EXODUS, BENELUX: dramatische tocht naar spionagecentrum Rood China? land van bloed en tranen T touw gezet, voornamelijk onder de Antwerpse Chine se restaurants. Gevolg: de illegaal in België verblij vende Chinees voelt zich daar niet meer veilig en wijkt uit naar Nedeland, in de stille hoop dat hij daar bij zijn landgenoten onder dak zal kunnen vinden en door de justitie met rust ge laten zal worden. Wat dat met rust gelaten worden be treft: razzia's komen in ons land zelden voor, ons vreemdelingenbeleid is over het algemeen soepel en be slist sociaal ingesteld. Wat niet wil zeggen dat er in Nederland maar met de pet naar gegooid wordt en dat elke vreemdeling zonder meer welkom zou zijn. De cijfers van het Ministerie van Justitie wijzen anders uit, ook waar hef om de Chinezen gaat. Dat desal niettemin toch door groepen Chinezen geprobeerd wordt illegaal in ons land te ver blijven blijkt wel uit een goede greep van de Utrechtse politie eind vorig jaar die een bus vol Chine zen zonder geldige papieren wist aan te houden. De meesten van deze illegaal in ons land komende Chinezen komen via Hong Kong. Het Ministerie van Justitie heeft bewezen dat er zelfs char termaatschappijen zijn die van Hong Kong recht streeks of via Londen op Brussel vliegen om Chine zen in de Benelux te bren gen. Is het de behoefte aan werk in onze welvaartsge meenschap die de Chinezen trekt of is het de spionage- glimlach van Mao? Daar over gaat deze reportage. BRUSSEL-DEN HAAG De grote zilveren vogel draait grommend een laatste ronde boven het vliegveld Zaventem bij Brussel. Rook slaat op als de banden de ruwbetonnen landingsbaan raken. Char tervlucht. Even later veertig Chinezen, vergezeld van een tolk, die glimlachend door de douane en de passencontrole heenstappen. Een eenvoudig koffertje made in Hong Kong verraadt hun status niet. Met dezelfde glimlach bestijgen ze een gereedstaande bus. Hun tolk geeft op geen enkele vraag antwoord, geeft ook geen commen taar. Behalve op één vraag. Toeristen? Ja, toeristen. De bus zet koers naar de Nederlandse grens. Het visum dat in Hong Kong ver leend is aan deze groep Chinezen heeft een geldigheidsduur van vijf dagen. Ver na de verstrijkingsdatum wordt de bus bij Utrecht aan gehouden. De tolk glimlacht nog steeds, de Chinezen vertrekken hun gezichten tot een glim-grijnslach. Een Mao-glimlach? Of is het de glim<ach van een Hong Kong Chinees die dacht zonder geldige pa pieren uit zijn armoede in Hong Kong te kunnen komen en hier in de Benelux maar dan voornamelijk in Nederland een restaura- teursbestaan te kunnen opbouwen? De razzia's van de B.O.B. in Antwerpen hebben het gegeven opgele verd dat verscheidene Chinezen door middel van valse paspoorten en visa het land zijn binnengekomen. Verscheidene van hen waren in het bezit van visa, afgegeven door het Belgische Consulaat-Gene raal in Hong Kong, maar nadat dat Consulaat was opgeheven in verband met de erkenning van de Volksrepubliek China. Het Ministerie van Justitie in Den Haag tilt aan deze zaken niet zo heel erg zwaar. Het moge dan waar zijn dat er elk jaar zo'n vijf honderd Chinezen worden ontdekt die illegaal in ons land verblijven, maar Justitie heeft er eigenlijk weinig last mee. Tot eind 1971 was het zo dat in hun verblijf werd berust, hoogstens werd een jaar respijt gegeven om hun in „Nederland" zijn te rechtvaardigen. Waarom? „Omdat wij met illegale Chinezen een beetje in onze maag zateaf*é zoals een woordvoerder van het Ministerie zegt. Dat is dit jaar i«lr veranderd. Nu kcijgen de illegale Chinezen, als ze gegrepen worden,, èen zgn. afwijzende beschikking en moeten dan het land verlaten. Overigens bestaat er een beroepstermijn van dertig dagen op die beschikking. Mocht die termijn overschreden worden dan worden zij automatisch ongewenste vreemdeling. Is het nu moeilijk voor een Chinees in Hong Kong een visum te krij gen? ging van de nationale visadiensten vereist is. Maar er is een uit zondering gemaakt voor zogenoemde bonafide zakenlieden, waarvan duidelijk is dat ze louter voor een zakenreis naar het Benelux-gebied gaan. Zij beogen dus beslist geen tewerkstelling. Als het