Wat de een zocht
Pat Adair boeit nog steeds
vond de ander
NA XERXES-HEERENVEEN:
IJshockeydoelman Van den
Boogaard stopt met sport
EX-HIJS-FAVORIET MET FABELACHTIGE STICKBEHAN DELING t
SPORTBIJLAGE
MOANDAG 30 OKTOBER 1972
UTRECHT - De man
achter de microfoon in het
bomvolle Utrechtse ijs-
hockeystadion wachtte
even als wilde hij bewust
de spanning opvoeren,
schraapte de keel en
kreet toen luid uit: „En
als gast voor deze gele
genheid uit Canada komen
overwippen, spelend met
nummer 14 Pat Adair! Je
zou verwachten dat ie
mand die al ruim zeven
jaar uit Nederland weg is
en die zelf van het bestaan
van Utrecht nooit heeft ge
hoord, een vergeten held
zou zijn. Het tegendeel
was waar, want als één
man rees de tribune over
eind en bleek uit de minu
tenlange ovatie, zoals die
waarschijnlijk nog nim
mer in de Utrechtse ijshal
had geklonken, welk een
betoverende kracht van de
naam Adair uitgaat.
De Canadees, tenderend naar
corpulentie, en als gevolg van
de 110 kilo een geprononceerd
achterwerk, was door dat ge
weldige applaus zichtbaar ont
roerd en moest als vedette,
die steeds maar weer op het
toneel wordt teruggeroepen
naar het uitbundige publiek
blijven zwaaien.
Frans Henrichs publicityman
nummer één voor de „ontwik-
kelingssporten" (cricket, rugby
en ijshockey) werd gisteren 50
jaar cn mocht ter gelegenheid
van het feit dat hij Abraham
zag, een wens doen: ,,Dan",
zei hij, omdat hij op de hoogte
was dat zijn UIJC een ijshoc-
keywedstrijd tegen Jong Oran
je zou spelen, „wil ik graag
hebben dat Pat Adair met
UIJC meespeelt, tezamen met
de spelers van HIJS VERONI
CA 538, Arie Klein, Rudi Bak
ker en Wil Ooms. Die vijfde
Wil Ooms rechtsen Rudi Bakker luisteren naar de instructies van de nog steeds populaire Pat
Adair (links), van wie ze tien jaar geleden bij het begin van hun ijshockeycarrière veel hebben
geleerd.
DEN BOSCH Ondanks de fi
nanciële injectie van Skol, is
ijshockey Den Bosch niet uit
de zorgen. Doelman Hans van
den Boogaard heeft namelijk
voor de eer bedankt. Deze ge
talenteerde doelman aan wie
Den Bosch de voorkeur gaf bo
ven een dure buitenlandse prof
heeft Den Bosch voor een fait
accompli gesteld: of jullie ver
goeden mij iets of ik stop er
mee.
IJshockey Den Bosch reageer
de negatief, beter gezegd rea
geerde helemaal niet, waaruit
Hans van den Boogaard de no
dige consequenties trok. Ge
volg: Den Bosch speelde zater
dagavond in Den Bosch zonder
van den Boogaard tegen Nij
megen en verloor met 6—3.
Hans van den Boogaard: „Vol
doen bij de academie voor li-
gend jaar moet ik eindexamen
chamelijke opvoeding in Til
burg. Daarvoor moet ik hard
studeren. Omdat mijn vrouw
tot nu toe heeft gewerkt kon ik
gaan ijshockeyen, maar nu
verwacht ze in januari een
kind en moet er dus mee stop
pen. Een maand geleden kreeg
ik een aanbieding om zeven
uur per week gymnastiekles te
geven. Dat levert me 4680 gul
den op en dat heb ik ook tegen
het bestuur gezegd. Mijn vraag
was gewoon of ze misschien
een oplossing hadden, want ik
kan dat geld niet missen.
