BERT KOPS:
„IK BEN EEN
OCHTENDMENS
EN WORSTEL
LIEFST VROEG"
ïjj
NA TWAALF JAAR WEER NEDERLANDSE
WORSTELAAR OP OLYMPISCHE SPELEN
„SUCCES
IS MEDE
AFHANKELIJK
VAN LOTING
EN TIJDSTIP"
Zwa
oldfar
'hilade
f ande
toe
'eagee
telefoi
s Gol
had h
a geen
i. Wa
de
idat f
n rijbt
>e 61-ji
rtsbisa
«Ho,
d/e m
te hel
ricj
oper sj
zijn
dal
nt of d
Over il
chop
Die\
a Roch
schrijj
n een i
om i
onge
te
id de
de
>nd hij
•pte b
jkelijk
de d
,,Laat
n kom
dat de
i ntie
m bij
AMSTERDAM Chris Hovens is voorzitter van de
Koninklijke Nederlandse Krachtsport Bond. De bol
ronde Limburger sjouwt per auto, waarvoor een zo
kleine vergoeding wordt verstrekt dat het in feite
liefdewerk is, week in week uit door het land om al
lerlei manifestaties op worstel- en gewichthefgebied
bij te wonen, ais jurylid of kamprechter te fungeren
en de zaken in de kleine bond rollend te houden. Het
verdroot hem dat twaalf jaar geleden voor de laatste
keer worstelaars aan een Olympisch toernooi hadden
deelgenomen. Hij was nadien nog. wel als chef d'é-
quipe naar Mexico om de eenmansploeg Piet van
der Kruk bij te staan in het gewichtheftoernoi maar
hij wilde toch wel weer eens een worstelploegje naar
de Spelen hebben. Daarom zei hij drie jaar geleden
tegen een aantal mogelijkheden dat zij er maar eens
flink aan moesten trekken. Het resultaat van de niet
aflatende inspanningen is de afvaardiging van Iicht-
zwaargewicht Bert Kops, lid van de Amsterdamse
en Nederlands sterkste, vereniging Hercules.
Begin juni kwam er een simpel berichtje van het
Nederlands Olympisch Comtié dat Kops de eer
waardig was gekeurd ons land in München te verte
genwoordigen. Bert kops viel eensklaps uit de lucht
want van die voorbereiding in alle stilte was „men"
niets gewaar geworden. De indruk werd gewekt dat
Kops louter en alleen op basis van zijn zesde plaats
op de Europese kampioenschappen in Katowice
wordt uitgezonden. Daarvan is Bert Kops zich terde
ge bewust als hij met steun en toeverlaat en trainer
Henk Stoltz oud-worstelaar die in een vijftienjari
ge carrière nimmer genoegen nam met minder dan
een tweede plaats op de vaderlandse mat, en ruste
loos werker voor Hercules in een Amsterdams
etablissement opmerkt:
„Mijn totale prestatie in die drie jaar is in aanmer
king genomen. Ik heb gewonnen van de ex-wereld
kampioen, de Zweed Nystrom, en van de meervoudi
ge Duitse kampioen Ernst Knoll, die ook naar Mün
chen gaat. Ik ben Beneluxkampioen geworden. Ik
weet dat men denkt dat er een veteraan gaat maar
bij worstelen is leeftijd niet zo belangrijk. Je hebt
ervaring nodig en die heb je pas verworven op late
re leeftijd. Wedstrijdervaring, veel tegenstanders ont
moet hebben, dat is een voornaam facet. Bovendien
heeft het NOC naar onze vorderingen gekeken".
HET MEEST
Stoltz, invallend: „Gaan die mensen nog steeds voor
uit was een eis van het NOC. Dat was het geval, en
bij Kops het meest. Destijds zijn we begonnen met
een groepje van een man of zes, acht. Er bleven er
tenslotte drie over: V. d. Paverd, De Rooy en Kops.
En van die drie resteerde Kops. Jammer vooral
voor v. d. Paverd, die ik gerust een zielig geval
mag noemen. Hij had een ribblessure opgelopen en
mocht van de arts een tijd niet worstelen om een
ernstige, blijvende blessure te voorkomen. Zijn eer
ste wedstrijd was in Katowice en daar werd hij uit
geschakeld. Maar even later, in de Beneluxkam-
pioenschappen, schitterde hij en vërsloeg hij de Belg
Van Lancker die wel naar München gaat. V. d. Pa
verd, en ook Chris Dokman, hadden eigenlijk best
naar München kunnen gaan, maar dan als vrije
stijlworstelars. Het zijn beide talenten. Kops is een
zuiverder Grieks-Romeinsworstelaar".
