Zeldzame moerasbossen liggen te wachten op Leidse Baan-asfalt Alle kraaien van Delft en Leiden komen bij Wassenaar overnachten Bioloog Ter Keurs kan er nu nog de ransende fuut aanfluiten 11 1973 VRIJDAG 14 JANUARI 1972 LEIDSE COURANT PAGINA 5 er alles den. De t huren, oet een een ge ven be- ich niet breken, ijn. Na ond ge- e teveel betalen ik wel i minste, et hele- Dit is leidschendam/voorschoten Wim ter Keurs, bioloog, stond gis teren in een camouflerend groen ja- gerspak demonstratief tot aan zijn knieën in het moeras tussen de op kruipende woontorens van het Haag se Mariahoeve en het opdringende Leidschendamse woud van steen en beton. Om het effect te vergroten drukte hij nog eens extra stevig zijn laarzen tot aan de randen in de sop- pige bodem, die tot meters in de om trek meeveerde. Eens is Ter Keurs op een nachtelijke verkenningstocht door de moerasbossen beneden de Duivenvoordseweg - die hij overi gens kent als zijn eigen broekzak - de verdrinkingsdood nabij geweest. Een misstap deed hem tot borst hoogte wegzinken. Als er niet zo veel hakhout om hem heen geweest was waaraan hij zich kon optrek ken, hadden we hem gisteren niet kunnen zien soppen. Op deze plek zal eerlang de nu al beruchte Leidse Baan het bos hebben verdreven. Vim ter Keurs, een van de aan stichters van de universitaire Werkgroep Milieubeheer en de Leidse Baan een koud hart toe dragend, is een jongeman die in nóg meer lawaai, walm, asfalt, aansluitende wegen en opzwel lende kunstwerken door een na tuurgebied, alleen maar een hoop doffe ellende ziet. De her rie in al haar verschijningsvor men is een hard, keihard sig naal geworden die de menselij ke samenleving heeft verdoofd. Als iets niet hard genoeg klinkt, hóren we het niet meer, meent hij. De mens en de natuur ko men steeds verder uit elkaar te staan. In de westelijke randstad is nu nog een exclusief stuk stil te te vinden, omzoomd door de honderdduizenden levende zielen van Den Haag, Leiden en de tussenliggende gemeenten. ,,Hou dat zo intact, het is het enige dat we aan rust, schoonheid en vrijheid nog over hebben." Wim ter Keurs en de zijnen hopen, dat God, Provinciale Staten en andere menselijke overheden de Leidse Baan zullen verhoeden. Uitzonderlijk Er is al meer over geschreven. De duizenden jaren geleden ge vormde strandwallen en strand- v vlakten tussen Den Haag en Leiden, uitlopend tot bij Alk-, maar, zijn van een uitzonderlijk karakter. Het gebied vormt de laatste grote ongerepte rest van een dergelijk type landschap in West-Europa. Op de strandwallen liggen nu in Wassenaar en Voorschoten bui tenplaatsen. parken en bebossin gen. Daartussen, op de voorma lige en ontgonnen vlakten vin den we nog uitgebreide moeras bossen, waarbij vergeleken het Haagse Bos en b.v. het bos van Duivenvoorde maar stadspark- jes zijn. Wie met mensen als Ter Keurs op een lauwe regenachtige winter dag loopt te grasduinen in het „slagenlandschap," door de Horsten, de moerasbossen en over weilanden krijgt een veel heid van indrukken te verwer ken. „Moet je straks in de lente eens terugkomen; dan explo deert de hele natuur in groen," nodigde Ter Keurs uit. Je kunt een droge opsomming geven van het soortenrijke landschap rondom Wassenaar. In de vori ge week uitgekomen brochure van de Werkgroep Milieubeheer „Is de Leidse Baan werkelijk nodig?" (een soort equivalent van „Leiden werkelijk in last?") staat, dat er tussen Scheveningen en de Wassenaar- se Slag in de duinen ca. 450 ver schillende soorten hogere plan