OM- MI SONJA KEHLER Een weekeinde vol m uziek Realiteit en fantasie bij Heuff Kerstconcert Alma Materkoor in Hartebrugkerk Kunst zingen de actrice uit de school van Bertold Brecht Schrijf cassette Naaitafeltje Theater agenda Expo sities 2 pAGINA 5 ZATERDAG 16 DECEMBER 1972 LEIDSE COURANT De ideale parkeerplaats voor uw termijnspaargelden (veilig en met hoge rente! ri LEIDSE SPAARBANK Een lezer vroeg inlichtingen over deze doos. Het is een notehouten schrijfcassette aan de binnenkant bekleed met essehout. Onder het schrijfblad is ruimte voor het opbergen van papier. Van de glazen potjes is 't ene bestemd voor inkt en het an dere voor zand. Naast de vakjes voor deze potjes en het pennebakje is ruimte voor een lineaal uitgespaard. In de 19e eeuw zijn veel van dergelijke cassettes ge maakt. Het zijn draagbare bureaus in kompakte vorm. In geopende toestand hebben zij een schuin schrijfvlak. Men had een voorkeur voor het schrijven op een hellend blad, waarschijnlijk is deze gewoonte afkomstig van het staande schrijft aan een les senaar. De meeste hebben, VERTROUWD MET OUD als zij gesloten zijn, de vorm van vierkante kisten. Maar er zijn er ook die, dichtge klapt. een schuin aflopende bovenkant hebben. Een enkele keer wordt ook hier het schrijven met het naaien gecombineerd. Door een ingewikkeld systeem met omklappende bladen, weet men de doos geschikt te ma ken om er aan te schrijven en toch nog ruimte te vinden voor het opbergen van naai- Aan de buitenkant van de dek sel zit meestal een metalen plaatje waar men zijn initia len in kon laten graveren. Een slot is voor deze kleine bureaus onmisbaar. De waar de van deze schrijfcassette is f 100,-. Mevr. B. te L. zond een foto van een naaitafeltje in. Aan do buitenkant is het met mahonieflneer belijmd. Voor het bin nenwerk, zoals de deksels van de vakjes, is vogclkopesdoorn gebruikt. Dit is het wortelhout van de esdoorn. Het heeft een gouden glans en kleine knoesten „vogelkopjes". Aan de onder kant van het blad heeft oorspronkelijk een spiegel gezeten. Het tafeltje behoort tot de Biedermoiermeubels en resteert uit de eerste helft van de 19o eeuw. Kort na 1750 is men begon nen met het vervaardigen van naai- of werktafeltjes. Zij maakten deel uit van de vein elegante en ingenieuze meubels die in de tijd van Lodewijk XV zijn ontworpen en uitgedacht In Frankrijk werden de eerste werktafeltjes „chiffonnières", genoemd, zij dienden immer tot het opbergen van lappen, in het frans „chiffons". Deze naam is men later gaan gebrui ken voor hoge ladenkasten. De chiffonnières waren kleine kastjes op hoge poten. F.r zalen 2 of 3 luutjes in. Eén hiervan kon aan de zijkant uitgetrokken wordenX Dit was volgens Houbo, een fransman uit de 18e eeuw, zo geconstrueerd om de vrouwen bij het borduren niet te hinderen. Zij konden zon der te gaan verzitten toch iets uit het kastje halen. Soms is de bovenste lade voorzien van een schrijfblad, zodut het ook als bureau gebruikt kan worden. Bij enkele exemplaren zit aan de achterkant een vuurscherm. Het model met een zak aan de onderkant is van engelse origi ne. De saaie zak is meestal als een lade ultschuifbaar. Shera ton (een engelse meubelmaker en ontwerpor 17511806) heeft veel van dergelijke tafeltje! ontworpen. Dit huiselijke meubel was zeer in trek in'begin van de 19c eeuw. Het paste goed bij de gemoedelijke sfeer van de Biedermeiertijd. Do engelse vorm kwam het meeste voor. De zak van stof werd soms vervangen door een houten bak. Hierboven zat de eigen lijke naaidoos in vele vakjes verdeeld en met allerlei vernuf ten, zoals rekjes voor het opbergen van klosjes uitgerust. Aan het eind van de vorige eeuw raakten de naaidozen In de vorm van aparte meubels in onbruik. Waarde van dit tafeltje plm. 500.