Ton Poldner
maakt furore
met hip leer
in modewereld
17 I
1
Een van de onh
verpers en makers
Korenavond in Ter Aar
De Leidse bioscopen
Salzburg connection
Nummer 14
stad en streeknieuws
Wat u
OOK
moet
weten
PAGINA 5
VRIJDAG 23 MAART 1973
LEIDSE COURANT
Amsterdam „Leer is 'n natuur-
produkt. Jij hebt 'n ander velletje
dan ik. Dan is bij dieren ook zo.
En dat moet je gaan verwerken".
Ton Poldner prikt bij deze vanr
zelfsprekendheid met z'n baill-
point in de richting van een ap
pelgroen hemdachtige leren jasje,
dat op de hoge polen van de vloer
bedekking ligt. Marian, die aan
de 18 toe is en zich daarom be
dient van een omfloerst stemme
tje, waarschuwt vanuit de andere
hoek: „Meneer, Parijs voor u".
Marian zit er voor de telefonische
verbindingen en de administratie
en indien gewenst haalt zij ge
dwee worst en sherry als er rela
ties op bezoek zijn. Door de tele
foon breekt een gesprek in Duits
en Frans uit. Polyglotterie in
dienst van het leer. Ton Oldner
zit met prijzep te schommelen
tot-ie z'n confectionair bij de
lurven heeft. „Ik heb 'm: voor 240
francs, met drukknopen erbij",
Wie kan zich
veroorloven
„Dé Vuist"
af te slaan?
legt hij me lïit als de lijn weer
verstomd is. „Wantrouwige Fran
sen, omdat ze zelf zo slecht van
betalen zijn. Rot als een mispel".
Ton Poldner ontwerpt jonge mode
in leer. Met de resultaten bedient
hij vrouw en man. Ton doet dat
in de bocht van de Keizersgracht,
waar hij "Joli cuir" (hip leer,
noemen wij zoiets) runt, een stu
dioachtig atelier, waar je op ver
blindend witte banken tot rust
kunt komen na de trapbeklim-
ming. Het is twee hoog, maar je
benen klagen, dat het de vijfde
verdieping moet ijn. Vlak onder
het hippe leer huist de fa. Peule
schilletje: twee jongemannen die
iets in reclame doen. Bewegwijze
ring is er (nog) niet en daarom
komt bijna iedereen bij Peule
schilletje terecht, waar men on
middellijk wordt doorverwezen
naar Joli cuir, dat een ontelbaar
aantal treden hoger in de wolken
ligt. De beide peuleschilletjes blij
ven vriendelijk. Ze vragen geen
commissie aan Poldner.
In het atelier kijk je als een
Jack-and-the-beanstalk door de
vensters tegen wat armetierige
grachtbomen aan. En je ziet de
speldeknoppen aan de takken, po
pelend om in groen los te barsten.
Aan de overkant staan stijf op-
ingepakt, maar toch in een
speelse mengeling, de gevels van
eeuwen; de Keizersgracht spreekt
al eeuwen met gevels. Het ver
keer kan er geen kant uit. Dat is
opwindend, na zoveel omwegen
door de city.
Bij Joli Cuir doet men zaken op
draaistoelen achter twee cylin-
der-balietjes. Ton Poldner draait
op de stoel bij het raam; boven
het balietje dieper in de studio,
kijkt Marian fideel naar een tele
foontoestel. Want Parijs komt
straks nog een keer. Ze ziet eruit
alsof ze pas heeft gehuild. Dit is
echter niet het geval geweest; de
oogjes combineren alleen zo beter
met de stem, Joli cuir, Jolie Ma
rian.
Ton Poldner van huis uit Amster
dammer, die sinds jaar en dag in
Leiden woont, acht zich met z'n
36 jaren in de modewereld een
ouwe vent „Dan "zie" je het niet
meer zeggen ze, als je boven de
dertig bent. Het is een gevoelige
leeftijd, vooral in de jeugdsector,
de boetiek. Ik moet me inspireren
op wat de jeugd draagt. De Bijen
korf naar één van m'n grote klan
ten, kijkt op de Dam, dat de jeugd
aanheeft. Dan maakt de inkoop
haar prognose. Wat voor St. Ger
main op 't Rembrandtplein op de
terrasjes zit, d£t moet ik heb
ben."
Ook Dick Holthaus, Edgar Vos,
Frans Moolenaar, al deze mensen
zoeken het Ln de eenvoud, weet
Poldner. „Daar bereik je een
groot publiek mee. Van haute cou
ture kun je niet bestaan. Wel
leuk, hoor, als je een juffrouwtje
met 5 lappen leer bij je komt en
Stoerheid
voor mannen;
tweede huid
voor vrouwen
er alleen te laat mee begonnen.
