De heksenweide en de zondagse hoed BOTTERWERELD KIJKT REIKHALZEND UIT NAAR WESTWALRACE DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD JUNIOR- HOEK Boeken voor de jeugd ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1972 LEIDSE COURANT PAGINA 11 ilfz BR 28-72 éi ilSi /"kP een hete zondag werkte een boerenfamilie op 't land. Va der, moeder, dochter en knecht waren druk bezig met het hooi dat tegen de helling van de berg lag. De zon scheen nog wel, maar donderwolken' stapel den zich op aan de hemel. Da delijk zou er een onweer los barsten en dan moest het hooi binnen zijn, of het was bedor ven en niets meer waard. Daarom had de boer die morgen tegen zijn volkje gezegd: „Trek je zondagse spullen maar uit. We moeten vlug gaan hooien!" zo gaat dat soms bij boeren in het bergland. Ze trokken hun werkplunje, aan. Alleen de boer hield zijn zondagse hoed op. Maar de knecht van de boeren familie vond het helemaal niet goed. Hij was erg bijgelovig en mopperde: „Op zondag werken en dan nog wel op de heksen weide? Dat zal je berouwen, baas!" De weide, die tegen de helling van de berg lag, werd heksen- wei genoemd. Maar zulke na men zijn eeuwenoud en hebben niets te betekenen. En nu waren ze zich dius aan het haasten met het hooi; de boer en boerin, de dochter en de knecht. Toen stak er opeens een wervelstorm op. Hij greep het hooi en joeg het draaiend de lucht in. Daar zwierde het rond als een reus achtige, wild dansende vrouw met zwaaiende rokken en'slie- Heb je wel eens gevist zonder wa ter? Nee, dan gaan we dat nu doen. Je tikt een stokje op de kop, een stukje touw, wat pa perclips (dat zijn van die ijze ren dingetjes waarmee je pa pier aan elkaar kanvoegen een magneet, een schoenendoos, tekenpapier en kleurkrijt of kleurpotloden. Op de schoenen doos teken je wat vissen, zodat het net een aquarium lijkt. Je knipt uit het tekenpapier wat vissen en op de zijkant zet je een nummer: 10, 20, 30, 40, net zoveel als je vissen wilt maken. Dan de hengel. Erg eenvoudig. Het touwtje knoop je aan het stokje en onderaan het touwtje maak je de magneet vast. Want aan de kop van de vissen, die je hebt gemaakt, steek je een pa. perclip en dan kun je met de magneet een vis uit de schoenen doos halen. Maar je mag niet erin kijken. Wie de vis met het hoogste nummer heeft getrokken is winnaar. Ah je het met min der doet, tel je de nummerë van de vissen bij elkaar en wie het hoogste heeft, wint. men en kannen. Die ezel had op zijn kop een hoed met twee ga ten in de rand, waardoor zijn lange oren staken, 'n Verregende veer stond er achter op. De vrouwen van het dorp drom den op het pleintje om de koop man met zijn fonkelende ogen en blinkend witte tanden en be wonderden hem en zijn aarde werk en lachten om zijn aardig gebroken taaltje. Maar opeens riep een vrouw: „Kijk toch eens naar die ezelskop!" Ja hoor, ja zeker!! De hoed op de ezelskop was de hoed van de boer. Wel heel wat minder mooi dan vroe ger, maar tóch, hij was het. Een gedienstige vrouw holde naar de boerderij en riep naar de boerin: „De hoed van je man is terecht!" De boerin en haar man en haar dochter en de knecht, ze storm den allen naar het pleintje. „Hoe kom je aan die hoed??" baste de boer boos. „Zo maar gekregen van de dansheks", antwoordde de jongen stralend. „Wat is dat: dansheks??" snauwde de boer zenuwachtig. De aardige jongen lachte. „Dansen? Dat is zo!" zei hij en zwierde met achterovergegooid hoofd rondom de pomp op het pleintje. „En wat is een heks?" schreeuwde de boer. De jongen kromde de rug, strompelde en mummelde: „Heks is zo". Toen brieste de boer: „Maar wat is dansheks??",,Dat is zó", zei de jongen. Eerst strompelde hij nog even, maar daarna greep hij de boer om het middel en wervelde met hem in het rond. Zoiets geks was in geen honderd jaar in het dorp vertoond en in geen honderd jaar was er zo ge lachen als om deze wilde dans. Zelfs de vrouw en de dochter van de bofer lachten om het hardst. Alleen de bijgelovige knecht lachte niet... Toen de vreemde jongen en de mensen eindelijk tot bedaren kwamen, zei