Veluwemeer
poel van
vervuiling
ZATERDAG 15 JANUARI 191
Putten Vele tienduizenden zoeken elk
jaar in de zomermaanden hun recreatie-
vertier aan de vele stranden en strandjes,
aangelegd aan de oude IJsselmeerkust
tussen Harderwijk en Spakenburg. Het
strand Nulde bijvoorbeeld is zelfs zo lang
zamerhand een begrip geworden voor alle
dagjesmensen uit de Randstad die zich
snel en over uitstekende wegen even aan
een zoetwaterstrand wHlen neervlijen tegen
de daarvoor geldende, wat hoge prijzen
natuurlijk. Binnen enkele jaren zullen die
Ach natuurlijk, langzamerhand
is het elke instantie, die er
maar iets mee te maken kon
hebben, wel duidelijk, dat alle
argumenten, die destijds golden
voor een prestigeprojekt als de
Inpoldering van de Zuiderzee,
steeds minder steekhoüdend zijn
geworden. De noodzaak van
landbouwgronden is er niet
meer, een stad als Almere
wordt nu als hoogste goed ge
zien, en de Markerwaard, die
nog op inpoldering wacht schijnt
geen betere bestemming te kun
nen vinden dan als terrein voor
een gigantisch vliegveld, waar
over trouwens het laatste woord
nog niet gesproken is. Het pres
tigeprojekt blijft.
En dat alles met voorbijzien van
de grote recreatienood die er is
vele tienduizenden er vele honderdduizen
den geworden zijn. Dan zullen de voor re
creatie bestemde kuststroken in Zuid-Fle
voland hun klanten ook gevonden hebben
en... de recreanten zelf een zeker graf,
tenminste als niet zeer snel een eind komt
aan de meer dan schrikbarende vervuiling
in 't strookje water dat er nog over is van
ons trotse IJsselmeer tussen het „oude"
en het „nieuwe" land, het Veluwerand-
meer.
Over recreatie gesproken: laat u
met een gerust hart uw kinde
ren zwemmen in water waar
een paar biggenkadavers in
ronddrijven? Gaat u graag te
water, daar waar de vissen bij
duizenden tegelijk sterven of
met wijd opengesperde bekken
komen vragen om het laatste
beetje zuurstof? Toch mondt de
Schuitenbeek ontspringend op de
Veluwe als schoon helder zuur
stofrijk drinkbaar water in de
jachthaven van Nulde bij Putten
uit als puur vergif, waar geen
vis in kan blijven leven. Oor
zaak: de kalvermesters van het
„oude' 'land. En in dat gifwater
zwemmen de dagjesmensen.
Een bordje ..gevaarlijk zwem
water" helpt dan ook niet meer.
Kadavers verpesten het water van het Veluwemeer.
Jan Vink (22) uit Putten, stu
dent aan de pedagogische acade
mie in Utrecht, een jonge onder
zoeker, heeft er de laatste twee
jaar aan besteed om die vervui
ling niet alleen te bewijzen,
maar er ook iets aan te doen.
Hij is verwoed zeiler, maar
durft zelfs het vieze water niet
meer in. Zijn onderzoek betrof
de kalvermesterijen en het ne
men van watermonsters. Met on
telbare foto's en dia's toont hij
de vervuiling aan.
Jan Vink: ,,Die kalvermest Is
ongelooflijk smerig spul, dat is
niet zomaar gier. Je kunt het op
het land niet hebben. 'De planten
gaan ervan kapot. En bovendien
zit die gier vaak nog behoorlijk
vol met antibiotica die de kalve
ren worden ingespoten. Er zijn
zelfs mensen geweest die gezegd
hebben: we moeten een onder
zoek instellen naar de invloed
van die antibiotica in de gier op
de vegetatie in de sloten".
„Je kunt die gier dus niet op
het land gebruiken. Ze gooiden
die vroeger gewoon in zee, toen
er nog maar een paar kalver
mesters waren. Dat ging best.
Maar toen kreeg je die dijk
langs Zuid-Flevoland en werd
het een puinhoop. Het water
werd troebelige soep".
,,Er kwam een verbod op direkt
lozen. Alles moest in een gier-
kelder worden opgeborgen en
dan door een loonzuiger in een
tank worden opgehaald. Maar
ja, als je een loonzuiger laat ko
men betaal je een hoop geld.
Dus wat doen ze nu, ze spuiten
het zo in de beek. Zo'n loonzui
ger kost een 250 gulden, maar
de boete op het lozen ook. Dus
wat belet ze".
„En het water kan zo prachtig
zijn. Ik heb monsters genomen
bij de oorsprong van de Schui
tenbeek. Dan zie je prachtig
zoel water, plankton erin, zuur
stofrijk. je kunt het zo drinken,
hartstikke mooi. Een paar kilo
meter verderop neem je dan
weer een monstertje, je bekijkt
het onder de microscoop, er zit
geen leven meer in. Vervuiling
door dierlijke uitwerpselen, dat
is alles. En dat dankzij het feit
dat er een kalvermesterij hier
in de buurt loost, of een eenden
fokkerij. Die verpesten het".