Als zetel heeft Ton Poldner doel
bewust Amsterdam gekozen, na
Londen hét Trefpunt van mode in
Europa. „Parijs beslist niet, wat
de jonge mode betreft", vindt hij
beslist: „hier zie je hoe het jonge
publiek zich wil gedragen en kle
den. In Parijs zie je cliché
vrouwtjes". Maar ook voor de
niet-cliché-mannetjes Is Joli cuir
in de weer, in tijdloos leer en in
tijdelijker suède: lumberjacks
(met tricot boorden en manchet
ten), fantasiejasjes met grote zak
ken en kragen, de caban (voor de
modische bezadigde man die z'n
wilde haren kwijt is) die je over
je colbertje kan dragen
„Ik ontwerp. Regelmatig ga ik
naar Londen en Parijs. Kopiëren
is te gemakkelijk. Je moet je ei
gen karakter in een ontwerp leg
gen. Je snuift de trend op; dat
doen alle confectionairs. Dan ga
ik de invallen uitwerken, dezelfde
lijn met een ander snufje, een
aardig ideetje. Van het ontwerp
maak Uk zelf het eerste monster,
zelf snijden en stikken. Dat eerste
produkt van eigen patroon Iaat ik
door een paar belangrijke klanten
en in de kennissenkring bekijken,
keuren. Waar men in gelooft, dat
neem ik in produktie".
Ton Poldner schat, dat hij samen
met de Amsterdammer Lex Da-
niëls een van de weinigen („mis
schien wel de enige dn Neder
land") is die hun eigen ontwerpen
en eigen collectie in leer maken.
Theo Ordemans, regisseur van
Willem Duys, zag vorige maand
in Krasnapolsky een kappersshow,
waaraan ook Joli cuir meewerkte.
„Ordemans was enthousiast over
het actuele leer, plus de nieuwe
lijn in de kapsels en in de mode.
Het showelement op leergebied
had hij graag in de Vuist. Ho, zei
ik, dat zou tc veel werk vergen.
Zo'n show vóór 23 maart in el
kaar zetten. Daar gaan te veel
tijd en geld in zitten. Ik heb een
Vuist afgeslagen. Wie kan zich dat
„Joli cuir" werkt met kalfsnappa, „Et voilS: een salopette, bruin kunt kopen.. Men is erbij gebaat, „Een vrouw moet elegant gekleed veroorloven?"
schaapsnappa, en "geit". Voor leer, zwarte hand op bovenstukje. dat je gecombineerd kunt kopen; gaan'. Leer is voor Ton Poldner het be-
een breed overzicht spreidt Ton Sinds een maand bekend als de dat vergemakkelijkt de kooplust. Ton zag een paar jaar geleden gin en het einde. Het liefst zou hij
Poldner een greep uit zijn collec- „tuinbroek". De tuinbroek, jonge- Doe ik ook. Ik maak alleen maar wel brood in leer aan het lijf. het opeten, geloof ik. „Het geeft
Tijdloos leer nu ook voor breder publiek betaalbar.
zegt: daar wil ik iets leuks van
hebben. Zo'n stuk levert dan een
paar mille op. Maar in wezen ben
ik een voetballer, die een stadion
met 50.000 mensen vermaakt. Je
speelt niet voor een handjevol.
Daarom kijk ik naar het jonge
spul op de trefpunten in de stad.
D e jongens en meisjes creëren
hun eigen kleding in feite, waarin
ze zichzelf terugvinden, zichzelf
zijn. Ze maken van twee of drie
oude jassen of broeken hun eigen
produkt. Het zijn ontwerpers, de
trendmakers voor hun eigen leef
tijd, de "jonge mode". Als je die
lijn goed te pakken hebt, heb je
een commercieel succes in het
vooruitzicht".
tie over de vloer uit. Kleurrijk
liggen ze er aanlokkelijk bij: een
veerschrikkelijk mooi pak, panta
lon in dezelfde lijn als het jasje
metis (blauw) geitsuède, een dure
en mooie kwaliteit aldus Pold-
ners uitleg "en kijk, hier een
broekpak, erg getailleerd, op mo
derne leest geschoeid. Vinden ze
mooi. Maar dit (een blauw kalfs
nappa hemdjasje) dit kopen ze.
In boetieks kijkt men naar iets
extravagants, maar voor 9 van de
10 winkeliers is zoiets niet te ver
kopen. Het eenvoudige commer
ciële ding vliegt de pan uit; naar
iets exclusiefs kijkt men niet. En
ik me maar wild peinzen over iets
aparts. Ja, ja...."
man, is een grapje, net als de hot
pants-rage. Da's zó weer weg. Als
de rage voorbij is, haal je de
drukknopen erpf, het „tuigje" is
namelijk demontabel, ren half
ceintuurtje erop en je hebt gewoon
een brock. Leer is te duur om in
rages te ge'.cven. Je hebt mode en
een gril. De mode heeft een lijn,
de rril komt en gaat".
