MARS
NAAR
ROME
- m
(Wie
Een
halve eeuw
geleden
ZATERDAG 28 OKTOBER 1972
,Uwe majesteit verontschuldige
mij, dat ik mij in zwart hemd
voorstel
Ik kom regelrecht uit de slag
Op de tentoonstelling van mo
derne Italiaanse kunst, die in de
zomer van 1935 in Parijs werd
gehouden prijkte een omvang
rijk doek van een minder dan
middelmatig schilder, wiens goe
de relaties met het fascistische
systeem ruimschoots vergoedden
wat hij aan talent mist. Mussoli
ni stond erop afgebeeld, te
paard zijn legioenen aanvoerend
in de legendarisch geworden
mars naar Rome. Het was, wat
je noemt een „officieel" schilde
rij dat pretendeerde het eerste
hoogtepunt en tevens het begin
van Mussolini's carrière als
„duce" aanvoerder van het
Italiaanse volk in beeld te bren
gen.
Wat het schilderij in kwestie liet
zien en aan het publiek probeer
de wijs te maken was veel meer
legende dan historie. Niet alleen
omdat het als een paal boven
water staat dat Benito Mussolini
noch te paard, noch tè voet
noch op welke andere manier
dan ook zijn fascistische „legioe
nen" heeft aangevoerd in hun
opmars naar Rome, maar ook
omdat deze hele mars naar
Rome, die Mussolini aan de
macht zou hebben gebracht, op
de keper beschouwd nooit be
staan heeft. De triomfantelijke
intocht van verschillende tien
duizenden zwarthemden in de
Italiaanse hoofdstad begon pas
vierentwintig uur nadat Mussoli
ni aan dc macht was gekomen
en hij van koning Victor Ema
nuel III de opdracht had gekre
gen een nieuwe regering te vor
men.
Dit défilé van door de Romeinse
najaarsregens doorweekte zwart
hemden, waaraan door Mussoli
ni bij de monumentale ingang
van Villa Borghese de revue
werd afgenomen, kwam dus ei
genlijk als mosterd na de maal
tijd. Het bestond trouwens niet
alleen uit zwarthemden. Het
werd geopend door de „camizie
azzurre" (blauwhemden) van de
nationalistische partij, die zeer
monarchistisch gestemd, kort te
voren in Rome waren gemobili
seerd om zo nodig met geweld
de inval van de fascisten te
weerstaan. Er marcheerden ook
legereenheden mee, die als Vic
tor Emanuel van zins was ge
weest Rome te verdedigen waar
schijnlijk op de zwarthemden
geschoten zouden hebben. Nog
maar kort tevoren had generaal
Badoglio verklaard dat vijf mi
nuten schieten voldoende zou zijn
om het hele fascisme te doen in
eenstorten. Die mening werd
heimelijk gedeeld door twee van
de vier hoofdaanvoerders van de
fascistische kolonnes, De Bono
en De Vecchi, die bang waren
dat de m grote meerderheid ko
ningsgezinde officieren niet zou
den aarzelen te schieten op de
zwarthemden wanneer die zou
den proberen een staatsgreep uit
te voeren.
Een goeddeels overbodige angst,
want tenzij koning Victor Ema
nuel IIÏ over genoeg ruggegraat
en gezag zou hebben beschikt
om het op een gewapende
krachtmeting met de fascisten
te laten aankomen, zouden de
leger-autoriteiten zich bij een
fascistische greep naar de
macht hoogstwaarschijnlijk met
de rol van sympathiserend toe
schouwer hebben vergenoegd.
De Italiaanse democratie is eind
oktober 1922 niet door een over
macht van gewapende fascisti
sche benden aan haar eind geko
men, maar als gevolg van de
chaotischp toestand waarin het
land sinds ongeveer een jaar
verkeerde en de machteloosheid
van de elkaar in snel tempo op
volgende regeringen. De leden
daarvan sympathiseerden her
haaldelijk stiekem met het fas
cisme, waarmee zij het op een
akkoordje hoopten te gooien om
hun eigen positie en carrière te
redden en om de sinds het ein
de van de oorlog oproerig ge
worden Italiaanse industrie en
landarbeiders weer hardhandig
in het gelid en tot onderwerping
te brengen.
