Ontmoeting met verleden
in het land van Jogjakarta
VLUCHTIGE
INDRUKKEN
VAN
INDONESIë
NU (5)
ZATERDAG 8 JULI 1972
Rijkbewerkte toegangsdeur naar het binnenste van de hoofdtoren van het tempelcomplex te Prambanan
Uit cultuurhistorisch oogpunt is Jogja en het omlig
gend gebied bijzonder belangwekkend. Want in de om
geving staan de twee wereldbefaamde historische mo
numenten: de boeddhistische Boroboedoer en het hin
doeïsme (brahmaanse) tempelcomplex van Pram
banan. Twee monumenten van twee verschillende le.
vensbeschouwingen, die nochtans in hfetzelfde .tijdsbe
stek, namelijk tussen 800 en 1000 n. C. opgetrokken
zijn. De door zijn omvang imposante Boroboedoer
lijkt, van de lucht uit gezien, op een reusachtige ste
nen lotusbloem, het symbool van de eeuwige rust. Uit
het gehele bouwwerk, met zijn voortdurende herhaling
van verstilde Boeddha's proeft men het opwaartse stre
ven naar de volstrekte volmaaktheid, het nirwana.
Hoe totaal andere indruk maakt de Prambanantem-
pel: dynamisch en getuigend van een uitbundige le
vensblijheid en een optimistische eeuwigheidsgedach-
te. In de Prambanantempel is de derde persoon van
de Brahmaanse .xlrieëenheid", Sjiwa, de belangrijkste
figuur. Brahma schept, Visjnoe houdt in stand, maar
Sjiwa vernietigt om te herscheppen en te vernieuwen.
In de grote hoofdtoren van Prambanan staat zijn
reusachtig beeld, tezamen met dat van zijn veelarmi-
ge echtgenote Lara Djomggrang (in India de doods
godin Kali) en zijn, van een olifantenkop (symbool van
de wijsheid) voorziene zoon Ganesha.
Een van de belangrijkste
steden van Midden-Java,
Jogjakarta, maakt een iet
wat slaperige, provinciaal
se indruk. Malioboro
(naar men zegt een ver
bastering van Marlbou-
rough) is nog steeds de
grote verkeersader die
dwars door de stad loopt.
Je ziet er veel fietsen en
betjaks (fietstaxi's) en
weinig auto's. Dat is
waarschijnlijk wel het ge
volg van het zware ac
cent, dat de Gadjahmada-
universiteit op de stad
legt. Studenten plegen niet
zoveel geld te hebben dat
ze zich auto's kunnen ver
oorloven. Als sultansstad
heeft Jogja (fonetisch zo
beter geschreven dan het
bij ons gebruikelijke Djok-
ja) zeer aan belangrijk,
heid ingeboet. De tegen
woordige sultan heeft het
te druk met het medere-
geren en verblijft mees
tentijds in Djakarta.
1 Moderne woning van een schilder in de, achter het nieuwe universiteitscomplex gelegen, artistenwijk te Jogja
Ramayana
Je kunt uren dwalen over dat, helaas deels tot ruïne
vervallen, maar hier en daar toch weer gerestaureerd
complex. Telkens opnieuw sta je verbaasd over de
schitterende, nauwelijks door de tijd aangetaste, de
tails. Je vindt er een van de oudste stripverhalen ter
wereld in harde steen gebakt: het grote hindoe-epos
de Ramayana, de lotgevallen van de deels door Visj
noe verwekte koningszoon Rama. Nog steeds levert de
Ramayana stof en inspiratie voor de Javaanse wa-
jang-wong en de Balische dansen. Zo is de spectacu
laire ketjak of Balische apendans, een episode uit de
Ramayana.
Het merkwaardige is, dat de hindoeïstische of brah
maanse Prambanan geheel omsloten is door oude
boeddhistische tempels. Beide levensbeschouwingen
moeten vreedzaam naast elkaar hebben bestaan. Dat
is wel verklaarbaar, want ook nu nog zijn Indonesiërs
in hoge mate religieus verdraagzaam. Zelfs de uit het
westen opkomende en in eerste aanleg toch aggressie-
ve islam werd onder Java's tropenzon zachtmoediger
van aard. Maar de geweldige spirituele 'kracht, die de
Boroboedoer en Prambanan schiep en te vergelijken
is met die, welke de gotische katehdralen gestalte
gaf, bluste in de loop der eeuwen uit. De oud-Javaan
se invloeden weken verder terug naar Oost-Java,
waar ze hindoeïstische enclaves (Tenggergebergte)
Draagstoelen in de kraton van de sultan van Jogja
achterlieten, om tenslxte op Bali een eigen leven te
leiden. Ze keerden pas in gewijzigde vorm terug toen
de Nederlanders meeschreven in Indonesië's geschie
denis en toen na het uiteenvallen van het Mataram-
rijk, de vorstendommen Soerakarta (Solo) en Jogja
karta ontstonden.
