DIE DAG WERD ALLES DONKER VOOR JOOP Medische student overwint handicap met ijzeren wil ZATERDAG 18 MAART 1972 AMSTERDAM Joop van Eis is student in de medicijnen, bijna 26 jaar oud, getrouwd, vader van een kind, woonachtig aan de Overtoom in de hoofdstad des lands. Ogen schijnlijk een man als velen, ware liet niet, dat hij om zijn studie met succes te kunnen voltooien zich de afgelopen jaren bijna bovenmense lijke inspanningen heeft moeten ge troosten. De reden: Van Eis is ern stig gehandicapt, sinds die donkere dag in juli 1968, toen het noodlot hem trof en zijn tot dusver zorge loos bestaan in één klap diep ingrij pend veranderde. Als een zoge naamde vakantie-werker bij de N.V. Grada in Julianadorp, een fa briek voor was- en reinigingsmidde len, kreeg de toen 22-jarige Van Eis de inhoud van een fles ammonia met kracht in het gezicht geslin gerd. De gevolgen waren ontzet tend. De Helderse jongeman werd nagenoeg blind, ook zijn slokdarm werd aangetast. Hij bracht maan den in ziekenhuizen door, hetgeen hem tenslotte één kleine zekerheid opleverde: zijn rechteroog bevat zij het zeer summier licht. Met een supersterke bril kan hij een wazig beeld ontwaren. Het was de enige kans, die hij nog kreeg om te proberen zijn afgebroken stu die voort te zetten. Van Eis beet zich daarin vast met een hardnek kigheid, die veelzeggend is voor zijn wilskracht Dit jaar hoopt hij zijn doctoraal te doen. Als hij daarvoor slaagt, gaat Van Eis proberen een baan te vinden in een revalidatieinrichting. Zijn plan om huisarts te worden, heeft hij moeten opgeven. Er lijkt dan voor lopig een einde te zijn gekomen aan een bijzonder moeizame weg, die de oud-Helderse heeft moeten gaan. Dat is echter schijn, want er wacht hem nóg een ander punt om voor te knokken: Van Eis heeft nog nooit één cent schadevergoe ding gekregen. „Mijn verlies is niet goed te ma ken", zegt hij nu, „hoe hoog een schadeclaim zou moeten zijn, weet ik daarom niet. Dat laat ik aan mijn advocaat over. Maar tot dusver vaar ik in de mist. De verzekering heeft mijn schadeclaim afgewezen". Waarom Van Eis tot dusver in de kou staat en uitsluitend moet leven van zijn studiebeurs ƒ3970, —per jaar) en zijn WAO-uitkering van de chemische bedrijfsvereniging ten bedrage van 604, per maand wordt duidelijk in bijgaand ver haal, het verhaal over de man, die geen medelijden wil, maar wel zijn recht zoekt. Op 11 juli 1968 ging er iets mis bij de chemische fabriek Grada N.V. te Julianadorp. Een fles ammonia stond scheef op de machine, het veiligheidsmecha nisme was uitgeschakeld. De machine, die de dop op de fles moest aanbrengen, werkte wel, maar de apparatuur moest wel falen. De gevolgen waren cata strofaal. Het doppenmechanisme kwam tegen de hals van de fles, die met een knal uit elkaar spatte. Een vakantiehulp kreeg de inhoud met kracht in zijn ge zicht. De ammonia brandde in op de ogen en de mond van Joop van Eis (22) uit Den Hel der. Het tragische gevolg was dat Joop nagenoeg blind werd. Met zijn linkeroog zal hij nooit meer kunnen zien. Het rechter oog is zo zwaar beschadigd, dat hij slechts een dubbel wazig beeld ziet. En dat alleen nog op klaarlichte dag of bij felle kamerverlichting. De arbeids inspectie stelde destijds een on derzoek in. Zij kwam tot de con clusie, dat alle veiligheidsmaat regelen waren getroffen. Joop was fout geweest. Hij zou het veiligheidsmechanisme hebben uitgeschakeld. Het rapport steunde voor een deel