Vrouw in het arbeidsproces
langzaam opgenomen
Vloedgolf
van
frisdranken
weer
op komst
VOOR DE
VROUW
Schuim
laag
tegen
strenge
nachtvorst
"SfiAANDAG 24 APRIL 1972
LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Een zomerdag zonder fris
drank is geen zomerdag
meer. Maar de omzet van
het al of niet prikkend
vocht staat in de winter
waarachtig niet stil: elke
koelkast bergt zijn groot
formaat fles, in schuur of
keldertje staan de kratjes
het hele jaar door. Neder
land schenkt per hoofd al
een glas met een kop per
jaar en is daarmee het dor-
Stigste land van Europa. Si
nas- en cassissmaak gaan
voorop, maar de lichtbitte-
re (kininehoudende) tonic,
lemon en orange zijn mo
dieus en zitten de zoete
vruchtensmaken dicht op
de hielen.
Het hoort er gewoon bij
Vroeger kregen de kinderen een
glaasje limonade op de verjaar
dag, op een feestelijke vakantie
dag en als het kwik in de klas
boven 85°F steeg en de school
sloot. Sedert net woord frisdrank
ons in de mond ligt (en dat is
nog niet zo lang) komen ze uit
school en je hoort de deur van
de koelkast klappen; ze némen
een glas, ook wel als het vriest.
Mogen wij de reclame geloven,
dan is geen jongeren-bijeen
komst geslaagd zonder beparel-
de frisflessen op een kist in het
jeugdonderkomen, in het zand
van het strand, in de auto waar
ze met zijn tienen plezier heb
ben alsof ze achter de borrel
aanzitten. We mogen het geloven:
de jeugd maakt anders en meer
plezier dan vroeger. De fris
drank hoort niet alleen bij de
'jeugd. Met of zonder tick giet
ook de volwassene liters naar
binnen. Eén glas per hoofd per
"jaar is een vreemd gemiddelde:
baby en opa zijn al de eerste
twee hoofden die hieraan beslist
■niet meedoen.
Intussen stijgt het gebruik met
'de dag, o.a. naarmate de ver
pakking lichter wordt en gemak
kelijker weg te werpen (Over
het probleem van de afval kan
'de drinker zich het hoofd niet
breken).
De frisdrank is een dikmaker.
Niet alleen voor mensen die
..zelfs van water dik worden".
Eén standaardglas van ll/3 dl.
inhoud, bevat ca. 70 calorieën
(per dag heeft een vrtniw met
■rormale arbeid aan ca. 2000 cal.
genoeg, een man mag iets meer
hebben, teveel is schadelijk).
Het is de suiker die het hem
doet: de frisdrankenfabrikant is
Een zomerdag zonder frisdrank is geen zomerdag meer.
een heel goede klant van de sui
kerindustrie. Overigens heeft die
koele dronk vrijwel geen voe
dingswaarde. Dat wordt ook niet
verwacht, je neemt het erbij als
luxe-ext«raatje. Maar voor kinde
ren moet het een bezwaar ge
noemd worden. Zo'n (zoete) plas
in de maag neemt plaats in en
eetlust weg en zet geen noodza
kelijke zoden aan de dijk. Zo
zou het drinken van de prik en
limonades wel eens ondervoe
ding kunnen veroorzaken door
een vloeibare overvoeding.
