Wensdroom CRM-ambtenaren
loopt in de miljoenen
10 landschapsparken en 14 nationale parken
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
DE RING VAN DE
MOOIE KATELIJNE
PAGINA 6
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 9 DECEMBER 1972
Suske
en
Wiske
De
boze
boom-
zalver
Juniorhoek
CjfLÜNBL/jB qzHBcxMtlb
he>s.T éjBV&Ui l*4AJ
VAAI beaj oinpuc^mHO
TïiC-HOLCqiScH
V
IK flstoot» t*r ner vbbl ntr je
A/AAM re HAttSAl HE£Pr .J{fOWBL
kt/a/kr ock EifE&V. ik 4bioof
Pfvr tiBT AL Zou HUI'
PBAJ aK Je Jfc voce- JOVO
NAAH qBBA-Uisre I WB2E
SvtyfdHWM JJ
av>- ;s**
In een lang vervlogen tijd roeiden
eens twee kooplieden in hun bo
ten over de rivier op weg naar
de keizerstad. De een was
bonthandelaar, de ander goud
smid. Op de eerste dag van hun
tocht, zei de bonthandelaar: „Ik
zou wel willen trouwen met de
mooie Katelijne, ik kan haar
vast wel krijgen". Maar de
goudsmid zei: „Je bent te laat.
Zij heeft beloofd mijn vrouw te
worden en ik heb haar een ver
lovingsring gegeven die het
kostbaarste was, dat ik bezat."
Toen lachte de bonthandelaar
en zei: „Wedden dat zij nu al
niet meer aan je denkt en dat
ze met mij wil trouwen? Ik
keer om en als zij erin toestemt
mijn vrouw te worden, zal ik
als bewijs de ring weer hier te
rugbrengen. We wedden om de
inhoud van onze boot". De
goudsmid haalde de schouders
Op de prairies in Noord-Amerika
liepen eens zo'n zestig miljoen
buffels rond. Maar je kwam ze
heus niet allemaal tegelijk te
gen, hoor. De Indianen waren
heel gelukkig met die dieren
want ze leverden huiden, vlees en
nog veel meer. In het begin van
de negentiende eeuw kwamen
echter de blanke mensen en die
gingen jagen op de buffels. Toen
het tegen 1900 liep, was de buffel
bijna uitgeroeid. Het lukte nog
tijdig de uitroeiing te voorkomen
want er mocht niet meer op buf
fels worden gejaagd. De buffels
werden in reservaten bijeenge
bracht dat zijn speciale, enor.
me stukken grond en lang
zaamaan komen er weer meer
buffels.
Oplossing
vorige week
Van de ruimtevaarders, die je vo
rige week moest vergelijken, had
nummer 8 geen vlaggetje op zijn
arm.
op: „Ga je gang, het lukt je
niet. Zij draagt de ring dag en
nacht en legt hem nooit af".
De ander roeide terug en ging naar
het huis van Katelijne. Aan de
achterdeur van het huis wenkte
hij de oude meid, gaf haar een
mooie, heerlijk warme bont
kraag, en vroeg: „Legt Katelij
ne haar mooie ring nooit af?"
„Nee, heer, nooit", zei de oude
babbelaarster. „Alleen als zij
zich baad, maar dan stopt zij
hem zo lang in haar mond om
dat zij bang is hem te verlie
zen". De bonthandelaar dacht
na terwijl hij een prachtige mof
aan het oudje gaf, zei hij:
„Hier, warm je handen, maar
vertel me: kun je me niet in
haar kamer verstoppen zodat ik
kan zien of je de waarheid
spreekt?"
Dat kon de oude meid wel en zij
verborg de bonthandelaar in
een kleerkast met een spleet in
de deur waardoor de bonthande-
i laar kon kijken. De man kroop
in de kast en zag zowaar hoe
Katelijne vijór zij ging baden de
ring van haar vinger schoof en
in haar mond stak. Maar die
bonthandelaar had altijd peper
in zijn zakken om tussen het
bont te strooien, dat was goed
tegen motten. Vlug schudde hij
peper op zijn hand. Terwijl hij
met de andere hand zijn neus
dichtkneep om niet te moeten
niezen, blies hij een dichte pe
perwolk naar Katelijne. Het
mesje begon onbedaarlijk te
niezen en de ring vloog uit haar
mond. „Hatsjoe-oe-oe!" Aange
zien daarenboven de tranen uit
haar gesloten ogen stroomden,
merkte zij niet hoe de bonthan
delaar uit de kast sloop, haastig
de ring opraapte en wegglipte.
Een dag later voegde hij zich al
weer bij de goudsmid, toonde de
ring en zei: „Zie ze heeft be
loofd met mij te trouwen en mij
de ring gegeven. IJu heb ik de
inhoud van je boot gewonnen".
