Eddie Constantine
mikt op gek filmeffect
'WAAR
VIND JE
IN DIT VAK
ZULKE
COLLEGA'S
ALS
JOHNNY EN RIJK?'
EX-HARDE
JONGEN
HEEFT
ZWAK
PLEKJE
VOOR
NEDERLAND
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1972
„Alphaville", de film waarin Eddie Constantine
zijn eigen genre serieus moest nemen.
Eddie trekt het gezicht van de harde jongen.
Johnny en Rijk kijken beteuterd.
Eddie zoals het publiek hem het beste kent
kijkt moeilijk in de camera.
De man, die jarenlang de
schrik was van de Franse
filmmisdadigers, filmt nu in
Nederland. De Amerikaan
Eddie Constantine, die in
1951 als Lemmy Caution de
eerste klappen uitdeelde en
zo'n dikke vijftien jaar van
de ene geheimagentenhuid
naar de volgende verhuisde,
is nu de speelbal van het
paar apart, bij de Neder
landse burgerlijke stand in
geschreven als Johnny
Kraaykamp en Rijk de
Gooyer. Eddie is daar niet
rouwig om, verre van dat.
Het stoere vuistwerk, dat
als een soort etiket aan
hem kleefde, hing hem al
lang meters de keel uit.
Zijn onafscheidelijke strooien
hoed achter op het hoofd
geschoven zegt hij er
zelf van: „In het begin was
het leuk. Maar het werd
een sleur. Al wat men van
mij vroeg als ik voor de ca
mera stond was een paar
harde klappen uit te delen.
Van de humor, die in het
begin de meeste situaties
kenmerkte bleef niets meer
over. Toen kwam James
Bond, de geheimagent die
genadeloos met zijn tegen
standers afrekende. Ik gaf
mijn opponenten altijd een
paar fikse tikken, zodat ze
in de tweede acte weer in
staat waren om rottigheid
uit te halen. Bond liquideer
de zijn tegenstanders met
een. De klad kwam in mijn
genre films, ook al omdat
de Franse filmmaatschappij
niet kapitaalkrachtig ge
noeg was om met de dure
007-produkties te kunnen
concurreren.
Toen kwam „Alphaville"
van Jean Luc Godard,
waarin ik het genre, waar
aan ik mijn populariteit te
danken had, helemaal se
rieus moest nemen. Ik heb
er voor niks aan meege
werkt, maar ik kan nu wel
zeggen.' dat ik voor niks
mijn eigen graf heb gegra
ven. Vier jaar geleden ben
ik met filmen gestopt en
heb me helemaal op het fok
ken van renpaarden gewor
pen. Maar ik vind! 't 'heerlijk
om weer voor de camera te
staan. En nog wel in een
komedie. Ik geloof in de
toekomst van filmkomedies.
De mensen willen lachen,
niet alleen maar geweld en
sex op het doek zien".
Superlatieven
Als Eddie Constantine over
de produktie van „Geen Pa
niek" begint krijg je de in
druk dat er een verblinde
publiciteitsschef aan het
woord is, zoveel superlatie
ven rollen er over zijn lip
pen. Maar Eddie meent er
ieder woord van. „Wat een
geweldig team. In Iedere
film waarin ik optrad - en
dat waren er wel zo'n stuk
of zeventig - was er wel ie
mand waarmee ik niet kon
opschieten. Ik moet hem
hier nog ontmoeten. Neem
nou Johnny en Rijk. wat
een mensen Toen ik bij
mijn aankomst in Neder
land veel meer publiciteit
kreeg dan zij, kwamen zij
enthousiast met de knipsels
raar mij toe. Waar vind je
in dit vak zulke collega's?
Als ze me zouden vragen
om mee te doen aan de vol
gende film net die twee
zou ik onmiddellijk ja zeg
gen. Trouwens, ik heb nu
Het paar apart: Johnny en Rijk samen met Hetty Blok als Toetje
tien draaidagen en mis
schien zo'n achttien minu
ten op het scherm, maar
als ze me voor het even
wicht in de film langer no
dig hebben plak ik er voor
niks graag een paar dagen
„En neem nou die regis
seur, die Ko Koedijk. Wét
een tempo. Net alsof hij geen
moment te verliezen heeft.
En hij is niet bang voor
zijn artiesten. Hij geeft mij
aanwijzingen. De meeste
regisseurs, die ik de laatste
tijd had, dachten: „Ach,
die Constantine staat er
wel. En vervolgens lieten
ze me dan aan mijn lot
over, Onbegrijpelijk, dat dit
pas zijn eerste speelfilm is.
Als een jonge regisseur met
een zo'n perfect gevoel voor
„timing" heeft, komt-ie er
wel".
Over zijn rol in „Geen pa
niek" en het feit, dat hij,
de keiharde Amerikaanse
jongen, nu het slachtoffer
moet spelen van Johnny's
onhandigheid zegt Constan
tine: „Dat moet juist een
reuzeleuk effect geven.
