Virtuoos Nederlands Saxofoonkwartet treedt op a I Peiersmat in koffie- concert Aanwinsten van Leids zilver in de Lakenhal Dé bizarre poppenwereld van B. v. Rijn i OUD - ZATERDAG 4 NOVEMBER 1972 LEIDSE COURANT PAGINA 5 Rel-. componist Er zijn twee instrumenten die doorgaans in de sfeer liggen van de amusementsmuziek. Het zijn de saxofoon en de accor deon. Maar de uitvinder en bou wer, Antoine Joseph Sax, had dit doel zeker niet voor ogen, toen hij zijn instrument in de vorige eeuw aan Parijs toonde. Sax, Belg van geboorte, stu deerde fluit en klarinet aan het vertrok later naar Parijs, waar hij in de voetsporen van zijn va der trad, die eveneens een be roemd instrumentbouwer was. De saxofoon heeft een wat opval lend en melancholiek gekleurd timbre en zou zeker een vaste plaats in een orkest waardig zijn geweest. Maar de negen tiende eeuwse componisten bor duurden nog op een conventio neel stramien verder en het was uiteindelijk de meer in opkomst gerakende jazz die van het in strument gebruik ging maken. Zelfs nu nog, een eeuw na zijn uitvinding, geldt de saxofoon als een „modern" instrument. Maar in Frankrijk kreeg het meer kansen. Er wordt, en er is ook al, meer muziek geschre ven, kamermuziek vooral, waar in de saxofoon een plaats heeft gekregen. Met name door Alfred Desenclos 11912-1971), tot aan zijn dood di- rekteur van het Parijse conser vatorium en leraar harmonie en contrapunt aldaar. Hij is com ponist van uitsluitend kamermu ziek. Hij heeft enige werken op zijn naam. waarvan de saxofoon een belangrijk deel uitmaakt. Hij schreef o.a. een Septet voor saxofoon, klarinet, strijkkwartet en piano; voorts een berucht moeilijk werk voor saxofoon en piano en verder een saxofoon kwartet. Dit laatste werk kunt u beluisteren tijdens het koffiecon cert morgenochtend in de Foyer van de Stadsgehoorzaal om half twaalf, waar het wordt uitge voerd door het Nederlands Saxofoonkwartet, met Leo van Oostrom (sopraansaxofoon). Ed Boogaard (altsaxofoon), Adri van Velsen (tenorsaxofoon) en Jac ques Landa (baritonsaxofoon). Het werk heeft een intiem, naar de aard van de instrumenten: wat sensueel, maar ook een hu moristisch karakter. Wie zijn nu de mensen van dit Nederlands saxofoonkwartet. Al len behaalden een einddipoloma aan een Nederlands conservato rium; Leo van Oostrom met een onderscheiding voor virtuositeit en muzikaliteit aan het Konink lijk conservatorium in Den Haag. Hij is nu hoofdleraar aan het Conservatorium in Rotter dam. Ed Bogaard studeerde aan het conserv Utrecht, en hij is degene die dit zeer virtuoze Nederlands Saxo foonkwartet formeerde. Adri van Velsen kreeg zijn einddiplo ma eveneens aan het Koninklijk conservatorium in Den Haag en is nu werkzaam als pedagoog en dirigent. Jacques Landa stu deerde aan het Brabants con servatorium in Tilburg. Het Nederlands saxofoonkwartet treedt veel in Nederland op; maar ook in het buitenland heb ben zij reeds naam verworven. Zo werkte het in Parijs mee aan de Opera buffa „Paris nous deux" van Jean Frangaix, dat is geschreven voor solisten, koor en saxofoonkwartet. In MUnchen concerteerden zij tij dens de Olympische spelen voor officials, spelers en genodigden. Een uitnodiging van het wereld congres voor Saxofonisten in Toronto in 1971 moesten zij door omstandigheden helaas afzeg gen. Van Jan Frangaix is op het pro gramma van morgenochtend eveneens een kwartet opgeno men. Hij was leerling van Na- dia Boulanger (harmonie en compositie). Zijn schrijfwijze is spontaan en markant. Onder de hedendaagse Franse componis- plaats in. Hij schreef veel ka mermuziek. werken