Lot ex-politieke gevangen
in Indonesië niet rooskleurig
Eet geen lapje van duizend op
iGELD
ZATERDAG 16 DECEMBER 1972
De ingang van het kamp voor politieke gevangenen op het eiland Boeroe. Op de voorgrond e
plex behorende moestuinen.
DEN HAAG (ANP) Boeroe, het eiland
van de politieke gevangenen, dat niet ver
van Ambon op de vliegroute Celebes-Am-
bon ligt, ziet er van uit de lucht vriende
lijk uit, mooi en groen, omspoeld door
diepe zeeën, die vlakbij de kust de prach
tigste kleuren van smaragd vertonen. Op
het eiland zitten 10.000 van de 25.000 tot
30.000 Indonesiërs, die nog als politieke
gevangenen worden vastgehouden. Het
beleid van de regering in Djakarta is er
niet op gericht de gevangenen binnen af
zienbare tijd vrij te laten. Want juist dit
jaar is men begonnen met het overbren
gen van de eerste groepen vrouwen en
kinderen naar Boeroe voor een definitieve
vestiging op het eiland.
De gevangenen zitten niet in cellen of
achter prikkeldraad, zo verzekert de
voorzitter van de Molukse Protestantse
Kerk, ds. Th. P. Pattiasina, die het eiland
en zijn gevangenen heeft bezocht. De poli
tieke gevangenen zijn gehuisvest in eigen
kampongs, zij moeten hun eigen sawahs
bebouwen en in hun levensonderhoud
voorzien. Er wordt orde, regelmaat en
discipline betracht, maar je kunt, door
hun vestiging in kampongs, niet zeggen
dat ze in een echte gevangenis zitten.
De 10.000 gevangenen behoren tot de zo
genaamde Categorie B, waar de commu
nistische kopstukken buitenvallen. Vol
gens insiders worden deze laatsten wel in
gevangenissen vastgehouden. Dan is er de
Categorie C: dat zijn of waren gevange
nen die verdacht werden van communisti
sche sympathieën, maar die niet recht
streeks betrokken zijn geweest bij de mis
lukte communistische coup in 1965. Zij
zijn voor het grootste deel vrijgelaten.
Velen wisten niet eens wat communisme
was. Er zaten bijvoorbeeld veel arme In
donesiërs onder die lid waren geworden
van een later als communistisch aange
merkte vereniging voor landhervorming.
De massale politieke arrestaties vonden
in Indonesië plaats vai\ 1965 tot 1968. In
de jaren 1969/1970, toen Indonesië weer in
een rustiger vaarwater terecht kwam,
Interieur van één van de kamphuizen op Boeroe waar politieke gevangenen zijn ondergebracht
zijn op grote schaal gevangenen vrijgela
ten.
Boeroe schijnt een definitief gevangenen
oord te moeten worden, een ontwikkeling
die op en rond dit eiland met reserve
wordt beschouwd Als alle gezinnen van
de politieke gevangenen naar Boeroe wor
den overgebracht, zal dat een diep ingrij
pende verandering in de bevolkingsstruc
tuur teweegbrengen, zo zegt men in de
Molukken. De autochtone bevolking van
ongeveer 40.000 Boeroenezen ligt qua op
leiding, ervaring en leefsituatie ver ach
ter op de politieke gevangenen en hun ge
zinnen. Als beide groepen even groot wor
den, zullen er scheve verhoudingen ont
staan. Het definitief vestigen van de poli
tieke gevangenen en hun gezinnen schept
een probleem voor de toekomst, zo wordt
op Ambon gezegd.
Niet geaccepteerd
tige samenleving aanmerkt, moedigt het
aan dat islamieten en christenen de gees
telijke verzorging van de gevangenèn ter
hand nemen. Op Boeroe zijn vooral de
rooms-katholieken erg actief. Uit Duits
land is een Jezuïet, kenner van de
Marxistisch-Leninistische leer, naar het
eiland gekomen. Hij werkt er met drie
andere religieuzen. Volgens het bisdom
Ambon zijn 2000 van de 10.000 gevange
nen thans rooms-katholiek gedoopt.
