RUSTIG BOERENLEVEN
IN HOEKSE WAARD
Woekeren
'S AVONDS
OM HALF NEGEN
ONDER DE WOL
...ALS RATTEN
IN DE VAL
MET RUIMTE EN MET
„ONBEWOONBARE" SCHEPEN
ZATERDAG 18 DECEMBER 1971
GOUDSWAARD „Ik ben
een ouwerwetse man-. Om
vijf uur 's ochtends er uit
en 's avonds om half negen
ik het bed weer in, be-
grijpie". De 69-jarige
Maarten van der Linden
met zijn barse stem is niet
anders gewend. Hij leeft
zijn rustige leven in een
vlakke uithoek van Zuid-
Holland, buiten het dorpje
Goudswaard op de Hoekse
Waard, ten Zuiden van
Rotterdam. Hij was boeren
arbeider. Jaar in, jaar uit
stond hij om vier uur op,
een uurtje later. Het
gaat eenmaal niet anders in
het boerenleven. Nu heeft
hij nog wat koeien voor
zichzelf die hij iedere och
tend en avond melkt.
Terwijl natuurlijk ook in Gouds
waard de ontwikkeling voort
en de boeren hun paarden
door tractoren vervingen en ma
chinaal gingen melken, is de
teer Van er Linden een frappan
te verschijning in het dorp ge-
1 teven. Voor hém geen tractor,
zelfs geen paard. Als hij naar
bet weiland gaat om de koeien
te melken, spant hij zijn bok
raor een tweewielig wagentje,
waar hij zelf op gaat zitten. En
io komt hij weer terug, met
twee bussen melk, en getrokken
door de bok!
De Hoekse Waard wordt door
dijken en wegen in grote vier
kante stukken verdeeld. Het is 'n
„Het valt niet mee voor de boeren, héus niet."
land van kleine dorpjes met wo
ninkjes aan weerszijden leunend
tegen de dijk en hier en daar
wat schuchtere nieuwbouw. Een
van die dorpjes is Goudswaard,
met de witte molen Windlust.
Als je in het dorp vraagt naar
de heer M. A. van der Linden is
het antwoord: ,,Oh, Maarten.
Alsmaar rechtdoor, 'n kilometer
of drie. Aan het end van de
dijk".
Het is volmaakt stil in de wat
mistige middag waar de zon
doorheen wil breken. Je waant
je aan het eind van de wereld.
Vanaf de dijk lopen kaarsrechte
stukken bouwland naar de hori
zon, de volgende dijk, waarach
ter het riet en het wijde water
van Spui en Haringvliet. Tegen
de hoge smalle dijk geplakt en
ver van de bewoonde wereld
staat het huisje van de heer en
mevrouw Van der Linden. Twee
witte klompen voor de deur.
an zijn le-
kant dood
de andere
Binnen vertelt hij
ven, dat aan de em
rustig is, maar vat
kant een leven is ve
ken en weinig luxe.
Het vervoeren van melk ging
vroeger wel meer met bokkewa-
gens. ,,Als jongen van elf jaar
reed ik er al mee". De heer
Van der Linden ging met de bok-
kewagen bij diverse boeren de
melk ophalen (hun namen weet
hij nog) en naar de tram bren
gen, die de melk naar de fa
briek in Rotterdam bracht.
„Dat moest 's ochtends vóór
acht uur gebeuren, want daarna
moest ik nog naar school. Dat
leverde twee kwartjes in de
week op. En ik was er gróós op,
meneer, dat ik die bij moeder
op tafel kon leggen".
„Toen ik van school af kwam
werd ik melkknecht bij een
boer, voor drie gulden in de
week. Dat gaf ik aan mij nmoe-
der en dan kreeg ik een dubbel-
tje. Nu geven ze een schop tegen
drie gulden. Zo was 't toen. Ze
zouden nu zeggen: je bent gék.
„Later ben ik bij andere boeren
gaan werken, voor meer geld.
