Kerk Kalimantan
kijkt uit naar
W ereldmissiedag
PROBLEMEN
VAN BISDOM:
RUBBER,
CHINEZEN,
KATECHESE
g^lll
VRIJDAG 20 OKTOBER 1972
LEIDSE COURANT
KALIMANTAN Het ge
sprek gaat over rubber en
Chinezen. We hebben een
jeep geleend van ingenieur
J. M. van den Burgt, de
aartsbisschop van Pontia-
nak, en zijn op weg naar
Sinkawang, een tocht van
150 kilometer langs de kust
van Borneo of Kalimantan.
Ik heb geïnformeerd naar
de voornaamste problemen
waarmee West-Kalimantan
op dit moment te kampen
heeft, en het antwoord van
pater Van Donzel, die ons
als begeleider is meegege
ven, draait om rubber en
Chinezen.
Allereerst de rubber. Enkele ja
ren geleden is de prijs van dit
produkt op de wereldmarkt vol
komen ingezakt. Sindsdien bele
ven de mensen op dit eiland
magere jaren. West-Kalimantan
voert vanouds rubber, hout, co
pra, en betelnoten oit. Na het
vertrek der Nederlanders heeft
de bevolking zich sterk op de
rubberkuituur toegelegd. liet is
een gemakkelijke cultuur en in
die tijd kon er een goede prijs
voor gemaakt worden.
Negentig cent voor een kilo afge
tapte latex was lange jaren een
normale prijs. Soms liep zij op
tot meer dan een gulden, er
was geld onder de mensen. De
kinderen brachten wat school
geld mee, en voor een bevalling
of een behandeling in het zie
kenhuis kon wat betaald wor
den. De twee timmerbedrijven,
die de paters Kapucijnen in
Pontianak en Sinkawang hadden
opgezet, als praktijkopleiding
voor jonge Indonesiërs, kregen
ook van particulieren opdrach
ten. Men kon aan verbetering
van de woningen en van het
huisraad denken. En op de pa
sars was het even druk als el
ders in het land.
Verlaten pasars
Nu liggen de pasars in West-Kali
mantan verlaten. Op een van
die stijle marktpleintjes bestel
len we koffie en terwijl de Chi
nees een paar kopjes water aan
de kook gaat brengen, vraag ik
pater Van Donzel naar de oor
zaken van deze malaise in de
rubberhandel. Het blijkt iets te
maken te hebben met de ontwik-
kening van de wapenindustrie in
het westen, waardoor de Ver
enigde Staten niet meer ver
plicht zijn grote voorraden na
tuurrubber aan te houden voor
het geval er een oorlog uit
breekt. Grote hoeveelheden van
deze rubber zijn vrij onver
wacht op de markt gegooid, en
dat heeft de prijs sterk doen da
len.
De rubberaankopen van de ande
re grootmachten zijn nogal on
regelmatig, en het ligt voor de
hand dat het huidige Indonesië,
dat anti-communistisch is, niet
als eerste in aanmerking komt
voor de orders van Rusland en
China.
Op dit moment wordt de inspan
ning van de kleine rubbertap
pers op Kalimantan maar met
vijftig procent van de oude prijs
beloond. Andere landen, zoals
Malaysië, hebben de klap beter
kunnen opvangen, omdat in de
zelfde jaren hun produktie sterk
is opgevoerd door verbeterde
werkmethoden, onderzoek en se
lectie.
Op Kalimantan waren de autori
teiten in die tijd met andere za
ken bezig. Dat brengt ons bij
het tweede probleem op West-
Kalimantan, dat velen, en met
name de kerk, heel wat zorgen
baart: het probleem van de Chi
nese minderheid en in het bij
zonder van de Chinese vluchte
lingen in het kustgebied waar
we doorheen rijden. Maar daar
mee zullen we in Sinkawang
worden geconfronteerd.