Het Voorlichtingsburau voor de
•voeding pleit dan ook voor af
wisseling met melkproducten die
uitstekend als lekkere en feeste
lijke frisdranken zijn te serve-
Ten, en de (zeker voor kinderen
onmisbare) voedingsstoffen ei
wit, kalk en vit. B bevatten. Wie
veel frisdrank drinkt in de
plaaits van melk doet zich te
'kort. Wie het een neemt en het
ander niet laat, zal het merken
in jurken- en broekenmaat. Nu
■hoeven wij ons over deze dikma
ker niet dikker te maken dan
over andere, zoals de volgende
getallen laten zien: 1 roomtaar-
tje levert 350 cal.; een bonbon -
55 cal.; 1 ons zoute pinda's - 601
cal.; een reep bittere chocolade
165 cal.; 1 glas jenever - 107
cal. Om de ca. 350 cal. van dat
roomtaartje te niet te doen is
een fikse wandeling van 3 uur
■nodig (zónder frisdrank na
thuiskomst s.v.p.). In het ge
bruik van frisdranken nog veel
hoger dan hier, meer dan 30%
gaat er om in het gemakkelijke
blik. Amerikaanse jongeren, spe
ciaal de jongens, zijn dik. Hun
„hindquarters" mogen er wezen
en hun gezichten zijn niet knap
met die papwangen waartussen
de neusjes onbenullig worden. De
eerste Nederlandse studenten
'die na de oorlog in verband met
het Fullbrightprogramma naar
Amerika gingen om er te stude
ren, kwamen uit dat land van
melk en honing vele kilo's zwaar
der terug. Ze hadden tegoed ge-
'daan aan de goedkope chocola
de, sundaes, frisdranken en bier.
En aan de uitstekende maaltij
den. Nu vandaag, bijna een
Het hoort er gewoon bij.
•kwart eeuw later, die fabelachti
ge Amerikaanse overvloed een
vanzelfsprekendheid in ónze wel-j
vaartstaat is geworden, moeten
wij bemerken dat onze jonge
soldaten ongezond dik worden
omdat zij het uitgekiende kazer
nemenu overslaan, maar hun
lekkere honger stillen in de kan
tine, met hartige (vette) snacks
en ze doorspoelen met alweer
caloriehoudende dranken. „Ze
werken zich naar een hartin
farct op hun 40ste toe", zegt een
biochemicus aan de Leidse uni
versiteit.
Al of niet uit vruchten
bereid
•Een standaardglas echte vruch
tensap bevat 21 gram suiker.
Eenzelfde glas vruchtendrank
ca. 23 gram (alleen appelsap
slechts 15 gram). Vruchtenlimo-
nadeslroop mormaal met water
•aangemaakt: 17 gram. Limona
de en gazeuse ca. 18 gram: cola
•en tonic 17 gram. (Van cola
•mag men ten aanzien van kinde
ren wel onthouden dat een liter
maximaal 150 mg caffeine be
vat).
Wie leest er precies wat op het
etiket staat? Wie weet trouwens
dat het verschil uitmaakt of het
woord „vruchten" vóór of nè de
naam van de drank staat ge
schreven?
Vruchtensap is bereid uit ech-
echte vruchten; er mag niet meer
dan 20% suiker inzitten, het per
centage moet op het etiket
staan.
VRUCHTENDRANK is verdund
vruchtensap met toegevoegd kool
zuur. De hoeveelheid sap van
echte vruchten varieert: voor
appelsap is het 50%, voor zwar
te bessen 35%.
Ook VRUCHTENLIMONADE is
gemaakt uit verdund vruchte-
sap en mag niet minder dan
10% van de vrucht bevatten,
VRUCHTENLIMONADESIROOP
is vruchfesap met 55% suiker en
tenminste 30 vruchtesap.
(Met water aangelengd in het
glas blijft er natuurlijk niet zo
veel „frait" over).
Bij al deze dranken mag de
naam van de gebruikte vruchten
of het woord „vruchten" vóór
het woord limonade of limonade
siroop op het etiket staan. Dit
mag NIET als de dranken zon
der fruit zijn gemaakt. Maar
dan mag wel de vruchtennaam
van het synthetische smaakje na
het woord limonade worden ge
noemd. Wanneer er staat LIMO
NADE-SIROOP AARDBEIEN,
heeft dat niets te maken met
echte aardbeien, behalve het
kunstmatig gegeven smaakje.
Wij zien nu vóór ons: die mooie
sensuele TV-mond druipend van
het sap der vrucht waarin de
schitterende tanden zijn gezet...
