leren eten..." Dicht bij hnis snel in handen „Ik zal Nederlanders eindelijk eens tmdat mister Chaudhry even- i Holland houdt als van jkker eten, wenst hij ons volk ndelijk in de gelegenheid te jellen om eens een fatsoenlijke te nuttigen. Hij gunt eenieder i bal gehakt en de kruimige maar meer dan maagvul- kan hij er toch met de beste n zijn Pakistaanse wereld i zien. Als hij op etenstijd ^or de Nederlandse binnenste- i wandelt en met kennersoog k diverse prakken taxeert, die "mpend in de vaderlandse bin- ïhuisjes op tafel staan, kan i gevoel van walging nau- fclijks onderdrukken. Sorry, dat het moet zeggen, maar de larheid dient gezegd te wor- wat de doorsnee Nederlan- r van bakt lijkt nergens op. uister", gebiedt mister ludhry, „bij ons in het Oos- eten een ritueel. Allah ift gewild, dat wij mannen beste voedsel krijgen, dat te ip is. De man is een superieu- creatie, voor wie de goede iigen der aarde geselecteerd beten worden. Daarom eet hij k geen varkensvlees, want een Vken is niet superieur. Een (rken wroet in het slijk en is :in. Ik ben in 1957* voor het ;t in Nederland geweest. Ik van treizen, de blii'k verrui- Ik was met een vriend in Haag en toen we ergens hapje aten zei hij: „Chaudh- weet je, wat je op dit mo- in je mond steekt? Een varkensvlees". Ik heb de onmiddellijk met kracht uit- ipuwd en ben daarna op het :t mijn mond gaan spoelen. had me geen hemelse raad weten, als ik dat vlees had in slikt". inderlijke vreugde Toen heb ik me voorgenomen terug te komen naar Neder- I en hier een keten van res- urants te smeden. Goede res taurants, waar je met kinderlij ke vreuigde kunt eten om daarna met een glimlach op de lippen in slaap te vallen. Ik heb het on langs nog tegen een interviewer van de B.B.C. gezegd. Hij wilde weten, waarom ik juist in Ne derland mijn Oosterse eethuizen wilde openen. Ik heb hem geant woord: dat land is door mannen gemaakt en door mannen aan de zee ontworsteld". „Nederlanders zijn een krachtig volk, superieur, zoals mannen behoren te zijn. De vrouwen zijn belangrijk, omdat ze onze kinde ren onder het hart dragen, maar In alle oosterse eethuizen, die Chaudry heeft geopend, werkjen originele Pakistaanse koks in de keukens. Hij zorgt persoonlijk voor de opleiding de kwaliteit gehandhaafd blijft. i ziet er op toe, dat „BIJ ONS IN HET OOSTEN IS ETEN EEN RITUEEL" „ALLAH HEEFT GEWLD, DAT WIJ MANNEN HET BESTE VOEDSlO. KRIJGEN..." „EEN VARKEN WROET IN HET SLIJK EN IS ONREIN zij zijn geboren om in onze schaduw te leven. Zo heeft Allah het gewild. Het is ondenkbaar, dat bij ons in Pakistan een vrouw het land zou kunnen rege ren. Daar is ze niet voor ge schikt. Onze vrouwen zijn thuis en wachten op ons. En omdat ze weten, dat het beste nog niet goed genoeg is, staan ze uren in de keuken om de maaltijd te be reiden, dje wij 's avonds met vreugde nuttigen. Ik heb ge merkt, dat Nederlanders aan ta fel altijd met elkaar praten en zaken doen. Ik vind dat hoogst verwonderlijk, want op die ma nier kun je nooit ontspannen ge nieten. Onze religie schrijft voor, dat wij zwijgend eten en tijdens de maaltijd alle zorgen van ons afzetten. Wie met ons eet is een broeder, die geen woorden nodig heeft om welkom te zijn. Wij kijken elkaar aan en denken aan Allah en weten, dat het goed is om samen te zijn". „Ik wil, dat de Nederlanders d'it ook leren. Dat zij begrijpen, hoe belangrijk het is om goed te eten en goed te slapen. Ik ben tevreden, als iemand mij een