om deze men sen gaat mogen de consuls hun visum zelfstandig afgeven. We moe ten oppassen dat we die mensen niet als een soort misdadigers gaan Daarnaast blijven echter de chartervluchten naar het Benelux-ge bied bestaan. Justitie: „Het gebeurt, dat er chartervluchten komen met Chinezen in het bezit van visa, afgegeven door de Belgische vertegenwoordi ging in Hong Kong. Deze visa hebben een geldigheidsduur van vijf dagen. De Chinezen die met deze chartervluchten meekomen zijn in het bezit van retourpassage en van voldoende geld voor hun verblijf gedurende de tijd dat hun visa geldig zijn. Geen enkele beambte van een vreemdelingendienst zal dan ook bezwaar maken tegen hun komst. We weten in enkele gevallen is dat duidelijk bewezen dat deze mensen in auto's stappen, zich Nederlandwaarts begeven en onderduiken". Worden deze mensen gepakt dan lijkt de zaak simpel. De Belgische autoriteiten zijn verplicht tot terugname. Maar wat doet België er dan mee? België schijnt er financieel nog slechter voor te zitten dan wij op dit gebied. Het is beslist geen geheim dat onze zuiderburen dan een „ordre de quitter le pays" afgeven, waarbij wordt gezegd: „U moet het land binnen zoveel tijd verlaten. U mag zich niet bege ven naar Nederland of Luxemburg." Daarmee wordt de man losge laten en binnen de kortste keren is hij weer terug in Nederland. Onze politie heeft al menigmaal vreemdelingen over de zuidergrens gebracht, waarbij de vreemdelingen eerder terug waren dan de poli- tie-ambtenaren". Is er dan zo weinig overleg met de Benelux-partners Op dit gebied? Justitie: „Ons probleem ligt voornamelijk hierin dat er geen perso nencontrole is aan de Nederlands-Belgische en de Belgisch-Luxem burgse grens. Die controle wordt nu nog slechts uitgeoefend aan de Frans-Belgische grens en die is geringer dan wij normaal trachten uit te voeren, wat overigens aan de persoonlijke kwaliteiten van be paalde rijkswachten die daar staan niets afdoet. In het Benelux-over- leg, binnen de Bijzondere commissie voor het Personenverkeer ko men deze zaken herhaaldelijk aan de orde. Van onze kant is het een frappez, frappez toujours". Kunnen wij de Chinezen die illegaal in ons land verblijven niet ge makkelijk terugsturen? Justitie: „Laten we voorop stellen dat de Chinezen een groep vor men die nauwelijks de aandacht op zich vestigen, ze zijn netjes, spaarzaam en arbeidzaam. Maar wat moeten we er verder nog aan doen? Een Chinees die in Nederland komt, voorzien van een visum van de Nederlandse. Belgische of Luxemburgse consul, met voldoende geld om zijn verblijf hier te rechtvaardigen, met een retourticket. Voor zo iemand zien wij geen grond voor een weigering. Als-ie dan eenmaal binnen is gaat hij zijn paspoort verdonkeremanen, zijn tic ket verzilveren, een baan zoeken, hij duikt onder. Dat is bij ons goed genoeg bekend, maar zo'n man is niet te weigeren, er is geen grond voor. Fn van de al lang gevestigde Chinese restaurateurs krijgen we weinig medewerking omdat de illegale Chinezen in die restaurants goedkope arbeidskrachten zijn". Is Justitie dan niet bang voor een infiltratie van Chinese spionnen in het Benelux-gebied? De Belgen zijn er kennelijk banger voor dan wij. De politie daar spreekt openlijk van „spionage-haarden". Veel meer zorgen brengen de Algerijnen en Marokkanen aan voor Neder land. In 1971 werden slechts drieënvijftig Chinezen geweigerd ons land binnen te gaan en maar tweeënveertig verwijderd. Het aantal weigeringen voor Marokkanen bedroeg echter 442 en het aantal ver wijderde Marokkanen was bijna driemaal zo hoog: 1139. Deze Marok kanen zijn allemaal via onze praktisch onbeschermde zuidgrens het land binnengekomen. Ter vergelijking moge dienen dat het aantal Turken, dat via onze met de bekende Duitse Tüchtigkeit beschermde oostgrens ons land wilde binnenkomen, maar geweigerd werd, 1900 bedroeg en dat er ons land uitgezet werden slechts 659 Turken. Zou het dan toch in de laksheid van onze zuiderburen zitten? GERARD CRONÉ Het andere gezicht van Hongkong: armoede, woningnood, overbevolking. Velen zoeken hun heil elders. Ook steeds meer in de Benelux. Chinese eethuisjes rijzen