De Molukse Protestantse Kerk, die op
Ambon en omliggende eilanden grote in
vloed heeft, verricht eveneens pastoraal
en diakonaal hulpwerk onder de gevange
nen, waartoe zij financieel in staat wordt
gesteld door de Hervormde Kerk en de
Gereformeerde Kerken in Nederland. De
laatsten zullen ook geld voor een motor
sloep beschikbaar stellen, waardoor de
enig mogelijke verbinding overzee tussen
Ambon en Boeroe verbeterd kan worden.
Het lot van de ex-politieke gevangenen in
Indonesië is niet rooskleurig. Vooral op
Java is de opvang een groot probleem.
Er is weinig werk, er zijn ontzaglijk veel
werklozen en ex-politieke gevangenen,
van wié een groot aantal op dit eiland
woont, zijn meestal de laatsten die in
aanmerking komen bij een vacature. In
staats- en gemeentefuncties worden zij in
het geheel niet geaccepteerd, nog steeds
uit angst voor communistische infiltratie.
Van kerkelijke zijde wordt door protes
tanten en rooms-katholieken geprobeerd
de nood in de gezinnen van de ex-politie
ke gevangenen te verlichten. Men ver
strekt eten en medicijnen en voor de kin
deren geeft men bovendien schoolgeld en
kleren. Er worden kleine werkprojecten
ondernomen en kleine kredieten gegeven
om te helpen bij het opzetten van een be
scheiden nerinkje. De Kerken helpen ook
bij het zoeken naar werk, maar meestal
stuit men op de moeilijkheid dat voor ie
der baantje al andere gegadigden zijn.
Onder jonge Indonesische advocaten en
Studenten in de rechten groeit evenwel de
bereidwilligheid om de ex-politieke gevan
genen pro deo of tegen geringe vergoe
ding rechtskundige bijstand te verlenen.
Dit strekt zich ook uit tot rechtskundige
hulp inzake de onteigening van hun vroege
re bezittingen of het herkrijgen van oude
pensioenrechten. In vroeger jaren zou men
in Indonesië zich wel tien keer hebben be
dacht om op opvallende wijze iets voor
politieke of ontslagen gevangenen te doen
omdat men dan de kans liep zelf in moei
lijkheden te komen. Een jonge Indonesiër,
pas afgestudeerd meester in de rechten,
die pro deo rechtskundige bijstand geeft,
zei dat het nu niet gevaarlijk meer is. De
regering Soeharto wil dat Indonesië een
rechtstaat zal zijn, waar ieder zijn recht
kan krijgen, ook de ex-gevangene. Het
wordt dus gewaardeerd als ik hen help,
zo zegt hij.
Een geestelijke op Java, die vrijwel dage
lijks de politieke gevangenen bezoekt,
vertelt dat de situatie in de gevangenis
sen sinds 1969/'70 is verbeterd. De familie
mag doorgaans twee keer per week eten
brengen. Woont men verderaf dan kunnen
pakketten worden gestuurd, die de gedeti
neerden ook bereiken. Nu er minder ge
vangenen zijn, is er ook meer eten voor
hen beschikbaar.
Degenen die nu nog gevangen zitten en
hun gezinnen leven zonder veel uitzicht
op een betere toekomst. Er is een grote
onzekerheid onder hen of en wanneer zij
zullen vrijkomen. Hun toestand is beter,
maar verre van rooskleurig, aldus do
geestelijke verzorgers.
SOCIAAL CENTRUM
In Soerabaja. in een sociaal centrum dat
christenen daar hebben opgezet, werken
enkele jonge ex-politieke gevangenen. In
het centrum is een drukkerijtje gevestigd,
met machines gekocht na een actie van
Ikor's Wilde Ganzen. Er is ook een afde
ling voor speelgoedfabricage. In beide
werkplaatsen zijn ex-politieke gevangenen
aangesteld.