Versterkte vraag
Over een redelijk goede weg zet
ten we na de koffie de tocht
voort. Hier en daar is een brug
weggeslagen, maar de lange
stammen van de kokospalm
blijken heel wat meters te kun
nen overspannen en ze buigen
niet door onder de last van onze
volgestouwde jeep. Bij het begin
van de dorpen bouwt men van
bamboe en vlaggedoek erepoor
ten, want overmorgen viert men
Hari Merdekaan, onafhankelijk
heidsdag.
Pater Van Donzel, legt uit hoe de
economische crisis ook het ker
kelijk werk bemoeilijkt. De
mensen kunnen er minder voor
bijdragen. Waar weinig ver
diend wordt, kan niet op school
geld worden gerekend, om van
ruime bijdragen op de collecte
schaal maar te zwijgen. Wat
kan dat anders tot gevolg heb
ben dan een versterkte vraag
om hulp uit meer welvarende
delen van de wereldkerk?
De kerk van West-Kalimantan,
die vier bisdommen bevat: Pon
tianak, Sintang, Sekadau en Ke-
tapang, kreeg vorig jaar 440.000
gulden uit de opbrengst van de
inzamelactie op Wereldmissie
dag, voornamelijk om de gewo
ne, dagelijkse lasten te verlich
ten. Dit jaar zal er meer ge
vraagd worden, omdat het meer
moeite kost de eindjes aan el
kaar te knopen.
Intussen hebben we Sinkawang
bereikt. In het houten huis van
de Kapucijnen worden we gast
vrij ontvangen. We ruilen een
goede sigaar uit Valkenswaard
-.•oor een fles bier uit Surabaya,
en in een schommelstoel die uit
een koloniaal verleden stamt, -
glijdt alle vermoeidheid van de
rit van ons af.
Na een paar uur praten rijden we
naar een melaatsendorp, enkele
kilometers buiten de stad, dat
geleid wordt door de zusters
van Veghel. Dat is al te veel
gezegd: nog welgeteld één Ne
derlandse zuster treffen we in
het dorp aan, bijgestaan door
een Chinese novice. Geen perso
neel uit de eigen omgeving.
Medicijnen of katechese
We horen dat het kamp sterk af
hankelijk is van zendingen me
dicijnen uit Nederland en ook
voor de verbouwing van het
grauwe „paviljoen" waarin de
oudste patiënten proberen te le
ven, kijkt men uit naar een sub
sidie uit het buitenland. Maar
veel meer dan de zorg voor
deze voorzieningen houdt de
zorg van de voortgang van het
werk de directrice bezig. Zullen
er tijdig Dajakse meisjes te vin
den zijn die de verpleging van
de melaatsen van de Nederland
se pioniersters overnemen.
Tot nu toe is het maatschappelijk
en religieus taboe dat de lepra
lijder omgeeft zo sterk, dat
geen vrouw of meisje uit dé
plaatselijke bevolking het aan
durft de zuster te komen helpen.
Integendeel: de Chinese novice
moet zich zwaar vermommen
om op de pasar iets te kunnen
verkopen van wat de boom
gaard van het melaatsendorp
Melaatsen op Borneo: geen hulp van bevolking.
oplevert. Over de menslievend
heid van Christus, die zich boog
over zieken en melaatsen, is de
Daja's al veel jaren gesproken,
maar een veel indringender en
moderner religieuze vorming
zal onder de jongere generatie
de krachten moeten wekken, die
de melaatsen voor opheffing
van hun kamp kunnen behoe
den.
Maar de directrice weet ook wel
dat de behoefte aan een goed
katechetisch programma in Ne
derland veel moeilijker als een
dringende zaak wordt gezien
dan de behoefte aan verband
middelen en tabletten. Het is nu
eenmaal niet eenvoudig een pro
bleem als dat van de lepralij
ders in heel zijn omvang te
Opnieuw stuiten we op de rubber-
malaise als de directrice ons
vertelt dat het kamp een kleine
timmerwinkel bevat, waar de
melaatse mannen, die nog
kracht in de handen hebben,
een beetje werk vinden. Maar
de broeders van de ambachts
school in Sinkawang kunnen
weinig werk naar het kamp
doorspelen, nu zij zelf van de
mensen zo weinig opdrachten
meer krijgen.