de knecht bang: „We heb ben op zondag gehooid op de heksenweide. We hebben een heks in de lucht gezien en zij heeft de hoed van de boer mee genomen om die te geven aan hèm. Ben jij soms een heksen- jong?" „Nee, ik niet heksenjong!", riep de jongen; hij maakte een me daillon open dat om zijn hals hing en liet een lief portretje zien, „Ik kind van mooie mam ma". Toen nam de vrolijke koopman de hoed van de ezels kop, zette hem op zijn vuist en gaf er een ruk aan zodat de hoed als een tol rond draaide. „Dansen!" riep hij vrolijk en terwijl hij de hoed op zijn eigen zwarte krullen zette, greep hij een aardig meisje beet en zwierde met haar het markt plein rond. Dat werkte aanste kelijk en in een ommezien was het één groot dansfeest, maar BR 28-72 Het zijn wel erg grote maar je ziet toch tien bessen. Ze lijken alle op elkaar maar er zijn er niet meer dan twee gelijk. Welke twee zijn dat? Als je het goed hebt gedaan, heb je vorige week de staarten zo geplakt: staart 1 bij de kangoe roe, nummer 2 bij de muis, 3 bij de bever, 4 bij de giraffe, 5 bij de vos en 6 bij de haas. In de dierenwinkel zie je vast wel eens: goudhamsters. Het vreem de is dat je ze bijna nooit in de vrije natuur ziet. Alle hamsters die er tegenwoordig zijn, stam men af van een mannetje en twee vrouwtjes die mensen, die op expeditie in Syrië waren ge weest, in 1930 meebrachten en aan de Hebreeuwse universiteit in Jeruzalem cadeau gaven. Als een vrouwtjeshamster veertig dagen oud is, kan ze al moeder worden. Wist je dat allemaal? het aardige meisje was de doch ter van de boerin en zij vertelde hem wat haar vader altijd van die hoed gezegd had... TT"ET eind van de geschiedenis is gauw verteld. In 'n wip had de koopman al zijn borden en kom men en schalen en kannen ver kocht. De bijgelovige knecht had zijn spullen al gepakt toen iedereen nog aan het dansen was. Hij wilde beslist niet blij ven bij de boer van de heksen weide. Wie weet wat de heks nog méér zou uitspoken! Hij vertrok en de koopman wilde voor de variatie wel eens boe renwerk verrichten, dus hij nam meteen zijn plaats in. Hij werd een uitstekende knecht. En aangezien hij elke dag met de ezelshoed op zijn hoofd en de boerendochter In zijn armen het plein ronddanste, besloten zij samen maar verder het leven door te dansen als man en vrouw. Zo kreeg de oude boer dan toch nog gelijk: dat die zondagse hoed eens op het hoofd van de nieuwe baas op de boerderij zou staan. Dat er toe vallig gaten i ngeknipt waren voor ezelsoren, mocht niet hin deren. De ezel genoot nog lang van een heerlijk pensioen dat hij 's win ters in de stal en 's zomers bui ten doorbracht. Het liefst op de heksenweide. rende haren. Stomverbaasd ke ken de vier op het land naar bo ven Toen greep de wervel storm de hoed van de boer en waaide die ook de lucht in, pre cies op d? top van het ronddan sende hooi. Terwijl ze nog stonden te kijken, flitste de bliksem, kraakte de donder en daar gutste de regen al. Het hooi zou niet meer te redden zijn. De knecht had ge lijk gekregen. Het was voor de boer een tegenvaller dat het hooi van de heksenweide verlo ren ging. Maar het verlies van zijn hoed woog hem zwaarder. Die prachtige hoed met grote rand en schitterende pluim had hij voor het eerst gedragen op zijn trouwdag en daarna alleen op zon- en feestdagen. „Ik draag deze hoed tot een nieuwe baas op mijn boerderij komt", zei hij altijd. „En dan krijgt hij hem". Maar nu was hij weg! De volgende morgen scheen de zon weer en allen gingen op zoek naar de hoed maar nie mand kon hem vinden Hij was en bleef weg. pR ging een jaar voorbij. Toen kwam in het dorp een jonge koopman uit het vreemde land van over de bergen. Hij voerde een ezel mee die beladen was met zakken vol vrolijk beschil derde borden en schalen, kom- Tom en Marie Ann De vredes- spuitbus V...^i£sruW£U0mSBEWüs/^Q-.