Grootvaders klok staat stil in Salzkammergut Niets groots ...WEL LIEFLIJK EN SPOTGOEDKOOP ZATERDAG 24 FEBRUARI 1973 Een tuiltje wilde narcissen heeft nog een week lang In onze hollandse huiskamer de herinnering bewaard aan het Ausseeërland, waar we, aan gestoken door het wilde en thousiasme van Rudolf Ira- schek, Obmann van de jcharnsteiner Verkehrsve- rein, uit een witte weide de tere „Kreuzblumen" geplukt hadden. Opper Oostenrijk steekt vol dergelijke verras- sinkjes. Je hoeft geen globe trotter te zijn, om lm Weis zen Rösl am Wolfgangsee een glas wijn gedronken te heb ben. De meren van het Salz kammergut staan in elke toe ristische folder, maar waar om vergeten de reisbureau's het Almtal, waar het helder ste water van Oostenrijk vloeit en de berghellingen voor zestig procent met loof bos bedekt zijn? Het Almtal is Oostenrijks rijkste zuur stoftankstation, waar indu strie- en welvaartsvuil nog geen vat op gekregen heb ben. Zeisen worden er nog met de hand gesmeed. De derde wereld koopt ze graag en ook in Spanje en Italië houden niet gemechaniseerde boeren dit handwerk in ere. Ook als toeristenland is Oos tenrijk nog steeds niet duur. Rudolf Iraschek: „Ik zie het niet als onze nationale taak om toeristische superaan biedingen te doen voor de fi nancieel draagkrachtigen. Ik ben eenmaal in het Roerge bied geweest en het was of ik er stikte. Toen heb ik ge dacht: er moeten in Europa rustgebieden blijven, waar de gewone man op adem kan komen". Opper Oostenrijk, afgezien van de meeroevers in het Salzkammergut, is zo'n rust gebied. Daar kan het je ge Opper-Oosfenrijk is ook een wopdelparodijs voor de door gewinterde voetzoeker. De bergen zijn niet te hoog en de paden niet te steil. beuren, dat je met de cara van een dorpje binnenrijdt waar het begrip camping nog onbekend is. Maar het begrip gastvrijheid niet. De burge meester vindt onmiddellijk goed, dat je het slaaphuis op wielen op het voetbalveld parkeert. Met een romantisch kronkelend riviertje als zwembad vlak voor de deur en met de kleedkamers van de plaatselijke sportvereni ging als hygiënische service. Weinig campings, maar ge noeg accommodatie voor pen siongasten in hotel en Bauernhof. „Vakantie op de boerderij" wordt van rege ringswege gestimuleeerd met rentesubsidie voor de boer, die goede gastenkamers bouwt. De VVV houdt een wakend oog op deze moderne agrobusiness en deelt de on derkomens naar klasse in. Waldalpen Schamstein ligt op de rand van berg en laagland. Met de auto ben je snel in het ge bied van de „Waldalpen", met antieke stadjes als Spit- tal of Windischgarsten: uit gangspunten voor een klim partij door de woeste Vogel- sangklamm of een rustige wandeling naar de Schlieder- weiher, die de 2500 meter hoge toppen van het Totenge bergte weerspiegelt in groen, door ranonkels en primula's omzoomd water. Koekoek, tjiftjaf en wielewaal (zeldza me vogels in de bergen) roe men om strijd de schoonheid van dit paradijsje. Door de Vogelsangklamm (genoemd naar de gemeentearts, die in 1906 de eerste voetbrug tus sen de steile rotswanden liet bouwen) stort het water zich bruisend omlaag over gladge slepen rolstenen en spat weer op tot de bovenste rand van de groene plantengordel, die de eeuwige stroom begeleidt. In de stadjes de oude, mas sieve huizen, opgetrokken in een gewelfbouw, die niemand nu meer kan nadoen. De be schilderde balkenzoldering van „lm Schwarzen Rössl" blikt al vijfhonderd jaar lang op de bezoekers neer. Een bazuinspelende engel be kroont er een merkwaardige, driehoekige trofee, vol gilde- tekens van zeis- en sikkel smeden. Gastwirt Hans Wildromantisch is het gebied van Salzkammergut, verstilde meren en grillige