DJAKARTA WIL REPRESENTATIEF ZIJN 3 3 Dicht bij huis snel in handen Bijna vijf miljoen mensen bevolken het oude Batavia Befaamde betjak tromboseprop in bloedsomloop van hoofdstad 1 c RaiffeisenbankBBoerenleenbank VLUCHTIGE INDRUKKEN VAN INDONESIë NU (I) Leerlingen van de kunstacademie in Djakarta bezig met het tekenen van oude beelden en ornamenten op de binnenplaats van een van Djakarta's musea. Een vriendelijk stukje Kebajoran, de door de Nederlanders nog ontworpen, maar door de Indone siërs voltooide villawijk in Djakarta. Er is inmiddels al een Kebajoran Baroe (Nieuw Kebajoran). Zwaar als lood hangt de hitte boven Djakarta. Dat is niets bijzon ders in de maanden april-mei als de natte moesson plaats maakt voor de droge tijd. Zelfs'de rechtgeaarde Djakartaan beweegt de ziedende lucht met zijn zakdoek op en neer en merkt op dat het knap warm is. Ondanks deze loden Jiitte bruist Indonesië's hoofdstad van een opgewekt leven. Het Djakarta van thans is allang niet meer het Batavia van vroeger. Het Batavia van eertijds: een stad met een sterk ambtelijke inslag van plm. 500.000 inwoners. Het Dja karta van nü: een steeds groeiende wereldstad van een oppervlakte m van 592 vierkante kilometer Dgroei van het oude Batavia naar het tegenwoordige Djakar ta is nogal in het wilde weg ge weest. De oude Hollanders ves tigden zich aan de moerassige monding von de Tjiliwoeng en 'bouwden daar een stevige ver sterking. Later, toen de veilig heid het toeliet, ontstonden, steeds verder het binnenland in, de buitenplaatsen waar men een landheerlijke staat kon voeren en bij tijd en wijle de gebraden haan uithangen. Zo groeide Ba tavia aan met Molenvliet, Rijs wijk en Noordwijk, Weltevreden (klinkt als de zelfvoldane naam van een villa aan de Vecht), thans Gambir met het nabijgele- ;en Waterlooplein en het oude ixercitieterrein. het Konings- ilein, thans Medan Merdeka, nu iet indrukwekkend centrum van et nieuwe Djakarta, verder mr. lomelis, thans Djatinegara en tenslotte de laatste, door de Ne derlanders op papier gezette, maar door de Indonesiërs zelf voltooide vriendelijke villawijk Kebajoran. Na het vertrek van de Nederlanders is daar uiter aard het nodige bijgekomen, zoals Grogol en Kebajoran Ba- Dit alles is doorschoten met grote kampongcomplexen, mark ten. straatstalletjes, grote en kleine warenhuizen en te weinig goede wegen, waarover dage lijks te veel vervoer moet gaan. Orde )rde te scheppen in deze chaos s de omvangrijke taak, die de edendaagse bestuurders van )jakarta onder leiding van de itzonderlijk populaire gouver- land Gouverneur Ali Sadikin ongemeen populair ïur, Ali Sadikin, een man met ft aureool van volstrekte on- leukbaarheid, willen voltooien. Ij heeft een team van jonge, pbitieuze medewerkers om :h heen verzameld. Typische presentanten van een nieuwe peratie Indonesiërs: scherp Blyserend, exact denkend, ef- ïiënt uitvoerend, met het oog tocht op de toekomst. Een dat aanvankelijk de ver tong wekte en tenslotte de be- Mering afdwong van de Am- ^rdamse missie, die, onder lei van burgemeester Samkal- onlangs Indonesië heeft be- bt. kt men zich voorstelt is dit: Indonesië's hoofdstad een >ied te maken waar het goed s en waar voldoende in- itrie is om de bevolking werk welvaart te bezorgen. Een d, waar genoeg scholen zijn de kinderen het onderwijs te en, waarop zij recht hebben, K het is voor de hedendaagse bnesiër een onverdraagliike achte, dat kinderen, wegens ktsgebrek van onderwijs ver ten moeten blijven. Djakarta niet alleen een centrum zijn handel en bankwezen, zich ook voordoen als een 'ndelijke gastheer voor de tenlandse en binnenlandse tost met behoorlijke hotel Verbetering In het kampongcomplex Men- teng Wadas heb ik zo'n voor beeld van kampongverbetering gezien. Eerst op een film hoe het was, later in werkelijkheid hoe het nu is: keurig verharde en opgehoogde wegen met be hoorlijke