£eu/nf£snppaDE: /fVi/iEWtH/ETM )G£VUD£VMVC&/. AtS/£D0rE&Y fJSr/q-BUJFrZCL (%/1£7S(fG38]fW. 7TW/AS. Broom- Hilda VOLENDAM De schippers die de oude botters op het IJssel- meer bemannen zijn geen pra ters. De monden gaan gewoon lijk alleen open om een forse slok bier naar binnen te gieten of korter wanneer het meer schuimen pijpje weer enig hou vast moet krijgen. Een onder werp heeft alle botterschlppers echter al het gehele jaar een ongekende hoeveelheid praatstof opgeleverd: de Westwalbotterra* ce. Het grote botterevenement dat dit jaar voor de tweede maal zal worden gehouden. Op 19 en 20 augustus moet blijken wat er waar is van de zeer ver uiteenlopende voorspellingen. Eén ding is zeker: ais men de schippers goed beluistert en hun totaal aan getipte winnaars op telt, dan komt men aan meer kampioenen dan er botters star ten in de Wcstwalbotterrace. Bij de aan elke IJsselmeerhaven besproken kansberekeningen springt wel duidelijk de naam van Peter Dorlijn met de MK 63 naar voren als een van de grootste kanshebbers. Niet ten onrechte, want Peter, de Hoorn- se tekenleraar, won vorig jaar royaal d® westerse tegenhanger van het Friese Skütsjesilep. „En hij zet als het maar even mogelijk is gelijk al zijn zijzei- len op", mompelen zijn concur renten jaloers. Bij die concur renten bevinden zich ook de VD 5, die vorig jaar als tweede door de finish voer. De hele botterwereld wacht ook gespannen de verrichtingen van de pas opgeknapte HK 165 af. Het schip heeft al bewezen snel te kunnen lopen, maar is nog nooit in een officittle botterwed- strijd uitgekomen. Gniffelend wordt ook gewezen op het complot, dat botterkenner bij uitstek Jouke Volgers uit Enkhuizen, tegen de gevestigde favorieten beraamt. De getaan de ex-visser wil namelijk als schipper op de Zwartsluis 13 vu ren. „Ik heb er één keer mee gevaren. En toen heb ik ont dekt. dat dat schip enorm snel liep. Ik heb er dan ook goede hoop op om met de Zwartsluis 13 sneller te gaan dan de MK 63 van Peter Dorlijn." Als outsider wordt ook wel de naam ge noemd van Chris Woestenburg, die vorig jaar verraste met een derde plaats, op de VD 37. De kundige zeiler heeft nu een ei gen schip, de VD 84, en „hij :s tot een verrassing in staat", menen de kenners. Maar ja, wie is kenner in het zich snel uitbreidende botterwereld- je. Door de bemoeienissen van de vereniging Botterbehoud breidt het aantal gerestaureerde vissersschepen op het IJssel- meer zich gestadig uit. En bijna alle schepen verschijnen in ori ginele staat (dus zonder boven bouw of kajuit) aan de start van het grootste botterevene ment. „We verwachten zo'n 40 schepen op 19 augustus aan de start voor Volendam, waar precies om 12 uur het startschot voor de eerste wedstrijd valt. Dan zal de vloot voor de haven van Volendam de zeilen hijsen en probeert elke schipper zo snel mogelijk uit het gedrang te ko men," zo deelde de woordvoer der van de organiserende wa tersportvereniging Zeevang In Edam, waar een aantal uren later de winnaar van de eerste raqe bekend zal zijn, worden alle botters geschut. En als de imposante historische vloot heeft afgemeerd kunnen schip pers en bemanningen zich stor ten in het feestgewoel dat Edam in zijn greep houdt. De fraaiste gedeelten van de stad zullen zijn geïllumineerd. Bo vendien is er een Oudhollandse markt, met curiosa, antiek en spullen uit grootmoeders tijd. Als de weergoden meewerken wordt in de openlucht de al le gendarische botterfilm van Gait Berk vertoond en er is een „Botterbal" gepland. Na dit botterfeest verlaat op 20 augustus de vloot de haven van Edam weer. Precies om 12.30 uur zal dan het startschot wor den gegeven voor de tweede en beslissende race. Zegt de Zeevang-woordvoerder: „Ook op de tweede dag zullen wij trachten de wedstrijdbaan zodanig uit te zetten, dat het voor belangstellenden mogelijk zal zijn de zeilstrijd vanaf de IJsselmeerdijken te volgen. Mits natuurlijk de windrichting en de windkracht goed zijn." Watersportvereniging Zeevang geeft nog meer service aan het publiek. In Volendam en Edam zijn volop programma's ver krijgbaar, waarin belangstellen den onder meer kunnen lezen voor welke stad of gemeente de botters uitkomen. Net als bij het skütsjesilen vaart men namelijk voor de eer van een stad of dorp, dat de sche pen voor de race