Victor Emanuel's afkeer en
wantrouwen jegens Mussolini en
zijn volgelingen, wier zwarte
uniform-hemden bleven herinne
ren aan de anarchistisch-revolu-
tionaire oorsprong van hun be
weging, wortelden in het repu
blikeinse en rossig revolutionai
re sentiment, waarvan het fas
cisme in zijn begintijd blijk had
gegeven. Maar in de herfst van
1922 was die periode al lang af
gesloten en had Mussolini al
lang ingezien, dat hij alleen de
door hem vurig begeerde rol
van grote „condottiere" zou
kunnen spelen wanneer hij de
bakens verzette en zich tot
„duce" opwierp van een natio
nalistische en uitgesproken
rechtse revolutie. Daarvoor wa
ren steun en sympathie in over
vloed te vinden, zowel bij promi
nente leden van het koninklijk
huis en bij het Vaticaan als bij
de grootindustrie, de sinds het
eind van de oorlog financieel
aan lager wal geraakte officie
ren en de eveneens in moeilijke
omstandigheden verkerende bo
venlaag van de burgerij de lei
dende ambtenaren en de magi
stratuur.
Wilde koers
Volslagen opportunistisch in heel
zijn doen en laten had Mussolini
tot het eind van 1921 een wilde
en onberekenbare koers gevolgd,
niet slechts omdat hij behalve
op het punt van zijn eigen
macht en roem geen enkel lo
gisch samenhangend program
had, maar omdat hij als vrijwel
volleerd comediant en volksmen
ner alle stromingen die zich in
zijn beweging aftekenden te
vriend moest houden. Zijn repu
blikeinse overtuiging belette
hem niet om de loftrompet te
steken over de grote rol die het
huis van Savoye in de Italiaanse
geschiedenis had gespeeld en
zou kunnen blijven spelen wan
neer hi.1 dat tactisch gunstig
vond om nieuwe aanhangers te
winnen in kringen die konings
gezind waren. Om de financiële
steun van de groot-industriëlen,
waarvan zijn partij afhankelijk
was geworden niet te verspelen,
veroordeelde en bestreed hij de
bezetting van fabrieken en ge
bouwen door arbeiders wier sta
kingen door hun patroons beant
woord waren met het wapen van
uitsluiting, hoewel hij nog geen
twee jaar eerder die bezetting
van bedrijven juist had toege
juicht en gesteund. Heftig anti-
clericaal en overtuigd agnosticus
en atheïst lukte het hem niette
min in geheime onderhandelin
gen met kardinaal-staatssecreta
ris Gasparri zoveel politieke en
financiële toekomstbeloften te
doen, dat het Vaticaan zich be
reid verklaarde om de door Don
Sturzo geleide democratische
volkspartij, die zich schrap zette
tegen elke vorm van samenwer
king met de fascisten, te desa
voueren. Maar nog in augustus
1921 had Mussolini een pact van
samenwerking met de socialis
ten gesloten. Bij die gelegenheid
verklaarde hij, dat het belache
lijk was om te beweren dat de
Italiaanse arbeidersstand op
weg was naar het bolsjewisme.
En hij voegde eraan toe: „Als
het fascisme niet bereid is mij
te volgen in mijn samenwerking
met de socialisten, zal in elk gc-
9 De Zwarthemden tijdens hun mars door de straten van Rome
val niemand mij ooit kunnen
dwingen het fascisme te vol
gen". Drie maanden later, toen
bleek dat een groot deel van
zijn volgelingen en al zijn finan
ciers weigerden hem te volgen,
werd het pact opgezegd en be
gon Mussolini uit het tegenover
gestelde vaatje te tappen. Hij
had weliswaar voortdurend de
mond vol van de noodzaak om
door een fascistische staatsgreep
het parlement en de liberale
staat omver te werpen, maar te
gelijkertijd was hij onophoude
lijk bezig zijn meer ongeduldige
vrienden zoals Italo Balbo, Dino
Grandi en Roberto Farinacci,
die plannen hadden beraamd
voor een dergelijke staatsgreep,
af te remmen.