Poldner geeft resumerend college:
„St. Laurent en Cardin gingen vo
rig jaar confectioneren. Doodzon
de, maar ze hebben gelijk gehad
met hun commerciële mode im
truitjes, zonnebrillen, bonneterie,
make up, ondergoed, schoenen en
horloges. Het zijn net groenteboe
ren, bij wie je pockets en nylons
Hij is trouwens in de schoenen be
gonnen, in 1958. In de Langstraat
verrijkte Ton Poldner zijn kennis
van het looiproces, het ontwerpen
van schoenen, de produktie. Na
zijn diersttijd ging hij naar Mi
laan. Twee jaar modelleurschool.
Terug in ons land maakte hij
schoenmodellen voor een winkel
bedrijf, drukte er, zoals hij zegt,
zijn stempel op de inkoop. In 1969
was Ton op de schoenen uitgeke
ken, omdat je in de schoenindus
trie een stijl te verwerken kreeg
die in zijn ogen zo lomp en lelijk
was dat hij er niet kom omgaan:
Huiden waren niet meer exclusief
voor de elite, maar populair aan
het worden; betaalbaar en bereik
baar voor een breed publiek. „In
die dagen had Poldner een kapi
taalkrachtige vriend die in riemen
deed en met kleding wilde begin
nen. .Jij hebt verstand van mate
riaal en verwerking", zei hij tegen
me, en ik en met hem in zee ge
gaan. In vrij korte tijd hadden we
een flink bedrijf uit de grond ge
stampt: Eumatra Cuir. Toen
draaide hij me een loer, de etter.
Ik heb nu nog 50 mille van hem
te claimen. Uit noodzaak ben ik
toen voor mezelf begonnen. En
dat werd ln juli '72 Joli cuir. Spijt
heb ik er beslist niet van, ik ben
een sfeer, cachet en waardevolle
warmte. Er gaat, zoals de man
het ziet, iets stoers vanuit. En de
vrouw kruipt in een tweede huid,
waardoor ze zich makkelijker kan
bewegen zonder zichzelf te bescha
digen. Hé, hoe heb ik dat effe ge
zegd? Waar haal ik het van
daan?" Na deze lyrische eruptie
beweegt Poldner zich op handen
en voeten over het tapijt om een
zakje van een model wat te ver
schuiven: „Mijn hemel, leer is zo
mooi..." Ik begin nu toch trek te
krijgen in een broodje ham.
TON PIETERS
FOTO'S: HUIB BURER
LEIDEN De grote ruil
beurs, die a.s. zaterdag
plaatsvindt, wordt niet, zoals
wij gisteren abusievelijk ver
meldden, in de Koningskerk
gehouden. Van 10 tot 17 uur
kan men terecht in het An-
thoniusclubhuis aan de Mare,
om de spullen die men kwijt
wil, of rijker wil worden, te
ruilen.
ZOETERWOUDE De
kleuters van de Krakepit zijn
afgelopen week te gast ge
weest bij bakker Tijssen. De
kinderen mochten zelf deeg
maken en koek bakken. Het
werden geslaagde middagen
en zij hielden er zelfs nog
wat van over, want alle
(mis)baksels waren voor ei
gen consumptie.
BODEGRAVEN - Het Esto-
bestuur organiseerde onlangs
een feestje. De Melody-
mixers verzorgden de pittige
dansmuziek. De avond stond
onder speciale leiding van
Leo Bakker, die ook kaarta
vonden in de kantine gaat
organiseren.
OEGSTGEEST - Leerlingen
van alle Oegstgeester scho
len behalve de RK jenaplan
school hebben onlangs hun
verkeersdiploma's behaald.
Aan 22 leerlingen kon wethou
der J. Thorn in zijn functie
als voorzitter van de vereni
ging Veilig Verkeer" een
speldje uitreiken om aan te
geven dat zij met lof slaag-
ZEVENHOVEN In het
Dorpshuis kunnen de inwo
ners van Zevenhoven zater
dagavond weer genieten van
het blijspel ,,'n Dak tekort".
Kaarten verkrijgbaar bij
Douwes en G. Domburg,
Dorpstraat 33.