waterafvoer, zodat de hele zaak niet zoals voordien bij een regenbui in een modderpoel verandert en de huizen onder water komen te staan. Verder een goede watervoorziening in plaats van de vieze sloten, ttju-Ki, ZWCV, i inwonertal van 4,7 miljoen. en andere accommodatie, een behoorlijk wegennet en behoor lijk openbaar vervoer. Een hoofdstad voorts, die in artistiek en cultureel opzicht, een afspie geling moet zijn van wat er op dat gebied in heel Indonesië leeft. Kortom: Djakarta wil het glanzende kleinood zijn in ,,de gordel van smaragd, die zich om de evenaar slingert": de re presentatieve hoofdstad van een land, dat, gezien zijn natuurlijke rijkdommen, zijn indrukwekken de culturele geschiedenis en de aangeboren intelligentie van zijn bevolking, wellicht voorbestemd is een zeer grote rol in de we reldgeschiedenis te spelen. De praktische punten van het van 1965 tot en met 1985 lopende Djakartaplan zijn: vestiging van zware industrie in Poelau Ga- doeng, lichte industrie in Antiol en Pluït, kleine industrie in Ke bajoran, Lama en Tjengkareng, woonwijken in Grogol, Kebajo ran Baroe en Pasar Minggoe. Het centrum blijft bestemd voor een melée van winkels, woonhui zen, kantoren en pasars (mark ten). In het plan wordt zeer veel aan dacht besteed aan de aanwezig heid van behoorlijke groenstro ken. Dit om te voorkomen dat men 592 vierkante kilometer steenvlakte krijgt. Dat klinkt misschien wel vreemd in een land, waar men bij wijze van spreken maar een scheerkwast in de grond behoeft te steken cm te zijner tijd een oerwoud te krijgen, maar het is toch een bittere noodzaak. Vooral het goede onderhoud in zowel de natte moesson, als alles wild op schiet en uitgroeit, als in de dro ge tijd, als alles verdort en ver schroeit is van het grootste be lang. Een ander belangrijk punt is de ^anwezigheid van zoveel kam- qpngcomplexen waarin het over grote deel van Djakarta's bevol- l»ng woont. Nu moet men van een kampong echt niet een al te primitief idee hebben; je vindt daar soms knap mooie huizen maar in hét algemeen is het toch zo dat de hygiënische om standigheden er bedroevend slecht zijn. Nu kan men, zoals bijvoorbeeld Singapore doet ,de kampongs slechten en er hoog bouw voor in de plaats zetten. Dat stuit evenwel op een aantal grote bezwaren. Vooreerst is het te duur, voorts vergroot men daarmee het toch al respectabe le getal van de daklozen, al is dat dan maar van tijdelijke aard en tenslotte is voor een he leboel mensen de overgang van het toch wel gezellig kampongle ven naar de veel saaiere hoog- bouwflat veel te groot. Men heeft daarom besloten de be staande kampongcomplexen te verbeteren en deze kampongver betering staat zeer hoog op de lijst van de prioriteiten. Gedurende drie weken heeft Toon van Grinsvei. een on zer buitenlandredacteuren een reis gemaakt door In donesië. Toon van Grlsven is in Indoniseë geen onbe kende. Hij vertoefde daar van 1947 tot 1954. Aanvan kelijk van 1947 tot 1950. als officier bij de Dienst voor Le- gercontacten in Djakarta en Soerabaja cn later van 1950 lot 1954 als redacteur van het dagblad De Vrije Pers te Soerabaja. In die jaren hield hij zich, in zijn vrije tijd, in tensief bezig met de sportbeoefening door de Indonesische jeugd. Met name was hij coach-trainer van de Oostjavase hockeyploeg op de grote nationale sportweken in Djakarta (1951) en Medan (1953). Zijn reis door Indonesië tijdens welke hij Djakarta, Bogor, Soerabaja, Den Pasar (Bali), Jogjakarta en Bandoeng bezocht, stond goeddeels in het te ken van een ontmoeting met zijn vroegere leerlingen. Bo vendien was hij in de gelegenheid een aantal vluchtige im pressies op te doen van het Indonesië van thans, welke im pressies hij in een serie artkelen gestalte heeft gegeven. „Buitenplaatsen, gouverneur-generaal Van der Parra. landheerlijke staat kon voeren en b«j tijd en wijle de gebraden haan uithangen Buitenhuis