voor piano en orkest, balletten, een orato rium en de al genoemde opera buffa. Gabriel Pierné is vertegenwoor digd met „Thème et variations sur une Ronde populaire". Zijn muziek heeft een meer conven tionele stempel, gezien ook zijn opleiding bij Monmartel, Lavig- nac, Cësar Franck en Massenet. Met veel belangstelling zien wij uit naar het werk van de in 1942 geboren Nederlandse componist Wim Petersma, opgeleid aan het Amsterdamse conservato rium waar hij zijn einddiploma piano behaalde alsmede de prix d'excellence. Hij studeerde bij Ton de Leeuw compositie. Of schoon een brillant pianist, lig gen zijn werkzaamheden in de eerste plaats op het composito rische vlak. Hij behoort tot de avant-gardistische groepering en zijn naam is in Amerika en Frankrijk al heel bekend, in Ne derland in mindere mate. Zijn kwartet, dat morgenochtend wordt uitgevoerd, heeft hij spe ciaal geschreven voor het Ne derlands saxofoonkwartet. Dat ook de accordeon een vol waardig ..klassiek" instrument is, zal Harry Moolen morgen ochtend waar maken. Hij speelt enige Preludes en twee- en driestemmige lnventionen van Bach, een ..Werk voor me chanisch orgeltje" en 3 Sonates van Scarlatti. Los gezien van dit boeiende programma, is het meer dan de moeite waard, kennis te maken met dit als zeer virtuoos bekend staande Nederlands Saxofoonkwartet. K. en O. nodigt u uit om 11 uur aanwezig te zijn voor een kopje koffie. Het concert-op-dezondag- ochtend begint om half twaalf, duurt ongeveer een uur, waarbij u dan nog op een pauze van on geveer een kwartier moet reke- Hutspotop 74 november LEIDEN In verband met on overkomelijke technische moei lijkheden kan de voorstelling van hutspot, te geven door de Nieuwe Komedie, die aangekon digd was op donderdag 23 no vember, geen doorgang vinden. Dankzij de medewerking van het Rijnlands Lyceum, kon de voorstelling verplaatst worden naar dinsdag 14 november. Exposities Stedelijk museum l>e Lakcubal: Oudé Singel 28—32, tel. 44044 - Landschap, pen uil de 17-ceuw. Vanaf 10/11 amateuufotografen Leiden. Ma. l/m za. 10—17 uur; zo. 13—17 uur. Rijksmuseum voor OudhedenRapen- lai 28. er Char... 18—1' useum voor Volkeukunde straat 1. tel 32G41 - Fai-La de zeilen Ma. t/m za. 10— li-: zond. 13—17 uur. lleuif: Hoflaan 7. Wassenaar. van den Hauk met plastieken Jan de Valk medailles. Ma. t/m zf in17 uur. dl. 20—22 uur. Galerie Van der Mist: Karei Wigger met schilderijen ramlek. Di. t/m t Hoekje l.ij de I'om I LEIDEN De collectie Leids zil ver van het Stedelijk Museum De Lakenhal (Oude Singel 28 32) is in de loop van de laatste maanden verrijkt met enkele belangrijke aanwinsten. De vereniging van belangstellen den in de Lakenhal heeft het museum een balancerend jonge tje ten geschenke gegeven. Het is een typisch voorbeeld van 18e eeuwse zilveren speelgoedjes. Dergelijke figuurtjes zijn vrij zeldzaam. Dit jongetje is zelfs een unicum, namelijk het enig bekende stuk etagèrezilver, dat Leids gekeurd is. De jaarletter E duidt erop, dat het speeltje in 1737 gemaakt is. Er komt geen meesterteken op voor en is dus een anoniem werkje (fcito). Met steun van de vereniging Rem brandt konden twee zeer ./ai. wandarmen worden aangekocht, die in 1703 door de Leidse zil versmid Christiaan van Rensen waren vervaardigd. Wandarmen van zilver komen niet veel voor. Dit paar is het enige voorbeeld van Leidse makelij. Dergelijke wandarmen dienden in de tweede helft van de 17e eeuw en de eerste helft van de 18e eeuw ter verbetering van de verlichting in deftige huizen. De spiegels achter de kaarsen weerkaatsen het licht. Chris tiaan van Rensen was in Delft opgeleid, werd er in 1678 mees ter en liet zich in 1688 als poor ter in Leiden inschrijven. Hij overleed in 1727. (foto). De derde aanwinst is een groot presenteerblad, dat afgelopen zomer al sterk de aandacht trok op de tentoonstelling „De fami- Fort—an". Het is in 1759 ver.