Kraton
Midden in Jogja ligt de kraton van de sultan, met een
noordelijke aloen-aloen (plein) en een zuidelijke dito.
De noordelijke aloen-a'oen is een hommage aan de
vriendelijke goden en geesten die boven de bergen
broeden; de zuidelijke moet de wat norsere machten,
die in de Indische Oceaan huizen, gunstig stemmen.
Wel stuwt ze soms uit haar vochtige schoot de gewel
dige wolikenkastelen omboog, die het dorstige land
drenken, maar daar staat tegenover dat zij af en toe
incognito de wal op sluipt om in het nachtelijk duister
kinderen te roven, die haar in haar onderzees rijk
moeten dienen. Nee, er valt met Njai Loro Kidoel niet
te spotten. Zelfs in het zeer moderne Samoedra
Beachhotel, gelegen aan de oude Wijnkoopsbaai, is
een kamer aan haar gewijd. Als het er erg druk is,
wordt die kamer toch wel gebruikt en tot dusverre is
Overdekte pasar aan Malioboro in Jogja
fir,
Ramayanareliëf aan de Prambanantempel bij Jogja. Eeuwenoud stripverhaal
er niemand met een omgedraaide nek gevonden. Mis
schien was ze dan net op rooftocht
Heden ten dage is de kraton, eens centrum van opge
wekt hofleven, naar veihouding leeg en verlaten.
Vroeger paradeerde daar, bij feestelijke gelegenhe
den, onder de tonen van gamelanachtige marsmuziek,
des sultans lijfwacht. In die dagen van weleer placht
een geestelijk gestoorde pangéran (prins) zich in
plechtige paradepas door Jogja te begeven, zichzelf
marsmuzikaal begeleidend met een luidkeels:
..Poéng-terèk-telk-poeng-trèk-tülüllüJülü
Ik word in de kraton rondgeleid door een feilloos Ne
derlands sprekende volle neef van de tegenwoordige
sultan: ,,Ik zat net op de HBS toen de Japanners bin
nen vielen Hij vertrouwt me verder toe, dat hij
de zoon is van eer. oudere zuster van Hamengkoe Boe-
wono IX.
De kraton is een merkwaardig mengsel van oost en
west. Tegen de achtergrond van ingewikkelde Javaan
se symboliek, staat een oer-hollandse muziektent. On
der rijklbesneden gaanderijen tinkelen, in de zachte
bries, kristallen kroonluchters uit de tijd van oudoom
Jochem. Een graag getoonde bezienswaardigheid is
de oude Europese gietijzeren straatlantaarn met een
oude gietijzeren Europese straatlantaarn met een
meisjeskopje dat verbluffend veel lijkt op koningin Ju
liana als kind. Onder een grote pondok (bouwsel op
pilaren met puntdak) repeteert het in stemmig blauw
gestoken hofgamelanorkest, compleet met recitatieven
zingende zangers en zangeressen.
Jogja maakt niet direct een welvarende indruk. An
ders dan in Djakarta of Socabaja valt het aantal be
delaars op. Ze houden zich op bij bezienswaardighe
den, bij eethuizen en bij pasars. Ze strekken hun niet
zelden door lepra aangetastt handen door de autora
men naar binnen met het voortdurende herhaalde lij
zige „Noewoen ndorowil zo goed zijn heer... ge
volgd door de reeks kwalen en familieomstandighe
den. Jogja, Solo, Moentilan, Klaten en het gehele ge
bied daar is nu eenmaal niet welvarend. Werkloze
landarbeiders trekken naar de „gouden stad** in de
zelden vervulde hoop er betere leefomstandigheden aan
te treffen.
Zilver
Praktisch onder de rook van Jogja ligt het stadje
Kota Gedeh, letterlijk „Grote Stad". Kota Gedeh moet
vroeger aanmerkelijk belangrijker zijn geweest dan
Jogja want het was ook hoofdstad van het rijk Mata-
ram. Tegenwoordig is Kota Gedeh in ander opricht
een belangrijke stad: het is om zo te zeggen de ge
boorteplaats van het welbekende Jogjazilver.
Tom's Silver („Tom" ligt internationaal nu eenmaal
gemakkelijker dan Soctomo) is zo'n ztlversmederj.