-. LEIDEN Een van de interessant ste culturele centra van Europa is momenteel Oost-Berlijn. Weliswaar is het tot op heden vrij moeilijk ge bleken direct contact tussen onze WASSENAAR In kunstzaal Heuff te Wassenaar is gedurende de maand december een gevarieerde tentoonstelling ingericht van werk door twee schilderessen Machteld Hooyer en Pauline Zwaai alsmede van de keramist Kees Hoogendam. Het werk van de beide schilderessen, hoewel uitgesproken vrouwelijk van uitdrukking en uitvoering, vertoont frappante tegenstellingen. Is Machteld Hooyer de fantasierijke, wat magisch ingestelde, soms ook ironische vormgeefster van haar verbeeldingen, Pauline Zwaai is de realiste, die onverbloemd weergeeft wat ze ziet, maar wel met een bepaalde mildheid en medelijden of medeleven. Ze noteert alle daagse dingen en typen, de laatste ook van de rand der samenle ving, getuige een tweetal tekeningen van clochards in hun misera bele bestaan van vuil en drank, maar ze tekent ook de stille berus ting van mensen, die het leven maar nemen zo het reilt en zeilt. Er is dus geen enkele geestelijke verwantschap tussen beider werk, terwijl we toch overeenkomsten ontwaren, zij het dan als een contra dictio: „overeenkomsten in tegenstrijdigheden". Beiden typeren hun sujetten, Hooyer door hoedanigheden te ironiseren, Zwaai door het type te realiseren. Verschillend is ook de technische uitwerking van hun onderwerpen. Schildert Hooyer in wazige kleuren, waarin de contouren soms drei gen onder te gaan, Zwaai noteert om zo te zeggen: recht vooi j z'n raap. Toch voert ook de bizarre verbeelding van Machteld Hooyer wel tot aantrekkelijke prenten. De kleur is soms zeer fraai. Ik denkt dan o.m. aan „Madame Butterfly", het mooie „Big hunter" (een kat op een paard) en het spottend-ironische „De supporters" en „Sprook- Je"- Van Pauline Zwaai (leerlinge o.a. van Bronner en Jurre vielen mij i in het bijzonder op twee sfeervolle werkjes „Avond in Hierden" en „Avond in Pertuis". Voorts toont ze een innig „Moeder en kind". Heel mooi is ook het stilleven „Mandje met fruit" en een zeer fraai I portretje „Oude Vrouw." Bezoekers verzuimen voorts niet de portefeuille met reisschetsen te bekijken. Hieruit blijkt vooral haar kracht in het vastleggen van het moment. Kees Hoogendam exposeert goede,H,doch naar mijn smaak soms wel wat te ruige keramiek. Er zijn'een aantal goed gevormde diepe kommen bij en ander z.g. gebruiksgoed. Soms glazuurt hij zijn stukken slechts gedeeltelijk, wat wel eens een aardig effect kan ge ven als dat procédé goed wordt toegepast, doch dat bij hem niet altijd zo geslaagd is. Mooi van vorm en huid is daarentegen weer een servies. Bij Heuff stond dat er in een zeer mooie blauwe kleur en goed geslaagde vormgeving. De (niet klassieke) vormen van zijn vazen konden mij 8Ü' •Ja cultuurbeleving en die van Oost-Ber lijn tot stand te brengen, maar wat ons bekend is uit de verhalen van diegenen, die een bezoek aan dit stadsdeel hebben kunnen brengen en uit recensies die regelmatig in som mige