ten werden gevonden. In de pol- De moerasbossen ten zuiden van de Duivenvoordseweg vormen in ons landschap een zeldzaam fa- ders en bossen van het oude duinlandschap meer landin waarts kwam men meer dan 300 soorten tegen. Hooglied Als Wim ter Keurs het hooglied van de vogelstand zingt is hij helemaal niet meer te houden. Zijn voornaamste bezigheid op het Zoölogisch Laboratorium te Leiden is het zoeken van ver banden van dieren met elkaar en met hun omgeving. Sinds zijn jeugd is hij vergroeid met de bossen. Aanvankelijk als hulpjachtopzichter. „Maar dat is geworden tot een soort ver antwoordelijkheid. De moeras bossen zijn eigendom van de provincie, maar een beheer is er nauwelijks. Dat doe ik nu maar, omdat het moet gebeu ren." Daarom is hij zoveel te vinden in de opstanden van el zen- en essenhout. bij de „ver- lande" oude eendenkooi uit 1669 en achter de verwilderde rhodo dendrons, waarvan men zegt dat ze daar zijn aangebracht voor de jacht op houtsnippen, die daar dekking vonden. Een fraai gezicht ook vormen daar soms de rijen ransuilen, die er goed kunnen tieren en in hard oranje voortreffelijk kunnen „roesten." Er broeden ongeveer 500 paren vogels van 40 verschillende soorten tussen de zwarte elzen en het harde essenhout. De Dui- venvoordse Polder behoort tot de rijkste weidevogelgebieden van Nederland en heeft een dichtheid van weidevogels die buiten ons land nauwelijks wordt aangetroffen, 's Nachts lijkt het hier tussen Wassenaar en Voorschoten één geweldige camping. Dan komen alle bonte kraaien, kouwen en soortgeno ten van Delft tot Leiden om er de nacht door te brengen. De weiden zitten dan stampvol", vertelde Wim ter Keurs, terwijl links en rechts om ons heen de hazen als pijlen uit een boog hun pad kozen. Bioloog Ter Keurs spreekt, of lie ver fluit, vele talen. Vogeltalen. Als ik me niet vergis zijn er zelfs dialecten bij. De boomkle ver lokt hij twietend uit z'n nest en hij weet precies hoe hij een ransende fuut moet aanroepen. De vogels maken in dit koude seizoen niet zoveel misbaar als in de broedtijd, wanneer hun geluiden op langere afstand moeten reiken om hun gebieden af te grenzen. Wat je nu hoort heeft de functie om een fourage- rende groep bij elkaar te hou den, een zacht kwebbelend so ciaal contact. „Alles is veel stil ler nou," aldus Wim ter Keurs, „maar als je een kolossaal net over de polder zou spannen zou je er duizenden vogels uit kun nen halen". Fouragerend kweb belen...- dat doet je ineens met Je klamme voeten en natte sok ken naar een spiegelei en een kop koffie verlangen. Wim ter Keurs heeft pas nog bij Duivenvoorde de ijsvogel ge zien; zeldzaam in West-Europa. Wim ter Keurs zakt behoedzaam weg in het moeras; een uitzon derlijk evenement in ons weste lijk landsdeel. Huzarenstukje om daar een Leidse Baan te fun deren. Vorig jaar broedden ze hier. Met een lang schril gefluit schieten ze als raketjes over het water, van boven iriserend blauw. Ineens plonst zo'n diertje het water in en komt er even later uit met een visje in de snavel. De natuur heeft dicht bij huis nog zoveel verrassingen in petto voor wie er interesse in heeft. Als je Ter Keurs z'n gang laat gaan vertelt hij de hele dag met mimiek, gekromde vingers en scheve gezichten over sater achtige hermelijntjes, die je aanblazen of die je met de punt van de laars kunt laten spelen als ze hun hazenprooi even heb ben laten vallen. Je hoort op af stand het permanent verkeers- gedruis op de Veursestraatweg, maar de wezel en hermelijn