Maar ik hoorde niets. De heer
Jan van den Udenhout verze
kerde me echter dat, mocht er
een sponsor worden gevonden,
er voor mij ook een oplossing
gevonden zou worden. Maar
niemand heeft ooit meer iets
van zich laten horen. Ik heb
zelf de knoop maar doorge
hakt. Vrijdagmiddag heb ik te
gen dr. de Vries onze vice-
voorzitter gezegd dat ik les ga
geven. Kijk ijshockey is nog
steeds een hobby van me,
maar ik ga er geen cent op
toeleggen. In het begin van het
jaar hebben ze mij bij Den
Bosch tot assistent-trainer be
noemd, voornamelijk ten aan
zien van de conditie en daar-
voof hebben ze me ook nooit
iets gegeven. Geld hoef ik niet
te hebben, maar er kan toch
wel iets anders tegenover
staan".
speler moeten jullie zelf dan
maar regelen". En zo ge
schiedde. Pat Adair, drie jaar
geleden Europa na een verblijf
van tien jaar, de rug toeke
rend accepteerde met graagte
de uitnodiging en kwam vrij
dag met het vliegtuig om een
weekendje Nederland te doen,
met als enige bagage, schoon
ondergoed, een tandenborstel
en een paar schaatsen.
Daar stond hij zaterdagavond
dan op het Utrechtse ijs, de
man in bonus uit Toronto, die
zich eigenaar kan noemen van
een hotel en tevens een drukke
nering heeft als levensverzeke
raar. Trager en logger, dat
wel, maar nog steeds de
stickhandler van formaat. Het
team van Jong Oranje dat te
genstander van UIJC was, kan
er over meepraten. Tot de eer
ste pauze had het de stand
dubbeiblank weten te houden.
Maar kreeg na afloop toch een
negatieve score van 12—4 op
het rapport.
Het viel de gast uit Canada
niet bepaald mee, want telkens
in de eerste periode zocht hij
zuchtend en zwetend de spe-
lersbank op, de conditie liet
het afweten. „Want", zei de
lieveling van het Haagse en
ook Utrechtse publiek na de
wedstrijd terwijl hij zijn pilsje
te lijf ging als een versmach
tende kameel de dichtstbijzijn
de oase, „ik heb sinds Kerst
mis niet meer gespeeld. Het is
zo druk in de business en mijn
vrouw en twee kinderen, zoon
tje van zes en dochtertje van
twee, vergen zoveel tijd, dat ik
momenteel geen gelegenheid
heb om ijshockey te spelen
Maar misschien dat ik volgend
seizoen weer eens ga spelen,
wie weet".
Grootste
En dat schetst zo ongeveer de
persoon Pat Adair; spelen
wanneer ik wil, doelpunten
maken wanneer ik wil. Frans
Henrichs: „Pat is zonder meer
de grootste die er ooit in Euro
pa is geweest. Als je nu ziet
wat die knaap kan als 32-jari-
ge en dan met tien maanden
stilstaan, wat moet hij dan
niet kunnen presteren als hij
conditie heeft en getraind Is.
Elke club In Nederland zal dan
toch een moord voor hem doen
Maar ja, Pat Is verdomd lui".
Toen hij 19 was, kwam Pat
Adair via een persoonlijke
vriend van „good-old" Arie
Klein, naar Nederland voor
een belachelijk laag bedrag
van 25 gulden in de week.
Maar Fat had al gauw gezien
wat zijn meerwaarde ten
opzichte van de rest was, zo
dat het bedrag van zijn ver
dienste al snel moest worden
aangepast, want Pat boeide
het Haagse publiek en bleef
het met zijn wervelende acties
boeien. Maar hij pestte ook
i terug in Nederland voor zijn vriend Frans Henrichs, aie (midden) de face off I
graag, deed of hij er geen zin
in had en HIJS kwam dan ach
ter. Ed Hopman, die toen ook
al coach was had dan het
schuim op de lippen van woe
de en dan vroeg Pat een beet
je cynisch: „Wil je doelpunten
Hoppie, well, dan krijg je ze".
Bij de volgende wissel was de
achterstand van twee doelpun
ten omgezet in een voorsprong
van éen, Pat had driemaal
gescoord. En dan was Ed Hop
man tevreden en het publiek
ook, dat in die tijd nog in de
rij stond voor een kaartje,
vooral toen Carl Forster erbij
kwam en met Pat Adair een
niet te splitsen tweeling werd.