op de ver klaring .van een 17-jarig fa brieksmeisje. Joop zegt dat hij zelf niet is gehoord. „Ik heb pertinent niet aan een knop ge zeten," zegt hij zelf. Het heeft hem niets geholpen. De verzeke ringsmaatschappij wees zijn schadeclaim af. De politie maakte een jaar later proces-verbaal op. De justitie besloot geen vervolging in te stellen. Merkwaardig is echter, dat drie weken na het ongeluk van Joop een identiek ongeval plaats had. Het slachtoffer was een jongen, die spiritus in zijn ogen kreeg. Naar aanleiding daarvan adviseerde de arbeids inspectie het bedrijf op de ma chine een beschermkap te plaat sen, om meer ongelukken te voorkomen. Opmerkelijk is de uiterst geringe belangstelling, die het bedrijf heeft getoond te genover Joop. In al de maan den, dat Van Eis in het zieken huis heeft gelegen, is er één fruitmandje afgegeven. Meer niet. Hoe de ouders van Joop ook geprobeerd hebben in con tact te treden met de bedrijfslei ding, zij kregen - zeggen zij - nul op het request. Joop van Eis: „Het was één van de laatste dagen van mijn va kantiebaantje. Donderdagmid dag kreeg ik het ongeluk en rrijdag zou ik met werken stop pen. Ik was bij een machine, lerwijl het overige fabrieksper- loneel in een hoek met elkaar Itond te praten. Dichterbij stond ket 17-jarige fabrieksmeisje An- fcie Koelemeijer. Mijn werk be- Itond uit het controleren van fessen, die van een dop voor- |ien waren. Verder moest ik er- foor zorgen dat er niets fout Jing bij de machine. Ik wilde fen fles recht zetten, die scheef lp de machine stond. Op hetzelf- ïe moment riep ik die lui om »ie te komen helpen, maar het Nas al te laat, want de doppen- Lutomaat kwam omhoog en [«akte de fles op de hals. De Bes knalde uit elkaar en de am monia kreeg ik met een klap in nijn gezicht. Ik zag niets meer, voelde alleen een brandende pijn in mijn ogen en mond en snakte naar adem. Daar ik toen derde jaars student medicijnen was, wist ik goed wat voor ontzetten de gevolgen ammonia kan heb ben als je het in de ogen krijgt. Ik riep om hulp, maar niemand reageerde. Alleen hoorde ik op merkingen als „Wat heb je nou gedaan"? Op de tast liep ik naar de kraan, ging er onder liggen en zette de straal op mijn ogen en mond. Nog steeds stale niemand een hand uit. Alleen maar ad- vlezen als „je moet het water niet opdrinken". Dat deed ik wel, omdat ik de ammonia in mijn mond had gekregen. Na lang aandringen was er iemand bereid mij naar de dokter te rij den. Eigenlijk vonden ze het al lemaal maar aanstellerij. Zo'n vaart zou het niet lopen met die ammonia. De jongen, die me wegbracht kon niet met de versnelling van mijn auto omgaan. Ik moest met een hand de versnelling be dienen en met de andere een lap voor mijn ogen houden. Zó kwam ik bij dokter S. E. Roessel aan." Dit was het begin van een lange weg vol ellende. De arts, die hem eerste hulp moest verlenen, onderschatte volgens Joop de ernst van het opgelopen letsel. Joop: „Hij onderzocht mijn ogen en riep toen zijn vrouw, die eveneens arts is. Zij keek even, zei iets tegen hem en verdween. De dokter spoelde mijn ogen uit en zei toen: „Zo je kunt wel gaan. Als je er morgen nog last van hebt, dan moet je maar even naar je huisarts gaan." Joop: „We zijn toen terug ge gaan naar de fabriek. Ik wilde naar huis en vroeg de jongen die me naar de dokter had ge bracht, mij naar Den Helder te brengen. In de wind De ploegbaas vond het echter niet nodig. Hij zei: „Ga maar met