EYMERT
TEEKENS
Leidse super-slager neemt de
van Reindert Zwolsman over
wacht
„Ik zie Seinpost
als een heerlijk
stuk idealisme"
ZATERDAG 27 MEI 1972
rd d
1. N
SCHEVENINGEN Als Eymert Tee-
kens in de zomer van 1951 een dagje in
Scheveningen is, krijgt hij de aanvech
ting om zijn meisje Jopie in Leiden
te verrassen met een ansichtkaart.
Je bent uit of je bent het niet.
Het assortiment aan Neerlands smalle
kust is op dat moment nog uiterst be
perkt en na enig wikken en wegen valt
zijn keus tenslotte op een reeds sterk op
gebleekte zwart-wit prent van het gere
nommeerde restaurant Seinpost. „Mis
schien vanwege die koepel en dat blote
beeld op de top", rechtvaardigt hij zijn
aankoop achteraf. „Ik moet toen al ge
weten hebben, dat Seinpost bij Scheve
ningen hoort als zout bij een ei."
De ansichtkaart bewaart hij sinds enkele
maanden in zijn portefeuille tussen enke
le nagelnieuwe biljetten van 25 en 100
gulden. Hij vindt het een curieus souve
nir. Zegt: „Hoe vind je hem? Als ik
Seinpost nou niet gekocht had, zou ik die
kaart waarschijnlijk hebben weggekeild.
Misschien heeft het wel allemaal zo moe
ten lopen."
We zitten samen op een muurtje
vóór Seinpost en kijken naar de
koepel, die bedekt is met frisse,
groene leien. De avondscheme
ring is reeds over Scheveningen
gedaald en vanuit zee is een
frisse bries opgestoken, die de
milde weersvoorspelling van zes
uur tot een lachertje maakt.
Nochtans draagt Teekens- alleen
een decent bruin pak met bij
passende fantasiedas en een
overhemd met gesteven boord.
Hij ziet er voor zijn 39 jaar op
merkelijk jong en veerkrachtig
uit. Gedurende het laatste uur is
zijn opmerkelijke glimlach niet
van de dunne lippen geweken.
„Teekens lijkt zachtaardig",
geeft één van zijn medewerkers
toe, „maar pas voor hem op, als
hij zijn zin niet krijgt. Hij kan
zich mateloos ergeren aan men
sen, die om de brij heenlopen.
Die hem verhaaltjes op de
mouw spelden. Op zulke ogen
blikken moet je eens op zijn
ogen letten. Aan zijn ogen kun
je zien, dat het een vent met
een staalhard karakter is." (De
man heeft gelijk: als later op de
avond een incident dreigt, pro
duceert Teekens bliksemsnel een
hels vlammende blik. Merk
waardig daarbij is wel, dat hij
niemand aankijkt, maar schuin
omhoog naar de zoldering
staart, alsof hij daar een folte
rend visioen ontwaart. Als hem
gevraagd wordt naar de beteke
nis van die blik zegt hij zacht:
„Ik moet soms hard zijn, omdat
ik mijn verantwoordelijkheden
ken").
Over-uren
Een snelle visitatie-tocht door de
ingewanden van Seinpost heeft
hem inmiddels gerust gesteld.
De arbeiders maken ook van
avond weer de verwachte over
uren en als alles meezit, kan het
grote restaurant aan de zeezijde
over enkele dagen geopend wor
den. Drie weken geleden is zijn
Bistro reeds feestelijk van start
gegaan en vorige week heeft de
voorzitter van de Tweede Kamer
nog met enige botermalse Bra
bantse volzinnen de Tast-Toe-
grill op het Haagse Buitenhof in
bedrijf gesteld. Bij die gelegen
heid hield ook Teekens een toe
spraak, die één van zijn vrien
den in Voorschoten in de nachte
lijke uren ervoor vervaardigd
had. Aanvankelijk had Teekens
zijn speech zelf geschreven,
maar toen hij hem in kleine
kring liet lezen, zei de vriend,
dat het „vodden" was en dat hij
zelf wel wat beters zou maken.
Teekens nam dit aanbod gretig
aan. „Een gouden vent, zegt
de vriend dromerig.