De goudsmid was zo verslagen
dat hij zonder zich te verdedi
gen al zijn bezittingen afgaf,
niet meer verder wilde roeien
maar zich doelloos op de stroom
liet wegdrijven. Hoe lang hij
dreef, doet er niet toe, maar op
een dag strandde zijn boot bij
een stadje. Niet de keizerstad
maar wel de plaats waar de kei
zer een buitenverblijf had.
Hier vertelden de mensen dat de
keizerlijke familie was aangeko
men in de hoop dat de keizerin
zou genezen van een vreselijke
ziekte: Ze kon haar mond niet
meer open maken, ze sprak
niet, at niet en dronk niet. De
goudsmid kende de keizerin heel
goed, want niemand was méér
verzot op juwelen! Hij dacht
misschien de ongelukkige vor
stin te kunnen genezen door
met haar over sieraden te pra
ten. Daarom diende hij zich bij
haar aan en werd toegelaten tot
de zieke. Maar hoe hij ook zijn
best deed haar aan het praten
te krijgen, het lukte niet.
Intussen merkte de goudsmid op
dat een flauwe gloed door haar
wangen straalde... en een
vreemde gedachte trok door
hem heen: zij had Katelijnes
ring in de mond. Toen zei de
goudsmid tegen de keizer: „Ik
kan uw vrouw misschien gene
zen als ik met haar alleen mag
spreken", en dat mocht hij. Nu
de goudsmid alleen was met de
keizerin, vroeg hij: „Heeft een
vreemde bonthandelaar in de
keizerstad bont aan u ver
kocht?" Met gesloten lippen
knikte zij: ja. „Was daar een
vossepels bij?" Weer knikte zij:
ja. „Dat was een slechte jas"
zei de goudsmid. „Want daar
was een vel in verwerkt van
een vos die met zijn snuit in een
klem had gezeten. Die gesloten
vossebek heeft nu uw kaken op
eengeklemd".
De keizerin schrok, maar schudde
toch treurig het hoofd: neen.
„Dan hebt u een ring in de
mond", zei de goudsmid opeens.
„Hoe weet je dat??" riep de
vorstin en de ring vloog uit
haar mond.
„Die ring is door de bonthande
laar aan u verkocht", wist de
goudsmid, „maar heeft hij dan
gezegd dat u hem in de mond
moest stoppen?"
„Nee", was het antwoord, „maar
toen ik ging baden, moest ik
hem in mijn mond stoppen, ik
kón het niet laten en sindsdien
Jm
BR 44-72
b
Heb je een zusje? Of is zus zelf nogal handig? Dan gaan we een hals
ketting maken. En een originele. Je hebt er alleen een bamboestokje
en sterk garen voor nodig. Zaag het bamboestokje in stukjes van één
tot twee centimeter. Bamboe is hol en zo kun je heel gemakkelijk een
draadje erdoor doen. Als je het heel mooi wilt doen, moet je beginnen
met kleine stukjes en dan steeds iets grotere. Maar niet te gek groot
want anders buigt de ketting niet meer.
„Houd hem, maar zeg van dit
alles niets aan de keizer",
smeekte ze. „Zeg alleen dat je
me genezen hebt, want hij had
me verboden nog meer sieraden
te kopen. Wat zou hij woest en
woedend wrrden als hij hoorde
dat ik toch nog een ring gekocht
heb en er nog wel duizend
goudstukken voor heb gege-
De goudsmid zei dus tegen de kei
zer dat de ziekte veroorzaakt
was door een slechte pels waar
in een vos verwerkt was die
met zijn snuit in een klem had
gezeten. De keizer bedankte hem
en beloonde hem rijk. „Maar ik
zal de bonthandelaar die de kei
zerin een slechte pels heeft ver
kocht wel krijgen! Hij zal boe
ten!!" baste de keizer en daar
was de goudsmid heel tevreden
mee. Hij roeide uit alle macht
terug naar zijn dorp en vond
zijn Katelijne, eenzaam en ver
drietig over het verlies van
haar bruidegom en haar ring.
Zij vertelde over haar niesbui
en de goudsmid zag de oude
meid met haar kostbare kraag
en mof... Toen was het niet
moeil'jk om achter de waarheid
te komen.
„Heeft nadien de bonthandelaar
niet geprobeerd of je met hem
wilde trouwen?" vroeg de brui
degom. „Jawel", zei de bruid,
„hij liet zich iedere avond door
de oude meid aandienen, maar
ik heb nooit ontvangen. En nu
is hij gevangen genomen door
de soldaten van de keizer
Katelijne kreeg haar ring terug.
Ze trouwde haar goudsmid en
ze voeren in een versierde boot
over de rivier. Korte tijd of
lange tijd, dat wisten zij zelf
niet.
Je weet misschien wel dat de men
sen in China een looptaxi kunnen
nemen. Dat zijn wagentjes die
door een Chinees worden voort
getrokken. Links boven zie je
zo'n Chinees. Maar welk karre
tje hoort erbij? Knip ze uit en
probeer welke helft eraan past.
was het mij onmogelijk hem er
uit te halen! Geef me nu te eten
en te drinken, ik heb erge hon
ger en dorst!" Dat deed hij en
de keizerin gaf hem de ring.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG Begin juli zond
CRM-staatssecretaris Vonhoff
een dikke nota over nationale
parken en landschapsparken
rond naar allerlei maatschappe
lijke organisaties. Die nota was
opgesteld door CRM-ambtena
ren van de afdeling natuur- en
landschapsbescherming en lag
al ruim een jaar klaar.
