Slechts drie boksers ontweken vuisten van „beresterke" Foreman BELG PIENS AANGEWEZEN OP NEDERLANDSE SCHAATSBANEN WILLEM DE JAGER VAN AZ: Ik sou nooit 'n vriend van een andere rechtsbuiten kunnen zijn Kind januari titelgevecht tegen Frazier 11 iLKMAAR „Als één van Ajax zulke dingen doet, noem je het wereldklasse. Bij AZ zeg je: dat is Willem", ge woon een anonieme uitroep van een AZ supporter na een wervelende actie van de bonkige rechtsbuiten van de Alk- maarse eredevisieclub. Het is een opmerking die Willem de Jager helemaal typeert. Willem is de man van soms veergaloze momenten, de man ook die even daarna af grijselijke dieptepunten heeft. Het Alkmaarse publiek reageert fel op hem. Als hij een periode niet draait dan lusten de honden geen brood van de felle kritiek. Als Wil lem wel draait dan is er geen meer bejubelde speler bij AZ te vinden dan juist hij. Slot met de mededeling dat het pas opgerichte FC Zaanstreek me graag wilde hebben. Ja, en mijnheer Molenaar was toen al zo snel van beslissen: óf ja zeg gen, of helemaal niet doen. Ik heb dus gelijk getekend. En al hoewel dat nog wel wat proble men had met De Volenwijckers en DWS, heb ik er toch nooit spijt van gehad. Tenslotte heb ik bij FC Zaanstreek ook mijn vrouw leren kennen". HOUSTON „Ook hij maakt geen schijn van kans tegen Joe Frazier" en „weer een levende zandzak". Zo denken de meeste Amerikanen over de kansen van George Fore man, die op 25 januari in Kingston (Jamaica) gaat trach ten Joe Frazier de wereldtitel in 't zwaargewicht afhandig te maken. Maar zijn de vooruitzichten voor Foreman in derdaad zo slecht? De regerende kampioen is natuurlijk duidelijk favoriet. De erelijst, die Foreman inleen kleine 40 prof-gevechten heeft opgebouwd doen echter vermoe den dat Frazier op zware tegenstand kan rekenen. Want heel wat boksers ondervonden dat de Olympische kampioen van 1968 verdraaid hard kan slaan. Voor 34 k.o.-overwinningen had Fo reman slechts 86 ronden nodig, een gemiddelde van twee en een halve ronde per partij. Welgeteld drie haalden het einde van de wed strijd... George Foreman werd 10 januari 1949 op een steenworp van het hui dige ruimtevaartcentrum in Houston als vijfde van zeven kinderen in een arm arbeidersgezin geboren. Veertien jaar later ver liet hij de lagere school, zwierf lange tijd werkeloos rond en kwam in een jeugdbende terecht. Een van de vele gevechten met een an dere ,,gang" betekende echter het keerpunt in Foremans leven. Tij dens deze massale vechtpartij sneuvelden liefst 200 ruiten en op zoek naar de daders kwam de politie ook bij Foreman terecht. George kreeg de keus: de gevangenis in of zich via het ,,Job Corps" een door president Kennedy opgericht instituut om werklozen een nieuwe kans te geven laten opleiden voor een beroep. Voor de op dat moment 16 jaar oude George viel de keuze niet moei lijk. Hij vertrok naar Oregon waar hij via het „Job Corps" het vak van metselaar en timmerman leerde. Later besloot hij zich verder te ontwikkelen en begon aan een sociologie-cursus. Intussen beland de Foreman in de omgeving van San Francisco. Daar begon zijn bokscarrière op niet al te prettige wijze. In zijn eerste partij tegen een zekere Max Briggs toen al 1,92 meter groot en bijna 100 kg zwaar kreeg hij een enorm pak rammel. Dagenlang durfde hij zich niet op straat te vertonen en ook het kerstfeest van 1966 vierde Foreman met 'n paar blauwe ogen USA-titel Maar Nic Broadus, de bokstrainer van de plaatselijke Job Corpsafde ling, zag toch wel wat in Foreman en inspireerde hem om door te gaan, ondanks de minder prettige ervaringen tijdens zijn debuut. Hij kreeg gelijk. Al drie maanden later bokste George in Milwaukee de finale om de beroemde „Golden Gloves". Zijn tegenstander Clay Hodges ging tweemaal naar het canvas maar behaalde toch een mi nimale puntenoverwinning. Nu had Foreman de smaak pas goed te pakken. Hij kreeg een baan als sportinstructeur bij het Job Corps en trainde ijverig verder. De beloning kwam in maart 1968: Fore man werd USA-kamploen in het zwaargewicht, hetgeen ook uitzen ding naar de Olympische Spelen betekende. En dat na een