In de komende weken ODent
Teekens niet alleen het ver
nieuwde SeinDOSt-restaurant,
maar ook drie slagerijen in de
Randstad, waarmee hij zijn win
kelrijk op totaal 30 stuks brengt.
Zijn vrouw Jopie heeft hem ge
waarschuwd: „Eymert, je loopt
te vlug, je struikelt nog eens
over je eigen benen." Ze heeft
haar dynamische vleeshouwer
Ieren kennen, toen hij nog met
bekwame hand de slagerfiets
bereed. „Eymert is altijd een
doe-mannetje geweest", herin
nert ze zich, „altijd vol plannen
en ideeën. Toen hij in maart
1958 de twee slagerijen van zijn
vader overnam, riep hij al: „Ik
zal van nu af aan elk jaar een
nieuwe zaak openen. Maar in
feite ging het nog vlugger, dan
hij zelf had vermoed. Tien jaar
later had hij er al zeventien. Ik
weet echt niet, waar dat aan
ligt. Het zal zijn karakter zijn.
Hij is de oudste van elf kinde
ren. De anderen hebben die
enorme ambities niet. Toch vind
ik, dat hij het nu allemaal te
snel wil doen. Vijf nieuwe zaken
in nauwelijks één maand is gek
kenwerk. Dat houdt geen mens
vol."
Heerlijkste vrouw
Teekens glimlacht wederom, als
men hem vertelt over de kwel
lende zorgen van zijn vrouw. Hij
draagt Jopie op handen, noemt
haar herhaaldelijk de „heerlijk
ste vrouw van de wereld." Toch
ds hij van mening, dat ze nu de
zaken even in het verkeerde
perspectief ziet. „Mijn accoun
tant heeft gezegd: ..Teekens, u
voert een conservatief beleid."
Uit voorzorg heb ik het daarna
ook nog aan mijn bankier ge
vraagd en die zei precies het
zelfde. Ik wilde het ook even
van die kant horen. Ik was er
zelf al van overtuigd, dat de
zaak in evenwicht was. Ik houd
van zekerheid. Ik ben geen gok
ker. Ik heb mijn leven lang acht
cent uitgegeven, als ik een dub
beltje verdiend had. Dat is mijn
gereformeerde instelling.
Bij Seinpost liggen die verhou
dingen alleen wat anders. Ik
geef nu tweevijftig uit, als ik
tweevijfenzeventig verdiend heb.
Met het kwartje, dat overblijft
mag ik werken, desnoods verlies
maken. Het geld, dat ik verdien,
heb ik nodig om mijn verant
woordelijkheid te dekken. Ik zal
je één ding bekennen: de grote
angst in mijn leven is, dat ik
mijn verantwoordelijkheid mis
schien niet waar kan maken. Ik
heb een aantal gaven van de
Heer gekregen en de opdracht
daarbij was, dat ik ermee moest
woekeren. I'k realiseer me erg
goed wat ik kan en niet kan. Ik
kan een zaak van de grond til
len, mensen in een team bijeen
brengen. Maar ik zal nooit meer
hooi op mijn vork nemen, dan ik
redelijkerwijs kan dragen. Dat
ziet Jopie toch net even ver
keerd Die drie ton aanloopkos
ten, die ik voor Seinpost heb uit
getrokken, zijn verantwoord,
omdat ik de zaken overzie.
Daarom alleen. Je hebt in je
wagen ook een reserveband en
die is er niet voor niets. Een re-
serve-band kun je goed gebrui
ken, mits je er voor zorgt, dat
je altijd op vier goeie banden de
garage kunt bereiken, waar je
de lekke band kunt laten repare
ren."
Zwarte koffie
Als Teekens tijdens zijn rond
gang in de Seinpostkeuken komt,
begroet hij de bouwvakkers met
een joviaal „goedenavond man
nen." Vervolgens drinkt hij,
staande bij de afwasmachine,
zwarte koffie uit een plastic be
ker. „Hier bouwen we met el
kaar," zegt hij stralend terzijde.