je ogen in de wind staan, dan waait het er vanzelf uit!" Ik bleef echter aandringen en tenslotte gaf hij toe. Mijn ouders schrokken verschrikkelijk toen ik thuis kwam. Zij brachten me met een auto onmiddellijk naar de huisarts. Deze liet mij met spoed opnemen in het Lidwina- ziekenhuis, in Den Helder. Daar heb ik een tijd gelegen. Later ben ik overgebracht naar het Wilheimina Gasthuis in Amster dam. De specialisten daar kon den aan mijn ogen echter niets meer doen. Tot februari 1969 ben ik totaal blind gebleven. Daarna begon ik door mijn rechteroog schimmen te zien. Dat was al heel wat meer, dan de artsen gehoopt hadden. In de cember was ik al naar huis ge gaan. In het ziekenhuis kon ik het niet langer uithouden. Op een gegeven moment liet de hoofdzuster zich geïrriteerd ont vallen: „Ga maar liever wat braille leren!". „Toen had ik er genoeg van. Ik wilde weg". Grada N.V. heeft eigenlijk taal noch teken laten horen. Ge vraagd naar de reden vertelde procuratiehouder/directeur-assis- „Tientallen vakantiewerkers stromen door het bedrijf. Zij vallen bulten ons gezichtsveld. Begrijp me goed, dat willen we niet als excuus gebruiken, maar het is een verklaring. Als het eigen personeel was ge weest, was zoiets nooit voorge komen. Als wij hadden geweten dat de schadeclaim, die de heer Van Eis heeft ingediend, was af gewezen, en de verzekering had ons daarvan op de hoogte ge bracht, dan hadden wij zeker contact met de heer Van Eis op genomen. Al was het alleen maar uit puur menselijke over wegingen! We gaan het geval zeker verder bekijken," aldus de heer Van Swaaningen. Wanneer kon hij niet precies zeggen, want de centrale directeur is momenteel ziek. „In elk geval zo snel mo gelijk." De directie in Amsterdam zegt niet veel te weten van wat er plaats had in het bedrijf in Ju lianadorp. De ex-bedrijfsleider in Julianadorp, de heer Th. J. Haasbroek te Bergen, over deze communicatiestoornis „De directie was wel van alles op de hoogte. Ze wist het gede tailleerd, want ik informeerde Amsterdam nauwkeurig. Ja, ik herinner me nog alles. Als Joop van Eis niet studeert, draagt hij een wat een horlogeglasverband wordt genoemd. Hier is hij bezig het glaasje op plakken, dat genoeg licht doorlaat om hem het idee te geven „erbij te horen". Doordat 't glas beslagen is, krijgt 't oog toch i Geen tijd Ik geloof dat de tijd tussen het ongeluk en de juiste behandeling nogal lang is geweest. Volgens mij had de zaak een concessie moeten doen, maar de verzeke ring had uitdrukkelijk gezegd geen concessies te doen, want anders lijkt het er op dat je schuld hebt." Zelf had de ex-bedrijfsleider van Grada N.V. te Julianadorp zowel als zijn assistent geen tijd gehad voor ziekenhuisbezoek, zegt hij, omdat het ongeval gebeurde in de drukke periode van het be drijf. Het was hem bekend, in O Joop van Eis wil geen medelijden. Hij gebruikt als hij gaat war delen een paraplu als blindestok tegenstelling tot de directie in Amsterdam, dat de verzekering de claim van Joop had afgewe zen. Hij besluit: „Over het ont staan van zo'n geval kan je zo weinig concreets zeggen. Loopt zo'n machine twintig maal vast, dan weet je waar het aan ligt. Ja, het is me bekend, dat na drie weken eenzelfde ongeval gebeurde, waarbij een ander spiritus in zijn ogen kreeg. Ondanks het later plaatsen van de beschermkap is de Nationa- le-Nederlanden Schadeverzeke ringsmaatschappij N.V. van oor deel. dat aan de wettelijke voor