DRIE
RAADSELS
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
1 ®f00f©0
3 *0Da*H
4 casa
A
O
a
A
c
V
V
4
1
m
l\
O
p
u
1
ffl
V
E
<X>
ZATERDAG 16 DECEMBER 1972
LEIDSE COURANT
Juniorhoek
maar arm land, kregen genoeg
van hun karig bestaan. „Laat
ons ver wegtrekken naar de
landen waar alle mensen rijk
zijn", zeiden ze tegen elkaar. Ze
gingen op weg en trokken dagen
lang door de dichte bossen die
hun geboorteland omringden.
Onderweg sloot de oudste
vriendschap met een goedige
beer, de middelste "met een
slimme aap en de jongste met
een snelle zwaluw.
Op een dag wilde de oudste broer
uitrusten, terwijl de twee jonge
ren met de aap en de zwaluw
een bosje om liepen. Er kwam
©en ontdekkingsreiziger aan
over het pad waarnaast de oud
ste lag te slapen.
„Jongen, sta op!" riep de reizi
ger, „Je slaapt en schijnt niet
te willen werken".
„Ik wil wel werken maar ik ben
op weg naar een rijk land waar
ik voor mijn arbeid goed be
taald zal worden". Daarop stel
de de reiziger voor: „Ga dan
met mij mee. Je kunt bij mij
beginnen voor goed loon. En als
je niet te dom bent zal ik je
meenemen naar de rijke lan
den, wanneer ik daarheen te
rugkeer".
De oudste broer sprong op en
stapte met zijn beer achter de
man aan. Bij de tent van de
reiziger gekomen, zei de man:
„Ik geef je een raadsel op. Kun
je het oplossen, dan neem ik je
mee. Maar kun je dat niet, dan
ben je te dom en moet je hier
blijven. Dit is het raadsel:
een hputje, zes snaren,
wild slierende haren,
tien vingers die vliegen
en benen die wiegen
Nou, wat betekent dat?"
ben ze daar niet nodig. Dit is
het raadsel:
Een paard zonder benen,
met vaart snelt het henen,
al brullend en stinkend
de mensen verminkend.
Nou, wat betekent dat?"
De jongen wist het niet en keek
naar zijn aap. Hoe slim de aap
ook was, hij schudde „nee" met
de kop en de jongen stamel
de: „Ik weet het niet". „Wel",
zei de man, „dat is een auto.
Daarin rijden alle mensen in de
rijke landen en het gaat 100
maal harder dan met een paard
en wagen".
De jongen was erg teleurgesteld.
De broers hadden al zo lang
door de bossen gelopen. Hoe
heerlijk zou het geweest zijn dat
wel duizend maal sneller te
doen. Intussen vergat hij de
laatste twee regels te onthou
den.
T^OEN ook de middelste broer
1 niet terug kwam, dacht de
jongste: „Nu moet ik alleen
verder trekken met mijn zwa
luw", en hij ging op pad. Zijn
weg leidde regelrecht naar de
tent van de ontdekkingsreiziger.
Daar zag hij zijn broers werken
voor de man die ook hem een
raadsel opgaf. „Kun je het op
lossen dan neem ik je mee", zei
hij.
De linten zijn grijzig
BR 49-72
Figuur D laat zien hoe je een
bewegend kerstmannetje
kunt maken. Zelf maken is
toch altijd leuker dan ko
pen. De tekening toont hoe
je het moet doen.
En 's winters glad en ijzig.
Ze kruisen en snijden
bos, heide en weiden".
De jongen peinsde, maar wist de
oplossing niet. Hij keek naar
zijn zwaluw die de hele wereld
kende, van China tot Amerika!
De zwaluw tetterde iets in zijn
oor en het gezicht van de jong
ste broer straalde terwijl hij
zei: „De linten, dat zijn de we
gen!" „Precies!" riep de we-
Oplossing
vorige week
Als je het eerste plaatje en num.
mer drie aan elkaar hebt ge
plakt, heb je het goed gedaan.
Dan heb je een Chinees met een
looptaxi, die riksja wordt ge
noemd.
reldreiziger. „De wegen liggen
over en onder elkaar als een ge
weven net. Bossen worden er
voor omgehakt en steeds meer
auto's vliegen er overheen met
de gitaristen en de dansers,
gers en springers die steeds
meer haast hebben. Is dat niet
geweldig! "Maar de zwaluw tet
terde schielijk in het oor van de
jongste broer:,,Ach, en zij rij
den langzame beren, slimme
apen en zelfs snelle zwaluwen
dood".
Toen zei de jongste broer: „Dank
u wel meneer de wereldreiziger,
zonder bos en dier en vriend
kan ik niet leven, wij blijven
hier!" Dat vonden de twee i
deren ook.
De beer werd zo boos dat hij de
reiziger wilde verscheuren.
Maar de oudste broer hield hem
tegen. En de reiziger begon te
peinzen of hij terug zou keren
naar de rijke landen, of als
vierde broer met de andere drie
voortleven.
Wat hij besloten heeft dat weet
geen mens.