We rijden terug naar de stad en
passeren een troep Chinese ge
vangenen die juist een bad heb-
laysie. Ze waren gelegerd in de
binnenlanden van Borneo, langs
de grens met Serawak om door
korte raids en overvallen op het
Malaysische deel van het eiland
de noorderburen te hinderen.
Chinezen dupe
In die binnenlanden zaten ze nog
toen generaal Soeharto een eind
maakte aan het beleid van Soe-
karno en de betrekkingen met
Malaysië normaliseerde. De
guerrilla's moesten uit de bossen
worden gehaald. Nogal wat In
donesische soldaten zijn bij die
jacht gesneuveld. We zagen het
ereveld, waarop zij begraven
zijn.
Tenslotte begrepen de militaire
autoriteiten dat de goed getrain
de guerrilla's niet te vangen
zouden zijn, zolang ze door de
bevolking werden geravitail
leerd. Er volgde een campagne
om de Daja's te leren dat Chi
nezen staatsgevaarlijke elemen
ten zijn. Inderdaad werd in de
kampongs een forse afkeer te
gen al wat Chinees was aange
kweekt. maar toen deze aversie
zich in oktober 1967 ontlaadde,
richtte zij zich niet alleen tegen
de guerrilla's maar vooral tegen
de Chinese kooplui en de kleine
ben genomen in een kleine ri- re boeren, die al vanaf 1770 in
vier. Het zijn jongens die zes, centraal Borneo een woonplaats
zeven jaar geleden, tijdens het en een bord rijst hadden gevon-
bewind van Soekarno. zijn ge- den.
traind voor de strijd tegen Ma- Dat de Daja's met de Chinese
West-Borneo, waar .Chinees" en .welvarend" geen synoniemen zijn.
Amsterdam - Leidsestraat 79 Utrecht - Oudkerkhof 28
Oen Haag - Plaats 2 Leiden - Hoogstraat 6
Rotterdam - Lijnbaan 77 Delfzijl - Marktstraat 41
handelaren nog een rekening
wilden vereffenen is verklaar
baar, maar dat zij tegelijk ook
hun vreedzame agrarische
dorpsgenoten van Chinese af
komst overvielen en verdreven
is r>og steeds niet goed te be
grijpen. Circa 60.000 Chinese
kooplieden en boeren vluchtten
naar de kust en werden in Pon
tianak en Sinkawang opgevan
gen onder andere door de Kapu
cijnen, die met hulp van cari-
tas-organisaties voor dekens en
voedsel konden zorgen.
Na vier jaar hebben veel vluchte
lingen de weg gevonden naar
een nieuw bestaan. Maar met
name van de boeren treft men
er nog een groot aantal aan in
de omgeving van Sinkawang,
wachtend op het enige waarmee
zij zich kunnen redden: een lap
je grond. Maar dat is nog ver
weg. Het is niet eens een stukje
land van belofte. Het beleid van
de autoriteiten is er in grote lij
nen op gericht de Chinese min
derheid, machtig door geld en
relaties, kort te houden. Binnen
dat beleid is moeilijk een pro
gramma te ontwikkelen, dat
ér op gericht is 'n groep Chine
zen, die door omstandigheden
arm en machteloos zijn gewor
den, overiend te helpen.
Paupers
Wij bezochten een van de terrei
nen, waarop deze vluchtelingen
zich hebben gevestigd. Hutten
van bamboe en bladeren. Vrij
wel naakte kinderen. Het regen
de: buiten en birmen de hutten
veranderde, de bodem in mod
der. Onder palmbladeren kleine
stapels hout. gesprokkeld In de
bossen en bestemd om voor een
paar rupia op de pasar ver
kocht te worden: voor veel ge
zinnen de enige bron van in
komsten.