bergen om voorrang bij de toeristen strijden. Baumschlager bewaart ech ter niet alleen antieke zaken, waaronder ook fraaie, acht tiende eeuwse kisten en kas ten. Zijn grootste trots zijn de 75 bokalen, die hij met skiën gewonnen heeft. Gerda Baumschlager, zijn riante echtgenote, verzekert ons, dat ze het liefst Hollandse gasten ontvangt. „Die wande len bijna tot bewusteloosheid toe en komen dan met veel eetlust thuis!" Wildpark In de bergen heeft de hertog van Cumberland (inderdaad: van Britse afkomst) een wildpark ingericht. De lynx sluipt er rond. de wilde zwij nen en edelherten laten zich van dichtbij bekijken en be ren en gemzen kun je er fo tograferen tegen d e natuurlij ke achtergrond van een schuimende bergstroom en scherpe rotspunten. Voor de velden gaan we de andere kant op, het Alpen land in met heuvels als van Limburg of Zuid-Engeland en even rijk met ooftbloesem bestrooid. Voor de OpRpr- Oostenrijker is de perelaar, die de grondstof voor zijn be roemde Most levert, bijna een heilige boom. De heuvels van de Hausrück doen ook een klein beetje denken aan die van zijn bijna naamgenoot de Hunsrück aan de linker Rijnoever, maar hier stroomt de rivier net de andere kant op en heet zij Donau. De hoofdstad van het Bundesland Opper-Oostenrijk is Linz, waar op het vliegveld de toestellen naar Wenen, Salzburg en Frankfurt ver trekken. Zestig kilometer van Schamstein en al even dicht bij dorpen als Haag, waar de plaatselijke, berg (met een rustig en leerzaam „natuur pad") net hoog genoeg reikte om in bange tijden als vluchtburcht te dienen. Dicht bij ook het ruiterdorp. Apfl- wang met een manege om U tegen te zeggen, compleet met luxe sporthotel. Maar in Haag eet je toch liever boe renbrood met warme lever kaas, zó uit de slagerij, waar de Gastwirt de helft van zijn arbeidstijd doorbrengt. Hoofdstuk apart Eten het is een hoofdstuk apart in Oostenrijk. Tijdens de monarchie hebben zoveel buitenlandse krachten achter de adellijke fornuizen ge staan, dat het conglomeraat van hun kunnen tot de fa meuze Oostenrijkse keuken samensmolt. En dus moet je in dit land geweest zijn, om te weten hoe leverknödelsoep, Kaiserschmarren en Zurbra- ten smaken, waarbij je de onvermijdelijke eentonigheid van sla en Kraut graag op de koop toe neemt. Moet een mens niet alles eten, wat een vreemd land hem voorzet? Al zouden het gebraden sprink hanen in Afrika zijn Maar eerlijk gezegd, zijn we toch blij, dat de Oostenrijker zich in eigen land bij het „hausgemachtes" houdt. Een sprinkhaan kan onmogelijk zo'n lekkere en langdurige nasmaak hebben als het boe renbrood met de zelfgemaak te schapekaas, die we nóg proeven, als we terugdenken aan de overvloedige middag boterham bij Land- en Gast wirt Aloys Raffelsberger. De roemrijke geschiedenis heeft als erfenis onder meer in Opper-Oostenrijk de monumentale Stiftskerken achtergelaten. Een voorbeeld van deze juichende barok is de St. Florian. Twaalf bedden kan hij zijn gasten beschikbaar stellen. Eigenlijk had hij alleen voor het eigen gezin willen ver bouwen, maar nu helpen de vijf kinderen bij het bedienen en zelf haalt hij desgewenst de logees van bushalte of vliegveld. Logies met ontbijt in het hoogseizoen zo'n gul den of zes. Ook kun je er het Abendbrot nuttigen. Antieke muziek Wat je dan de rest van de dag kunt doen? Wandelen, bijvoorbeeld. De VVV Schamstein biedt 40 kilome ter bewegwijzerde en op kaart ingetekende wandelwe gen met rustbanken aan. Je eet in een rustieke herberg met fleurige schilderingen op meubilair en spanen dozen, waar de bebloemde stok van de bruiloftsnodiger in eeni hoek staat. Kapellen, burch ten en kerken noden tot be zichtiging. In