carrière van welgeteld 15 maandenl George Foreman is vaderlandslievend. Toen hij in Mexico City de gouden medaille veroverde, woonde hij de huldiging bij met in zijn hand een klein Amerikaans vlaggetje. kaanse scheidsrechter zijn landgenoot in de derde ronde wegens een nekslag diskwalificeerde. Vier dagen later in Berlijn was Foreman fortuinlijker. Binnen 3 minu ten ging Peter Hussing al twee keer neer waarna trainer Wemhöner zijn handdoek in de ring wierp. Machtig Beweeglijk laatste weken hief de Alk maarse supporterschare een ju belzang aan bij de akties var Willem de Jager. Want Willem elftal, at ik zo'n aanvallende Drastisch back moet afstoppen. Al ligt dat me niet zo. Ik val eigenlijk het liefst aan". draait zo goed, dat hij zelf zegt: Dat is Willem de Jager altijd ge- „Onder Lesly Talbot heb ik mijn beste periode als voetbal ler gekend. Toen zag ik elke week verlangend uit naar de zondag. Toen was ik één bonk" zelfvertrouwen. Echt en ik voel dat ik daar weer een beetje naar toe ga". 'oiegt hij over de gunst van het pu bliek, die hij heroverd heeft: „Toen ik zo goed draaide waar schuwde Talbot me al: Die sympathie ben je gauw kwijt. Nou dat heb ik wel gemerkt. Het werd door de beslissing Vooral toen mijnheer Heinz („een geweldig aardige man") trainer was. Toen is het snel achteruit gegaan. Al moet ik wel zeggen dat ik toen ook veel minder speelde. Heinz was erg op dat korte spel. Dat breiwerk. En dat lag me niet erg. Ik moet kunnen gaan. Ik moet ook eens mannetje kunnen passeren, lijk, ik ben eigenlijk nog een ou derwetse rechtsbuiten. En als ik me lekker voel dan wil ik gaan pingelen. Dan wil ik wat laten zien. Al doe ik dat al veel min der omdat iedereen erop geha merd heeft dat ik dat pingelen moet laten. Zo ben ik er nu weer van overtuigd dat ik veel meer mee moet werken in het weest: een pur sang aanvaller. Hij was in het begin, als veer tienjarige, ook een talentvol korfballer. „Ik speelde op zon dag eerst een voetbalwed strijd bij de Amsterdamse afde lingsclub Rombout en daarna liep ik nog rustig te korfballen. Bij 'n kampioenswedstrijd werd ik echter voor de keuze gesteld: o fhelemaa! gaan korfballen en stoppen met voetbal of helemaal voetballen. de korfballeiders voetbal. Eerst bij DWS. waar Willem de Jager als zeventienjarige debuteerde in het eerste elftal. „Dat kwam omdat de oudere spelers het daar voor het zeggen hadden. En die wilden me er wel bij houden. Vandaar ook dat Toon van der Ende de man met zijn onafscheidelijke sigaar, die al tijd in zijn goede pak training stond te geven, me wel eens op stelde. Een contract zat er daar ondanks alle beloften van voor zitter Solleveid niet in. Dus ik was dolgelukkig dat De Vole- wijekers met een aanbod kwam. Ik had al min of meer afgespro ken dat ik daar zou komen. Maar toen kwam de heer Bruins Na een aantal succesvolle jaren kwam Alkmaar '54 eens infor meren naar de talentvoile rechtsbuiten. En dat gésprek leidde tot een wel heel erg dras tische stap. Niet alleen Wim de Jager verhuisde naar Alkmaar, ook de rest van de spelers ver trok tengevolge van de fusie Alkmaar '54 en FC Zaanstreek naar de Kaasstad. Vult mevrouw de Jager aan: „Ja, toen had Willem eindelijk de kans om eens wat extra geld mee te pakken door een trans fer en toen gingen die clubs een fusie aan". Na een zeer succesvolle start bij AZ volgden wat mindere jaren. En aan het eind van het vorig seizoen zag Willem de Jager, met Dick Twist nog de enige speler uit FC Zaanstreek, het niet zo erg meer zitten. „Toen heb ik wel eens tegen mijn vrouw gezegd: laat ik maar stoppen. Want om nou terug te vallen naar het tweede elftal, daar had ik weinig trek in. Niet omdat ik me groots voel of zo. Maar gewoon, ik wil in het eer ste spelen". Willem de Jager moest echter dit seizoen geduld oefenen. De eer ste wedstrijden stond hij niet in de basisopstelling. „Ja", zegt de robuuste aanvaller, „en op zo'n moment moet je ook een geluk- kie hebben. Want als dat tean- in het begin was gaan draaien, dan was je er bijna niet meer tussen gekomen. Het ging ech ter niet zo goed. En als ik eer lijk ben dan moet ik ook zeg