als paddestoelen op, tot zelfs in dorpjes waar een eerlijk, niet veeleisend Ne derlands restauranthouder nog geen ballentent zou durven beginnen. Dat geldt vooral voor onze zuidelijke provincies, maar tevens voor dorpjes in ons buur land België. Politie-autori- teiten die gedurende lange tijd deze restaurant-ontwik keling met wat argwanende blik hebben bekeken komen nu meer en meer tot de overtuiging daf, zelfs als men de spreekwoordelijke spaarzaamheid van de Chi nezen incalculeert, nauwe lijks meer van echt restau rant-drijven sprake kan zijn. In Nederland is tot op heden nog niet grootscheeps ingegrepen. In België, waar praktisch niets tegen deze ontwikkeling is gedaan, hebben de Bijzondere Op sporingsbrigade (BOB), de gerechtelijke politie en de rijkswacht vorige week grootscheepse razzia's op Van een onzer verslaggevers Op 12 juli 1947 voer uit de Cypriotische haven Kyrenia triomfantelijk een oud bergingsvaartuig weg, dat enige dagen tevoren nog Aphrodite heette. De nieuwe naam was dramatischer én veelzeggender: Exodus. Een herinnering aan de uittocht van het joodse volk uit Egypte en het be gin van de grote zwerftocht door de woestijn met in het ver re vooruitzicht: het beloofde land, „overvloeiend van melk en honing". De naamswijziging was niet willekeurig, want aan boord van de wegvarende Exodus bevonden zich meer dan 300 joodse immigranten, die de verschrikkingen van de Duitse nazikampen hadden overleefd en opnieuw door de woestijn, vol steenslag van onbegrip en kwelling waren getrokken om het land „overvloeiend van melk en honing" te kunnen bereiken. De wegvaart was een triomf, want de organisatoren van de tocht van de Exodus hadden de Brit se politiek van „zo min mogelijk joden naar Palestina" op geraffineerde wijze overbluft. BLOED EN TRANEN Het Palestina van 1947 was allerminst overvloeiend van melk en ho ning, maar wel van bloed en tranen. Het land schokte onder de hef tige geboorteweeën van de joodse staat, die nieuwe vorm zou geven aan het door eeuwenlange pogroms, vernederingen, kwellingen en verdachtmakingen geschokt joods zelfbewustzijn. Israël betekende nieuwe hoop voor hen, die oorlog en kamp hadden overleefd en des peraat nieuwe ontberingen verdroegen om deze hoop verwezenlijkt te zien. Dit streven bracht hen niet zelden opnieuw in kampen bij een. Geen vernietigingskampen meer, maar toch kampen die hun vrijheid van gaan en staan beknotten, want het beloofde land, Palesti na, stond sedert de eerste wereldoorlog onder Britse bescherming en de Britse belangen van na de tweede wereldoorlog gedoogden geen onbelemmerde binnenkomst van joden. Engeland was na de eerste wereldoorlog, toen het Turkse rijk uiteen was gevallen, met Frankrijk de belangrijkste stabiliserende factor in het Midden-Oosten geworden. Het zag zich weldra geconfronteerd met twee groeiende bewegingen: het zionisme, het streven naar het joodse vaderland, en het Arabische nationalisme, het streven naar een groot Arabisch rijk, dat de landen van de Levant, met inbegrip van Palestina, zou moeten omvatten. Het is goed hier op te merken, dat de meeste Arabische landen zich doorgaans heel wat verdraagzamer jegens hun joodse minderheden gedragen heboen, dan sommige Europese landen. Er was dan ook sprake van minderheden. De vestiging van enige joodse staat op, wat gezien wordt, Arabische grond en die de evenknie zou kunnen zijn van de reeds bestaande Arabische staten, werd door het Arabi sche nationalisme als een onverteerbare zaak gevoeld. Maar het Arabische nationalisme had één grote zwakheid: het is nimmer in staat geweest een Kemal Pasja Atatürk voort te brengen die de res ten van het oude Turkije aaneensmeedde en de legers van de vreemde mogendheden het land uitjoeg. Gamal Abdel Nasser kwam er dicht bij, maar slaagde er niet in de Arabische tegenstellingen te overbruggen en het is mede dankzij deze tegenstellingen geweest, dat de staat Israël, tegen alle verdrukking in, gesticht kon worden. De rol van Engeland was in dit alles weinig benijdenswaardig. Enerzi'ds stonden de onderscheidene regeringen, maar in het bijzon der de Labourregeringen, onder de druk van pro-zionistische