de ridderzaal van het oude slot, door een kunstschilder bewoond en ge leidelijk gerestaureerd speelt de in heel het land beroemde famjlie Derschmiedt antieke muziek en bij de middel eeuwse kasteelrulne optreedt een boerentheater op het schijnwerperlichL Natuurlijk kun je altijd in een bus stop pen voor een georganiseerde toerrit door het Salzkammer gut of naar het wereldbe roemde Stift Melk aan de Do nau. Maar waarom eigenlijk? Oude mensen weten te vertel len dat langs de Alm (tot voor vijftig jaar de hoofdver keersader van dit gebied), de houtvlotten dreven naar de Donau en verder naar de Zwarte Zee. De laatste hout vlotter is een paar jaar gele den gestorven en een vierba- nige autoweg nam de functie van het riviertje over. Maar de rust heeft nog vele wijk plaatsen in dit veelzijdige land. Men waakt er tegen hoog bouw en doordat tien jaar ge leden de mensen hier nog net zo leefden als in grootvaders jeugd, bleef veel oud volks- goed bewaard, dot nu in huis en gemeenschapsleven zorg vuldig behoed wordt. Even zorgvuldig als de grootse na tuur. Olieboringen moesten er wijken voor bordjes „Na- turschutzgebiet". Misschien wordt het oude Ka- planhaus in het gehucht Viechtwang dat de hand ver raadt van Jakob Frandtau- wer, ie bouwef va.-» het f.tift Melk, eenmaal het Heimat- haus, waar Rudolf Iraschek van droomt. Maar eigenlijk heeft hij zijn Heimnthnus al lang. Mag niet het hole Alm tal als zodanig gelden, wan neer hij met ware bezitters- blik rondrijdt langs oude bouwwerken, bloeiende heu vels en woudom zoomde, bloembespikkelde bergwei den? „Bezit?" zegt Rudolf Ira schek, terwijl hij ons een wil de narcis aanbiedt, bezit, dat is .sin hts: I' alugkc'ii ui Freude." Het kunnen beleven van de vreugde! Wie dunr in Rudolfs „Heimathaus" niet toe in staat zou zijn, die kan dat nergens. Alle inlichtingen over Opper- Oostenrijk en Salzkammergut kan men krijgen bij: Oosten rijks Verkeersbureau, Heren gracht 437, Amsterdam-C, te lefoon (020) 62188. 1 Met 1,2 miljoen inwoners op nog geen 13.000 vierkante ki- lometer heeft Opper Oosten rijk weliswaar minder inwo ners dan Wenen, maar ligt de bevolkingsdichtheid toch boven het gemiddelde van de Bondsstaat. Zelfs ver boven dat gemiddelde, wanneer we de miljoenenstad Wenen niet meerekenen. H«t ligt wel voor de hand, dat een tamelijk vlak land als deze noordwestelijke „provincie" dichter bevolkt is dan het bergland. Maar hoewel de weg van boerderij naar boerderij zo can de drie tot vijf kilometer door een dorpje voert, krijg je rijdend door het Mühiviertel niet be paald de indruk, dat de men sen er op eikaars schoot zit ten. Integendeel: vooral dit gebied, tussen de Donau en de Duitse en de Tsjechische grenst, biedt volop rust en ruimte. De natuur is er min der groots dan in het berg land en dat zal wel de reden zijn, dat het toerisme deze grensstreek nog nauwelijks ontdekt heeft. Maar al is het hier niet zo hoog a!s in de Alpen, je kunt er toch in de bengen wandelen. Naar de Tsjechische grens toe lopen ze langzaam op, totdat je op het hoogste puntje van het Böhmerwald op het platform van een voormalige boorto ren wijd uitkijkt over de meanders van de Moldau en [over het IJzeren Gordijn: een niemandsland van gekap te bossen en verwilderde ak kers. Triest Eigenlijk maar een trieste bezienswaardigheid, die uit kijktoren aan de grens, even triest als het kapelletje in het bos, opgericht door de „Hei- matvertriebenen", die hier, in het zicht van het oude va derland, nog altijd bijeenko men op hoogtijdagen in fami lie- en volksleven. Het is de „trouwkapel", gewijd aan de Moeder van Smarten, ge bouwd op de granieten rot sen, die de waterscheiding vormen