Puur talent zegeviert
over noeste training
Vergadering tennisbond werd een lachertje
Peter Nottet wil in elk F
geval in de kernploeg
;pi
K.
mÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊBmÊmmi^mÊ^ÊÊÊÊÊÊmm
MAANDAG 11 DECEMBER 1972
2-bacfe. Zij veroverde haar vijf-
URECHT Het pure talent zegevierde ten slotte toch over de
noeste trainingsarbeid. Met andere woorden: Agnes van der
MeulenGeene versloeg Joke van Beusekom. Het betekende het
eind van de hegemonie van het Wassenaarse meisje die vier
jaar heeft geduurd. Op een eigenlijk onverwacht moment kwam
de come-back van Agnes van der Meulen. De grillige Arnhemse,
die door haar handel en wandel niet altijd goedkeurende schou
derklopjes kreeg van badmintonofficials, heeft ten overvloede
haar onmiskenbare aanleg aangetoond.
Al in de jaren dat Imre Rietveld triomfen vierde diende Agnes
van der Meulen zich reeds als veelbelovend talent aan. Zij gaf
die indruk gestalte met vier titels tot 1966. Daarna werd het eni
ge tijd stil rond de nu 25-jarige speelster. Vorig seizoen maakte
zij haar overigens niet geheel geslaagde come-back. Zij
werd weer opgenomen in vertegenwoordigende ploegen, maar
raakte uit de gratie door haar ongecompliceerde gedrag. Dit
maal slaagde haar greep naar succes wel. Na eerst in de halve
finale Marjan Luesken te hebben verslagen zette zij gistermid
dag de kroon op haar werk door in twee games Joke van Beuse
kom te onttronen. Het betekende de vijfde titel voor Agnes van
der Meulen. En deze schonk haar verreweg de meeste voldoe
ning. „Ik had het niet verwacht", vertelde zij kort na de huldi
ging. „Maar ik voelde dat Joke niet in haar beste vorm stak.
Dat heeft mij misschien wel geholpen."
Verschuilen
Agnes van1 der Meulen behoefde haar prestatie helemaal niet te
verschuilen achter mogelijk vormverlies van haar tegenstandster.
Zij speelde uitstekend en pepte zich op momenten dat het wat
minder ging op door zichzelf duidelijk hoorbaar op de tribunes
moed in te spreken. Zij overtroefde Joke van Beusekom op vele
fronten.
Door haar tegenstandster zoveel mogelijk achterin te houden belet
te Agnes van der Meulen dat zij in het subtielere netwerk zou
worden verrast. Die tactiek wierp vrucht af. Vooral in de tweede
game maakte Joke van Beusekom veel fouten die ontstonden
doordat Agnes van der Meulen haar onder druk zette. De Wasse
naarse, die zich de laatste vier jaar steeds de sterkste had ge
toond, dank zij stringente training, verzuimde herhaaldeijk op
kansrijke momenten toe te slaan. Hoewel zij in de tweede game
van 95 nog terugvocht tot 9—8 gaf de grotere accuratesse van
Agnes van der Meulen de doorslag: 1210, 118. „Dit resultaat
Ruud van Ginneken veroverde zijn derde titel en besloot hierna te stoppen met het spelen van toernooien
verbaast mij ook wel een beetje", vertelde de winnares. „Ik ben
pas in oktober weer intensief met badminton begonnen. Daar
voor heb ik het hele seizoen tennisles gegeven." Joke van Beuse
kom had haar verlies gauw verwerkt. „Ik was het hele toernooi
al onzeker", deelde ze mee. „En in de finale ging het helemaal j\Tiet veel
weinig. Daarom ben ik vastbesloten om na deze derde titel geen
toernooien meer te spelen. Met trainingsles geven verdien ik ten
slotte wat en zelf spelen kost me alleen handenvol geld."
slecht. Een oorzaak kan ik er niet v
r geven.
Uitstekend
Met Ruud van Ginneken ging het daarentegen uitstekend. De Til-
burger veroverde maar liefst drie titels, waarmee hij zijn pres
tatie van vorig jaar evenaarde. Hij versloeg moeiteloos Rob Rid
der, die pas in oktober na twee maanden door een gebroken en
kel te zijn uitgeschakeld, met de training kon beginnen.