In dienst zat ik bij de huzaren,
het paardenvolk. Daarna heb ik
bij de boeren alle soorten werk
gedaan: maaien bijvoorbeeld en
ploegen en „voermannen" of
vrachten rijden met drie paarden
voor de wagen". Een jaar of
tien geleden is hij er mee opge
houden. Van de a.o.w. en de op-
Zijn boer-zijn beperkt zich nu
tot drie hectare weiland en ze
ven koeien. In de kleine stal
staat naast de koeien ook de
bok. „Hij is een week ziek ge
weest". Hij is een jaar of twaalf
oud en trekt al zeven jaar de
melkkar. Een .grote bok is het,
met een flinke witte sik. Een
mogelijk verdwaalde randstede
lijke rustzoeker kijkt verbaasd
op als hij, rijdend over de dijk,
de onalledaagse combinatie ge
waar wordt en haalt zijn fototoe
stel voor de dag. Het zal Maar
ten van derLinden een zorg
zijn. Ze doen maar. Ondanks de
kuren, is hij best tevreden met
zijn bok. Het dier trekt nog soe
pel de melkbussen of 200 kilo
kunstmest èn zijn baas naar het
land.
Achter het boerderijtje ligt een
langwerpige plas. Het is een uit
gegraven weiland. Met de grond
daarvan is in 1953 de dijk ver
sterkt. Het water heeft in de
rampzalige februarimaand tot
aan het randje van de dijk ge
staan waaraan Van der Linden
woont en omspoelde zijn woning.
„Een paar maanden geleden
heeft hij nog 350 bossen riet ge
sneden in die plas", zegt zijn
In de Hoekse Waard is weinig
weiland. Velen hebben het reste
rende gras gescheurd. Ze zijn er
niet veel beter op geworden. De
aardappelen hebben dit jaar
weinig opgeleverd. Hier en daar
zie je langs de weg bordjes met
„Aardappelen fe koop". Van der
Linden, peinzend: „Het valt
heus niet mee voor die boeren.
Héus niet waar. Pas op".
Op vakantie zijn ze nog nooit
geweest. Een enkele keer een
uitstapje. Ze hebben ook geen
televisie. Ze hebben er ook geen
behoefte aan. „We vermaken
ons zó wel". Om het wereld
nieuws kan hij zich niet zo erg
druk maken. „Ik wéét dat ze el
kaar doodschieten. Maar wat
moet ik daar mee? Dat kunne
wij toch niet keren?"
Maarten van der Linden en zijn
vrouw zijn best tevreden en wil
len dit het liefst maar zo hou
den. In de stilte van de polders
gaat hun eenvoudige leven ver
der. Vanavond om half negen
onder de wol en morgenochtend
om vijf uur loopt de wekker
weer af. Zoals altijd. Goed, de
koeien staan nu op stal, maar
anders was hij naar het land ge
trokken om te melken, natuur
lijk getrokken door de bok.
W. RUIGROK
Boer Maarten van der. Linden met de bok die hij nog dagelijks als zijn trekdier gebruikt.
Bonen, aardappelen, 'n stukje vis. Vanavond om half negen is het bedtijd en om vijf uur loopt
de wekker weer af. Geen televisie. „We vermaken ons toch wel."
Amsterdam De van over
heidswege aangemoedigde sane
ring van de binnenvaart is een
illegale, onhygiënische en onvei
lige woonvorm in het leven aan
het roepen waarmee een andere
overheid danig in zijn maag zit.
Vooral in Amsterdam slibt het
water langzaam dicht met afge
dankte vrachtschepen die
voor een prikje op de kop getikt
goedkoop onderdak bieden
aan Jan en alleman. Ze hebben
tien, twintig, soms veertig bewo
ners. Ventilatie ontbreekt. Het
meest elementaire sanitair is
niet te vinden. Er is op dergelij
ke drijvende krotten stromend
water noch elektriciteit.
De politie schat het aantal van
dergelijke woonschepen momen
teel op meer dan duizend en er
komen er elke dag bij. In de
Amstel liggen ze in rijen van
tientallen achter en naast el
kaar. Aan de bomen zijn brie
venbussen gespijkerd zodat de
Bijstand weet waar de cheques
gedeponeerd kunnen worden.
Een patrouillerende politieman
zegt praktisch: „Wanneer ie
mand aan boord van zo'n schuit
in. een drugroes een petroleum
kacheltje omgooit, zitten ze als
ratten in de val en gebeurt er
een ramp. Maar er zal wel weer
zo'n brand als in dat pension
voor gastarbeiders nodig zijn
voordat er maatregelen geno
men wórden". Hij bedoelt de
brand waarbij negen Marokka
nen in de vlammen omkwamen.