Pressiemiddel
Voor Mussolini is de legendari
sche mars naar Rome nooit
meer geweest dan een pressie
middel op de koning en op de
leidende democratische politici.
Van hen had de voorlaatste mi
nister-president Ivanoe Bonomi
reeds in oktober 1920 in zorgvul
dig geheim gehouden circulaires
de officieren van het Italiaanse
leger aangespoord om de „fas-
ci" van Mussolini te steunen,
aangezien zij „beschouwd moes
ten v/orden als levende krachten
van de natie, die eventueel ge
bruikt zouden kunnen worden te
gen de antinationale en oproeri
ge elementen". Waartoe deze le
vende krachten van de natie
zoal in staat waren bleek o.m.
uit de schriftelijke mededeling
van de minister van justitie
Alessio van 10 oktober 1922,
waarin deze constateerde dat er
tussen lj augustus en 22 septem
ber 369 politieke misdrijven wa
ren gepleegd, waaronder 74
moorden, 79 verwondingen, 75
andere geweldplegingen, 37
brandstichtingen enzovoorts.
„Bepaalde streken", zo verklaar
de de minister „leven onder een
systeem van terreur, waardoor
het zelfs niet meer mogelijk is
strafprocessen te houden omdat
de slachtoffers en de getuigen er
zich wel voor wachten voor de
rechtbank, te verschijnen uit
angst anders te worden doodge
ranseld of op zijn minst een bas
tonnade te ondergaan". Niet al
leen rechtse en liberale politici
sympathiseerden heimelijk met
deze geweldmethoden, in de ko
ninklijke familie oefenden de ':o-
ningin-mceder Margherita en de
hertog van Aosta, die ervan
droomde zich meester te mr.ken
van de trocn, als Victor Erir-
nuel eventueel door Mussolini
zou werden afgezet, gestage
druk uit op de weinig wilskrach
tige koning om te zwichten voor
de fascistische leider.
Het laatste democratische kabi
net onder leiding van Luigi Fac
ta, in maart 1922 gevormd na de
zevenentwintigste kabinetscrisis
die Victor Emanuel in de tot
dan toe zevenentwintig jaren
van zijn regering had meege
maakt, bezweek op 19 juli aan
een motie van wantrouwen die
zowel door linkse en uiterst link
se partijen als door de katholie
ke volkspartij en door de fascis
ten met 288 tegen 103 stemmen
werd aangenomen.
Facta volgde weliswaar bij ge
brek aan beter zichzelf na enke
le weken weer op, maar zijn ka
binet miste voortaan elk gezag.
Achter zijn rug om werden nieu
we vergeefse pogingen aange
wend om een meer presentabele
regering te vormen. Het was
een zoeken naar de quadratuur
van de cirkel omdat er maar
twee mogelijkheden bestonden:
die van een democratische coali
tie met de socialisten en die van
een voor de toekomst van de de
mocratie weinig goeds belovende
samenwerking met de fascisten.
De eerste werd verworpen door
de rechtse partijen, de laatste
door dc katholieke volkspartij
van Don Sturzo.
Achtergrond
Onder die omstandigheden rijpte
bij de vier hoofdaanvoerders
van de fascistische beweging on
der Mussolini de „quadrumvi-
ri" de 26-jarige knokploegen
leider Baldo, generaal Emilio de
Bono, ex-bevelhebber van het
negende Italiaanse legerkorps,
de politicus Cesare Maria De
Vecchi en partijsecretaris Mi-
chele Bianchi, het plan het ijzer
te smeden zolang het heet was.
Een opmars in vier kolonnes
van in totaal 250CO ten dele ge
wapende zwarthemden naar de
hoofdstad zou de reeds wanke
lende democratie met geweld
ten val brengen. Mussolini zelf,
die wist hoezeer 'de citadel van
het staatsgezag van binnenuit
ondermijnd werd en eveneens op
de hoogte was van het feit dat
de machtige confederaties van
industriëlen, landgoedbezitters
en zelfstandige boeren de koning
hadden laten weten dat zij een
kabinet-Mussolini eisten, hield
zich op de achtergrond en spe
culeerde op een politieke capitu
latie van de „vijand", in wiens
kamp hi] zoveel medestanders
telde.