Pat Adair was de goochelaar,
de magiër, met zijn geweldige
solo's, Carl Forster bekroonde
dit werk.
Vrienden
Pat Adair die vijf seizoenen In
Den Haag heeft gespeeld en
aldus een stuk van zijn leven
in de residentie liet liggen,
weet het nog allemaal en was
bijzonder verheugd zaterdag
zoveel vrienden uit Den Haag
te kunnen begroeten.
Terwijl hij in de Utrechtse
kleedkamer zelf zijn stick met
tape aan het omwinden was,
kwam de verzorger van HIJS,
Joop Stoops binnen en vroeg:
„Zal ik het weer voor je doen
Pat".
„Ha, Stopie, hoe gaat het er
mee" en na de spontane be
groeting van twee oude vrien
den „Weet je nog Stopie dat ik
eens je zondagse pak tijdens
de kersttrip een hele nacht in
de wasmachine heb laten zit
ten. Toen we het er de vol
gende morgen uithaalden, was
het net groot genoeg voor ,je
zoontje". Alsof hij nooit was
weggeweest.
Terwijl Frans Henrichs en
Henk Terlingen in een gesimu
leerd interview in de gezellige
bar, elkaar met onderwaterse
steken probeerden te overtref
fen en de nodige spiritualiën al
achter allerlei knopen waren
verdwenen, kwam Pat Adair in
een keurig gesneden maatcos-
tuum binnen. Frans Henrichs
merkte dat op en deed de
drukke bar hiervan kond, het
geen weer 'n ovationeel applaus
tot gevolg had. En ook Pat
Adair ontkwam er niet aan
nog eens te spreken over de
goede oude tijd met HIJS.
Waaruit ook weer bleek hoe
betrekkelijk commerciële
vriendschap kan zijn, want
Carl Forster heeft hij sedert
dien niet meer gezien.
Aandeel
Hoewel hij tegen Jong Oranje
eenmaal scoorde had hij in
acht andere doelpunten die
zijn lijn maakte een werkzaam
aandeel. Zo was hij zaterdag
in Utrecht, zo was hij ook dik
wijls in Den Haag. Hij gunde
graag zijn medespelers de eer
van 't ,goaltje maken'. Daarom
kon Carl Forster in drie sei
zoenen 129 doelpunten maken.
Pat zelt maakte er in vijf jaar
182 voor HIJS en presteerde
het om in een seizoen meer
dan 100 punten doelpunten
en assists te verzamelen,
een record dat nog nooit is ge
broken en waarschijnlijk ook
niet gebroken zal worden.
Zelfs de doelpunten gemaakt
tijdens een buitenlandse trip
zijn hierin niet gecalculeerd.
In het ijshockey-walhalla Ca
nada heeft Pat Adair nooit'tot
de allerhoogste treden kunnen
doordringen, hoewel hij daar
voor wel degelijk de kwalitei
ten bezat. James Proudfoot uit
Toronto, radio- en televisiecom
mentator die alles weet over
ijshockey: „Pat was twaalf
jaar geleden een geweldenaar,
voor wie een contract bij de
NHL haalbaar was. Maar, en
dat heeft mijn goede vriend
Frans Henrichs al gememo
reerd, Pat kan ontzettend lui
zijn. Toen hij eens examen
moest doen in een trainings
kamp van de Chicago Black
Hawks kwam hij niet opdagen
omdat hij geen zin had en toen
hij later bij' Buffalo hetzelfde
kwam doen had hij zogenaamd
de schaatsen waar hij zo aan
gehecht was, vergeten. In de
harde wereld van de NHL slikt
men zoiets niet".
Als de tijdmachine de Pat
Adair van toen in 1972 had
kunnen plaatsen zou hij dan
nog zo'n superster zijn geweest
als tien jaar geleden. Adair
meent zelf dat zijn uil geen f
valk is: „Kijk, tien jaar gele
den was het de enkeling die I
het moest maken. Je stond I
naast een of twee goede spe- I
Iers en dat was dan in feite
het hele team. De rest was
goedwillend zonder kwaliteiten
te hebben. Maar als ik, zoals I
vanavond, heb gezien hoe die
jongens van Jong Oranje in
Utrecht hebben gespeeld, moet
ik zeggen dat het spelpeil
Nederland in vergelijking met I
vroeger is gestegen. Daarom j
geloof ik ook niet dat het voor
mij tegenwoordig zo makkelijk I
zou zijn geweest, die show t«
maken als tien jaar geleden". I
Een valse bescheidenheid van
een groot ijshockeyer, want
wie de gezette Adair met zijn
32 jaar zaterdag aan het werk
heeft gezien, met de Canadese
speler van HIJS Veronica 538,
Bob Tnnstead, weet dat Adair
ook nu nog een uitblinker zou
zijn geweest.