tussen Oostzee en Zwarte zee. Vijf kilometer niemandsland aan de overzijde van de grens, een leeg schooltje aan deze kant, nee opwekkend is het daar niet, ten noorden van Ulrichsberg. Toch gelo ven we niet, dat het daaraan ligt. dat de hotels in dit noor delijkste staije van Opper Oostenrijk zelfs in het hoog seizoen niet vol zitten. Want iets verder van de grens af ben je de trieste gevolgen van de wereldpolitiek snel vergeten. Het zal meer een kwestie zijn van „onbekend maakt onbemind", waardoor Ulrichsberg bekender is als textiel- dan als toeristen plaats. De textiel is vanouds thuis in In Opper-Oosfenrijk voor deze rusiige recreatie. het Mühiviertel. Nog in de jaren vijftig werden er hecta res v as verbouwd en in moeizame huisarbeid over de hekel gehaald. Het weverij- museum in Haslach bezit het ruitertoerisme een belangrijke plaats in. Zo'n plaatsje als Apflwang biedt honderden van die hekels, die er vaak nog uitzien, of ze gisteren zijn gemaakt. Nu moet het linnen garen ook hier orden ingevoerd, maar in Ulrichsberg weeft de fir ma Leitner nog bijna am bachtelijk het oersterke tafel linnen in fraaie, vaak op de volkskunst geïnspireerde des sins. Textiel- en houtindus trie, maar vooral ook veel tuinbouw zijn de voornaam ste bestaansbronnen van het Mühiviertel. Het toerisme is er pas langzaam in opkomst, al heeft zelf» het kleinste dorpje wel een goed Gast- haus te bieden. De „Vakan tie op de boerderij" krijgt ook hier steeds meer beteke nis en wie dol is op Heimat- avonden hoeft die ook in het Mühiviertel niet te missen. Drente De MUhl stroomt tamelijk traag door wat je een groot schalig Achterhoekse coulis- senlandischap zou 'kunnen noemen, maar de vele „ge- wachsene Steine", die uit de akkers omhoog schijnen te groeien, doen eerder aan Drente denken. Je kunt er vissen en zwemmen in open water en de fraaiste wande lingen maken, met schaars rijdende plattelandsbusjes achter de hand. Er zïjn oude kerken, burchten en de ty pisch Oostenrijkse Bildstüc- kel, de wegkapelletjes die nauwelijks een Mariabeeldje kunnen bevatten. Wereldlbe- oemd is het uit hout gesne- len altaar in de kerk van Xiefermarkt, hoofdwerk van Je late gothiek in Europa, loe verder weg van MUhl en Donau, hoe heuvelachtiger het landschap wordt, totdat het gaat lijken op het Sauer- land of zelfs op het Zwarte Woud. Niet groots, maar wel liefe lijk. Toch een land om ver liefd op te worden en om er stil te staan bij menig ver rassend detail. Weverijmuseum Zo'n verrassing is het weve rijmuseum in Haslach. Weef stoelen van vier meter breed te, waarop het zeildoek voor de Donauschepen geweven werd. Fraai versierde spin rokkens, die nooit gebruikt zijn, omdat ze als sieraad dienden in de „Gutc Stubo". ,,Haar"-Truhe, voor ieder kind zo'n kist waarin het ge hekelde vlas bewuard werd. Wie een volle had, was rijk. Fraaie staaltjes van weef kunst, zoals de hele oorlogs verklaring uit 1914 op een lange, oprolbare handdoek, een voorloper van de moder ne toilet-hygiëne. Fraai inge richte gildekamers en ook alle voorwerpen en gereed schappen heel keurig, over zichtelijk en begrijpelijk op gesteld. Inspirator voor het bijeenbrengen van deze unie ke verzameling en enthou siast leider van het museum is Herr Francl. Geen lextiel- man, maar een gepensio neerd politiechef. „Het was vijf minuten voor twaalf, toen we ermee begonnen", vertelt hij. „In juni 1970 is het museum, met volledige staatshulp, geopend. We heb ben zelfs mechanische weef stoelen, die nog kort te voren in massa gebruikt waren, uit onderdelen moeten recon strueren. Nu komen vaklie den uit alle landen hier kij ken!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 17