«Sp
Baby's van de
wildernis
Hoe de zoon
van een kreupele
dichter een
reus werd
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
tennjpV
JUNIORHOEK
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1972
LEIDSE COURANT
k.129
CA
r* W.
r'oT Xj-
BR 29-72
ER was eens een arme, kreupele dichter die woonde op
de grens tussen bos en hei. Vóór zijn kleine hut strek
ten zich de heuvels uit, geel van brem en paars van hei, of
wit van sneeuw. Maar achter het huisje stond een mach
tig woud met bomen in allerlei kleuren groen en met die
ren in allerlei soorten: bange en lieve die een beetje le
ken op de dichter zelf, maar ook wrede en gevaarlijke die
leken op rovers.
De kreupele dichter was getrouwd met een goede, jonge
vrouw. Voor haar zocht hij bosvruchten en voor haar
schoot hij klein wild, zodat er altijd wat te eten was. En
hij sleepte lichte takken, die door de winterstormen wa
ren afgebroken naar zijn hut, om ze in blokken te hakken
voor het vuur zodat de haard altijd kon branden Het deed
de dichter wel verdriet dat hij niet sterk genoeg was om
grote bostochten te maken en groter wild te schieten voor
een groot stuk vlees in de pan. En dat hij geen grotere
takken naar huis kon slepen voor een hoger vlammen-
vuur.
Er stond in het bos, niet ver van de hut, een machtige eike
boom. In de winter leken zijn kale takken wel een com
pleet bos-In de zomer was het groene loof zo zwaar als
een oerwoud. En in de herfst kleurde de bladeren rood, als
of er een brandend kasteel stond! Misschien was het wel
de grootste en sterkste boom van de wereld. De dichter,
die maar klein en zwak en kreupel was, wenste: ,,Ik wou
dat ik een zoon kreeg, die zo sterk zou worden als zo'n
eik!"
op een kwade dag kwam een houtdief naar het bos. Een
reus van een kerel met armen en handen die wel vijf
maal zo groot waren als die van de dichter. Hij zag al da
delijk de machtige eik, de sterkste boom die hij ooit on
der ogen had gekregen. Dadelijk begon hij met zijn bijl
in de stam te hakken. De slagen weergalmden en de dich
ter en dat betekende: blijf uit mijn buurt of ik vel je met
hoe de kerel-als-een-reus- de tam bewerkte.
pe dief keek op met boos fonkelende ogen. Hij zei niets
maar zwaaide met de bijl naar de kleine, kreupele dich
ter en dat betekende: blijf uit mijn uurt of ik vel je met
één slag. Maar terwijl de man met opgeheven bijl naar
de dichter keek, stortte de boom zich knetterend gekraak
op hem.
De kreupele dichter hinkte naderbij om te zien of hij de
dief nog redden kon, maar dat was onmogelijk De dode
lijk gewonde man zei: ,,Als ik nog sterker was geweest,
had ik hem met wortel en al uit de grond getrokken".
Toen stierf hij onder de boom die hem had vermorzeld.
De dichter raapte een paar eikels op van de sterke boom,
en keerde terug naar huis. Daar schreef hij een vers om
te zingen. Je kon er de bijlslagen in horen en het gekraak
van het hout en het zuchten van de takken en het suizen
van de blaren. Toen het vers klaar was, kreeg de goede
vrouw een zoon.
De dichter had geen geld om voor de jonge moeder een ge
schenk te kopen en geen geld voor een eerste geschenk
aan zijn zoon. Maar hij bedacht dat je voor een heel bij
zondere gebeurtenis ook bomen kunt planten.
Hij haalde drie prachtige eikels uit zijn zak, gaf ze aan
zijn vrouw en zei: ,,Wij zullen drie eiken planten, één voor
onze jongen, één voor jou en één voor mij. Laat ons
daarbij wensen dat hij zo sterk als een eik en een reus
mag worden".
„Wat een goede gedachte!prees de vrouw, „Maar ik doe
er een wens bij: dat hij zo wijs mag worden als jij, zijn
vader, bent". De vader zei: „Ik doe er nog een derde
wens bij: dat hij zo lief mag worden als jij, zijn moeder,
bent!Zo werd het een gelukkig geboortefeest. De eikels
werden geplant, schoten wortel en kwamen op. Uit alle
drie ontvouwden zich twee bruine blaadjes boven de aar
de.
J)E, dichter, die geloofde in het geluksgetal zeven, be
sloot zeven jaar alles te doen om zijn zoon sterk te
maken. Hij spaarde het eten uit de mond en de jongen
werd stralend gezond en recht van lijf en leden. Hij oe
fende zijn kinderkracht en de kleine zoon werd sterk als
een beertje. Maar hij vergat niet hem ook wijsheid te le
ren en van de moeder leerde het kind de liefde. Toen hij
zeven jaar was, bracht de vader hem bij de jonge eikjes.
De tvvee van de vader en moeder waren wat kleiner ge
bleven dan de derde
De dichter zei: „Jij moet de wijde wereld intrekken, Wij
blijven hier. Daarom moet jij proberen of je sterk ge
noeg bent je eigen boom uit de grond te trekken. Dan ben
je een reus". Het kind gehoorzaamde en trok uit alle
macht, maar hij kreeg het jonge eikje niet uit de grond.
„Je bent nog niet sterk genoeg zoon", zei de vader.