Het zat er voor de vrije stijl niét in. Oorzaak: geldge
brek De kleine Krachtsportbond worstelt meer met
de financiën dan met de talenten. Van de veertien
honderd bondsleden zijn er zeker zeshonderd als se
nior actief. Voorts heeft de bond onder die veertien
honderd vierhonderd jeugdleden, de wissel op de toe
komst. Maar er is en blijft te weinig gelegenheid
voor krachtmetingen.
sect
onges
het ho
geko:
%e is
TE DUUR
Kops: „Een Europees titeltoernooi duurt twaalf da
gen, vijf voor het toernooi Grieks-Romeins, vijf voor
vrije stijl en dan twee rustdagen. Je kunt óf vrij óf
Grieks-Romeins worstelen. Als je een gemengde
ploeg stuurt, moet je dus twaalf dagen blijven en
dat is te duur. Zoals Stoltz zegt hebben we inder
daad hele goede vrije stijlworstelaars. In de bond is
de verhouding zelfs fifty-flfty en ook in de competitie
wordt er half om half geworsteld, alleen internatio
naal zijn we nog niet zo ver dat wc aan vrije stljl-
toernoolen deelnemen Het geld zit ons steeds
dwars".
Bert Kops betreurt dat want zijn sport is hem lief
Hij is er al een dikke twintig jaar mee doende,
traint sinds zes jaar elke dinsdag- en vrijdagmiddag
intensief met trainingsmaat (en tevens vooraanstand
juloka) Chris Dolman en voerde het aantal trainin
gen sinds de mogelijkheden voor München met die
trainingsgroep van zeven man vastere vormen aan
namen op tot vijfmaal per week. Daarover wil Bert
Kops dan wel wat opmerken.
„Ik moet zeggen dat onze medische begeleiding
slecht is. Je weet toch te weinig
van jezelf. Hoe kom ik aan mijn optimale conditie?
Onder constante medische controle kan ik misschien
nog beter worden. Half juni heb ik voor het eerst
kennis gemaakt met de fietsergometer, op „Papen-
udht
doel:
verko
lev
Het
lagclat
tiljoen,
drup!
G<?~n reden meer mogelijk. Bert Kops (links) op het punt dit duel te winnen.
Een van de sporten die altijd op het
Olympische programma werd ge
plaatst uitgezonderd in 1900 in Pa
rijs was worstelen. Het Nederland
se aandeel In deze tak van sport is
zeer miniem geweest. In 1928 (Am
sterdam) werd Nederland vertegen
woordigd door Massop. In Londen
1948 nam Munnikes deel en op de
Spelen van 1960 in Rome kwam zelfs
een driemanschap op de mat: Ros-
bagh, Piek en Van Alflen, namen die
nog voortleven in de overigens wei
nig schokkende geschiedenis van het
worstelen in Nederland.
Noch Tokio, noch Mexico aanschouw
de een Nederlandse worstelaar. In
Müchen zal er weer een zijn: Bert
Kops, employé bij de Nederlandse
Bank in Amsterdam, woonachtig in
Purmerend waar hij een eengezins
woning heeft kunnen bemachtigen.
Bert Kops heeft negen linten in zijn
bezit voor het behalen van de Neder
landse titel, hij werd zes keer kam
pioen in het toernooi van de Benelux-
worstelaars en de laatste jaren nam
hij regelmatig deel aan Europese- en
wereldkampioenschappen. Bert Kops
is vijfendertig jaar, komt uit in het
Grieks-Romeins worstelen in de llcht-
zwaargewichtklasse die loopt van 82
tot 90 kilo. Bij het Grieks-Romeins
worstelen zijn allen grepen „boven
de gordel" geoorloofd, dus niet de
benen.
En om een hardnekkig misverstand
uit de weg te ruimen: worstelen is
een bijzonder moeilijke sport waarbij
souplesse, „acrobatiek", hersenwerk,
concentratie, atletisch vermogen en
reactiesnelheid onontbeerlijk zijn. En
dat is tezamen noga) wat om onder
de knie te krijgen. Bert Kops beoe
fent de worstelsport dan ook al van
zijn twaalfde jaar af.
dal". Dokter De Jongste heeft zich met me bemoeid.
Hij stuurde me ook naar een masseur, elke week.
Het NOC vergoedde dat. We hebben al veel meer
medewerking dan vroeger maar je merkt nu pas hoe
belangrijk dat is".
GRADUERING
Bert Kops ziet ook wel een mogelijkheid die wellicht
een oplossing kan bieden. „We zouden met andere
kleine bonden bijeen moeten gaan zitten. Dan zouden
we een full time-secretaris kunnen nemen die al het
werk doet dat nu vrijwilig, en eigenlijk niet op te
brengen, door diverse secretarissen van bijvoorbeeld
onze bond, de touwtrekkersbond, de boksbond en
nog wat van die kleinere organisaties wordt ge
daan".