Den Haag en Nederland zullen
het met de herinnering moeten
doen.
BART HOOGDUIN
ROTTERDAM De rijk
dom van het Nederlandse
voetbaltalent, die wel eens
wordt vergeleken met de
hoogtijtijd van Hongarije
(met o.a. Puskas) van
midden in de jaren vijf
tig, kreeg voor de aan
dachtige toeschouwer
weer eens gestalte bij
X erxesH eeren veen
Twee spelers, Hans Haze-
broek en Wim Prinsen, die
vroeger bij Sparta eikaars
tegenpolen waren, ontpop
ten zich heel anders. De
één, Hans Hazebroek,
door Sparta zes jaar gele
den gekoesterd als het ta
lent met een fabelachtige
toekomst, liep er bij
Xerxes bij als een verlo
ren schaap, dat moe van
de minste of geringe be
weging werd. Alleen zijn
„dodelijke" lange pass,
die het Feijenoordstadion
eens op zijn kop zette,
herinnerde nog aan wat
Hans Hazebroek nooit kan
vergeten.
Wim Prinsen, zijn tegenpool,
die bij Heerenveen ijverig zijn
best deed om uit te blinken,
komt voort uit dezelfde lich
ting bij Sparta. Alleen met dit
verschil: Hij was nooit de ve
dette. Integendeel zelfs. De
achteloze linkerspits was eer
der het mikpunt van kritiek
dan van bewondering. Zelfs
toen hij zich zes jaar geleden
bij Sparta een half seizoen in
het eerste speelde, geloofde ei
genlijk nog niemand in zijn be
perkte capaciteiten. Maar Wim
Prinsen is een doorzetter. Toen
hij zag dat zijn glorie in Rot
terdam voorbij waj, zette hij
resoluut een streep onder zijn
„topclubambities" en verhuis
de naar Heerenveen, waar hij
de vrede met zichzelf vond en
waar hij nu weliswaar een
ander soort, maar in elx geval
wel een vedette is. Hans
Hazebroek ondervond dat vaak
in de persoonlijke duels, waar
in Wim Prinsen hem steeds de
baas was. De tijden kunnen
veranderen.
De rijkdom van het Nederland
se voetbal is dat er ondanks de
voortdurende doorbraak van
talent (neem Hans Bres van
FC Den Haag maar) nog een
enorme hoeveelheid spelers
overblijft, die wel de aanleg
heeft om de top te halen maar
die door welke tekortkoming
ook nooit verder dan het be
gin, de constatering, komt.
Wie naar het jaarlijkse verloop
van de „reservespelers" bij de
profclubs kijkt komt meestal
tot de ontdekking, dat ze men
taal onvoldoende hard zijn. De
minste of geringste tegenslag
is vaak funest voor de ont
plooiing van dat beetje meer,
dat van hen juist een „topper"
maakt. Dat de trainer in deze
ontwikkeling vaak een beslis
sende invloed uitoefent, blijkt
ook uit het relaas van beiden.
Wim Prinsen: „Toen ik bij
Sparta in het eerste speelde,
voelde ik op een gegeven mo
ment aankomen, dat er niet
meer inzat. Ik heb toen aan de
toenmalige Britse trainer
Thomson recht-op-de-man af
gevraagd wat hij adviseerde.
Hij zei: Go away. Woorden,
die ik nooit zal vergeten. Zij
waren beslissend voor mijn
doordachte keuze om naar
Heerenveen over te stappen".