Terwijl Mussolini's legioenen
door de bijna tropische herfstre
gens van midden Italië voortsop-
ten, maar zonder moeite op vijf
tig km. van de hoofdstad tot
staan gebracht konden worden
door enkele honderden carabi
nieri, terwijl anderzijds generaal
Pugliese in Rome 25000 goed ge
wapende soldaten in stelling,
bracht en de bruggen, openbare
gebouwen en andere strategi
sche punten in de stad in staat
van verdediging bracht, kondig
de premier Facta de staat van
beleg af. Mussolini was intussen
in geen velden of wegen te be
speuren. Hij hield zich op veili
ge afstand in Milaan in reserve.
Toen Victor Emanuel de 28ste
oktober 's morgens om negen
uur weigerde het regeringsde
creet waarbij de staat van beleg
werd afgekondigd te onderteke
nen was het pleit beslist. Welis
waar meende de koning Mussoli
ni nog te kunnen overtroeven
door een nieuwe opdracht tot
kabinetsformatie te geven aan
de rechtse ex-premier Salandra,
die enkele uren in de waan ver
keerde dat hij de leider van de
fascisten zou kunnen bewegen
genoegen te nemen met vier ze
tels in een nationaal kabinef
waarin Mussolini niet de eerste
viool zou spelen. Maar Mussotac
wist dat hij het spel gewonnë
had en bleef weigeren tot h
zondagmiddag de negenentwi^
tigste om twee uur het uelegraj
ontving dat hem de weg naa
het Quirinaal en naar de macl
opende. Het luidde: „Zeer u
gent, absolute voorrang. Aa
mijnheer de afgevaardigde Mui
solini, Milaan. Uit Rome, H(
Quirinaal. Zijne majesteit de kt
ning die U wenst te sprekei^^—
verzoekt U naar Rome te kJflHÜ
men. Hoogachtend, generaal Cit
tadini". Een uur later diezelfd1
zondagmiddag gaf hij de prefec
van Milaan telefonisch opdrach y
te zorgen voor een extra trein
's Avonds bij het vertrek uit Mie waper
laan werden hem op het perraam bet«
bloemen aangeboden. Maandaen van i
ochtend 30 oktober om lO.ten hij
uur kwam hij in Rome aan, itagne vc
fascistisch tenue met zwaijelofte oi
hemd, maar tevens met bolhoc&ag te o
en slobkousen. In die kwaje eerst»
heldhaftige en lichtelijk lacljen oorli
wekkende dracht presenteerdferenigd
hij zich bij de koning met dorlog in
v/oorden „Uwe majesteit gelieveren doi
mij te verontschuldigen dat ihilitairei
mij nog in zwart hemd voorsteen, intu
Ik kom regelrecht uit de slamat Nixo
die gelukkig zonder bloedvergi* neder
ten verlopen is" Het klonk melfcker als
dramatisch en het was ni<en het
waar. Het hoorde bij de kunstoorafgej
matig gecreërde legende. je instal
Toen de fascistische kolonnf
ruim vierentwintig
verlof kregen Rome binnen
trekken om de stad direct
het défilé met tientallen exti
treinen weer te verlaten hél
den zij niet veel meer te di
dan de massafiguratie te verzol
gen in een politieke tragikomi
die waarin de duce 21 jaar
met pathos de hoofdrol zou
len. Niet zij hadden Mussoli
aan de macht gebracht,
als leerzaam voorbeeld
succesrijke imitators in
jaren en andere landen mochtept oors
zij Mussolini's triomf omge'
met een aureool van schijn-heI<Pe 20e b
haftigheid en geweld tegen oveAustgebu
wonnen tegenstanders. J" Cochi
C. DE CROofc»
floor Frs
fhinese
Hiaal bes
-r£
i zich 1
lit dran
ïerken
Vietn
de V
Bij de inspectie van zijn troepen droomde Mussolini
nieuw Romeins rijk