Waarom de sectie worstelen in de Krachtsportbond
klein is. weet Bert Kops ook. „Worstelaars zijn indi-
viduelen, die een afschuwelijke hekel hebben aan
verliezen. Ze willen allemaal r/innen. Als ze een
paar keer dik verloren hebben, houden ze ermee op.
Als er kampioenschappen zijn, kijken ze wie mee
doet en zeggen ze: ik blijf maar thuis want ik heb
toch geen kans. We zouden naar gradueringen toe-
moeten, zoals bij judo. Dan treffen ze iemand van
hun eigen postuur, een groene band dus niet tegen
een zwarte".
EIGEN KRACHT
Bert Kops is één van die te zeldzame sportlieden die
zwakke punten aanwijzen maar tevens moeite doen
een eventuele oplossing te zoeken en aan te geven.
Omdat hij zo verslingerd is aan zijn sport, die hij
„een wijze sport" noemt, want dommekrachten ha
len het niet. Het is een sport waarbij je steeds je
hersens moet laten werken. Een kleine fout en jo
verliest".
Op eigen kracht, zo mag worden gesteld, heeft Bert
Kops zijn Olympisch tenue kunnen aantrekken.
Stoltz: „We hebben fijn getraind. We hebben ook een
circuit van negentien uitgekiende oefeningen ge
maakt om snelkracht te krijgen, snelle en explosieve
handelingen".
En nu maar hopen dat het vruchten zal afwerpen In
München. Bert Kops is niet pessimistisch, ook niet
te optimistisch. „Je hebt toch altijd nog zo'n beetje
het idee dat je als Hollander komt. Daarmee bedoel
ik: wat doe je nou tegen zo'n grote man uit Rusland
waar ze anderhalf miljoen worstelaars hebben en de
talenten maar voor het oprapen hebben. Het is alsof
je als clubje uit de Amsterdamse onderafdeling te
gen Ajax moet spelen. De vergelijking wil ik nog
wel even doortrekken. Ons worstelen verhoudt zich
tot dat achter het ijzeren gordijn als amateurs en
profs. Die lui daar zijn profs, niks meer of minder.
Daarom is succes mede afhankelijk van de loting en
van het tijstip waarop je de mat op moet".
SLOPEND
„Ik ben een ochtendmens. Dan ben ik het meest fris
en helder. Ik worstel dus het liefst In de ochtenduren
op een toernooi. Maar het kan best zijn dat je na de
weging en de keuring, die om zes of zeven uur
's morgens Is, 's avonds om tien uur moet worstelen.
Dan heb je een slopende wachttijd. Dan eet ik
slecht, ook door nervositeit natuurlijk want je bent
de hele dag met Je partij bezig. Ik ben me er van
bewust dat Ik volgens de wetten geen medaille kan
halen maar ik zal er wel alles aan doen. Als de lo
ting ook wat wil meevallen".
En de keuze van de begeleider. Kops: „Je leunt het
niet alleen want iemand moet je tegenstander gaan
bekijken. We hadden in Denemarken een zeslanden-
wedstrijd en Stoltz zag dat mijn volgende tegenstan
der steeds de middelgreep toepaste en daarmee ie
dereen vloerde. Mij kreeg hij niet te pakken want Ik
wist het en kon tegenmaatregelen nemen. Je moet
ook met je trainer kunnen overleggen. Een worste
laar weet niet altijd hoe hij een tegenstander moet
aanpakken".
TRAININGSWEEK
Bert Kops weet in elk geval dot hij zich niets heeft
te verwijten wat zijn intensieve voorbereiding be
treft. Hij volgt daarmee de sporen van gewichtheffcr
Piet van der Kruk, die zich vier jaar geleden ook „op
eigen kracht" naar Mexico begaf. Bert Kops is af
hankelijk geweest van de medewerking van trainer
Stoltz en van vaste maat Chris Dolman. Voor hem
geen uitgebreide begeleiding, al is hij dankbaar voor
de trainingsweek in Duitsland, die het NOC hem gaf.
„Het was wel een nadeel dat ik onder de zorgen viel
van Oostermann, die trainer/couch van de Duitse
ploeg is en misschien mijn zwakke punten heeft kun
nen zien. Maar we zijn al blij dat ik die week heb
kunnen meemaken".
Want bij de Koninklijke Krachtsport Bond is nog al
tijd het niet zo met gejuich begroete devies: alle
beetjes helpen.
HERMAN VAN BERGEM