Zij vervagen en vervormen tot
een fles frisdrank. Ook al staat
op het etiket de vruchtennaam
voorop, dan toch de mond, de
vruchten, het spa, de fles, met
een korreltje zout nemen.
(Van een onzer verslaggevers) de man wordt geacht alléén de
kost te kunnen verdienen.
DEN HAAG In Nederland is er
nog altijd aan soort afweorhou- A|, d„ |,atjte jaren toch enigs.
zins een verschuiving in dat
beeld op gang komt, dan is dat
een gevolg van het feit dat het
steeds meer voorkomt, dat het
pas getrouwde vrouwtje nog een
paar jaar biijft werken. Meestal
tot de eerste baby komt.
ding tegen het werken
gehuwde vrouw. De grote meer
derheid van de bevolking be
schouwt he< buitenshuis werken
van getrouwde vrouwen nog al
tijd als een ingreep die de nor
male huishoudelijke orde ver
stoort. De taakverdeling in een
gezin is nog zwart-wit: de Mejuffrouw mr. Ellen Warda Wolf
vrouw zorgt voor het gezin en heeft een belangrijke sleutel
functie in de ontwikkeling van de vrouwenarbeid in Nederland. Zij
is wetenschappelijk medewerkster van de directie Algemene Sociale
Aangelegenheden van het ministerie van Sociale Zaken en secreta
resse van de commissie Arbeidspositie Vrouwen en Meisjes. Een
hele mond vol, die functie-aanduiding. Het komt erop neer dat zij
deel uitmaakt van een commissie, die zowel de overheid als andere
instanties adviseert over problemen die met vrouwenarbeid in ver
band staan.
Drie fasen
Wanneer zij praat over het werken van de vrouw en vooral het wer
ken van de gehuwde vrouw, dan onderscheidt zij duidelijk drie fa
sen in de Nederlandse ontwikkeling. Vóór de oorlog en lang nog
daarna werd het werken door de gehuwde vrouw als zeer onge
woon beschouwd. Het duidelijkst wordt dat misschien geïllustreerd
door het feit dat tot aan 1957 een ambtenares die ging trouwen een
voudig werd ontslagen.
Dat de wet daarna veranderd werd had het voorspel in het begin der
jaren vijftig. In deze na-oorlogse opbouwfase manifesteeerde zich
namelijk duidelijk een tekort aan vrouwelijke arbeidskrachten. Men
begon voorzichtig met het stimuleren van arbeid door ongehuwde
vrouwen en er zijn zelfs stemmen geweest, die pleitten voor he in
stellen van dienstplicht voor meisjes.
Op aandrang van de overheid ging de SER zich met het probleem be
moeien en die kwam na gedegen studie tol de conclusie, dat er een
toenemende bereidheid te constateren viel bij gehuwde vrouwen om
deel te nemen aan het arbeidsproces. Sinds 1970 is de derde fase
ingetreden en daar heeft mej. Wolf mee te maken.
De commissie waaraan zij secretaresse is, kreeg namelijk de op
dracht advies uit te brengen over een beleid op langere termijn.
„Wij proberen nu het hele pakket van problemen in ons onderzoek
te betrekken. Wij trachten te achterhalen wat er schort aan scholing,
opvoeding, publiciteit en mentaliteit. Al deze dingen moet je in hun
samenhang zien. Het vrouwenoverschot is afgenomen. Meisjes trou
wen op jongere leeftijd. Gezinsplanning heeft er ook mee te maken
en daarmee samenhangend de veranderde leefomstandigheden.
Steeds meer wordt ingezien dat het billijk is, dat mannen en vrouwen
gelijke kansen krijgen in deze maatschappij".
Hoe staat het naar uw mening met het bedrijfsleven? Is daar bereid
heid om bijvoorbeeld voor vrouwen part-time functies te creëren
en voorzieningen te treffen voor kinderopvangplaatsen?