bladen verschijnen, geeft een duidelijk beeld van het bijzonder hoge niveau dat daar over het alge meen bereikt wordt. Een grote stap In de goede rich ting werd onlangs gedaan, toen Götz Friedrich, de belangrijkste leerling van de grote Felsen- stein en een van de vernieuwers van het Oostberlijnse theaterle ven, tot chef-regiseur bij de Ne derlandse Opera Stichting werd benoemd. Een tweede stap is het bezoek aan ons land van Sonja Kehler, een typische „zin gende" actrice uit de school Bertold Brecht. Zij genoot haar opleiding aan de Theaterhoch- schule te Leipzig en is daarna aan verscheidene vooraanstaan de toneelgezelschappen in de D.D.R. verbonden geweest. Tot haar grootste successen behoor den hierbij de hoofdrollen in „De Kaukasische Krijtkring" en „De Driestuiveropera" van Brecht en in de musical „My Fair Lady". Dit inspireerde haar ertoe om haar carrière als actrice (voorlopig) stop te zet ten en zich helemaal op het chanson toe te leggen. Voor haar eerste optreden met een eigen chanson-programma (herfst 1968) wist zij een be langrijke groep jonge kunste naars (componisten en tekst schrijvers) voor zich te winnen. Samen met hen stelde zij een programma samen, waarin zo wel liederen van Brecht en zijn tijdgenoten als moderne „chan sons" zijn opgenomen en in pen dergelijk programma zult u haar volgende week ook in Lei den kunnen bewonderen. Bij haar optreden op dinsdag 19 de cember in het LAK-theater zal zij begeleid worden door vijf musici van het symfonie-orkest van de Oostberlijnse radio. PAUL KORENHOF LEIDEN Een week-end „vol muziek" luidt de kerstweek in. Van avond heeft de Stadsgehoorzaal een opening van dit gebeuren met een concert, verzorgd door het Antwerps Philharmonisch orkest en het Antwerps Philharmonisch koor, het geheel onder leiding van onze eigen Eduard Flipse, met medewerking van zijn broer Mari- nus Flipse (piano>. Meer ingetogen is het Kerstconcert van het Alma Materkoor morgenmiddag om 3 uur in de Hartebrugkerk, waar Truus van Dongen ter afwisseling van het koor, Kerstliederen ten gehore zal brengen met begeleiding van organist Jan van der Mter. Het koor zingt werken van Sch&tz, Bruckner, Preatorius, Pa- lestrina en W. Byrd. Het geheel staat onder leiding van Nico Schra- ma. Vanavond dus het Kerstconcert van K. en O. in de Stadsgehoorzaal, waarvan in het uitgebreide programma zelfs nog ruimte is gelaten voor samenzang. Twee werken vragen speciale aandacht omdat ze weinig worden uitgevoerd: het symphonisch gedicht „Fontane di Roma" voor piano en orkest van Respighi en de Koorfantasie op. 80 van Ludwig van Beethoven, voor piano, orkest en koor. Respighi was aanvankelijk violist, waartoe hij zijn opleiding heeft ge kregen aan het Liceo Musicale in zijn geboortestad Bologna.'Wel was zijn aandacht toen al gericht op compositie, want hij stelde zich onder leiding van Luigi Torchi en Giuseppe Martucci. De grote kans kwam voor hem in Petersburg, waar hij enige jaren verbonden was als violist aan het opera-orkest, en waar hij be vriend raakte met Rimski Korssakow. De lessen in composities en instrumentatie die hiervan het gevolg waren, zijn voor Ottorino Respighi van groot belang geweest. Later zou hij deze studie nog afronden bij Max Bruch in Berlijn (1902). Zijn carrière als compo nist bezorgde hem wereldfaam, en dit in het bijzonder door zijn twee symphonische gedichten, waarvan vanavond