Het Amsterdamse binnenwater
is ma de oorlog altijd druk be
woond geweest. Gedwongen door
de woningnood was het gemeen
tebestuur aanvankelijk relatief
gul met het afgeven van ligver-
gunningen. Woonschepen zijn
dan ook een vertrouwd gezicht
in en buiten de grachtengordel.
De eigenaren hebben hun casco
op de helling moeten laten con
troleren. Ze voldoen aan de ver
schillende eisen die de gemeen
telijke overheid aan het wonen
op het water stelt. Hun bezit
heeft vaak meer weg van een
drijvende bungalow dan van een
woonschip en ze houden het in
puike staat.
Omdat hun aanwezigheid legaal
is, beschikken ze over stromend
water, electriciteit en telefoon.
Een aanwinst voor het stede-
schoon zijn ze niet. De gemeente
zag de grachten en kanalen lie
ver leeg het exclusieve do
mein voor beurtschippers, rond
vaartboten en de pleziervaart.
Maar waar woningnood heerst,
kun je niet kieskeurig zijn. Van
daar dat er ruim duizend woon
schepen met de zegen van de
stedelijke overheid in de hon
derd grachten dobberen.
Heel anders is het echter ge
steld met het illegale woonsche
penbestand in de hoofdstad. Dat
breidt zich als de spreekwoorde
lijke olievlek uit zonder dat er
een papier of controle aan te
pas komt. De oorzaak ligt zoals
gezegd gedeeltelijk bij de sane
ring van de binnenvaart. Schip
pers worden met premies aange
moedigd om de wal op te gaan
en doen hun onrendabele vaar
tuigen voor een appel en een ei
van de hand.
Een snelle inventarisatie leert
dat je voor 5000 gulden al een
knap bootje hebt, terwijl je voor
10.000 tot 15.000 gulden eigenaar
wordt van een lel van een
schuit. Hier wil bepaald niet be
weerd zijn dat deze schepen de
kwalificatie ondeugdelijk verdie
nen. Het zijn geen wrakken in
die zin dat ze beter naar de slo
per konden. Onder de waterlijn
en daar gaat het bij een
Voor 2,50 per nacht.
schip in eerste instantie om
zien ze er meestal voortreffelijk
uit. Maar voor intensieve bewo
ning zijn ze uiteraard volkomen
ongeschikt en het is juist die in
tensieve bewoning waarover de
overheid zich uit hoofde van hy
giënische, sanitaire, veiligheids-
en ook wel criminele oveiweg.n-
gen ernstig kopzorgen maakt.
Want hoe gaat dut? Tien, twin
tig jongelui leggen beetje bij
beetje en kopen gezamenlijk
zo'n afgedankte schuit. Amster
dam binnenkomen mocht het
schip er al niet liggen afge
meerd is eenvoudig. Het wa
ter in Nederland is praktisch
vrij en controle nagenoeg onmo
gelijk. Men kwakt zijn aanwinst
maar ergens tegen de kade of
tegen een andere schuit. De po
litie? Die heeft verschillende
malen geprobeerd mensen uit
zo'n clandestiene woonboot te
zetten en het vaartuig in beslag
te nemen. Er zijn processen-ver
baal uitgedeeld. Maar de rech
terlijke macht heeft het politie
beleid in deze niet willen steu
nen. Wegslepen? „Dan moet je
ze toch ergens anders weer
neerleggen", aldus een woord
voerder, „en zegt de bewoner:
dit is een officiële ligplaats
want de politie heeft hem zelf
aangewezen. Je verschuift dus
in wezen alleen het probleem.
De moeilijkheid is dat we moe
ten werken met een wet op
woonwagens en woonboten die
uit 1918 dateert en gebaseerd
was op de reizende en trekkende
bevolking van toen. Dat is al
lang uit de tijd. De mensen op
de illegale woonboten hier den
hen nie. aan reizen of trekken.