„De essentie van ons succes is
teamgeest. Er is geen sprake
van, dat de ondernemer alles
Eymert Teekens aan de voet
achterban van 40 miljoen me
i het Scheveninse S c*at hij met onstuitbare dadendrang nieuw leven gaat inblazen. Tenslotte is dit „een badplaats met een
Een uniek recreatiepio.ect", mijmert Eymert. „Hij is altijd een doe-mannetje geweesl", herinnert zijn vrouw zich.
kan dicteren. Dat is een volko
men achterhaald standpunt. Ik
heb nu wel die twee miljoen er
in gestopt, maar zonder mede
werkers begin ik toch mooi niks.
Het was goed geweest, als
Zwolsman daar ook eens aan ge
dacht had. Zwolsman is echt
geen kwaaie vent, maar zijn
fout is geweest, dat hij het alle
maal alleen wilde, alles beter
wist. Aan zo'n instelling gaar
elke ondernemer op den duur
kapot."
Mensen in zijn onmiddellijke
omgeving haasten zich om Tea-
kens een verlichte manager te
noemen. „Hij is voortdurend
met zijn medewerkers bezig. Als
hij merkt, dat iemand in 4e
knoei zit, gaat hij er heen en
probeert hij de zank op te las
sen. Zo'n man kan dan van hem
krijgen, wat ie wil. Hij is on
voorstelbaar royaal, zal liever
zichzelf wegcijferen dan een an
der tekort te doen. Het is de ge
woonste zaak van de wereld, dat
zijn medewerkers aan het eind
van de week een worst mee
naar huis krijgen. Met Pasen
hebben ze elk nog twintig eieren
cadeau gehad. Gewoon c«n aar
digheidje."
„Ik vind dat inderdaad leuk",
geeft Teekens glimlachend toe.
„toen ik die leverworstfabrick
van Kips in Amsterdam over
nam, heb ik een enorme taart
van de beste banketbakker laten
komen en sigaren van Hajeruus.
Als je een Amsterdammer bent,
weet je, wie Hajenius is. Dat is
in de sigarenbusiness een even
grote naam als Teekens in het
slagersvak. Haha. Toen heb ik
ze verteld, wie ik waa en wat ik
wilde. Ik wilde Kips zijn oude,
luisterrijke roem teruggeven. Ik
heb ze gezegd: Kips heeft in het
verleden een puike leverworst
gemaakt, maar de laatste tijd is
het product in de versukkeling
geraakt. Als jullie me helpen
dan wordt Kips weer een hele
beste fabriek. Meer leven, meer
vlees.
Wat denk je? Ik heb opdracht
gegeven om twee keer zoveel le
ver jn de worsten te doen en ge
lijk begon de zaak te lopen. Vo
rig jaar heeft Kips de omzet
twee maal verdubbeld en dit
jaar zitten we alweer 43 procent
boven 1971. Dat noem ik team
geest. Dat is heerlijk werken. Ik
zou natuurlijk ook alleen aan
mezelf kunnen denken. Ik wil
dolgraag een Porsche hebben. Ik
vind het een beeldschone wagen,
maar ik kan die privé-luxe niet
verantwoorden. Twee miljoen
voor Seinpost vind ik een reële
zaak, want daarmee breng je
weer wat vreugde in de samen
leving. Maar met een Porsche
onder niljn gat heb ik alleen zelf
lol. Dat vind ik te weinig voor
zo'n investering.
Idealisme
Ik zie Seinpost als een heerlijk
stuk idealisme, dat we met een
fijn stel Hollandse kerels van de
grond tillen. Die Tast-Toe-grill
is heel wat anders. Dat is voor
mi) het alledaagse ABC. Je
opent een zaak en zet er een
beste vent in. Maar Seinpost is
het hele alfabet. Daar begint
voor Scheveningen de nieuwe
roem. Ik vind het jammer, dat
er te weinig idealisme is in het
leven. Iedereen roept, dat het zo
slecht guat met Scheveningen.
Maar ik zeg: als we niet meer
1n Scheveningen mogen geloven,
kunnen we onze kiel beter aan
de kapstok hangen." Dit is een
badplaats met een achterban
van 40 miljoen mensen. Een
uniek recreatieproject, dat je
nergens in Nederland v*ndt.
Samen hebben we nu de taak
om er iets heel moois van te
maken. Alc straks de boel hier
draait, kun je alle kanten uit.
