Koffie m alle standen In houten keten gaat het om het leuterpraatje In moderne shops komt voornamelijk jeugdig publiek 1971 ZATERDAG 29 JULI 1972 LLIDSE COURANT PAG..:A 5 De Kleine Ktub LEIDEN— Koffietenten. Je hebt ze in soorten. Oude houten keten langs de straat. Moderne shops in de stad. Het zijn sociale ontmoetingsplaatsen. Het praatje is er vaak belang rijker dan het warme, bruine vocht dat er ge schonken wordt. Een van onze redacteuren ging alle tenten af. Er zijn er tien in Leiden. Zeven ouderwetse, drie moderne. Hij praatte met de exploitanten en met hun klanten. Overal over hetzelfde. Over de sfeer in de zaak, over politiek, over voetbal, over de een en over de ander. Consumptietent Sport Om op gang te komen duiken we om negen uur 's morgens De Kleine Klup in, een van de mo derne in het hartje van de stad. Op de Nieuwe Rijn, schuin te genover V. en D., vlak bij de juwelier die er zo prat opgaat in het smalste pand van Leiden te zitten.De ouderwetse koffie- tent gaat al om vijf, zes uur epen. Dat vonden we te vroeg. Ebo van Pommele ook. Hij is de baas van De Kleine Klup. sinds een paar maanden. Past er we! in. Het interieur-is don ker, tikkeltje luxueus, maar dat komt misschien omdat alles •nieuw is. Posters en andere hei lige platen hangen aan de muur. Barbra Streisand zingt door haar neus over ,a second hand Rose". Het is stil. De klan ten moeten nog komen. Ebo doet rustig aan. Hij is wel ondernemend. Heeft al heel wat gedaan. Komt uit Am sterdam, al zegt dat natuurlijk niets. Dreef daar een delivery- bedrijf. Dat is een klusjes-on derneming. Had een stel jon gens dn dienst die van alles wegbrachten wat er maar door andere gevraagd werd. Op de bromfiets. Ebo had de zaak op poten gezet, kon er geld voor krijgen en kocht De Kleine Klup. Hij ziet wel wat in koffie. En in nog veel meer. Beneden is een boetiek, dat hoort er niet bij, maar boven staat de boel nog leeg. Dat wordt binnenkort bij de Kleine Klup getrokken. Daar kan men eerstdaags ook wat uitgebreider eten dan alleen de tosti die beneden te krijgen is. Ebo's ideaalbeeld is een drugstore. Hij hoopt de Kleine Klup tot zover uit te bouwen. Ebo van Pommele heeft een eigen filosofieje over het verscHil in koffietenten. „Dit soort is pas van de laatste 10, 15 jaar. Het publiek dat hier komt is pakweg russen de 16 en 30. Ouderen ko men hier praktisch niet. Dat heeft alles te maken met de inrich ting. Hoe donkerder het is hoe griezeliger ouderen het vinden. Dit appeleert aan een bepaalde sociale laag. Kleur is bepaiend. In her Gonk is het donkerder, komt dus ander publiek. Als ik witte muren zou hebben dan zou je zo'n toestand krijgen als bij V. en D. aan de overkant. En dar is de bedoekng nie:, al is dat commercieel natuurlijk niet zo aantrekkelijk." Er komt een klant binnen.Die steekt alleen zijn hand op. Ebo begrijpt dat hij een espresso moet hebben.Eik kopje wordt vers gezet. Het komt uit een ap paraat van Faema, het merk waarvoor het Vlaamse idool Merckx een paar jaar geieden zo hard fietste. In koffietenten wordt grof geld verdiend, zegt men. Ebo: „Dat valt hard mee, al heb je wel een goed belegde lekker bakkie boterham. Het gaat mij niet al leen om het geld. Als het daar om ging zou ik wel een andere manier weten. Ik speel graag monopoli. Een koffietent run nen, is dat hard werken? Ebo: Je doet niks. Ik heb bij het luister- en kijkonderzoek ge werkt. Daar werkte je met ja hoofd of je deed niks. Hier doe je niks. Dat wil zeggen je werkt met je handen". Een meisje aan de bar: „Nou, je hebt toch je klanten. Daar praat je .och mee". Ebo: „Ach wat, met wie kun je nou echt praten. Met een op de tien misschien. Het is allemaal zo oppervlak kig". Genoeg over De Kleine Klub. Over naar de Valk, een tent te genover de molen, bij het Schuttersveld. Een vrouw drijft het zaakje. Mejuffrouw Nel van Ram. Van "s morgens 6 tot 's middags 3 schenkt ze koffie. Een negerboy in triplex aan die muur zegt da: die .ekker is. Het is afwisselend druk en stil. Mejuffrouw Van Ham: „Je kunt er geen peil op trekken. Zo denk je het is even stil, laat ik maar boodschappen gaan doen en dan kom je terug en dan denk je: had ik het maar niet gedaan. Dat staan ze voor een gesloten deur op je te wach- Mejuffrouw Nel roemt de band in de tent. „Iedereen kent elkaar, je zou haast spreken van een familieband. Toen vader was overleden zijn we een paar we ken dicht geweest. Ik gmg opei. met de gedachte: die komen nooit meer terug, dat zit er dik in. Maar nee hoor, m'n klanten zeiden, zo meid, blij dat je er weer bent. Kijk, koffie drinken kun je overal. Het gaat om het contact. Je zit dicht op elkaar. Een vreemde wordt zo in het gesprek betrok ken. Dat gaat vanzeif". Er zitten een paar klanten bij Nel. Ze hebben vakantie, zijn niet weggegaan en daarom toch even bij haar koffie gaan drin ken. Het gesprek gaat over de dode vissen in de s.ngel, het slachten van huisdieren en over de lolbroeken onder de klanten die er nu niet zijn. Moeilijkhe den heeft mej. Van Dam in haar tent nooit. „Als ik zeg: d'r uit" ze trekt haar gezicht strak „D'r uit, dan gaan ze d'r uit". De sfeer in de Posthof op de Rijnsburgerweg is heel anders. Er ligt veel lectuur of tafel. Krant en tijdschriften. Kuifje en Dummy, een mannenblad met veel bioot. Achter het buffet, tussen 'het koffiezetapparaat en de warme ballen staat ook al een juffrouw. Ze blijkt niet de eigenaar. Dat is Wijsman. Hij staat achter te schilderen. Waarschijnlijk voor de laatste keer. De tent verhuist binnen kort naar de overkant van de weg, dichter bij het Academisch Ziekenhuis. Dat be treurt Wijsman niet. Door het AZL krijgt hij dan misschien betere klandizie. De leerlingen van de scholen in de buurt, die nu 50 procent van zijn omzet voor hun rekening nemen, blij- ven toch wel komen, denkt hij. Wijsman heeft een paar jaar geleden de Posthof overgeno men van zijn vader. Die heeft de zaak in de crisistijd opgezet. De naamt komt van de halte plaats en de uitspanning die er vroeger verderop was. Wijsman is van 6 tot 6 open. Bier ver koopt hij niet. In geen enkele koffietent wordt dat trouwens verkocht. Wijsman: „Ik ben er ook geep voorstander van". Het Gonk in de Pieters Kerk- choorsteeg is ook een typisch jongerententje. De ramen zijn zwart geverfd, een blanke splee! in het midden. Binnen veel kleuren, weinig licht. De muren zijn voor een deel behan gen met koffiezakken van ju:e. He: Conk is open van 11 tot 11. Het drukst is het na de mensa- tijaen. Het publiek beslaat uit scholieren en studenten. Soms is er een ouder iemand. Josefien, die een paar uur per dag be dient: „Dat zijn dan meestal ouders, d.e wei eens wil.en zien in wat voor soort tentjes hun zoons en dochters komen." De ouders b.ijven meestal niet lang. Er wordt namelijk „zenu- wenmuziek" gedraaid. Dat is niet het geval bij Walen kamp in de Nieuwsteeg. Daar is het voornamelijk jazz wat de klok slaat. Het publiek bestaat uit studenten of wat daar voor door wil gaan. Het interieur is overwegend bruin. De rietsuiker in grote glazen bakken heeft dito kleur. Walenkamp is een geëngageerde koffietent. Het boekwinkeltje aan de overkant hoort erbij. Er worden geen boeken verkocht met een vrij blijvende inhoud. Overal steekt een rocialistisch of marxistische ideologie achter. Een Chinese tijger hangt aan de muur. In de zomermaanden draait Walen kamp niet best. Volgend jaar denkt hij om deze tijd van het jaar maar te sluiten. Over ver schil van sfeer zegt men bij Walenkamp: ,Hier hoef je je niet aan het mede-publiek te storen. Ga je bijvoorbeeld koffie drinken in het Karrewiel dan is daar de sfeer veel dwingender. Daar moet je je aan passen aan je omgev.ng. Hier niet". Koffiebaas Van Rooyen heeft de langste tijd in Koepoort ge- siaa.i. Hij zoekt een opvolger. Binnenkort wordt hij 65. Hij vindt het genoeg. Veertien jaar slaat hij dag-in-dag-uit van 's morgens 5 tot 's miudags vijf in de tei.t op de hoek van de Dou- zastraat en de Jan van Hout kade. Van Rooyen moet het 's morgens vroeg vooral hebben van groen- teboeien