goede maaltijd geeft. Ik heb geen behoefte aan nachtclubs en striptease. Ik heb nog nooit een andere vrouw gehad dan mijn eigen vrouw. Geef mij slechts een cosy corner met de geur van kerry en gebraad en ik ben de gelukkigste man van de we reld". „Mensen, die leven zoals ik zijn geen tobberds. Waar ik eet is vreugde en als ik slaap doe ik dat met de ontvankelijkheid van een kind. Niemand zal op mijn deur kunnen kloppen en zeggen: „Mister Chaudhry, je bent me nog zo en zoveel schuldig". Nie mand zal mij kunnen betichten van een leugen. Ik zuig rfiemand uit, ik betaal mijn schuilden op tijd. Ik kan eenieder recht) in de ogen kijken. Zo heeft Ailljah het gewild. Hij verlangt van mij, dat ik vreugde breng, ^de men sen een bord met tevrotdenheid geef. Ik hoef geen mi(jpnair te worden. Ik heb een sirr/pel huis en een simpele auto. Dat is vol doende. Mijn gedacfvten zijn mijn kapitaal en die intfesteer ik in deze wereld". Verdriet „Ik kom uit een fainailie, waar van er 36 dokter fzfjn. Ik ben zelf ook huisarts en toen ik in dertijd naar Eng/eland kwam, dacht ik daar o.en bloeiende praktijk op te boujwen. Alleen in Engeland leven momenteel zo'n 500.000 Indiërs eit Pakistani. Er was voor een arfts dus werk ge noeg. Niemand jJcan zich de ver- I mij Kleine moeite. Wip eenvoudig even binnen bij één vafti de 3000 vestigingen van de Raiffeisenbank en Boerenleenbank. Daar bent u nooit ver van af en is alle buitenlands ge/id wat u nodig hebt bij de hand. Evenals reischeques, de veilige internationale betaalpapieren.waar u overal ter wereld mee terechf. kunt. Trouwens, ook als u in eigen land op vakantie gaat "Kunt u er goed terecht. Om deskundig en snel uw verzekeringen io orde te laten maken, voor uw reis, bagage, kampeeruitrusting, afjto, boot. caravan, voor onverhoopte ongevallen en voor rechtsbijstand in binnen- en buitenland. Gemakkelijk dicht bij huis, bij de bank voor iedereen... Ukunt zoveel méér doen met onze bank 3000 vestigingen nedering voorstellen, werd aangedaan, toen ik in En geland geen toestemming kreeg om een artsenpraktijk te begin nen, niemand kan het verdriet peilen, dat over mij kwam, toen ik als portier in een ziekenhuis moest gaan werken om mijn ge zin in leven te houden". „Ik heb vele nederige banen ge had, maar als mijn vrienden zeiden: „Chaudhry, hoe kan een arts als jij de slaaf zijn van een ander", dacht ik: „eens kom ik terug in mijn vaderstad Lyall- pur en daar zal ik dan een zie kenhuis bouwen, waar doktoren werken. En iedereen zal mijn dienaar zijn en moeten buigen voor mij. En ze zullen zeggen: „mister Chaudhry, bedankt voor de job". 3ig Boss In november 1967 werd in het Pakistaanse Lyallpur het hospi taal geopend, dat Chaudhry gefi nancierd had uit de opbrengst van zijn banketfabriek en zijn restaurants. Hij heeft in Enge land een keten van 23 Oosterse restaurants gesmeed, is de Big Boss van A. M. Caterers Ltd, die zich bezig houdt met het im porteren van alle mogelijke za ken uit Pakistan en India. „Je kunt zo gek niet opnoemen of wij brengen het naar Europa. Van schoenen tot kralen, van snoepjes tot kleding. Het enige, waar we ons niet mee bezig houden is de illegale emigratie van Pakistani en de smokkel van drugs". Chaudhry is enkele maanden ge leden met zijn restaurant-formu le het Kanaal overgestoken en heeft ir Den Haag, Beeklaan, zijn eerste Oosterse eethuis Taj-Ma- hal geopend. Aanvankelijk stond er op de ruiten, dat het een In diaas