Johnny en Rijk, helemaal
op elkaar ingespeeld, aan
de ene kant en ik als een
pillen slikkende hypochon
der als tegenpool. Ik heb
een paar geweldig gekke
scenes met Johnny's tante
Toetje. Wat een geweldig
mens, die Hetty Blok!"
De bewondering schijnt we
derkerig te zijn, want als
we na een uurtje wachten
in de kleedkamer van Hetty
Blok worden toegelaten be
gint Hetty meteen over Ed
die Constantine. „Wat een
geweldig aardige man. En
zo eenvoudig. Het klikte
meteen. Fijn om mee sa
men te spelen," zijn zo
maar een paar opmerkin
gen uit haar mond, zodra
Eddie ter sprake komt. Het
uur geduld dat wij moesten
opbrengen om Hetty Blok te
spreken te krijgen bracht
zij bij de grimeur door.
„Da's nog niks, de eerste
dag nam mijn make-up wel
vier uur in beslag." Op de
vraag of zij zo'n dagelijkse
behandeling nou niet erg
vervelend vindt klinkt het
lachend: „Helemaal niet. Ik
wordt steeds mooier."
Nooit meer rushes
Het is Hetty's eerste film
rol. „Ik had het op mijn
eerste opname-dag nogal
moeilijk." zegt ze. „De
meesten hadden al een
paar scenes achter de rug,
maar ik moest nog maar
zien hoe ik die tante Toetje
moest neerzetten. Achteraf
denk je dan altijd kon ik
het maar overdoen. Ik ben
's avonds naar de rushes
geweest, maar dat doe ik
nooit meer. Die onge. >on-
teerde opnamen zonder ge
luid werken op mijn zenu
wen. Johnny heeft dan de
neiging om zijn eigen tekst
mee te spreken. Maar ik
„Ik kan geen gewone madam spelen", zegt
Hetty Blok onder haar spierwitte pruik.
Overigens vindt Hetty Blok
filmen minder moeilijk dan
het optreden voor televisie.
„Je wéét waar de camera
staat en dat weet je ten
minste ik bij televisie
nooit. D'r staan dan drie
van die dingen op je ge
richt en d'r brandt een rood
lampje, maar daar let ik
niet op en ik weet dan ook
nooit welke camera je in
beeld heeft. Leen Jonge-
waard weet dat altijd pre
cies, maar ik niet." Moei
lijkheden met het zich zo
snel inleven voor een scene
heeft Hetty Blok niet. „Dat
komt waarschijnlijk door
het cabaret. Dan heb je ook
nooit tijd voor een lange
aanloop of om iets op te
bouwen. Je moet er meteen
stóén."
Over haar rol in „Geen pa
niek." „Die tante Toetje is
de eigenaresse van zo'n
massage-instituut, je weet-
wel. Nou, ik heb meteen ge
zegd, ik wil niet hef proto
type van een madame spe
len, dat kén ik niet. Ik ge
loof dat zoals het nu gaat,
het geweldig gek wordt. F.n
wat regisseur Ko Koedijk
betreft: altijd even opge
wekt. Wat een geduld en
wat een begrip voor situa
ties."
Zwak plekje
We laten Hettv Blok even
met rust voordat zij weer
op moet om in de studio
een kijkje te nemen op de
set. Rijk de Gooyer is niet
te spreken. Hij staat, vast
gebonden door de booswich
ten Marielle Fiolet en Hans
Boskamp aan een pilaar, in
het weelderig studio-decor,
Van de „brug" buiten be
reik van de camer/i slaan
Johnny Kraaykamp en Ed
die Constantine de repeti
ties van de scene gade. „Ik
heb nog nooi' een Neder
landse speelfilm gezien."
vertrouwt Eddie ons toe.
„Maar voor mij gaan jullie
een grote toekomst tege
moet. Als je de'.e film na
synchroniseert doet-ie het
vast geweldig in Amerika.
Al is het alleen maar op de
televisie, dan brengt-ie nog
het drievoudige van de pro-
duktiekosten op."
Eddie, die zijn dochter Bar
bara al naar Nederland
heeft laten overkomen,
heeft het hier best naar zjjn
zin. Barbara trouwens ook.
Ze heeft haar broer al ge
beld dat hij dit feest beslist
niet mag missen. „Bij de
première van deze film
kunnen jullie op me reke
nen. Voor mij is Nederland
het filmland van de toe
komst." En hij méént he',
deze Amerikaan die o zo
harde jongens speelde
maar sedert kort een héél
zwak plekje voor ons landje
heeft.
OTTO MILO.
Johnny ziet hier de situatie heel wat somber
der in dan zijn collega.
De Engelse cameraman van „Geen paniek"
geeft nog wat laatste aanwijzingen.
Regisseur Ko Koedijk (links) in conferentie met
scenarioschrijver Kees van Kooten (rechts).