-; d door de bekende ,;30 zilversmid Abraham Fort...an. Aan de randen heeft het schitterend gegoten orna menten in Rococostijl. Het rechthoekig formaat is tamelijk ongewoon: over het algemeen j LEIDEN In het L(eids) A(ca- demisch) K(unstcentrum) aan het Levendaal exposeert mevr. I Bep van Rijn een aantal van i haar fantastische poppen. Hoe- wel zij oorspronkelijk tekenares was met een opleiding aan de Rijksacademie te Amsterdam (zij illustreerde onder meer veel kinderboeken), begon zij tijdens de oorlog voor haar kinderen, die geen speelgoed meer had den, poppen te maken. Dat wa ren voornamelijk paljas- of clownsfiguren. Toen de kinderen i groter waren kon zij echter de door haar toen ontdekte talen ten voor deze vorm van expres sieve kunst ten volle gaan ont plooien. Gelijktijdig evolueerde haar werk. j Vergelijken we een oude pop op j deze tentoonstelling een Jaco- De drie aanwinsten hebh^n i« af wachting van een reor:: van de zilver-afdeling van de Lakenhal, een tijdelijke plaats gekregen bij de ingang van de Harteveltzaal. Groenendijksemolen weer maalvaardig Oorspronkelijk had deze vermoedelijk uit de 17de eeuw daterende wipmolen een buitenscheprad. Omstreeks 1939 werd het scheprad vervangen door een schroefpomp buiten de molen, in de omgebouw de oude waterloop, welke pomp zowel door een dieselmotor als door de wind kan worden aangedreven. Toen de Rijnlandse Molenstichting de molen in 1966 ingrijpend liet herstellen, werd de schroefpomp gehandhaafd, omdat de Polder met behulp van dieselmotor en schroefpomp het polderpeil kon handha ven. Sindsdien is de situatie gewijzigd. De Oude Groenedijkse- en Barrepolder, de Bent- en Delf- of Generale Polder en de Polder Nieuw Groenendijk worden thans gezamenlijk door één electrisch gemaal bemalen. Het ontsierende stenen gebouwtje, waarin de die selmotor was ondergebracht, staande vlak bij de molen, kon nu worden verwijderd en de aandrijving van de schroefpomp met windkracht kon weer worden aangebracht. De werkzaamheden werden belangeloos uitgevoerd door de machi- nist-oud-molenaar van de polder B. A. Kraan, de vrijwillige mole naar Ing. J. Dekker te Ridderkerk, zijn collega K. Verhoeven en het bestuurslid van de Rijnlandse Molenstichting Ir. P. H. Mans, terwijl de-Machinefabriek Boele te Bolnes, eveneens belangeloos, de heren Dekker en Verhoeven in staat stelde de nodige pomppoelie te vervaardigen. De Groenendijksemolen is thans de enige Zuid-Hollar.dsc een schroefoomp. die intac- Van de 20 poldermolens, die de Rijr.fandse Moiensticnting in behee- heeft, zijn er 16 maalvaardig, 4 (nog) niet. Een daarvan, de Ho: dijksemolen te Koudekerk, zal vanwege de „subsidie-stop" eerst in 1965 gerestaureerd en volledig maalvaardig kunnen worden ge maakt. bijn met bijl onder de naam „Franse revolutie" met de recente producten van haar kunst, dan zijn de verschillen wel hemelsbreed. De oude pop is nog geheel figuratief, conven tioneel gemaakt zonder de bi zarre typering, die haar latere j werk zo kenmerkend maakt, j Pat latere werk is vol fantasie, zeer kleurrijk en bovendien ge tuigend van een scherp psycho logisch waarnemingsvermogen. I Soms komisch, ook wel tragi-ko-1 misch maar ook zeker niet ge-1 speend van een treffende tra giek. Allerlei materiaal stond haar ten dienste: lapjes