sympa thieën, wat onder meer resulteerde in de befaamde Balfourverkla- ring van 1917, waarin de joden een „nationaal tehuis" in Palestina beloofd werd; anderzijds waren zowel de strategische en de oliebe- lang#»n in het Midden-Oosten van dien aard. dat Engeland de Arabi sche wensen hoogst ernstig moest nemen. Dit verklaart de ambiva lente Britse politiek inzake Palestina, waarin embargo's gelegd wer den op de joodse immigratie, die soms verzacht, soms weer ver sterkt werden. En toen na de oorlog de joodse overlevenden de nazi kampen verlieten met slechts één wens: de nachtmerrie van deze grootste pogrom van alle tijden te vergeten in een eigen en onafhan kelijke staat, trachtte Engeland deze geweldige migratie met alle ter beschikking staande middelen te voorkomen. En zo groeiden overal in Europa en met name op het eiland Cyprus, als grauwe puisten de kampen, waarin de hopenden onder werden gebracht. TERUG NAAR DACHAU Pogingen om de Britse blokkade te breken, resulteerden in clande stiene vaarten met wrakke schepen. Zo kon het gebeuren dat het schip Promised Land, een oude Amerikaanse plezierboot, volge stouwd met 6300 joden uit het Franse kamp La Ciotat, voor de kust van Palestina door de Britse kruiser Apex geramd en geënterd werd. Na een gevecht van vier uur wint de Apex de strijd met als prijs de gesneuvelde kapitein Bill Fry, vijftien omgekomen joden en acht dode Britten. De opvarenden gaan terug naar Toulon, maar de Fransen weigeren ontscheping. De opvarenden komen uiteindelijk te recht in het voormalige nazi-kamp Dachau Maar dan bedenkt de organisatie die het illegale vervoer van joden naar Palestina regelt, een stoutmoedige stunt. Op Cyprus zijn vele, overvolle jodenkampen, zodat een nieuw kamp bij Larnaca gebouwd moet worden. Op een goede dag verschijnen bij het kamp Caraolos twaalf Britse legertrucks en enige jeeps, bemand met chauffeurs in Britse legeru niformen (in feite vermomde joodse chauffeurs op „geleende" Brit se trucks en jeeps. Commandant Moore (in werkelijkheid Ari ben Britse militairen troosten joodse kinderen bij hun aankomst van een schip met immigranten in de haven van Haifa. De moeders van de kinderen waren op het schip gewond geraakt. Canaan) meldt zich bij de kampcommandant. Hij overlegt een reeks vervalste documenten en het bevel dat 302 jonge joden naar het nieuwe kamp moeten worden overgebracht. Het zijn voor deze stunt uitgezochte en getrainde mensen. De bevelvoerend officier tekent zonder argwaan de dokumenten en de 302 gaan op de voertuigen, die niet naar het nieuwe kamp, maar naar de nabijgelegen haven rijden, waar de inmiddels in Exodus omgedoopte Aphrodite wacht. Inmiddels zorgt een bij het komplot betrokken journalist dat de zaak wereldkundig wordt en waarschuwt, overeenkomstig de kom- plottaktiek, de Britse autoriteiten. ENTEREN Drie torpedobootjagers sluiten onmiddellijk de havenmond af, en men maakt zich gereed de Exodus te overmeesteren, die midden in de haven voor anker ligt. Als antwoord hijst de Exodus de Britse vlag met een hakenkruis in het midden en waarschuwt dat heel de zaak opgeblazen wordt als men tot enteren zou overgaan. De Britten blijft niets anders over dan de Exodus te laten liggen en nauwkeurig te bewaken. Aan boord begint een hongerstaking, waar van de resultaten de nerveuzer wordende belegeraars duidelijk ge toond worden. De tijdsduur van de hongerstaking wordt opgevoerd tot 81 uur en iedereen kan bewusteloze kinderen op het voordek zien. De wereldopinie, toch al gealarmeerd door gebeurtenissen met andere immigrantenschepen, roert zich geducht. En als tenslotte Ari ben Canaan het laatste dreigement laat horen: „Morgenmiddag twaalf uur zullen tien vrijwilligers zelfmoord plegen op de brug van de Exodus en dit zal zich iedere dag herhalen", zwicht Londen. De Exodus mag meren; de zieken mogen onderzocht worden en de boot mag een opknapbeurt krijgen, om tenslotte, ongehinderd, op 12 juli 1947 naar Palestina te vertrekken, waar de opvarenden een onvergetelijk welkom bereid wordt. HONGKONG zoals de toerist de kolonie zo graag ziet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 12