Nog eens zeven jaren gingen voorbij en het kind was opge
groeid tot een stoere jongen, veel groter dan anderen van
zijn leeftijd en ook al veel groter dan zijn vader-
„Nu gaan we opnieuw je kracht meten", zei de dichter en
zij gingen naar de eiken. Die waren intussen niet stil blij
ven staan maar opgegroeid tot flinke boompjes, twee iets
kleinere, een grotere. De jongen trok en trok aan zijn
stam... maar er kwam geen beweging in de wortels. De
vader zuchtte en zei: „Drie is ook een geluksgetal. Ik zal
je driemaal zeven jaar moeten laten oefenen. „Daarom
verzorgden de dichter en zijn vrouw de jongen nog eens
zeven jaar zo goed ze konden.
Toen moest de jongen opnieuw een proef nemen. De zwak
ke vader was bang dat zijn zoon het van de boom zou ver
liezen. Want het bleek dat die nu wel anderhalf maal zo
groot was als de twee andere. Hij dacht: ik wou dat hij
maar een van onze twee kleinere bomen zou nemen....
Maar de jongen sloeg zijn armen om de dikse stam, trok
in een ruk de boom met wortels en al uit de grond en zei:
„Wat een prachtige voorraad brandhout zal moeder nu
hebben!
Wat was de kreunele dichter gelukkig! Zijn zoon had van
In de oude eik zitten de uilen die hun jaarvergadering houden. Het
zijn de wijze uilen uit het bos en als je niet beter weet, zou je zeg
gen dat ze allemaal hetzelfde zijn. Zo dachten ook die twee bij de
boom erover En ze zagen dat er zowaar een tweeling bij zat. Welke
uilen zijn dat?
Ooit van Davy Crocket gehoord? Die droeg een bontmuts met een
staart eraan. Heel veel jongens in noordelijke landen zeurden om
zo'n muts maar de wasbeertjes vonden dat helemaal niet leuk want
zij moesten voor het vel voor de muts en de staart zorgen. De was
beren kunnen weer rustig voortleven want de Davy Crocketmode is
voorbij. De wasbeer leeft vooral van vis maar het liefst eet hij kik
kers en kreeften. Voor de wasbeer zijn buit opeet, wast hij hem
zorgvuldig in het water. Daarom zit de wasbeer zo veel in het v
ter want voor zichzelf hoeft hij er niet zo veel in rond te plonzen.
Je ziet in de winkel wel eens van die wiebeldingen, die meisjes in
hun kamer ophangen. Grotere mensen ook wel, hoor. We gaan er
zelf een maken en je hebt er niet veel materiaal voor nodig. Van
doodgewoon schrijfpapier maak je zoveel vlinders kijk naar de
tekening als je wilt ophangen. Je kleurt ze netjes. Het papier
moet je natuurlijk vouwen anders krijg je maar een vleugel en zul
ke vlinders zijn er niet. Je hebt de vlinders klaar? Mooi. Hang ze
dan met een zwarte draad aan een strohalm of een erg dun stokje.
Die stokjes worden aan elkaar bevestigd met een dikkere draad die
precies in het midden aan de stokjes moet worden aangebracht, an
ders komen de vlinders niet recht te hangen. Als je het heel mooi
doet, heb je een leuk cadeautje voor een verjaardag.
Oplossing vorige week
De moderne schilder van de vori- mer 5 slechts vijf strepen ge-
ge week heeft in schilderij num- bruikt en niet zes zoals in de
andere.
de moeder liefde geleerd, van de vader wijsheid, en van
de boom sterkte. Nu kon hij de wijde wereld intrekken.
Gewone mensen zouden zeggen dat hij een reus was. Wij
ze mensen zouden merken dat hij een wijze reus was-
Lieve mensen zouden weten dat hij een lieve en wijze
reus was.
En zo iemand kom je bijna nooit tegen.
„Hoe liever we een dier vinden,
des te eerder zou men het wil
len verzorgen, knuffelen en hel
pen, ook als het dat helemaal
niet nodig heeft of er helemaal
niet op gesteld is", schrijft
Heinz Sielmann in zijn zojuist
verschenen boek album „Baby's
van de Wildernis". Heinz Stiel-
mann is de bekende auteur en
cineast, die grote verdiensten
verworven heeft door het bren
gen van dieren uit de wildernis
via de televisie in de huiska
mers. Dank zij ook hem weten
wij thans veel meer af van de
wilde dieren dan ooit. Maar
toch altijd nog veel te weinig
om ze werkelijk te kunnen be
grijpen en doorgronden.
Want waarom is het gedrag van
de orang-oetan-moeder voor
haar baby praktisch gelijk aan
dat van de menselijke moeder?
Waarom kijkt moeder haas nau
welijks om naar haar jonge
haasjes en waarom laat zij deze
kindertjes bijna ten prooi aan
alle mogelijke mensen en die-
remdjanden? Waarom verbergt
het kalf van een ree zich zo
goed, dat zijn moeder steeds
maar weer moet blijven oplet
ten om hem te kunnen terugvin
den? Waarom zijn leeuwenkin
deren tot een bepaalde leeftijd 25e grauwe gans niet haar kuikens.
veel te dom om op eigen houtje
te jagen? En waarom snoepen
jonge hamsters zo verschrikke
lijk graag?
Om deze en dog veel meer - ook
moeilijker - vragen te kunnen
beantwoorden, moet men heel
wat van het dierenrijk afweten,
zeker evenveel als Heinz Siel
mann, die behalve een fijne
tekst voor het boek/album ook
de plaatjes heeft gemaakt, die
zelfklevend in dit album bijge
plakt kunnen worden. Het al
bum bevat overigens al vele
zeer fraaie foto's van alle moge
lijke dieren. Esso heeft voor de
uitgave van het album gezorgd
en stelt het ook voor enkele gul
dens op de distributiepunten be
schikbaar. Men hoopt rond
100.000 gulden als opbrengst van
het boekalbum te kunnen af
dragen aan het „World Wildlife
Fund". De orang-oetan en haar kind.