restaurant was, maar na de bloedige krijg in Oost-Pakis- tan heeft hij het woord „In diaas" er persoonlijk met een pennemesje afgekrabd. „Ik haat mijn broeders niet", legt hij uit, „maar als man van Pakistan kon ik het toch niet over mijn hart verkrijgen om die naam te laten staan. Ik ben trots op mijn land. ik ben trots, dat ik een Pakistani ben en daarom doet het mij verdriet, als ik zie. wat er met mijn mooie vaderland' gebeurt". „Wij zouden één van de rijkste volkeren van de wereld kunnen zijn. Allah heeft ons alle schat ten gegeven, die maar mogelijk zijn. In onze bodem zitten de mineralen, de olievelden. Wij hebben de welvaart maar voor het oprapen. En wat gebeurt er? De mensen, die het land regeer den. hebben het vernield. De mi litairen hebben in hun verlangen naar macht en roem ons arme volk uitgezogen en vernederd". „Wij kunnen zonder Oos:-Pakis- tan beter leven, maar de mili tairen walen bang voor gezichts verlies en wilden het land niet afstaan. Als ik nu in Pakistan kom, zie ik met mijn eigen niet geboren om lusteloos aan ogen, dat het volk zijn idealen verloren heeft. Een Pakistani is de kant van de weg te zitten en zijn hand op te houden voor een aa'lmoes. Geef hem zijn trots te rug en hij is de hardste werker, die je je kunt wensen. Maar als je hem vernedert en trapt, zoals onze regeringen het volk hebben getrapt, ontneem je hem zijn spirit, zijn vechtlust en zijn glimlach. Daarom zie je mo menteel in Pakistan zoveel bede laars, arme donders, die leven van een andermans goedheid". Chaudhry beschouwt het nu als een heilige erezaak om de we reld het andere gezicht van Pa kistan te laten zien. Hij opent volgende maand rijn tweede In dische ros aura/rat in Den Haag. (Javastraat). Het wordt een kos telijk eethuis met 250 zitplaatsen „waar ik zelfs uw koningin kan ontvangen". Hij begint dit jaar ook nog met resaurants in Am sterdam, Rotterdam, Utrecht en Brussel. „Er is op het vasteland van Europa behoefte aan goede Oos terse restaurants", zegt hij, „de mensen raken uitgekeken op de Chinese en Indonesische eethui zen. En terecht: het eten, dat daar wordt opgediend is niet clean, is te vet. Het is voedsel voor muildieren, niet voor men- „Wij zullen de Nederlanders kennis laten maken met het ech te Oosterse voedsel. In onze keu kens worden alleen verse ingre diënten gebruikt, geuEge krui den. frisse kippen zonder gele vetranden. En alles wordt recht streeks uit Pakistan en India geïmporteerd. Hot enige Neder landse in onze keuken zijn het water en de yoghurt. De rest is Indisch. <eten Chaudhry twijfelt ondertussen niet aan het welslagen van zijn ambitieuze onderneming. Hij wil binnen nu en vijf jaar een uitge breide keten var Oosterse res taurants smeden, waarin de ver moeide Europeaan het geluk kan vinden. Hij weet zich daarbij gesteund dóór de rugdekking van Allah. „Ik leer elke dag nieuwe din gen", zegt hij met een intens vermoeide glimlach, „ik weet nu zelfs, hoe een Nederlander zijn glaasje bier drinkt. In Engeland wil de klant een vol glas, maar hier stellen ze het op prijs, als er twee vingers schuim op zit. Ook dat kunnen ze van me krij gen, want ik wil, dat ze hij mij gelukkig zijn". „Ik geloof, dat dit land nog wel een beetje geluk kan gebrui ken". LEO THURING Foto's SIMON E. SMIT Mister Chaudry een keten van restaurants... >AKISTAANSE DOKTER EN (ESTAURANTMAGNAAT glimlachend in slaap vallen"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 13