gen: Het kon mij in die periode dat ik er naast stond niet slecht genoeg gaan. Ik weet wel dat het misschien een beetje ge meen is, maar toen AZ afging bij FC Den Haag stond ik toch niet ontevreden naar de radio te luisteren, terwijl ik hier de ka mer stond te behangen. En ik zou schijnheilig zijn als.ik zei dat het anders was. Dat is toch zo. Ik beschouw die rcchtsbui- tenplaats een beetje als mijn stekkie. En daar moeten ze niet aankomen. Daarom zou ik ook nooit een vriend van een andere rechtsbuiten kunnen zijn". Steun Willem de Jager zegt het eerlijk. Even eerlijk als hij toegeeft dat het spelen momenteel In AZ lek ker gaat door de steun van zijn medespelers. „De sfeer bij AZ is erg goed. De spelers hebben momenteel veel voor elkaar over. En dat merk je ook tijdens het spel. Je kunt eerder een fout maken. Dat wordt wel opgevangen. En bo vendien wordt er dan ook niet vreselijk gekankerd. Ja echt, we staan allemaal achter de club. Het is gewoon fijn om te merken dat er wat gebeurt. Neem nu die sportdagen op don derdag. Daarna voel je je ge woon veel sterker en veel krachtiger". Dat geldt vooral voor Wille de Ja ger zelf. Want hij heeft in feite voor het voetballen wel een erg ongeschikt beroep. „Als strate- maker heb je het in deze tijd gewoon vrij slecht. Het is koud, >e 19-jarige Foreman droomde toen van een Olympische titel. Zijn grote voorbeeld was Joe Frazier, die vier jaar eerder ln Tokio het goud had veroverd en na zijn eerste drie prof-jaren al een heel eind in de buurt van de wereldtitel kwam. Maar eerst volgden voor Fo reman de voorbereidingen op Mexico, die onder andere een reis naar Westduitsland inhielden. Tegen Dieter Renz op dat moment Westduitse amateurkampioen later zou deze bokser bij het be klimmen van een berg een dodelijke val maken wierp Foreman zijn machtige vuisten met volle kracht in de ring. Tweemaal ging Renz neer, maar werd toch tot winnaar verklaard omdat de Ameri- Twee maanden later had George Foreman de titel binnen en op 23 juni 1969 debuteerde hij als professional. In het voorprogramma van de partij tussen Joe Frazier en Jerry Quarry boekte Foreman een zege op Don Waldhelm. De weg naar de top (en het vele geld) was begonnen. De stijgende lijn hield aan en nu komt Foreman dan in de ring voor een titelgevecht met Frazier. Slechts drie boksers wis ten tot nu toe een beslissende slag van Foremans machtige vuisten te vermijden. Een van hen is de Argentijn Gregorio Peralta, die ech ter weinig kansen voor de uitdager ziet: „Foreman Is wel beresterk en slaat enorm hard, maar Frazier is voor hem te beweeglijk. Hij zal hem niet voldoende kunnen raken". er is ook veel nattigheid. En dat trekt allemaal in je spieren en botten. Ik heb bij wijze van spreken wel vijf minuten nodig om overeind te komen. En dat merk je heel goed als je begint te trainen. In deze periode duurt het veel langer voordat je los bent dan in de zomer. Daar- gewend. Ik zit tenslotte al sinds om heb ik de heer Molenaar mijn veertiende in dit vak", ook al eens gevraagd of hij Naast zijn werk is er nog een geen lichter werk voor me kan vinden. Misschien komt daar wel wat uit. En anders ga ik gewoon maar door als straté- maker. Ik ben het al een tijdje rem voor de voetballer Willem de Jager. Hij is nerveus voor elke wedstrijd. En mede daar door komt er in een wedstrijd lang niet zoveel uit als hij in een training aan voetbalcapaci teiten etaleert. „Man, was het maar waar dat Ik tijdens een wedstrijd zo kon spelen als tij dens een training. Maar dat lukt me gewoon niet. Dat is vol gens mij een kwestie van nervo siteit. Dat besef dat je in een wedstrijd alles goed moet doen, dat is een rem voor me". Vooruit Ondanks die twee vrij grote han dicaps, is Willem de Jager als voetballer duidelijk vooruit ge gaan. Hij kijkt meer rond en staat mede daardoor ook min der buitenspel. Zegt Willem de Jager spontaan: „Ja. ik heb een hele periode ge had dat ik hartstikke veel bui tenspel stond. Dan schrok ik er zelf van. Dat is nu echt wel wat minder geworden, gewoon om dat je meer routine hebt gekre gen en je ook meer overzicht hebt". De ook als