geschreven veiligheidsmaatrege len ten tijde- van het ongeluk was voldaan. De stelling wordt gebaseerd op het rapport van de arbeidsinspectie, op twee rap porten van de schaderegelaar van Nationale Nederlanden en op het proces-verbaal van de po litie, waarvan een duplicaat in het bezit is van de verzekerings maatschappij. Namens de maatschappij zegt directeur mr. dr. B. J. Bijleveld: „Inderdaad, wij hebben onze cliënt Grada N.V. gezegd: denk erom, wij hebben het onderzoek in handen. Beloof niets en zeg niets toe. Dat is echter een ge bruikelijke procedure. Dat het zo gelopen is, dat is jammer, maar je kunt beter geen ver wachtingen wekken." In 1968 is de schadeclaim al afgewezen, na een rapport van de schaderege laar. Wij bekijken de situatie zo snel mogelijk na de ongevallen en er wordt meteen beslist. Na dat de heer Van Eis een advo caat in de arm had genomen, hebben wij het dossier heropend, en een nieuw onderzoek inge steld. Op grond van het rapport van de arbeidsinspectie, het proces verbaal van de politie en de twee rapporten van de schadere gelaars is in tweede instantie de ciaim opnieuw afgewezen. Daar op heeft in mei vorig jaar de advocaat van de heer Van Eis, mr. H. J. Knuwer, gezegd onze maatschappij te dagvaarden. Hierop wachten wij nog steeds. Bij dit soort moeilijke zaken, waarbij de gevolgen zo ver schrikkelijk zijn, juichen wij het toe als een onpartijdige instantie als een rechter hierover een uit spraak doet. Bij de geringste twijfel zijn wij bereid het voor deel van de twijfel aan de eiser te laten. Als er nieuwe gegevens zijn, wordt de zaak direct her opend". Het plaatsen van de bescherm kap op advies van de arbeids inspectie is voor de verzekerings maatschappij echter geen reden voor twijfel. „Wettelijk" was aan de veiligheidseisen voldaan. Het nemen van zo'n maatregel waardoor het niet langer moge lijk is ammonia (of wat dan ook) in het gezicht te krijgen als er een fles knapt, wordt gezien als een „extra" beveiliging. Het vaïkomctn ontbreken van een eerste-hulp-bij-ongelukken in het bedrijf was een argument, dat nog nooit was aangevoerd. Joop van Eis heeft zijn advocaat echter laten weten op grond van beide punten, de onvoldoende beveiliging en het gebrek aan eerste hulp, in aanmerking te willen komen voor een schade vergoeding, omdat hij zijn ge zichtsvermogen tengevolge daar van heeft verloren. De advocaat, mr. H. J. Knuwer, bleek deze week rJet bereikbaar. Hij was op vakantie. Eerder had hij BIJNA VIER JAAR NA FATAAL ONGELUK: EEN FRUITMAND, GEEN CENT Joop laten weten, dat hij weinig mogelijkheden zag om er mee door te gaan. Daarop zag Joop zelf ook maar van een civiele zaak af. „Ik moet de advocaat al betalen, als daar nog eens proceskosten bijkomen, dan kom Ik misschien nog meer in de penarie," aldus Joop. Maanden terug is toen besloten tot het laten opmaken van getui- geverklaringen onder ede. Dat is 'n minder dure aangelegenheid en bovendien wordt bereikt, dat er niet zomaar wordt berust in een zaak als deze. Sindsdien is het contact tussen Joop en mr. Knuwer verwaterd. Drie getuigen In verband met dit bedrijfsonge val heeft arbeidsinspecteur A. C. Groendijk drie getuigen ge hoord: de heer Haasbroek, de bedrijfsleider, die ten tijde van het ongeval niet aanwezig was; de ploegbaas, die het ongeval niet heeft zien gebeuren en die zei: „Ga daar even in de wind staan, dan waait het ervan zelf uit; en het 17-jarige fabrieks meisje. Het