van waarin men niet alleen placht te baden, maar ook allerlei diges tieve functies verrichtte. Overi gens wordt er ook wel eens wat geslecht. Met name een paar straten vol krotten ergens in Pa sar Senen. Op het gebied van wegenaanleg is ai heel wat gedaan, maar er moet uiteraard nog veel meer gebeuren. Nieuwe grote ver keerswegen zijn aangelegd, be staande verbreed. Dat laatste ging soms zeer ri goureus. Bewoners van de hui zen langs de weg naar Djatine gara en ook elders, kregen de aanzegging dat ze hun huizen moesten afbreken en vijf meter achterwaarts weer konden op bouwen, zonder dat er schade vergoeding gegeven zou worden. ,,Ik stuur", zo zei burgemeester Samkalden van Amsterdam, toen hij hiervan hoorde, ,.toch eens een commissie hier naar toe om te bestuderen hoe je grond onteigent zonder er geld voor uit te gevenMomen teel heeft Djakarta een wegen net van ongeveer 900 km., waar van 250.000 auto's en motoren gebruik moeten maken. Voor het stadsvervoer zorgen 2000 stads bussen, die alle in handen zijn van particuliere ondernemingen. Maar met een bus ergens naar toe gaan is niet overeenkomstig de status van menig Indonesiër. In dat geval zijn er taxi's (be trekkelijk goedkoop), de onover troffen ..oplets", kleine, handige drie- of vierwielige bestelwagen- tïes meestal van Japanse make lij. die, doorgaans afgeladen vol en met een armgebarendc hulp chauffeur aan de buitenkant hangend, als vlooien door het drukke verkeer springen. En tenslotte is er de befaamde bet jak. de fietstaxi, het vervoer voor de kleine man, voortbewo gen door de nog kleinere man. Menselijke duwboten, die de verkeersdeskundigen grijze ha ren bezorgen. En dat terecht. Want de betjak is door zijn om vang en geringe snelheid de tromboseprop in Djakarta's bloedsomloop. Ze verstoppen de haarvaten en verhinderen de doorstroming in aders en slag aders. Zij nemen, juist door de ongunstige combinatie van grootte en snelheid, de plaats in De betjak simpelweg als ver voermiddel te verbieden is een ondoenlijke zaak. Je stoot een geweldig leger de hap rijst uit de mond en ontneemt de simpe le have-not zijn vervoersmoge lijkheden. Wel is men er in Dja karta toe overgegaan bepaalde wegen en zelfs districten voor betjaks te verbieden. Dat ver oorzaakte een korte maa,r alles behalve misselijke opstand van betjakrijders. Momenteel heeft ieder, naar het schijnt, vrede met de situatie van nu. Op het gebied van industrialisa tie staat Djakarta er. vergele ken bij de rest van Indonesië, niet slecht voor. Ondanks de dure grond, is Djakarta „in" bij de buitenlandse investeerders, wat ongetwijfeld iets te 'maken heeft met gouverneur Ali Sadi- kins aureool van volstrekte on kreukbaarheid. Meer dan vijftig percent van de industrie in Indo nesië is in Djakarta gevestigd. Niettemin is het nog steeds een druppel op een gloeiende plaat. De werkloosheid in Indonesië in het algemeen en in Djakarta in het bijzonder, is groot. Hoe groot is niet precies vast te stel len, maar men denkt in termen van dertig percent van de bevol king. Een ander probleem, waar de plannenmakers en -uitvoerders permanent tegen aan hikken is de enorme bevolkingstoename, die voor geheel Indonesië onge veer vijf miljoen zielen per jaar voor kinderloze vrouwen, is se dert de overdracht van de soe vereiniteit uit het openbare le ven van Djakarta verdwenen. „Si Djagoer" geniet nu van zijn welverdiende rust in het stads museum, vlak bij de plaats waar de grafschriften van Jan Pieterszoon Coen en andere gou verneurs-generaal, die in Dja karta leefden, liefden en aan malaria, tyfus, rode loop en soortgelijke ..quadc coortsen" stierven, te bezichtigen zijn. Niettemin neemt de bevolking van Djakarta per jaar met 150.000 mensen toe. Denk eens in: ieder jaar een stad met een inwonertal van Arnhem of Nij megen er bij. Een dergelijke ontwikkeling voor blijven is een vrijwel onbegonnen