Wij hebben met opzet deze mensen geno
men omdat zij nog veel moeilijker werk
kunnen krijgen dan een ander, aldus de
Chinese directeur, Otto Iskandar. Zijn
christelijk centrum voor maatschappelijk
en sociaal werk zorgt er ook voor dat we
kelijks soep wordt gebracht naar 1100 poli
tieke gevangenen die nu nog in Soeraboja
vastzitten. De achtergebleven gezinnen
worden met voedsel, kleding, medicijnen
en schoolgeld voor de kinderen geholpen.
Wij hebben veel contact met die gezin
nen. vertelt de heer Iskandar. Zij komen
naar ons toe omdat ze weten dat we hel
pen als we kunnen. Maar onze mogelijk
heden zijn ook beperkt, hoewel ons werk
van kerkelijke zijde uit Amerika en Euro
pa financiële steun krijgt.
Ook hij meent dat het lot van de politieke
gevangenen en hun gezinnen verbeterd is.
Hun situatie is niet ideaal, maar dat geldt
voor miljoenen andere Indonesiërs die
werkloos of ziek zijn en ook nauwelijks
weten waar ze van moeten leven.
Jonge ex-politieke gevangenen hebben het geluk gehad om werk te vinden bij de speelgoedfabricage 1
trum dat christenen in Soerabaja hebben opgezet.
het sociaal cen-
Christenen hebben in Soerabaja een sociaal centrum ingericht, waarin enkele jonge ex-politieke gevangenen werken. In het
centrum is een drukkerijtje gevestigd waarin machines staan opgesteld die zijn gekocht na een actie van Iko's Wilde Ganzen
17—lï-'Geld, zegt Shakespeare, is de
23—fr-zichtbare god. En dat is een
t). even juiste als bondige om-
36; U schrijving. Geld is zichtbaar
t mf als munt, als papier, als edel
otf metaal, het is ock indirect
winö zichtbaar als manifestatie van
vt welvaart: huis, auto, voedsel,
rse kleding, reizen. Geld is ook
'een god, maar dan een con
tra-god: Gij kunt niet God die
nen en de mammon. Geld ver
leent danook de bezitter een
"'macht over leven en dood,
''tover bestaan en kreperen, over
in v£»'ï)iies of niets.
ar.dP^Over het geld, dat van alle le
vende wezens alleen de mens
J bezit tot zijn vloek of tot zijr.-
•■^eluk, handelt een serie korte
J beschouwingen, waarvan van-
daag de tweede aflevering.
Als u een varken hebt en een briefje van dui
zend en het varken eet uw briefje op, eet dan
niet uw varken op in de hoop dat tussen de
karbonaatjes en de saté uw briefje zweeft.
Stop het varken In een klein hok, wacht tot
het iets laat vallen, en raap dit op alsof het
goud is. Stuur het geheel, liefst goed ge
droogd, met een verklarend briefje naar de
Oude Turfmarkt 127/129 Amsterdam t.a.v. de
„aslezers" van de Nederlandse Bank. Dit zijn
vier heren, die met Sherlock Holmes- achtige
vaardigheid uit snippers, as en uitwerpselen
restanten van het geld halen en dan bereid
zijn u een nieuw briefje te geven. De Neder
landse Bank is volgens artitkel 13 van de bank-
wet zulks niet verplicht, maar ziet vergoe
ding van vernietigd geld mits er iets over
is als een klantenservice. Per jaar zijn er
3000 gevallen van geldvemietiging, ofwel ge
middeld 300.000 per jaar. De kachel is een
beruchte „brandkast".