vilt in vele, fraai contrasterende kleu- ren, opgewerkt met velerlei i klein gedoe als parelmoeren knoopjes e.d. Soms zelfs met een koperen deksel. Maar dat alles is slechts middel, de grote waarde is het vermo- gen om in deze bizarre vormen I de mens in allerlei staten van woede, ontroering, verwachting of desillusie in gestolde bewe-1 ging uit te drukken: „Nazo-1 mer", 'n ouder wordende vrouw met toch nog haar verlangens. „De pil" als een fantastisch em bryo. „Passiebloem" met de doorboorde handen, om er enke- le te noemen. Maar het fraaiste is ongetwijfeld „Orfeus", zowel wat vormgeving betreft als het prachtige kleurengamma. WILLEM PRINS. r met LEIDEN De belangstelling voor antiek is zeer groot. Dat blijkt wel uit de reactie op deze rubriek, waarin de antiek-expert van de Leidse Courant antwoord geeft op vragen van lezers, die Iets meer willen weten over de oude voorwerpen, die zij be zitten. Wie inlichtingen wenst, behoeft slechts een berichtje te stu ren aan de redactie van de Leidse Courant onder ver melding „Vertrouwd met Oud". Voor een eerste oriën tatie beschikt onze anti-ex pert graag over een foto; wanneer zij in het betreffen de onderwerp daartoe aanlei ding vindt, zal ze graag bij u langs komen voor een taxatie. DRIE STRIJKBOUTEN Een lezer stuurde een foto van drie strijkijzers. Het middel ste is van koper, de tweede links en rechts hiervan van ijzer. In de achttiende eeuw begon men met strijkijzers te werken. Vóór die tijd ge bruikte men de pers en de mangel. De eerste strijkij zers hadden een hol gedeel te. het „huis", waar een stuk ijzer van dezelfde vorm in paste. Dit stuk maakte men gloeiend heet en schoof het dan in het strijkijzer, dit strijken. De strijkijzers van de foto dateren van de ne gentiende eeuw. Om het te verwarmen stopte men hier in geen ijzer, maar gloeiende kooltjes of soms turf. Het bo venstuk van deze ijzers is een deksel. Aan de achter kant zit een scharnier en aan de voorkant een handel tje om de dekens vast te zet ten. Soms is dit handeltje mooi versierd, zoals bij het rechter ijzer waar het de vorm van een hoofdje heeft. Achterin de ijzers zit nog een schuifje. Dit is waar schijnlijk voor het regelen van luchttoevoer of om nog extra kooltjes in le stoppen. Er bestaan ook strijkbouten geheel van ijzer en met een houten handvat. Deze werden tegen een kachel gezet en zo verwarmd. Er bestaan zelfs speciale kacheltjes voor. Deze ijzers werden vaak ge bruikt bij het strijken van kappen van klederdrachten en hebben daartoe geschikte maten en vormen. De ijzeren bouten hebben een waarde van 60,- tot 90,-. De koperen bout is 90.- waard. NEOGOTIEK Mevrouw S. te O. vroeg inlich- tingen over deze fraaie wand- arm. waarvan zij er twee be zit. Het materiaal is een ko perlegering, waarschijnlijk messing. Gezien de afmetin gen komen de kandelabers uit een kerk of een open baar gebouw. Ze zijn een voorbeeld van de neo-gotische stijl en zijn waarschijnlijk tussen 1830 i I860 gemaakt. De neogotiek is de ergste „neo"-stljl van de negentiende eeuw. Onder de invloed van de romantiek wilde men het verleden doen herleven en een middel daartoe was het gebruiken van de oude vor men. Aanvankelijk werden gotische vormen vnl. in de bouwkunst toegepast, maar later ziet men ze ook bij meubels, gebruiksvoorw pen. enz. vooral in de details en de ornamentiek. De neo-gotische stijl wordt meer en meer gewaardeerd. Het aantal mensen dat zich ervoor interesseert, neemt steeds toe en dus ook d» waarde van de voorwerpen. De waarde van dit paar ƒ350,-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5