„Die bereidheid Is volgens mij in het westen groter dan in de rest
van ons land. Dat kan echter ook een gevolg zijn van de overspan
nen arbeidsmarkt. Een heel goede oplossing vond men bij Philips in
Werkhoven bij Eindhoven. Daar had men werk dat beter geschikt
voor vrouwen was dan voor mannen. Om die vrouwen te animeren
stelde men een werktijd in van 20 uur per week. Het bijzondere was
dat de vrouwen zelf hun werktijd mochten indelen, die dan een
week tevoren werd vastgelegd. Als bijvoorbeeld Jantje op dinsdag
jarig was, of ze wilden een middag uittrekken voor de was, dan kon
dat. Gedurende de werktijd werden de kinderen opgevangen. Het is
een enorm succes geworden. Er zou wel eens de conclusie kunnen
uitkomen dat het allemaal veel positiever uitvalt dan verwacht
werd".
Weerrapporlen
van hedenmorgen 7 uur
temp. temp. «la|
Amsterdam zw.bew.
9
5
0
De Bilt geh.bew.
10
6
0
Deelen zw.bew.
11
4
0
Eclde lichtbew.
9
3
0
Eindhoven zw.bew.
11
9
0
Den Helder zw.bew.
8
6
0
Luchth.Rtd. zw.bew.
10
5
0
Twente geh.bew.
11
1
0
Vlissingen zw.bew.
9
6
0
Z.-Limburg zw.bew.
11
4
0
Aberdeen zw.bew.
11
1
0
Athene onbewolkt
21
12
0
Barcelona zw.bew.
16
9
0
Berlijn zw.bew.
15
3
0
Bordeaux zw.bew.
18
7
0
Brussel geh.bew.
12
5
0
Frankfort zw.bew.
15
S
0
Genève geh.bew.
14
8
0
Helsinki regenbui
3
4
2
Innsbruck zw.bew.
14
7
3
Kopenhagen onbew.
12
2
0
Lissabon geh.bew.
20
10
3
Locarno lichtbew.
16
7
6
Londen zw.bew.
9
5
0
Luxemburg onbew.
14
2
0
Madrid geh.bew.
15
8
5
Malaga onbewolkt
19
8
0
Mallorca halfbew.
17
5
0
MÜnchen regen
8
6
9
Nice lichtbew.
16
10
0
Oslo onbewolkt
10
1
0
Parijs lichtbew.
15
4
0
Rome regen
20
12
3
Split geh.bew.
18
10
0
Stockholm lichtbew.
8
—2
0
Wenen halfbew.
12
5
7
ZUrich regen
9
7
3
VLAMMENDE
ROBIJN
We leven In het jaar van de
Proust-herdonkingen: een eeuw
geleden werd de Franse schrij
ver geboren die beslist couturier
was geworden als hij niet met
iulk een groot schrljversfalent
was gezegend. Hij Iaat dan ook
in zijn romans geen gelegenheid
voorbijgaan om stoffen, acces
soires en elegante vrouwen te
beschrijven tot in de gevoeligste
details.
Aangezien wij nu iets moeten
zeggen over robijnen en hun
rode gloed, grijpen wij naar
Proust en citeren uit „La Pri-
sonnière" het antwoord dat een
modieus geklede vrouw gaf aan
de auteur die haar vroeg naar
bijzonderheden over een rode ja
pon waarin hij haar eens had
ontmoet. Zij antwoordde (zijn ei
gen vergelijking herhalend): „Ik
wist niet dat ik leek op een
vlammende robijn of een bloed
rode bloem, maar wel herinner
ik me dat ik een rode japon
droeg, rood satijn, zoals op dat
moment mode was". Speelde de
roman in dit voorjaar, dan had
Proust kunnen vragen welke lip
penstift Madame onlangs had
gebruikt omdat haar mond een
Vlammende robijn en een bloe
drode bloem had geleken. Haar
antwoord zou dan luiden: „Ru
binstein, een van de vier robijn-
tinten die op dit moment mode
zijn".