Mijn reisgenoot, de Indonesische
directeur van de Pauselijke
missiewerken in Djakarta was
onthutst. Voor hem, zo goed als
voor bijna alle Indonesiërs, wa
ren de begrippen Chinees en
welvarend praktisch synoniem
geweest. Voor hem was tot dan
toe een Chinees per definitie ie
mand. die geld heeft, goed in
het pak zit en vliegreizen kan
maken, die zijn kinderen kan
laten studeren in Hongkong of
Europa.
Een Chinees weet zich te redden.
Hier ontmoette hij honderden
Chinezen die reddeloos leken,
mensen zonder enig bezit en
vooruitzicht. Verdreven van hun
erf in het binnenland en vastge
raakt aan de kust door de poli
tieke situatie van het ogenblik.
De kinderen van deze vluchte
lingen bezoeken geen scholen.
Ze moeten meehelpen bij het
zoeken en verkopen van brand
hout. En hoe kun je zonder
hemd of jurk naar school, aan
genomen dat je er zonder
schoolgeld welkom zou zijn?
Het vooruitzicht dat een hele ge
neratie Chinese kinderen op
groeit als analfabeten, paupers
die ook de weinige kansen niet
zouden kunnen grijpen die ze in
de toekomst misschien nog zou
den tegenkomen, hield de pas
toor van Sinkawang het meest
bezig. Terug in de pastorie be
spraken we de mogelijkheden
tenminste enig onderwijs voor
deze jonge desperado's te orga
niseren. Ik beloofde te zullen
helpen al wist ik afhankelijk te
zijn van een meer of minder
geslaagde inzameling rond we
reldmissiedag.
Hulp ter overbrugging
Rubber en Chinezen. Natuurlijk
kent de kerk van West-KAli-
mantan nog andere problemen.
Het probleem van een aange
paste opleiding voor priesters
en katechisten bijvoorbeeld,
want de tijd kan niet ver meer
zijn dat Indonesische krachten
het werk van het overwegend
Nederlandse kader moeten kun
nen overnemen. Het probleem
van de sociale activiteit van de
kerk. Moet het een aanvulling
zijn van het werk dat de over
heid doet, of moet het daarop
ook een correctie zijn, als dat
nodig lijkt? Met name bij het
opkomen voor de rechten van
de Chinese minderheid klem
men die vragen.
Maar de problemen rond de rub
ber en rond de Chinese vluchte
lingen drukken sterk op de kerk
van West-Kalimantan. Minder
financiële draagkracht onder de
eigen gelovigen en extra lasten
door het trieste lot van de
vluchtelingen. Met een volle col
lecte-schaal alleen lossen we die
probe men niet op. Daarvoor
moet de wereld van politiek en
handel in beweging komen.
Maar terecht heeft dr. Raoul
Prebisch er onlangs nog eens op
gewezen dat het bekende dilem
ma „handel of hulp" onzuiver
is.
De bevolking van Kalimantan
wacht op een rechtvaardiger or
ganisatie van de wereldhandel,
zodat zij zelf kan verdienen wat
zij nu nog als gift van ons moet
zien te krijgen. Maar zij zou
dubbel teleurgesteld zijn als wij
haar die hulp ter overbrugging
nu niet zouden geven. Dat geldt
voor veel gebieden, waar de
kerk volop aan het werk is, en
zonder onze bijstand niet verder
zou kunnen. Vanuit al die gebie
den in Afrika, Azië en Latijns-
Amerika kijkt de kerk uit naar
Wereldmissiedag, -zondag- naar
de collecte in de kerken en naar
de girorekening van de Pause
lijke missiewerken: giro 8725
ten name van PMW te Den
Haag.
Jos A. A. Schoenmakers,
directeur Pauselijke
Missiewerken Nederland.
^eiayw/\.' B...ajHEr/K9$
■ZEBOftEL IS