Geld heeft de eigenaardige eigenschap dat het
de bezitter verandert. Het is de toverstok van
de fee van assepoester, die een pompoen in
een koets verandert en een sloofje in een prin
ses. Geld heeft van paupers prinsen gemaakt
en gebrek aan geld van prinsen paupers. Geld
verheft de bezitter boven zijn natuurlijke sta
tus. Dat aanvaardt iedereen, niet voor niets
staat op de zijkant van zilvergeld (en zelfs op
de nikkelen gulden) de arrogante spreuk" God
zij met ons". Het is deze vanzelfsprekende
claim op de allerhoogste, die met name in de
gouden jaren van het kapitalisme opgang
deed. Wie een televisieserie volgt als ,,The
Onedin Line" en vooral de „Forsythe Saga",
wordt geconfronteerd met het patjakkerige dé
dain van de rijkaard, die zijn gunstige positie
ziet als iets dat hein rechtens toekomt en die
de armoe van zijn mindere als vanzelfspre
kend ervaart op grond van natuurlijke selec
tie. En is de klant geen koning, louter omdat
hij met geld aan komt zetten? Er zijn kapita
listen en kapitalisten.
De middeleeuwse Europeaan achtte het onbe
hoorlijk zijn bezit uit te breiden. Streven naar
bezltsvermeerdering werd een zonde genoemd.
Arbeid was geheiligd, een vergoeding hiervoor
redelijk, maar winst was des duivels. De ker
ken zelf hielden zich hier echter niet aan.
Pausen werden zelfs de protektoren van de be
zittende klasse, het renaissance-kapitalismc
ontstond.
Met Calvijn kwam een sociale verandering.
Marx zegt dat het Calvinisme de religie van
de kapitalistische bourgeoisie vormt en deze
stelling wordt door prof. dr. E. Zahn in het
aula-boekje ,,geld" gesteund. Vele sociologen
en historici hebben de juistheid van Marx op
merking onderschreven in termen als „Calvijn
deed voor de bourgeosie van de zestiende eeuw,
wat Marx deed voor het proletariaat van de 19e
eeuw". Calvijn leerde dat de mens hogerop
moest komen ter ere van God. De Engelse ka
pitalist van de negentiende eeuw (Onedln-For-
sythc) leefde in de schaduw van een feodaal
verleden, maar de Amerikaanse geldmagnaat
had geen last van dergelijke remmingen. Geld
was in Amerika eind vorige eeuw het paspoort
tot de hoogste stand, en geld verdienen een
rauwe sport, waarin het recht van de sterk
ste gold. Cornelis Vanderbilt bijvoorbeeld
zag er niet tegen op aan eigen zakenrelaties
het briefje te sturen: „Mijne heren, gij zijt
van plan mij te ruïneren. Ik zal u geen proces
aandoen, want de rechtbank werkt te lang
zaam. Ik zal u ruineren. Hoogachtend Vander
bilt". En Cornelis hield woord.
Merkwaardig is dat deze niets en niemand
ontziende figuren eerder werden bejubeld door
het (arme) publiek dan verguisd. De kuiperij
en van de Vanderbilts, de Rockefellers en de
Morgans waren voer voor de massa, een nim
mer vervelend stripverhaal. En laten we niet
alleen naar het verleden kijken, maar ook
naar nu. Het boek over de rijkste man vjn de
wereld, de Ameriaan Howard Hughes, is een
bestseller.
Geld heeft een hot-line met het diepste van de
mens en de eeuwen getuigen hiervan. Dat geld
een toverstaf is en een maatschappijverandc-
raar, wordt treffend geïllustreerd door een ar
tikel van het medische weekblad Pols, waarin
stond dat het omschakelen van de traditionele
ruilhandel op de geldeconomie onder de bevol
king van vele Afrikaanse gebieden geestelijke
en lichamelijke stoornissen heeft veroorzaakt.
Volgens een onderzoek van de Unesco zou het
aantal Afrikaanse neurotici sedert het begin
van de ontwikkelingshulp beduidend toege
nomen zijn.
JAN KOESEM