slachtoffer van het ongeval is niet naar de toe dracht van het ongeval ge vraagd. De heer A. C. Groendijk werkt niet meer bij de arbeidsinspec tie. Hij heeft nu een functie bij het PEN in Bloemendaal. De heer Groendijk zegt over het on geval nu: „Het is niet altijd ge bruikelijk het slachtoffer zelf te horen. Destijds was dat één van de vele honderden ongelukjes, die plaats hadden en die mij vrij onschuldig leken. Via de mij niet gebruikelijke kanalen heb ik gehoord, dat de jongen dreigt blind te worden. Het ligt niet op mijn weg daarover nu een verklaring af te leggen". zien, toen zeventien jaar deed er volgens de heer Grc dijk niet toe. Hoewel ze mindij jarig was, mocht ze een 1 ring afleggen. Dat 17-jariJ meisje van toen, is nu een rige getrouwde vrouw. Zij niet meer bij Grada N.V. 1 het ongeluk vertelt ze; „Ik heb alleen maar gezien, d hij de ammonia in zijn kreeg. De machine draaide I de flessen kwamen knijp te ten. Ik heb niet gezien, dat met zijn vingers aan een I heeft gezeten!" Aan dit dramatische verhaal a voor zover dat mogelijk is, tc een happy-end. Joop heeft depressies overwonnen. mg, schafte zich een tape-recori :ffe) aan, studie-vrienden bracht hem de dictaten van de collegi tj£n en zijn moeder sprak deze in de band. Zo vervolgde hij vo< enige tijd zijn artsenstudie. Pit E fessoren stonden hem toe de teS "og tamens uitsluitend mondeling ren te leggen en op de tijden, (J 'me hem het beste uitkwamen. Sirf AP3 zijn rechteroog weer enigszif »Koi bruikbaar is, heeft hij zijn sidder die-methode gewijzigd. sm Twee uur per dag is hij in stai |*t| met een super-sterke bril pltl'J vergrootglas zijn lessen te lezes ,Pa^ Pre Daar hij een fotografisch gehee gen heeft, prefereert hij dez manier, ook al is hij na die twt^« uur doodmoe. „Dan moet i mijn ogen afplakken. Het reek teroog is dan zo ontzettend moi dat het niet langer meer ml f|l zien. Ik breng dan matglazer voor mijn ogen aan." Dit jaar doet hij zijn tweed! doctoraal examen. Ondanks zij ziekbed en zijn handicap, is hi slechts één jaar achterop gf raakt met zijn studie. Wat hi met zijn studie aanmoet, wee hij nog niet. Hij hoopt als che misch doctorandus iets te ku: nen gaan doen in een revalida tiecentrum op sociaal psycholo gisch terrein. Ongeschoold Twee jaar terug is Joop ge trouwd met een verpleegster die hij heeft leren kennen tij dens zijn verblijf in het zieken huis te Amsterdam. Ruim ee maand geleden is hij vader ge worden van een welgeschape zoon. GRI Het is geen vetpot voor Joop e zijn vrouw, waarvan ze moete (en leven. „We kunnen er net va neu komen," zegt de vijfdejaarsshi gen dent, maar wat als straks m' Was WAO-uitkering wegvalt, wannéér ik geslaagd ben? Moet ik dar j?at uitsluitend leven van mijn s»Tui diebeurs? Die f 600 van d? WAO-uitkering zijn het salari?llttl van een ongeschoold arbeider wo< Men heeft bepaald, dat ik op hel moment van het ongeluk fa brieksarbeider was. Dat ik me dicijnen studeerde, was niet be langrijk. Hoe staan de zaken er nu voor? De directie van de Grada N.W heeft beloofd de zaak te zullen j bekijken en iets te gaan doea i De Nationale Nederlandse Scha- 1 deverzekeringsmaatschappij NA heeft bij monde van directeur mr. dr. B. J. Bijleveld gezegi i dat het dossier nog niet is gesloten. Bij de geringste twijfel zal Van Eis niets tekort gedaan I worden. Dat is voorlopig zijn enige houvast. ART VERBURG se

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 14