heeft geadop teerd. In een openbaar gebouw in deze gemeente (stadhuis of museum) wordt ook de wissel- prijs geplaatst, die de eerst aankomende botterschipper ont vangt. Deze wisselprijs is een nauwkeurige botterminiatuur, vervaardigd door scheepsbou wer K. Hoogland uit Monniken dam. De botterschippers zelf, die in de prijzen vallen ontvangen bron zen plaquettes die met trots in de mast zullen worden gespij kerd. Dag vogels, dag bloemen, dag mensen, door M. Gabel en S. perl. Uiig. Kosmos nv. In de stroom protesten tegen de milieu-vervuiling lawaai even zo goed als vuil, in welke vorm dan ook is uit Amerika een boekje mee overgewaaid, dat in het Nederlands „Dag vogels, dag bloemen, dag mensen" is genoemd, vrij naar Pipo, die het overigens anders bedoelde. De groet van Pipo is een vaarwel geworden, in dit niet zo blije boekje. De grappen rollen niet vrij over de toonbank, al zullen de leerlingen van lagere- en an dere scholen niet in tranen uit barsten. Voor hen is het ook bedoeld. De schrijfster Margaret Gabel en de tekenares Susan Perl hebben gewoon opgesomd wat kan, wat mag en wat niet mag en wat er toch wordt gedaan. Niet erg volledig. Margaret schrijft niet, dat het boekje zelf al de dood van een boom tot gevolg heeft gehad, hoewel de tekst er best aanleiding toe geeft. Margaret vergeet eveneens het milieu-vervuilde lawaai nogal, bromfietsen, radio's: verniel zucht en diverse vormen van kinderlijk en hinderlijk lawaai, hoewel zij een en ander wel kort noemt. Achterin het boekje zijn opgeno men Nederlandse adressen, waar men jeugd zich in het anti-vervuilingsproces kan vervoegen. Tamelijk eenzijdig, dit boekje en een beetje gericht op de toch al welwillenden. Maar misschien wordt na lezing van dit boekje het boterhampa piertje werkelijk hier en daar vervangen door een roestvrij trommeltje en zal de Jeugd van nu, later wat kritischer tegen over nodeloze verpakkingen, sop en gif staan. En zal dit boekje weer een stootje mee in de goe de richting hebben gewerkt. Bezemstecltje. Door Mary Stewart. Uitg. De Fontein. De Bilt. Letterlijk is de titel vertaald van het boek van Mary Stewart: The little Broomstick in Bczem- steeltje. Waarom, terwijl ze vaak van oorspronkelijke titels wordt afgeweken, is niet duide- lijk, want de bezem van Mary Smit vervult nauwelijks een hoofdrol; Mary des te meer. Zij ziet kans om voor de grote Mary Smit te worden aange zien. waardoor zij het op de heksenschool wat gemakkelijker krijgt dan de andere heksen- meisjes. Al moet erbij worden gezegd, dat Mary helemaal geen heks is, al kan zij, met be hulp van bezem en boek, ver draaid veel. Bezemsteeitje leest gemakkelijk; zo gemakkelijk, dat het achteraf lijkt, dat het geen 115 bladzijden waren, maar een stuk of twin tig- Want het boek is een uitgewerkt kort verhaal, maar zo plezierig, dat de lengte geen bezwaar is. Bovendien is het boek gevuld met enige goede humor en nog spannend ook. Commissaris Sinet Het goudvls- senmysterle, door Paul Berna. Uitg. Unieboek n.v.-Bussum. Er zijn maar weinig goede Jeugd- detectlves. Het schrijven daar van vergt grote behendigheid in het bundelen van een groot aan tal eigenschappen, waaraan het boek moet voldoen; samenge vat: gericht op kinderen cn boeiend. Dat gaat men zich pas realiseren, wanneer men een goed exem plaar aantreft, zoals „Commis saris Sinet Het goudvissen- mysterie" van Paul Berna, ver taald uit het Frans. Berna had met dc zelfde moeite misschien zelfs minder een dergelijke detective voor volwassenen kunnen schrijven, want de vondsten, die telkens naar een bijna-boef wijze, vol gen elkaar in rap tempo op. Centraal staat een geldinzameling voor een Aziatisch land. School kinderen zetten zich verwoed in misschien wat al te barmhar tig geschreven, in een voor kin deren te plechtige stijl (bladzij de 10) maar de opbrengst van een wijk wordt gestolen. Knap heeft de schrijver afwijken de (goud) vissen een rol laten spelen, in een detective waarin de verhouding volwassene jeugd volledig in evenwicht is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 11