Ondanks dit succes heeft de 24-jarige Ruud van Ginneken besloten
dat dit zijn laatste nationale kampioenschap was. „Ik stop er
mee", vertelde hij. „Ik kan het -niet langer combineren met mijn
activiteiten als trainer en mijn werk. Ik heb dit laatste jaar zelf
maar een keer in de week kunnen trainen. En dat ds eigenlijk te
Ruud van Ginneken, inkoper bij een bierbrouwerij, relativeert
sterk. „Het is natuurlijk wel leuk om weer Nederlands kampioen
te worden, maar eigenlijk zegt het niet zo veel. In vergelijking
met het buitenland stellen we hier niet veel voor. Als je, zoals
ik, met zo weinig training toch Nederlands kampioen wordt geeft
het niet zoveel bevrediging meer.
De ambities gaan over. Je moet kiezen of delen. Voor mij is de
keus gevallen op mijn werk. Ik ben zes jaar geleden voor het
eerst kampioen geworden. Maar sinds die tijd is er niets veran
derd. Je blijft door het ontbreken van deelneming aan internatio
nale evenementen op hetzelfde niveau hangen. Dan kan ik nu be
ter op het hoogtepunt stoppen. Als Nederlands kampioen."
FRANK WERKMAN
■I
UTRECHT „Ik heb nog nooit zo'n slecht geleide en voorbereide
vergadering meegemaakt. En ik bezoek ze al tien jaar." Dat
was een opmerking die men kon beluisteren tijdens de zaterdag
in Utrecht gehouden najaarsvergadering van de tennisbond
(KNLTB). Deze ontboezeming van een der clubafgevaardigden
gaf precies weer wat onder de aanwezigen leefde. Keer op keer
keken de leden van de bondsraad elkaar aan met blikken die het
midden hielden tussen verbazing en ergernis.
Het was dan ook weer niet
mis. Het bestuur van de ten
nisbond heeft nooit bekend
gestaan als een democra
tisch college, maar wat za
terdagmiddag werd gepres
teerd, grensde af en toe aan
het ongelooflijke. Vooral
voorzitter Beek maakte het
wat dat betreft bont. Ver
scheidene keren repliceerde
de voorzitter var de, wat
grootte betreft, vierde sport
bond van ons land na opmer
kingen van afgevaardigden
met: „Nou moet u nou 'ris
luisteren" om vervolgens een
aantal weinig terzake doende
opmerkingen te maken.
Het pleit niet voor de leden
van de bondsraad dat men
deze handelwijze zonder eni
ge vorm van kritiek accep
teerde. Niemand zou ver
baasd hebben opgekeken als
een van de clubvertegen
woordigers zou zijn opge
staan en hebben geroepen:
„Nu is het genoeg. We willen
eindelijk wel eens duidelijke
informatie. Als u die niet
wilt geven, kunt u gaan."
Het gebeurde niet. Tennisoffi-
cials bespreken liever in
kleine groepjes de onenig
heid, leveren liever onderling
kritiek. Het wordt echter tijd
dat de zittende hoofdbe
stuursleden eens met een
motie van wantrouwen op de
vingers worden getikt. Maar
dan moet wel de bondsraad
zich eindelijk eens massaal
uiten. Ook zaterdag slikte
men weer alles voor zoete
koek, hoewel men om de ha
verklap met een kluitje in
het riet werd gestuurd.
Er zijn bondsbestuurders die
met flair aanvallen op hun
beleid pareren, die in de
wetenschap dat het nooit ie
dereen naar de zin kan wor
den gemaakt hun stand-
Bondsdirecteur Otto
punt in ieder geval kunnen
argumenteren. Voorzitter
Beek kan dat niet.
Elke vorm van kritiek wordt
door hem weerlegd met ste
reotiepe antwoorden. Af en
toe moet hij door mede-be
stuursleden worden „gered"
als hij er niet meer uitkomt.
Kortom, hij is de figuur van
een anti-leider die er nauwe
lijks in slaagt respect af te
dwingen.
Tussen alle momenten van er
gernis door werden ook nog
enige beslissingen genomen.
Het hete hangijzer „recla
me" werd via ingewikkelde
formuleringen en op het laat
ste moment aangebrachte
wijzigingen toch nog tot aller
tevredenheid geregeld. Voor
zitter Beek deelde mee, dat
naar zijn mening reclame op
tenniskleding in strijd is met
de stijl van de tennissport,
maar dat er in de toekomst
wellicht niet aan te ontko
men is. Besloten werd dat
spelers tot het moment dat
de wedstrijd begint reclame
mogen dragen op hun trai
ningspak. Daarna moet de
speler „smetteloos" op de
baan verschijnen. De moge
lijkheid werd echter openge
laten een lacune in het
bondsvoorstel om via ver
andering van clubnaam in
een merknaam toch openlijk
reclame te maken.