„We hadden het over de loonzui-
gers. Die lozen de gier hier in
het persgemaal bij het Puttense
industrieterrein. Daar is een re
servoir. Dat gemaal perst, als
er een bepaald voorraadje is,
die gier in één keer door naar
Harderwijk, naar de rioolzuive-
ringsinstallatie. Daar wordt de
gier biologisch gezuiverd. Maar
dat is op zich al een heel moei
lijk punt waar op hoog niveau
enorm over wordt gediscus
sieerd of het wel mogelijk is ja
of nee. Nu is er verleden zomer
een chloreringsbassin in Harder
wijk aan toegevoegd. Dat ge
chloreerde. dode, water komt dan
weer in het Veluwemeer".
Door de vuillozing van de boe
ren is een tijd geleden de zaak
goed aan het rollen gebracht.
De gemeente-opzichter Dijkstra,
die het oog moet houden op de
vervuiling pakt de zaken hard
aan. Hij loopt overal te loeren
langs de beken of ie ergens gier
ziet. En wat doet zo'n boer dan.
die wacht met lozen bijv. tof
vrijdagavond als het een keer
goed hard geregend heeft. De
beek wordt woest en zwelt aan
en dan in de nacht van vrijdag
op zaterdag legt hij een pijpje
over de dijk heen en loost toch
zijn gier. Er zrjn plaatsen waar
je zaterdagsmorgens de vlokken
schuim en stinkende vlokken
gier over de weg ziet heenslaan.
En dan zondagsmorgens natuur
lijk, dan zit de opzichter toch in
de kerk.
Natuurlijk heeft strengere con
trole tot gevolg gehad dat er
minder vuil en kadavers in de
beken gesmeten worden. Lang
zamerhand begint bij de boeren
zelf ook wel het besef te groeien
dat ze zichzelf in de vingers
snijden met het vervuilen van de
beken. Zo is er een boer aan de
monding van de Schuitenbeek
die er rond voor uitkomt dat hij
zijn koeien van dat water niet
meer kan laten drinken. Hij
heeft een heining langs z'n ter
rein laten zetten om de koeien
ver van de beek af te houden.
Maar er zijn er ook nog genoeg
die het niet willen leren en van
alles in het water blijven gooien.
„We hebben destijds het voor
stel gedaan om op elke tweehon
derd meter een rooster in de
beek te zetten. Zodoende zou
meteen te controleren zijn wie
dc beek vervuilde. Dat is niet
doorgegaan. Er is uiteindelijk
een roostertje geplaatst, afgelo-
ppn zomer, bijna bij de monding
van de Schuitenbeok. Vervuilings-
technisch heeft dat weinig zin,
want alles gaat er doorheen. Het
enige voordeel is dat een dood
beest er voor blijft liggen en
niet op het strand terecht komt.
Maar de viezigheid van dat ka
daver komt natuurlijk wél in het
water voor het strand terecht".
„Hier neem deze foto nu. Die
heb ik gemaakt op het moment
dat een paar kinderen op nog
geen vier meter van een kadaver
zwommen. Hier. deze plaat, van
mei 1970, toen duizenden snoek
baarzen de Schuitenbeek op
zwommen om kuit te schieten
en daar hun graf vonden".
Hoe vuil het water is, blijkt wel
uit het feit dat de Veluwemeer-
infecties berucht zijn. De huis
artsen hebben er in het zomer
seizoen hun handen vol aan. Er
zijn twee soorten. Allereerst de
infectie die ontstaat doordat
men ergens intrapt, infecties
van wonden dus. Daar ken ik
persoonlijk verscheidene voor
beelden van uit mijn direkte
omgeving. De wonden blijven
soms maanden ontstoken. De
tweede infectie is die, welka
men krijgt door het naar binnen
krijgen van water bij het zwem»
men. Ernstige maag- en darm*
klachten zijn vaak het gevolg"*
„Ik ben eind '69 met het onder«
zoek begonnen. Zomer '69 vond
ik, al zeilend het water erg vies.
Ik geloof, dat als ik al die tijd
met een harkje langs die beken
was gaan lopen en een statistiek
bij had gehouden, dat ik dan
veel verder was geweest. Ook al
omdat watermonsters, zoals ik
die nu heb genomen, nogal eeni
sterk uiteenlopen".
Hoe denken de boeren er zeil
over? „Heel verschillend. Er
zijn een paar boeren die zeggen:
het is inderdaad verschrikkelijk.
Maar je hebt ook boeren dia
rustig, als je ze op de man al
vraagt of ze weten dat ze hel
water zo vervuilen, zeggen: J«
jonk, maar dat deden we vroe*
ger ook zo en waarom zouden
we het nu dan niet doen". Maar
er zwemmen tegenwoordig toch
duizenden mensen in dot water?
„Ja jonk, maar dat valt best
Is met dit onderzoek van Jan
Vink nu de uiteindelijke oplos
sing van de vervuiling van het
Veluwerandmeer gegeven? Jan
Vink er zelf over: „Och ik ben
eigenlijk maar een loodgieter op
dit terrein. De experts moeten
maar de conclusies trekken".
Jawel, maar over luttele maan»
den gaan weer tienduizenden
een recreatie-infectie tegemoet.
Laksheid? Onwil? Och. wij zijn
zo'n keurig volkje, dot we aan
ons eigen vuil desnoods dood
willen gaan.
GERARD CRONè.
Skv:
r v - - *s:
w *?_-•v y j i
In een sloot stapelt het huisvuil zich op.