het in 1917 ge schreven „Fontane di Roma" wordt uitgevoerd. Ofschoon Respighi niet aan het Franse impressionisme is voorbij gegaan, sluit dit werk zich meer aan bij de Duitse laatromantiek, bij Liszt (vooral Wagner en Richard Strauss.). Zijn muziek is kleurrijk met grote contrastwerkingen. Beethovcns Koorfantasie in c kl.t. op. 80 noemt men wel de voorloper van de negende symphonic, die eveneens met een slotkoor eindigt. Beethoven zelf hield het werk ten doop op 22 december 1808 in de „Mosikalische Akademie" in Wenen. Het was de laatste keer dat hij als pianosolist zou optreden. Hij leed toen al aan een ernstige gehoorstoornis, die later eindigde in .volslagen doofheid. Het is een Fantasie voor piano, waarbij zich geleidelijk het orkest voegt (eerst de strijkers, later de blazers), en dan tot slot het koor. Dit was in die Jaren een noviteit. Beethoven heeft heel lang, zeker acht Jaar, misschien zelfs nog langer, met de plannen voor een werk met een dergelijke struktuur rond gelopen. Het hoofdthema heeft hij geba seerd op een lied dat hij in begin 1795, mogelijk zelfs eind 1794 heeft gecomponeerd (Beethoven was toen 25 jaar), op tekst Burger. Uit nagelaten notities is gebleken, dat hij heel lang aan dit werk heeft „geschaafd". Moeilijkheden had hij met het vinden een geschikte tekst voor het slotkoor. Zo is ook bekend, dat Beetho ven pas in het verloop van zijn compositie besloten heeft aan het klavier de (virtuoos geschreven) inleiding te geven. Dit eerste deel zoals wij hot nu kernen, is niet hetzelfde als toentertijd Beethoven heeft gespeeld. De definitieve vorm ontstond pas veel later. Ook het slotdeel heeft moeilijkheden opgeleverd, want hij was laat mee klaar, dat er nauwelijks meer gerepeteerd kon worden. Op de eerste uitvoering liep het dan ook uit de hand, waardoor Beetho ven moest aftikken en opnieuw liet beginnen. Moscheles, die het concert bijwoonde heeft zelfs nauwkeurig de maat aangegeven waar het mis ging. Op het concert van hedenavond zal Marinus Flipse hier als pianoso list optreden. B. RIJNDERS Medewerkers van de Leidse Courant 3c pagina's met regionaal nieuw* ln de Leidse Courant komen tot stand met medewerking van onderstaande correspondenten. Voor berichtgeving uit uw woonplaats kunt u zich tot hen richten. De redaktlo van do Leidse Courant (tel. 01710-22244) Is maandag t/m vrijdag bozet van 06.00 tol 17.00 uur. Voor belangrijke nlouwsmeldlng 's avnods of 's nachts 0L71O40038 en 32515. - T. Varga, de Smethst LANGICRAAK TKIt AAR - L. Slurrenbui-K, Van Weerenstraat 26. tel. 01722-3612 I.KIDKRDORP It. I 6. tel. 01713-2607 KOOI' - Mev tel. 01714-2663. IIOOGMADK U -ik. Noordelnde 14. tel. 01712 - 8363. TWIJK - S. Hofstra, Noordwlj- "weg 54, tel. 01718-12096: VV. N1J<- ■d, Duinoord 14. tel. 01718-7.1810. Pr Hendrikplein 63, tel. 01761-3268. LISHK Chr. Stccnwlnkel. Heero- wer 240a, l-l O262M::iH0. NIEUW KOOP - Th. Teunlssen, Dorpsstraat 20. tel. 01726.1204. NIKUWVKKN - P. Cusun- 22, tel. 01724- I .eerlang. 01719-3176. NOORDWIJKKKIIOUT Schalks. Mgr. Westerwnudtlaan. 'i2031 OEGHTGEKHT 1.1(111 0, tel. fi25:".M30 A STOMI'WIJK J. I.ultcn. Stompwljkseweg 78. tel. 01761- ::.e,7. VOORHOUT Slk- klnv. Wllhelmlnastraat 10. tel. 02622-13265. VOORSCIIOTKN - J. Peters. Leldsewcg 139. tel. 01717- 2421. WARMOND mevr. Schngen. Swellandstraot 63, tel. 01711-2241.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5