Het bestuur leed een nederlaag
bij haar voorstel de bonds-
contributie te koppelen aan
het indexcijfer voor levens
onderhoud met ingang van
seizoen 1974. Wel wordt de
contributie voor volgend jaar
verhoogd van drie tot vier
gulden voor junioren en van
vijf tot zeseneenhalve gulden
voor senioren. Discussie ont
stond ook rond het aanbod
van een contract aan Jan
Hordijk. Verscheidene afge
vaardigden wilden een prin
cipiële uitspraak van het be
stuur of deze overigens
door Hordijk afgewezen
contractering een wijziging
betekent van het beleid ten
aanzien van het in dienst ne
men van topspelers. Voorzit
ter Beek deelde hierop mee
dit punt op „een" volgende
vergadering aan de orde te
stellen. Een bij voorkeur
door het bestuur van de ten
nisbond toegepaste procedure
om voorlopig dan maar weer
van de moeilijkheden af te
zijn. FRANK WERKMAN
ZOETERMEER „Hij is te oud". „Hij heeft een slechte mentali
teit". „Hij kan wel worden afgeschreven". Dat zijn nu juist de
uitspraken, links en rechts door diverse schaatsofficials gedaan,
die Peter Nottet eens werkelijk raakten. Juist dat soort noncha
lante veroordelingen hebben de ogenschijnlijk altijd zo laconieke
schaatsenrijder geprikkeld. Peter Nottet zou Peter Nottet niet
zijn als hij fel te keer ging tegen die uitlatingen. Nee, zijn ant
woord moet via messcherpe tijden in het ijs worden gegrift. Zo
scherp, dat de keuzeheren uit de technische commissie niet meer
om de rustige rijder uit Zoetermeer heen kunnen. Pas als hij
weer in de kernploeg zou worden gekozen is zijn rehabilitatie
compleet.
Nottet schaatsend
Op dat doel jaagt Peter Nottet.
Met een heel andere instel
ling dan die zijn schaatsen
in de laatste jaren bepaalde.
Peter Nottet is niet meer de
soepel draaiende schaatsve-
dette die zich breed grijn
zend op het allerlaatste mo
ment nog altijd bij de Neder
landse kernploeg wist te
scharen. Nee, hij is een ver
beten achtervolger geworden
van de nieuwe, zo verjongde
kernploeg van Leen Pfrom-
mer. Hij demonstreert dat
het best op de trainingen.
Dan gaat de in vroeger ja
ren steeds goedlachser gewor
den Nottet alleen over de
baan. De concentratie is on
middellijk van zijn starre ge
zichtsuitdrukking af te lezen.
Nottet is weer een vechter
geworden. Een outsider, die
zijn kracht al toonde door bij
de IJsselcupwedstrijden als
tweede te eindigen in het of
ficieuze klassement. Peter
Nottet relativeert gelijk:
„Ach, die tweede plaats bij
zo'n IJsselcup zegt voor me
zelf niks. Ga maar na, vorig
jaar won ik op de IJsselcup
wedstrijden de 1500 meter.
Je weet wat er verder ge
beurd is."
begrijpelijk dat Peter
Nottet dit zegt. Want juist
vorig seizoen, dat hij zo
knallend inzette, werd voor
hem een grote afgang. Zo
zeer zelfs dat hij direct na
Het
afloop van de Nederlandse
kampioenschappen, waar hij
gelijk al bij de 500 meter ge
diskwalificeerd werd, besloot
definitief met schaatsen te
stoppen. Al verklaarde hij
wel negen maanden geleden:
„Ach, ik moet wel oppassen
niet te abrupt te stoppen. Ik
zal zeker wat gaan lopen.
Wat gaan trainen ook. En
wie weet krijg ik nog wel de
geest."
Het was een ontsnappingsclau
sule die Peter Nottet benutte
toen hij eind mei zijn trai
ningspak aantrok om zo -
maar ineens wat te gaan lo
pen. „Ach, ergens diep weg
heb ik toch altijd wel ge
dacht dat ik zou doorgaan
met schaatsen. Al wilde ik
dit aanvankelijk niet eens
voor mezelf bekennen", ver
klaart Peter Nottet zijn co-
me-back. Want het bleef niet
alleen bij eens een uurtje
per week lopen. Nee, al vrij
spoedig nam hij het hele
trainingsprogramma dat hij
zoveel jaren onder diverse
trainers had afgedraaid,
weer op. „Dat alleen trainen
beviel me wel. Ik had nu
alle rust. Deed gewoon waar
ik een bepaalde avond zin in
had. Al zorgde ik er wel
voor dat ik over een hele
week gezien wel mijn gestel
de trainingsprogramma af
werkte. Dat had het voordeel
dat ik helemaal in mijn ei
gen tempo bleef. Ik liet me
niet opjutten door anderen,
zoals dat onherroepelijk het
geval is als je met een totale
kernploeg werkt. Dan zie je
namelijk een jongen gemak
kelijk lopen en dan denk je:
ja ik moet hem toch bijhou
den want anders komt er uit
eindelijk toch een achter
stand. Ik forceerde dus niets.