Tastbaar
De Brit, geschoold door de kei
harde en befaamde opleiding
in zijn land, gaf deze raad in
een periode, dat het Neder
landse trainerskorps nog geen
„vedetten" naar voren had ge
schoven. De opleiding van al
die „vakmensen" Ir. het huidi
ge Nederlandse topvoetbal had
nog beslist geen tastbaar ef
fect gehad. Hans Hazebroek,
de bejubelde uit zijn tijd, mis
te dat nuttige advies van een
man als Thompson. Hij bleef
maar rondtollen zonder de
werkelijke piek in zijn presta
ties te creëren. Vooral psy
chisch moest hij daar tol voor
betalen. Van de zelfbewuste
veranderde hij dan ook lang
zaam in de onzekere.
De twijfelaar, die het raffine
ment in zijn spel verloor en na
verloop van tijd als gevolg
daarvan ook de weg terug in
sloeg. Naar SVV. Drie jaar Ia-
ter dan Wim Prinsen. Dat dit
tijdverlies met al zijn onaange
name, vooral mentale bijkom
stigheden funest bleek, was
snel duidelijk. Hans Hazebroek
verdween in de rijen der
naamlozen en Wim Prinsen,
zijn resolute maar technisch
veel minder bekwame collega
van weleer, bleef op lager ni
veau, met al het financiële ge
rief, gewoon doorspelen. En
wel zodanig, dat Meg de Jong,
de trainer van Heerenveen,
gisteren oordeelde: „Wim
Prinsen is voor ons elftal van
grote betekenis. Met zijn erva
ring heeft hij op vele van onze
resultaten invloed". Wim
Prinsen zelf: „Van mijn keuze
heb ik nooit spijt gehad. Ik ge
loof ook wel, dat het komt om
dat je je een vaste speler van
het eerste voelt. Bij Heeren
veen ben ik iets, bij Sparta
niet. Als je bij die club een
keer goed speelde, had je nog
geen zekerheid voor de volgen
de week". Deze verstandelijke
en reële benadering, die Wim
Prinsen op zijn plaats zette,
had Hans Hazebroek niet. Hij
voetbalde al die jaren in de
roes van het talent dat er
toch eens moest komen. Maar
omdat hij steeds trainers trof,
die hem niet begrepen, kwam
ie er niet.
Dat stempelde hem langzaam
maar zeker tot een lastige
knaap, waar de SVV-trainer
Jan Bens het mee aan de stok
kreeg. Hij wilde van Haze
broek een vleugelverdediger
maken, terwijl de Nieuwerker-
ker van origne altijd een aan
vallende middenvelder was.
„Dat was de druppel, die de
emmer deed overlopen", zei
hij gisteren. „Die man begreep
uitgaste
ziensws
ving, d.
Hans Hazebroek, eens de ge
vierde en nu de teleurgestel
de. Op de foto staat hij naast
Rinus Gosens. die altijd zeer
lovend over zijn spel was.
me niet en hij wilde me ook
niet begrijpen, vond ik". Hans
Hazebroek trok voor de tweede
keer in zijn carrière de konse-
kwentie uit deze ontwikkeling
en sloot zich aan bij de ama
teurclub Xerxes, waar vele
van zijn vroegere Sparta-kor-
nuiten zich uitleven in wat (enstent
spelvreugde. Zelfs deze stimu
lans krikt zijn zelfvertrouwen
niet meer op. „Het gaat moei
lijk. Ik ben zeven kilo aange
komen en het is voor mij las
tig om ze er weer af te krij
gen". Wim Prinsen: „Je moet
op een gegeven moment je
plaats bepalen. Dat is moeilij- laa
ker dan het voetbal op zich.
Maar slaag je dan ben je een L
gelukkige speler. Ik heb er
vanmiddag bij Xerxes weini- frembat
gen gezien". Het redelijke ver- borscho
stand had gezegevierd boven Jhrnpvp
het idealisme, dat niet voor ie-
dereen goed is. aktijd ii
HANS DE BRUYN ^ssenhe
r-^nstand
enbare
ompwij
ssiërer
Dlogiscl
piswerl
I Leidei
lad Alk
oord
igrotinj
Wim Prinsen wordt in zijn rush geremd door de d oelman van de tegenpartij. Zijn eerzucht is er niet
minder door geworden.