LEIDEN „Turks fruit" blijkt ook ln Leiden
een topper te worden. De verfilming van het
gelijknamige boek van Jan Wolkers gaat zijn
zesde week in in LIDO. De andere Nederland
se film in LUXOR „Niet voor de poezen" is,
ondanks zijn minder goede kritieken ook ge
prolongeerd. Deze film van Fons Rademakers
heeft een abstract sfeertje. Voor de liefheb
bers van spannende films draait in TRIANON
„The Poseidon Adventure". Hot gaat hier om
de overlevenden van een schipbreuk. CAME
RA heeft deze week de reprise „The Godfa
ther" Na met groot succes in Luxor te hebben
gedraaid wordt hier de bioscoopbezoeker de
gelegenheid geboden alsnog de belevenissen
van een Maffiafamilie te aanschouwen. Voor
de kinderen heeft Camera „Robin Hood en
zijn schelmen" en de nachtvoorstelling is
„The Damned". De held van de Nederlandse
grasmat Johan Cruyff is deze week to zien in
REX. STUDIO vertoont het spionagethrlllertje
„The Salzburg Connection".
STUDIO .Salzburg connection' zou een sp'ion-
nage-thrillertje genoemd kunnen worden. Al
valjen er wel veel doden, toch zit er weinig
actie in het geheel.
Oscar Millard zet ons een gecompliceerd ver
haal voor, waarin iedereen 'n ander eindeloos
schaduwt maar waarin nergens helemaal dui
delijk wordt wie nu eigenlijk voor welke ge
heime dienst werkt. In dit warnet komt een
niets vermoedende arvocaat terecht. Regis
seur Lee H. Katoin heefit niet de moeite ge
nomen naar werkelijke spanning te streven
en schijnt veel gelukkiger als hij met een
verliefd oog door de straten van Salzburg en
omgeving kan zwerven. Dit doet hij dan ook
herhaalde mafen in de film, waardoor zij
die van Salzburg houden waar voor hun geld
krijgen.
REX Voordat de journalist Maarten de Vos
aan zijn film over het fenomeen Cruyff begon,
moet hij ongetwijfeld diep nagedacht hebben
over het hoé en wat. Hoe moet het eruit gaan
zien ;;waar moeit de nadruk op gelegd worden
en wat moet nou eens belicht worden. Hij is
er voor zichzelf blijkbaar helemaal uitgeko
men, getuige de 140 minuten durende rolprent
over het nationale wonderkind; nadere be
schouwing wijst uit, dat hij voor een groot ge
deelte mislukt is in zijn streven.
Om bij het niet mislukte te beginnen: de film
beelden. vertraagde opnames en opbouw zijn
bijzonder geslaagd. Het geheel geeft een goed
beeld van de voetballer Cruyff van wat hij
kan np het. veld en hoe men hem dat probeert
te beletten. Het speelt zich af in het jaar
(1972) waarin Ajax „alles" behaalde wat er te
behalen viel en ook dat is overzichtelijk in
beeld gekomen.
Wat echter mijn inziens de film zo zwak maakt
is de oppervlakkige benadering van de mens
Oppervlakkige
benadering
de mens Cruyff
Cruyff. Weliswaar worden we geconfronteerd
met enkele tafereeltjes thuis, in Betondorp en
in de auto; de gespreksstof die daar door De
Vos wordt aangeroerd is erg oppervlakkig en
eenzijdig.
Over financiële toestanden, omgang met de an
dere Ajacieden, nationaal elftal, toekomst etc.
wordt met geen woord gerept. Natuurlijk is
140 minuten tekort om erg diep op zaken als
deze in te gaan, maar er temlnste een nantal
van aanroeren had best gekund. Eenzijdigheid
voert nu de boventoon en dat boeit niet lang.
De kaboutertjes in De Toverfluit".
TER AAR In *en goed gevulde Na dit grappige begin werd het
zaal van het Dorpshuls van Ter
Aar zongen gisteravond de kin
deren van de Christelijke Ge
mengde Zangvereniging „Looft
den Heer" op speelse wijze het
zangspel „De Toverfluit" o.l.v.
mevr. W. J. Stam-van de?
Stang.
podium gevuld door leden van
de gezamenlijke jeugdkoren t.w.
het meisjeskoor uit Ter Aar en
het jongerenkoor „Oudshoorn"
uit Alphen a.c Rijn, die ver
schillende 'iederen ten gehore
brachten. Het gemengd koor
met aanvulling '-an enkele leden
van het gemengd koor „Neder
landse Prot. B<>nd" uit Alphen
en leden van de Kon. Bond van
Zang. en Ora.oriumvereniging
uit Den Haag zongen daarna
o.a. het Koraal uit Cantate 147
van J. S. Eac.» er. „U zij de glo
rie" van G. F. '-Iënd-cl in bewer
king van Chr. Hanegraal.
Na de pauze nad men gekozen
o.a. voor liederen van de c
ponist Henry Purcell waarna
het gemengd koor met het Itali
aanse lied Natona mia Cara dit
buitenlands repertoire comple
teerde. Het slotoptreden was 'n
compositie </z.n eigen bodem
(Wim Hardenhol) „Dit is de we
reld, waarin :k woon."