieten - ook op de 400 en
800 vrij is ze er al dichtbij - te
halen. Ze hoopt er ook op, maar
ze staart zich er niet op blind.
„Ik heb nog zo lang de tijd. Ik
vind, dat je het t Bemaal niet zo
moet overhaasten".
De internationale ervaring kan
dus nog komen. Voorlopig moet
Kari het, wat dat betreft, doen
met een trip met Zian naar
Aken (september 1972). Daar
heeft ze geruilde badpakken en
een Italiaanse correspondentie
vriendin aan overgehouden.
„Die schreef laatst, dat ik met
mijn tijden daar als een tweede
Novlla Calligaris beschouwd
zou worden".
De brieven van Kari naar Mi
laan worden door haar veertien
jarige zus - die zit op het gym
nasium en daar gaat Kari ook
naar toe - in het Engels ver
taald. Haar zus zwemt ook. Niet
zo intensief, wint ze speelt klas
siek viool. Kari is eveneens op
de muziekschool geweest, maar
dat was allemaal niet zo nodig.
Kari: „De Ier vir-muziek zei
zelf, dat sport gezonder is dan
muziek maken. Ik vond het
zwemmen trouwens toch leuker
dan blokfluit spelen".
ROEL PRAAT
Kari Ran komt tienmaal op de recordlijsten van de kring Den Haag voor
Aanwijzingen geven aan zwemmers of -sters is er nog niet van gekomen. Veranderingen doorvoeren op
het niveau van trainers is voorshands veel belangrijker.
s