„Mode is ook bij dit vlammend
geflonker de ogen in blauwe en
groene lijsten te zetten. Niet
noodzakelijk maar wel doeltref
fend om tenminste als robijn op
te vallen, is een doosje losse ro
bijnrode edelstenen (van ordi
nair glas als u tenminste geen
relatie bent van een Onossls) en
wat lijm, zodat het simpelst
denkbaar hoofdje ermee beplakt
kan worden. (Proust zou niet
ten onderste boven raken van
haar charmes).
In het voorjaar wil het wel
eens voorkomen, dat jonge
aanplant het hard te verduren
krijgt al9 gevolg van nacht
vorst. Bloesems en jonge
spruiten kunnen zo In één en
kele nacht bevriezen en ster
ven. Om dit te voorkomen
pleegt men wel eens branden
de kachels uit te zetten. Dat is
niet meer nodig als het ten
minste juist is dat het de des
kundigen van het Amerikaanse
instituut voor landbouwonder
zoek gelukt Is een soort
schulmdeken te ontwikkelen,
die de jonge aanplant warm
houdt.
De schuim massa, waarvan de
samenstelling geheim wórdt
gehouden, wordt machinaal als
een isolerende laag over de
aanplant verspreid. Het
schuim is, naar gezegd wordt,
onschadelijk voor de planten
en relatief goedkoop. De „le
vensduur" is acht tot zestien
uur en bij het opgaan van de
ochtendzon verdampt het
schuim en verdwijnt in de pril
le morgenlucht.
Een olifant mag uiterlijk nog
io log zijn; in een bepaald op
zicht zijn ze zo lichtvoetig als
een danseres. Ondanks zijn
zware gewicht (tot 7000 kg.)
kan hij door een dikke mod
derlaag wandelen zonder vast
te geraken of weg te zakken.
Dit vermogen berust op de
merkwaardige bouw van de
voet. De voet breidt zich na
melijk bij het neerzetten uit,
zo ongeveer op de manier
waarop een met gelatine ge
vulde zak zich uitbreidt. Bij
het optrekken neemt de voet
weer zijn gewone stand in. De
olifant kan verder zijn voet
zo voorzichtig neerzetten, dat
een hele kudde in staat is een
spoorbaan over te steken zon
der de rails te beschadigen of
de stenen tussen de rails over
hoop te halen. Ook het door^
trekken van een oerwoud ver
loopt gemakkelijk en geluid
loos. Dat komt omdat de van
elastisch bindweefsel voorziene
voet het geluid van vertrapte
takken dempt. De zolen van
een olifant zijn zeer zacht. Dat
verklaart dan ook dat een woe
dende olifant op zijn slachtof
fer knielt in plaats van erop te
trappelen.
Deuterium
Voor het eerst heeft men bui
ten de aarde tekenen van
zwaarwaterstof waargenomen.
Zwaarwaterstof of deuterium
is een isotoop, een natuurkun
dige vorm van gewone water
stof, het eenvoudigste en licht
ste element dat wij kennen.
Zwaarwaterstof gedraagt zich
scheikundig zoals gewoon wa
terstof, maar verschilt er na
tuurkundig van door twee keer
zo zwaar te zijn. Deuterium
komt op aarde in de natuur
voor. Een van elke zesduizend
waterstofatomen is een deute-
riumatoom. Sterrckundlgen
van Jupiter. Het deuterium-
rium hebben zwaarwaterstof
ontdekt in de dichte atmosfeer
van Jupltor. Het deuteriuma-
atoom bevindt zich in het me
thaan (moerasgas) molecuul.
Methaan is namelijk een ver
binding van een koolstofatoom
en vier waterstofatomen. Op
Jupiter blijkt ook methaan
voor te komen, opgebouwd uit
een koolatofatoom, drie water
stofatomen en en deuterium-
atoom, dat de plaats van het
vierde waterstofatoom heeft in
genomen.
Suske en
Wiske
De
gekke
gokker
Lucky
Luke
Broom-
Hilda