Vonhoff was het lang niet met al
les in de nota eens en ook de
ambtenaren zelf waren zich er
van bewust dat de nota niet vol
dragen is. Het was slechts een
neerslag van eigen denkwerk.
zonder vooroverleg met andere
betrokken organisaties of over
heidsdiensten. De nota was
slechts bedoeld om reacties los
te maken en de gedachten-
stroom over dit onderwerp op
gang te brengen. Daarom werd
deze nota ook niet officieel door
CRM gepubliceerd.
Dat heeft wel verwarring veroor
zaakt. Sommigen dachten dat
het om een geheime beleidsnota
ging en dat Vonhoff zelf de nota
zou hebben geschreven of in elk
geval er achter stond. Maar dat
is niet het geval, benadrukt de
woordvoerder van het ministe
rie van CRM.
De ambtenaren maken in hun nota
verschil tussen nationale parken
en landschapsparken. Een natio
naal park is een niet al te groot
natuurgebied, in eigendom van
overheid of algemene organisa
ties zoals „natuurmonumenten",
met nauwelijks landbouwgron
den erin. Een landschapspark is
een veel groter gebied, meestal
meer dan 10.000 ha., met na
tuurgebieden maar ook recrea
tiegebieden en landbouwgronden
en met dorpen, waarin de grond
merendeels in handen blijft van
degenen die thans eigenaar zijn.
Nederland heeft al drie nationale
parken: Hoge Veluwe, Veluwe-
zoom en Kennemerduinen. De
CRM-ambtenaren menen dat er
nog een stuk of elf bij kunnen
komen: het duingebied van Ter
schelling en dat van Texel, de
bossen en heide van Dwingeloo,
de Wieden, De Holter- en Hel-
lendoornse berg, het kroondo
mein Apeldoorn, Utrechtse Heu
velrug, Haagse en Wassenaarse
Duinen, Voonne's duin, natuur
gebieden rond Hamert (nrd.-
Limburg), Zuidlimburgse Hel-
lingbossen.
Landschapsparken kent ons land
nog niet. De CRM-nota had er
tien gedacht: hele eiland Texel,
zuid-West Friesland, Dwinge-
loo-Ruinen, noord-west Overijs
sel, Oisterwijkse vennen-Campi-
na, Krijtland (Zd.-Limburg),
en:
Twenthe: gebied Losser-Olden-
zaal-Weerselo-Tubbergen-Man-
der-Duitse grens-Losser. Voor
naamste elementen: Twents cul
tuurlandschap (o.a. Essen),
fraaie landgoederen en bossen,
stroomgebied Dinkel. Aantrek
kelijke plaatsen: Ootmarsum,
e.a. Oppervlakte: ca. 20.000 ha.
Het verdient volgens de nota
aanbeveling ook het Duitse ge
bied ten noorden1 van dit land
schapspark op te nemen in een
„internationaal park".
Graafschap-Achterhoek: gebied
Zutphen-Lochem-Ruurlo-Hen-
gelo (Gld.)-Zutphen. Voornaam
ste elementen: groot veld, tallo
ze kleine bosgebieden, fraai cul
tuurlandschap. Historische ele
menten: vele fraaie landgoede
ren, landhuizen en kastelen. Op
pervlakte ruim 16 000 ha.
Veluwe: gebied Arnhem-Oos-
terbeek-Ede-Otterlo-Hoender-
lo-Loenen-Eerbeek-Dieren-
Doesbu rg-Rheden-Vel p-A m-
hem. Voornaamste elementen:
Hoge Veluwe. Deelerwoud, Ve-
luwezoom, Planken Wambuis.
Glnkelse Heide, Havikerwaard
en Fraterwaard. Oppervlakte
ruim 30.000 ha.
Waterland: gebied Amster-
dam-Oostzaan-Purmerend-E-
dam-Marken-Amsterdam. Voor
Het Nationale Park De Hoge Veluwe is één van de eerste nationale parken van ons land
naamste elementen: het Aen en Oppervlakte ca. 15.000 ha.
Dieen Landschap van Water- De plannen van CRM gaan in de
land, Purmer, Gouwzee met ei- miljoenen lopen en zullen daar-
land Marken, Twiskepolder. door voorlopig nog wel voorna-
Gave stadjes en dorpen: Broek, meüik dromen blijven. Ook al
Edam, Monnikendam, Marken. schrijven de ambtenaren: „Snel
handelen lijkt geboden. Iedere
dag vinden er aanslagen plaats
op datgene wat ons nog overge
bleven is. Hoe langer gewacht
wordt des te moeilijker zal rea-
lisering blijken!"