BR 49-72 Cl
De jongen wist het niet en keek
naar zijn beer. Maar beren den
ken heel langzaam en deze beer
gaf niet het geringste gramme
tje te horen, dus ook hij wist
het niet. De jongen schudde het
hoofd. „Wel", zei de man, „dat
is een gitaarspeler in de rijke
landen. Ze spelen daar zo vlie
gensvlug dat je er dol van
wordt. Het zijn dan ook niet al
leen hun eigen benen die zo wie
gen. Wie naar de muziek luis
tert, kan zijn benen niet stilhou
den, het is dansen, zingen en
springen geblazen".De jongen
was erg teleurgesteld. Als het
zo vrolijk was in het rijke land,
dan zou hij er dubbel graag
naar toe gaan. Maar hij moest
werken voor de reiziger die
hem straks toch zou achterla-
Nog een week en het is kerst
mis. Daar zijn ze dan, de
kerstmannen die bij ons niet
maar bijvoorbeeld in Parijs
op straat lopen en in waren
huizen staan. Hoe heten die
mannetjes? Dat moet je uit
zoeken met 't geheimschrift.
Om het niet te moeilijk te
maken, hoef je alleen maar
te kijken op de tekening er
onder. Dan kun je de namen
zo invullen. Maar heel goede
speurders moeten het toch
doen zonder de verklaring.
A
B
D
E
F
6
s
yjy
H
3
K
L
M
N
0
O
Q
R
S
T
V
X
V
Z
/E
0
A
|~)E twee andere broers verwon-
derden zich erover dat de
oudste niet terug kwam. Toen
besloot de middelste met zijn
aap op onderzoek uit te gaan.
Terwijl hij niet één, maar wel
zeven bosjes doorzocht, kwam
de ontdekkingsreiziger weer
langs het pad waarnaast de
jongste broer lag te rusten.
„Jongen, sta op!" riep de reizi
ger. „Je slaapt en schijnt niet
te willen werken".
„Jawel", antwoordde de jongen,
„maar ik wil voor mijn arbeid
goed betaald worden en daarom
ben ik op weg naar de rijke lan
den". Dan moet je met mij
meekomen", zei de reiziger en
hij deed hetzelfde voorstel dat
hij aan zijn oudste broer had
gedaan. De jongen sprong op en
ging mee met zijn aap op de
schouder. Bij zijn tent aangeko
men, zei de man: „Ik geef je
een raadsel op. Kun je het op
lossen, dan neem ik je mee.
Maar kun je dat niet, dan ben
je te dom en moet je hier blij
ven, want domme mensen heb-
Als je een stuk zeemleer,
nappa of skai feunt
„versieren", gaan we
een portemonnee ma
ken. Een beurs, zoals
die vroeger heette. Het
stuk moet 24 bij 9 cen
timeter groot zijn. Dat
vouw je dubbel. De zij
kanten met sterk draad
of garen als het kan
op de naaimachine
dichtnaaien. Maar niet
tot helemaal de boven
kant, anders kun je er
niet meer in voor het
geld. Sla met een priem
of een spijker gaatjes in
de bovenkant, waardoor
je een kleurig lint of
sterke draad doet, zo
lang dat je de buidel
(de beurs) aan je riem
kunt hangen en de
beurs zelf in je broek
zak kunt steken. En om
dat meisjes dikwijls ook
riemen dragen, kunnen
zij zo'n beurs ook best
gebruiken.
BR 49-7Z
Bijna kerstmis maar toch nog tijd genoeg
om wat leuke kerstspulletjes te maken.
Bijvoorbeeld deze guirlande om in de boom
te hangen of rondom een lamp of aan de
muur. Je maakt eerst het model uit kar
ton, zoals je op tekening A ziet. Dan neem
je van dat mooie glanzende papier, dat je
in verschillende kleuren kunt kopen. Dat
papier vouw je dubbel en legt het dan
binnenste buiten zodat je op de achter
kant het model kunt overtrekken. Daarna
uitknippen en natuurlijk het binnenste van
het hart wegknippen, anders kun je de
volgende harten niet eraan hangen. Op de
tekening zie je precies hoe het moet. Als
je het heel mooi wilt doen, hun je glans
papier van verschillende kleuren gebrui
ken.
De pianist-componist Geza Frid De Henriette Roland Holstprijs Een
uit Amsterdam is naar Honga
rije vertrokken waar hij zal
deelnemen aan een Kodaly-con-
gres. In Boedapest zal hij enke
le concerten geven waarvan één
voor twee piano's met Ditte
Bartok, de weduwe van de
ponist Bartok.
voor 1972 is te Hilversum uitge
reikt aan de Amsterdamse dich
ter Kees Winkler voor zijn „in
hoge mate verstaanbare poëzie,
zijn uiterst gewone en persoon
lijke dichtkunst" zoals het jury
rapport vermeldde.
Leickert heeft op de kunst-
antiekveiling van van Marie i
Bignell te Den Haag 44.000 o -
gebracht. Ook andere schilder 11
en en aquarellen gingen vot
opvallend hoge prijzen weg.