Dan is er een bistro, een wijn
kelder, een bierpub, een visbar
en een enorm restaurant. En
overal zul je kunnen eten en
drinken voor normale prijzen.
Als ik ergens met zijn tweeën
voor tachtig gulden lunch, heb
ik er ook de pest in. Dan hebben
we een paar plakken Ardenner-
ham gehad en een stuk vlees. Ik
vind zo'n prijs niet normaal
meer. Mijn uitgangspunt is: bij
Teekens kun Je met zijn tweeën
ook voor 25 gulden een fijne hap
eten. Ik weet niet, wat mijn gast
in zijn portemonnee heeft, hoe
lang hij voor dat uitje gespaard
heeft. Ik weet wel, dot ik één
gulden beloof en één tien geef.
Zo is Teekens nu eenmaal."
Mooie dingen
Bij de vriescel („wat een pracht
hè. Daar kan ik nou helemaal
opgewonden van raken. Ik houd
van mooie dingen") maakt hij
zijn gast pas deelgenoot van zijn
kleine verdriet. Tijdens de sloop
van het oude Seinpost-restaurant
hebben onbekenden het plafond
gestolen. „Het was tien mille
waard", zegt hij nog steeds
glimlachend, „de dieven moeten
verrekte goed op de hoogte zijn
geweest van de situatie. Ik vind
het jammer. Niet voor het geld,
want dat komt wel terug. Maar
zo'n affaire geeft de teamgeest
een douw en dat vind ik de dief
stal niet waard".
Als hij even later buiten de
plaats aanwijst, wuur straks de
gasten in eigen beheer met bo-
termals vlees mogen berbe-
ruen. wordt hij aangeschoten
door een zeer Haagse Hagenaar
met bijkleurende keffer. De man
wijst op het gebouw en zegt:
„Dat vind ik nou geweldig. Ein
delijk gebeurt er weer wat in
Scheveningen. Ik was bang, dat
de koper van Seinpost zo'n
nieuwlichter was, die alles met
de grond gelijk wilde maken,
maar gelukkig is hij uit het goe
de hout gesneden. Ik heb res
pect voor zo'n man. Het moet
een slager uit Leiden zijn, heb
ben ze me verteld. Hoe is het
mogelijk hè?".
Oude luister
Als de man door zijn hond in de
richting van het strand is mee
getrokken, dampt Teekens nog
steeds van vreugde. „Tien van
die opmerkingen", zegt hij, „be
tekenen even veel voor me als
het applaus voor Toon Hermans.
Ik ga van de week met Jopie
naar de Bistro en kies met opzet
een tafeltje aan het raam. We
waren de enige gasten, maar na
een kwartier zaten er dertig.
Die waren langs gekomen cn
hadden gezien, dat er nog leven
in de brouwerij was. Dat vind ik
geweldig. Ik zeg ook altijd tegen
de mensen in mijn slagerijen:
De zauk sluit om zes uur en tot
dut moment moet er een klant
binnen kunnen komen voor een
ons boterhammenworst. Niet om
vijf uur de vitrines al leeghalen
en de vloeren gaan schrobben.
Daarmee schrik Je de
Hij kijkt weer naar de koepel.
Zegt: „Is het niet geweldig, dat
we zo'n schitterend gebouw
weer zijn oude luister terugge
ven? Ik vind het heerlijk om
iets te maken, iets te bouwen.
Ik vind het, ook fijn om een
goeie worst te maken. Je doet
er goeie spullen in en je ziet hem
onder Je handen groeien. Een
echte, eerlijke worst maken
geeft me ook enorme voldoe
ning.
Applaus
Ik hoop nu alleen, dat het pu
bliek me niet in de steek lunt.
Dat de mensen, die nu Allelujah
roepen straks niet zullen roe
pen „kruisigt hem". Als straks
de mensen naar Seinpost komen
en een hapje eten, is dat het ap
plaus, waar ik op wacht. Als ze
niet komen, zou dat voor mij
een ongelooflijke afknapper zijn.
Desnoods verkoop ik in dat ge
val mijn bungalow in Voorscho
ten en ga ik zelf achter het for
nuis staan. Dit moet slagen."
Het is maar, dat Scheveningen
weet, wat voor vlees het in de
kuip heeft.