en marktkooplui. Een dm*' Jan Oudshoorn: als Feyenoord verliest heb ik het steen druk leuteren van de geheimen van een goede klandizie is volgens Van Rooyen de kwaliteit van de koffie en de hygiëne. Dat wordt beaamd door een van zijn klanten, een bouwvakker die in de buurt op karwei is en van zijn leven in nog ul wat koffietentjes is ge weest. „Je hebt ©r die er eon sloot water bij gooien en die alle kopjes de hele dag in een en hetzelfde bakje water afwas sen. Van Rooyen drinkt zijn eigen koffie. Wel twintig bakkies per dag'. Er zijn nog 7 echte koffietenten In de stad. Vroeger waren er veel meer. Je had ze aan Hen- gelsuigel, de Korevaerstraat, de Morspoort, de Zijpoort, aan de Lage Rijndijk en aan de Haag- weg. Dat ligt volgens van Rooyen aan het gemeentelijke beleid. Vroegere burgemeesters en met name Van Kinsschot had het niet zo begrepen op de tentjes. Met het oog op het stadsschoon. Hoe is het boleid van de gemeente nu? Een woordvoerder van de gemeente. „We zijn er niet tegen, bes si niet. Hij geeft wel toe dat het bepaald niet makke..jk is nu nog aan een nieuwe ver gum. ng :e luimen. Er worden ei sen geste.d aan de esthecica en aap de inrichting. E:n koffietent die mogelijk met tertijd moet verdwijnen is De In stuif van Jaques van der WeiJ- den op de hoek van de Jan van Houikade en de Korevaerstraat Jaques is ook 65, maar hij voelt er nog niets voor om er mee uit te scheiden. In de instuif men niet alleen omdat dc »':c tv zo goedkoop is. „Ook "ijK sen komen bij mij", ?-ques van der Weijden. He' -_x cr.ï de sfeer, om de geztP'oheid. V. /ïger werkte hij als kelner bij de Turk en op de sociëteit. Toen hij daar al weg was werd hij nog een keer ge vraagd toen prinses Beatrix op bezoek was. „Niemand durfde Trix te bedienen. Ik wel. Ze vroeg op een gegeven moment om een vorkje in plaats van een lepeltje bij haar gebakje. Ik zei: nee, alle dames hebben ecr\ iepeitje, u krijgt geen vorkje. Voor mij Is iedereen hetzelfde. Tja, dat moet je durven zeggen hè". Dik Bavelaar (28) drijft het kof- fietentje aan de Zouterwoudse singe!, viak bij het oudkatho- lieke kerkje. Sinds hij hel overnam na de dood van zijn schoonvader is het publiek aanmerkelijk verjongd. Dut is ook te merken aan hel inte rieur. Er hangt kunstfruit uan de wand en er speelt een radio dat is nergens anders. Heeft een koffiebaas ten rijk bestaan? Dik: „Nee. Afgelopen weken is twee keer ingebroken. Aan apullen en vernielingen 750 gul den naar de bliksem. Dat is wel even een slag. Verzekeringspre mie is niet te betalen omdat we zo afgezonderd staan." Aan de Burggraveniaan, bij dc Hoge Rijndijk, slaat de mooiste xoilictent van Lelden: Maruon. Wordt ook nog al eens bez-chf door inbrekers. Daarom een bordje aun de muur: Na slui tingstijd zijn in deze zaak geen sigaretten aanwezig. Een meisje van 20 Jaar, Suse, staat achter het toonbankje. Ze is weinig mededeelzaam. De bekendste koffiebaas in,Leiden is zonder meer Jan Oudshoorn. Hij zit in Kanaalzicht op het Lammenschunsplein. Zijn guile vette lach trekt vele klanten. Kreeg landelijk bekendheid nu het opolletje „Een van de acht" voor cie televisie. Cudshoom is een Eeyenoord-fan. Toch zit hij er niet mee In uis zijn club vcr-i liest. „Dan is het 's maandags hier steendruk. Dan komen ze, al.emaal jennen. Commercieel zit dat wel goed". Oudshoorn zat jaren op *.-en vraentwagen.' Zo omdeutte hij ue koffietentjes. „Er is giote behoeue aan een zaakje waar je zo in werkkleding kun Dinneiivuiicn. De verschillen met een gewoon wegcafé: Neem mijn zaak en het café aan de< overkant van het water. Ik ga om 6 uur open, hij om 9 uur; bij mij kost een bak koffie 45 cer.t, bij hem 80. Bij mij kan ecu ko.cnboer zo op de bank gaan zitten. Dat kan in een café, toch niet. We hebben alle koffietentjes in Leiden gehad. Dc moderne tent jes in ue stad hebben een groot voordeel boven een van de ouder wetse langs de weg, er zijn toi letten. En die heb je na een paar liter koffie wel nodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5