mens sympathieke Wim de Jager lijkt tevreden. Hij is gewoon blij deel uit te maken van de momenteel zeer goed draaiende AZ-voorhoede. „Ik zie echt niet waarom ik bij AZ nog zou vertrekken". En ergens is hij ook wel trots op de populariteit die hij weer bij het Alkmaarse publiek heeft. Al tekent hij daarvan gelijk wel de betrekkelijkheid als hij besluit met: „AI ben je toch nog zo'n goede voetballer. Het publiek kan je gewoon maken cn bre ken". BERT VOSKUIL (Van c e verslaggever) DEVENTER De Belgische schaatser Michel Piens (27) was on langs in een trainingskamp in Deventer. Elke dag was de sympathie ke Belg, die vorig jaar tijdens de Europese kampioenschappen in Davos tegen Jan Bols had geloot (5000 m) en meer dan twee ron den achterstand had opgelopen, op het kunstijs van het Deventer IJsselstadion te vinden. In het zonnige Deventer schaafde Michel Plens aan zijn techniek en aan zijn tempo-training. „Na een zware conditietraining schaatssport beoefent. Hij vindt was het voor de eerste maal dat Deventer de gezelligste ijsbaan, ik op een 400 meter baan kon „Iedere keer verbaas ik mij trainen. In België moeten we op kleine ijsbanen, die alleen ge schikt zijn voor kunstrijden of ijshockey, trainen. Dat is voor een lange afstandrijder niet te doen! Wij zijn altijd op Neder land aangewezen. Vroeger train de ik in Eindhoven. Soms in Heerenveen, maar Deventer is voor mij toch nog steeds het schaatsmekka". aldus de 27-ja- rige politieagent uit Antwerpen die in zijn vrije uurtjes de de grote belangstelling voor de schaatssport. Nederland is een klein land, maar een groot land in de internationale schaatswe reld. Ard Schenk. Kees Ver kerk, Jan Bols en Eddy Verheij- en hebben Nederland een grote bekendheid gegeven. Het is jammer dat deze jongens over gegaan zijn naar de profs". „Toch ben ik daar wel een beetje gelukkig mee", zegt Michel Piens glimlachend. „Nu zijn de internationale kampioenschap pen aantrekkelijker geworden voor de mindere goden in de schaatswereld. Het zal dit jaar een open strijd worden. Ik ver wacht veel van de Russen en de Oostduitsers. Vooral in de DDR wordt de laatste jaren veel aan dacht besteed aan de topschaat- sers. Nederland zal het erg moeilijk krijgen, alhoewel de „reserves" toch nog goed zijn voor enkele ereplaatsen", aldus Michel Piens. Steun De Belgische rijder heeft de schaatssport niet van vreemden. Zijn vader en moeder trekken nog steeds elk weekend hun baantjes op het kunstijs van het Antwerpse sportpaleis. „Hun be langstelling gaat uit naar het kunstrijden. Ik vind dat een beetje saai en daarom ben ik aan de wedstrijdsport begonnen. Jammer genoeg kan de schaats sport in België zich niet zo gun stig ontwikkelen als In Neder land. In België is geen enkele 400 meter baan. Dat zou niet rendabel zijn. Wij moeten altijd naar het buitenland om ons voor te bereiden op bet wed- strljdselzoen. Gelukkig krijg ik voldoende steun van het Minis terie en van de Belgische schaatsbond". Michel Piens. die vorig Jaar tij dens de Europese schaatskam pioenschappen in Davos dertig ste werd in het algemeen klas sement (137.973 punten) wil dit jaar beter rijden. Zonder enige steun van een (chte) coach of trainer heeft hij zich moeten voorbereiden op het schaatssei zoen. Na het trainingskamp in Deventer, waar hij „verzorgd" werd door de Deventer IJsclub en kunstijsbaandirecteur Piet Bergström vertrok Michel Piens naar Inzeil. Na Inzeil stonden Innsbruck en Madonna op het programma. Michel Piens heeft vertrouwen in het komende sei zoen! De Antwerpse politie-agent. die In Nederland het „mikpunt" was van veel mopjes over Belgen („Ik houd wel van grapjes... ik ken trouwens ook veel mopjes over de Nederlanders") hoopt nog eenmaal voor een trainings kamp naar Deventer te komen. Hij is namelijk vast van plan om zijn prestaties die hij in Da vos behaalde (1500 m. in 2.15.55 min., 5000 m. in 8.22.60 min. en 500 m. in 42,53 sec.) dit jaar te verbeteren. Misschien op het zelfde kunstijs waarop hij heeft getraind. Michel Piens komt in ieder geval terug naar Deven ter: WK 1973.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 11