zaak. Er is hier niet alleen sprake van ge boorteoverschot, maar ook van de welbekende trek van platte land naar grote stad. Een trek, die waarachtig niet uitsluitend afkomstig is uit het gebied rond Djakarta. Om maar een voor beeld te noemen: in Djakarta zijn momenteel ongeveer 400.000 Padang^rs 'Padang ligt in Mid- den-Sumatra). Padang zelf telt maar 150.000 „Si Djagoer". het befaamde hei lige kanon van Portugese kom af. dat met zijn blosverwekkend internationaal handgebaar als siersluitstuk, een object van ver ering en de laatste hoop was De grote moeilijkheid is, dat slechts dertig pet. van de mi granten in Djakarta voldoende opleiding heeft gehad om op de een of andere manier in hun on derhoud te voorzien. De rest Uknnt zoveel méér doen met onze bank Kleine moeite. Wip eenvoudig even binnen bij één van de 3000 vestigingen van de Raiffeisenbank en Boerenleenbank. Daar bent u nooit ver van af en is alle buitenlands geld wat u nodig hebt bij de hand. Evenals reischeques, de veilige internationale betaalpapieren.waar u overal ter wereld mee terecht kunt. Trouwens, ook als u in eigen land op vakantie gaat kunt u er goed terecht. Om deskundig en snel uw verzekeringen in orde te laten maken, voor uw reis, bagage, kampeeruitrusting, auto, boot, caravan, voor onverhoopte ongevallen en voor rechtsbijstand In binnen- en buitenland. Gemakkelijk dicht bij huis, bij de bank voor iedereen... de bank voor iedereen 3000 vestigingen vergroot alleen maar het zwer vers- en het daklozenhcir, het toeleveringsgebied voor het be roep van betjakrijder. N'u kan men tegen deze ongeli miteerde migratie wel rigoureu ze maatregelen nemen en dat Is dan ook wel gedaan maar er zijn vele sluipwegen. Geld Het welslagen van een plan hangt af van de uitvoerbaarheid, r q. de financiële mogelijkheden. Gouverneur Ali Sadikin heeft het gedempte gemompel elders in Indonesië, „dat Djakarta bij de centrale regering een streepje voor heeft" tot zwijgen kunnen brengen door openlijk te verkla ren dat Djakarta slechts twee percent van de landelijke belas tingopbrengst ontvangt. De rest moet Djakarta voor zijn ontwik kelingsplannen maar zelf zien te versieren. Dat is dan ook ge beurd. Momenteel is het zo, dat slechts dertig percent van het budget gebruikt behoeft te wor den voor de gewone routineuit gaven en dat zeventig pet. be steed kan worden aan de stads ontwikkeling. F.en stad als Jogjakarta heeft negentig pet. nodig voor de rou- tineuitgaven en kan maar tien percent voor stadsontwikkeling besteden. Het eerste dat Djakarta gedaan heeft ia de belastinginning streng tfe reorganiseren. Dat bracht en brengt nog het nodige in het laatje. De volgende finan ciële inbreng berustte op een wat stoutmoediger basis, name lijk „als je lol wilt hebben, zul je er voor moeten betalen...." De Djakarta nachtclubs (soms geschreven als „nlteclub"), „de sieambath" met massage" en het reusachtige vermadkscen- trum dat opgericht is op een „aan de zee ontworsteld" opge spoten stuk grond bij Antjol le veren hun bijdragen aan de ont wikkeling van Indonesië's hoofd stad. Dat ging mot zonder kri tiek. De orthodoxe Islamieten cn ook de vrouwenorganisaties maakten ernstig bezwaar tegen al dat werelds gedoe, dat dc mannen van hun gezinnen af hield. Gouverneur Ali Sadikin schuwt deze kritiek geenszins. HIJ beantwoordt deze zelfs „Jul lie hoeven niet in Djakarta te wonen", zei htj tot de Islamie ten, „als het jullie hier niet be valt dan gaan jullie maar naar DJombung (het hoofdkwartier van de Nahdatoel Oelama)...." De felle kritiek is Inmiddels te ruggebracht tot wat ongeorgani seerd gemompel. ..Djakarta mad joe Djakarta gaat vooruit", /egt men elders in Indonesië met een mengeling van jaloezie en bewondering. Bewondering vooral, omdat Dja karta tenslotte de hoofdstad van hun Indonesië is. T. van Grinsven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 9