Een zeer arbeidsintensief bedrijfje dat, zo op het oog
met primitieve middelen wertot. Op de grond zitten dc
z Iversmeden met hun, door de mend aangeblazen
blaasbalgjes, hun smeltkroesjes en hun drijfinstru-
nenten. Uit hun adem en handen ontstaan de ragfijne
bloemblaadjes voor oorknoppen en broches en het stc-
v.ger gedreven zilver voor docen asbakken en bestek
ken. Dat alles mondt uit in een flinke winkelruimte,
waar het zonlicht speels rond springt tussen al dat
glanzende schoons. Als je later, terug in Jogja, ook
nog in een batikbedrijf een kijkje mag nemen, vraag
je je af of niet veel met eenvoudige middelen geme
chaniseerd kan worden wat nu nog met vele handen
geschiedt. „Dat kan zeker" zo zei men, „maar waar
moeten we dan met al die brave handwerkslieden
heen? Er is al werkloosheid genoeg..."
Tussen de stad Jogja en bet vliegveld staat het reus
achtige Ambarroekmohotel. Een zes vardiepingen tel
lende logeerbunker, geheel luchtgekoeld, naar moder
ne internationale smaak ingericht. Dc kamers aan de
achterkant zien uit op zwembad met terras en op dc
Merapi, die een zware pijp staat te roken. Naar men
zegt bevindt deze bij vulkanologen beroemde berg
zich weer in een gevaarlijk stadium, maar hij staat
weer te ver weg om Jogja te kunnen verontrusten.
Praktijk
Het hotel is genoemd naar een nabijgelegen buitenver
blijf van de sultan» In de reusachtige hal met zijn re
ceptie, zijn toko's en kantoren van reisbureaus, speelt
iedere namiddag een verveeld gamelanorkest voor de
niet-luis te rende hotelgasten. Er is een welvoorziene, in
gedempt licht gehouden bar met in fantasiesmoking
gestoken barkeepers; het andere bedienend personeel
is keurig geüniformeerd in militair aandoende kledij
met veel ireswerk. Later blijken veel van deze bedien
den leerlingen te zijn van de hotelschool in Bandoeng.
Ze moeten voor hun eindexamen hier nog de nodige
hap praktijk opdoen. „Krijgen jullie daar nou salaris
voor?" vroeg ik hun. Luid gelach als antwoord. „Nee;
het hoort gewoon bij het cursusgeld dat we hebben
moeten betalen
Het hotel is een voortreffelijke observatiepost voor het
hedendaagse georganiseerde toerisme. Ik maak er
twee Amerikaanse cn twee Nederlandse reisgezel
schappen mee. Bij het diner ligt het accent duidelijk
op het Europese menu. Dat doet wat vreemd aan in
een land dat. met China, de beste culinaire kleinkun
stenaars oplevert. Maar de klant wil het blijkbaar zo.
De geserveerde rijsttafel is niet zeer aantrekkelijk; je
kan beter in een betjak stappen en je honger stillen in
een bescheiden eethuis (Ka Ping bijvoorbeeld) in de
stad. Het is daar lekkerder en aanmerkelijk goedko
per.
Oorlog
In de eerste jaren van de Indonesische vrijheidsstrijd,
was Jogjakarta het belangrijkste politieke centrum,
tevens zetel van de regering. Daar kwam. vrij abrupt,
een einde aan in december 1948, toen de Nederlanders
het republikeinse gebied bezetten. Militair-technisch
gezien een goedgeslaagde operatie, maar ais oorlog
inderdaad voortzetting van dc politiek is met andere
middelen, een domme actie. Doel van de operatie was
het uitschakelen vah het republikeinse leger, maar
door de bezetting van alleen de strategische punten,
kreeg het republikeinse leger de gelegenheid de tevo
ren vastgestelde stellingen te betrekken, vanwaaruit
het de guerrilla ter hand kou nemen.
Hoe het ook zij: Jogja werd snel bezet cn de voor
naamste leden van de regering geinterneerd.
Een Indonesische dame. die in die woelige dagen
hoofdofficier was bij het republikeinse vrouwenknrps
en met name de befaamde tooht van de Siliwangidivi-
sie door de Nederlandse Unies meemaakte, denkt met
wonderlijk weinig rancune aar dr bezetting van Jogja
terug: „Wij zaten in huis en ja hoor, daar kwamen
ze. Een Nederlandse sergeant kwam huiszoeking doen.
„Jullie zijn natuurlijk van de TNI en jullie hebben na
tuurlijk wapens verborgenzei hij. Ik antwoord;
„Ja we zjjn van dc TNI, Wc hebben wapens verbor
gen, maar ik zeg lekker toch niet waarHij lach
te toen maar eens en ging zonder meer weg
„Ja, het was best een lieve jongen", besloot ze verte
derd, „en ik geloof dat hij het helemaal niet leuk
vond om oorlog te voeren
T. van Grinsven
Het vroegere Grand Hotel, thans Garoedahotel