Ze beschouwen hun schuit als
een vaste woonplaats met dit
voordeel dat hij goedkoop is, tot
niets verplicht, een maximum
vrijheid geeft en heel wat meer
romantiek biedt dan de beton
blokken in de Bijlmermeer. En
daar staat de overheid machte
loos tegenover. Pas als de ver
ouderde wet aan de nieuwe om
standigheden wordt aangepast,
kunnen we misschien iets doen".
Een paar schuiten meer of min
der... kan men tegenwerpen.
Goed, de kinderpolitie haalt er
wel eens minderjarigen vandaan
die van huis zijn weggelopen.
De vreemdelingenpolitie doet er,
omdat er merendeels butenlan-
ders wonen, wel eens een
vangst. De narcotica-brigade
vindt er wel eens stuf. Moet
daar nu meteen over in de hoog
ste boom geklommen worden?
Waar blijft het vrijheid-blijheid
van de nieuwe tijd Is een illega
le woonboot niet beter dan hele
maal niets?
Uit de houding van de rechterlij
ke macht bij voorbeeld blijkt
dat men niet onwelwillend te
genover dit soort vraagtekens
staat. Maar anderzijds zou het
van onverstand en gebrek aan
sociaal verantwoordelijkheidsge
voel getuigen wanneer men het
hele probleem als onbelangrijk
zou wegwuiven. Meer dan dui
zend illegale woonschepen met,
laat ons zeggen, een gemiddelde
bewoning van tien dat geeft
nog altijd een middelgroot dorp
zonder waterleiding of sanitair
of brandveiligheidsmuutregelen,
zonder vuilnisophaalienst. zon
der behoorlijke slaapgelegen
heid. Als een dergelijk dorp
anno 1972 plotseling op de Velu-
we of op Goeree-Overflakkee zou
blijken te bestaan, zou men de
vragen in de Kamer eens moe
ten horen knetteren... Maar het
ligt wél mooi midden in Amster
dam en geen haan die ernaar
kan kraaien.
Wie een van deze illegale schui
ten bezoekt, slaat steil achter
over van verbijstering. De woon
omstandigheden z.jn e.btume-
lijk. In de ruimen is het duister,
kil en vochtig van de condens.
Dl luiken zijn zo goed en kwaad
als het gaat met plastic afge
dekt, maar lekken doet het toch.
De schaarse openingen waardoor
de zon naar binnen zou kunnen
komen scheepsruimen zijn nu
eenmaal niet ontworpen voor
menselijke bewoning zijn zorg
vuldig verduisterd met lappen.
Van de meest elementaire hygië
ne ontbreekt ieder spoor. De
wanorde trat iedere beschrij
ving. Er is geen enkele vorm
van ventilatie.
Overal grijnst het brandgevaar
je toe en nergens is een uitweg
om eraan te ontkomen.
Nou en....?, kan men alweer te
genwerpen. Als 'n aantal jeugd-
toer.sten. een aantal alternatieve
toeristen, 'n aantal belegen be
roepshippies deze leefwijze ver
kiezen boven een andere, als dit
hun antwoord is op de steriele
hokjesgeest en de flatneurose
van de moderne woonwijk
wat dan nog?
Daartegenover staat dat in
steeds meer gevallen niet vun
een vrijwillige keuze sprake is,
maar van regelrechte exploita
tie. De eigenuren spreken van
sociaal werk, maar als zij op
een boot 40 erbarmelijke, elkaar
verdringende, boven elkaar ge
stapelde slauppluutscn met twee
dehands matrassen verhuren voor
een rijksdaalder per nacht en
da' gebeurt! levert dat per
maand het lieve bedrag van 2800
gulden per maand op.
De politie is ervan overtuigd dat
me: name dit winstuspect het
aantal illegale woonschuiten in
de Amsterdamse binnenwateren
zo onrustbarend doet toenemen.
Men kan namelijk rustig zijn
gang gaan, want ze vallen ook
n;et onder de logiesverordening.
Ze vallen doodeenvoudig onder
geen enkele verordening. De po
litie, de brandweer, de gemeen
telijke geneeskundige dienst zien
de nieuwe ontwikkeling met lede
ogen gaan, maar ze zijn mach-
„Totdut er een ramp gebeurt",
zoals die patrouillerende agent
langs dc waterkant praktisch