Dat merkte ik goed als ik
door een lichte ziekte een
paar dagen niet kon trainen,
dan kon ik weer rustig aan
doen en niet overhaasten.
Pas eind augustus is Arend
Klos uit Zoetermeer erbij ge
komen. En dat was toch wel
prettig, daardoor kon je je
zelf eens testen. Vooral om
dat Arend ook nogal een
doordouwer is bij de condi
tietraining."
Meestal duurt het een week
of vier voordat je na veel
uitproberen weer je goede
slag hebt gevonden. Al zeg
ik nu ook wel dat ik na die
in feite probleemloze zomer
nu een trailer zou verkiezen.
Ik begin het wel helemaal
zat te worden, steeds zonder
faciliteiten te moeten die de
kernploeg wel heeft. Ga
maar na, ik werk als fysio
therapeut hele dagen en ik
ben vaak knap moe als ik
aan de training begin. Bo
vendien ontmoet je ook hele
einden steeds regen, of naar
Utrecht, of naar Amsterdam.
Bovendien wordt het weer
ook slecht. Daarom wil ik
nog proberen om een paar
weken weg te gaan. Om voor
mezelf dus in het buitenland
in een trainingskamp te
gaan. Dan heb ik ongeveer
dezelfde voorbereiding als de
kernploeg die immers ook
nog een paar weken naar
Hamar gaat."
ra en dan komt op 13 en 14 ja
nuari op de ijspiste van Hee
renveen het zware schaats-
examen voor Peter Nottet.
Op de Nederlandse kam
pioenschappen moet dan blij
ken of zijn hele voorberei
ding niet voor niets is ge
weest. Zegt Peter Nottet
voorzichtig: „Ach, ik heb er
een beetje een hekel aan als
in kranten wordt geschreven
het ex- en toekomstig kern
ploeglid Peter Nottet. Want
dat is gewoon een beetje te
voorbarig. Ik weet maar al
te goed wat er allemaal kan
gebeuren. Ik ben er van de
week nog met mijn neus op
gedrukt. Ik ben door een
keelontsteking een paar da
gen van het ijs geweest. En
daarna merk je al dat je een
heel stuk achter bent ge
raakt. Nu is dat nog niet
erg, maar als het vlak voor
het kampioenschap gebeurt
dan is weer een jaar trainen
voor niets geweest." Voegt
hij echter reëel aan toe:
„Aan de andere kant zeg ik
natuurlijk wel dat, als ik de
normale vorm heb, het geen
probleem zou mogen zijn om
Nottet filmend
bij de eerste zes van het Ne
derlandse kampioenschap te
eindigen. En dus bij de kern
ploeg te komen. In elk geval
is het de moeite van het pro
beren waard."
Zo'n uitspraak is typerend
voor Peter Nottet. die op de
wereldranglijst aller tijden
met zijn twaalfde plaats ver
reweg de beste Nederlandse
amateurschaatsenrijder is.
Temeer omdat de top vier
dit jaar naar de rijen van de
profs overging. Een stap
waarvan Peter zegt: „Ik
vind dat profschaatsen leuk
voor die jongens. Er werd al
langer over gepraat en het
begon erop te lijken dat juist
deze mensen die het schaat
sen zo'n populariteit hebben
bezorgd, ernaast zouden zit
ten, omdat de profplannen
maar niet gerealiseerd wer
den."
Peter Nottet lacht even als
hem gevraagd wordt of hij
het niet jammer vindt dat
het profschaatsen niet een
jaar eerder is gekomen. In
de tijd dat hij nog wel bij de
top zat en een potentiële
kandidaat was voor een prof
contract. „Ach, nuchter be
schouwd moet ik dan zeggen
dat het profschaatsen een
jaar of drie, vier eerder had
moeten komen. Toen zat ik
er nog dichtbij. De laatste
jaren ging het gewoon veel
minder. Dat is reëel. Al zeg
ik nu nog wel dat de vooral
in andere landen rijders als
Höglin, Stiansen, Tveter nu
ook direct geen wereldtop
pers zijn."
BERT VOSKUIL