en de bunzing laten zich (nog) niet uit het veld slaan. Zelfs de nerts, zij het in verwilderde staat, zoekt er zijn weg tassen kreupelhout en natte bladeren. Stoorstoffen En dan praten we nog maar niet van de orchideeën op de onbe- meste weilanden (Ter Keurs: „zonder stoorstoffen (kunst mest) en zware landbouwwerk tuigen zou je hier de prachtigste bloemenweiden kunnen heb- den, grutto's, tureluurs, kemp den, grutto's en tureluurs, kern- hanen, veldleeuweriken en gele kwikstaarten, de fluiter, boom- kruiper. sijs en mees, de spech ten en de holenduif. Ze zijn er nog allemaal, met, de mensen- kooien in grijs en nevel op de achtergrond. „Maar", zegt Ter Keurs, „als de Leidse Baan er eenmaal is, is het afgelopen. In grepen die dit landschap ven snipperen zullen de relaties met vogels en wildstand beperken of zelfs teniet doen". De verschil lende levensgemeenschappen van het jonge en oude duinland schap hebben een verrijkende invloed op elkaar en moeten daarom in samenhang bewaard blijven. Niet slechts de wulpen en blauwe reigers vragen daar om. De Leidse Baan (met bijkomende werken), zal, nog afgezien van de aansluiting aan rijksweg 14, een oppervlak krijgen van 105 ha, namelijk 16 ha bos en 89 ha grasland van het weidevogelge- bied. Het zijn vooral de moeras bossen die door de aanleg zwaar zullen worden geschon den. De werkgroep heeft er in haar brochure op gewezen, dat de schade zich niet alleen zal beperken tot de oppervlakte van de weg. Ter weerszijden van de Leidse Baan is er een strook die verontreinigd zou worden met lood, olie en pekel. Maar nog in grijpender is de invloed die de weg als barrière zou uitoefenen, zowel voor de fauna als voor de bezoekers van het gebied. Uit studies in vergelijkbare situa ties zullen hier verkeersslachtof fers te verwachten zijn onder een 40-tal vogelsoorten. Boven dien heeft een rapport van TNO uitgewezen, dat in een strook van 500 m breed ter weerszijden van de weg teveel lawaai zou zijn voor een rustige woonbe bouwing en dat bijna het gehele gebied voor stilterecreatie on bruikbaar zou worden. In elk geval zouden 45 ha moerasbos versnipperd worden. Stilte-aebied Belangrijker dan het ontsluiten van een gebied voor de mens vindt Wim ter Keurs het ontslui ten van de mens voor zo'n stil- tegebied als waar het hier om gaat. Het gaat erom, de mens in een stllgebied weer een ande re belevingswereld te geven. Voorgesteld is, dit gehele gebied tussen zee en oudste strandwal bij Leidschendam en Voorscho ten in de toekomst te beheren als 'n Nationaal Landschapspark Dat is een gedachte die bezig is te gaan leven bij velen. De ei genschappen van het gebied maken het de omwonende stede ling mogelijk dichtbij huis de stilte en de rust van de natuur te zoeken en de rijkdommen daarin te leren kennen en bele ven. Dit plan heeft van verschil lende zijden steun gekregen. Di rect vanaf het begin al van de Stichting van het Zuid-Hollands Landschap en van de gemeente Leiden. Nu kort geleden ook van mr. van Rijckevorsel, hoofd van het Bureau Recreatie en Natuurbescherming bij de Rijksplanologische Dienst, en ook van een aantal eigenaren die op dit moment een stichting „Het Oude Duinlandschap" voorbereiden. Het is een zaak die de Leidse Baan soms een ogenblik uit de gedachten van Ter Keurs ver drijft. „De belangrijkste functie van zo'n Nationaal Landschaps park is die van een rijk gescha keerd- gezond milieu van cultu ren en cultuurmonumenten, waarmee je de stedeling in aan raking kunt brengen. Het zal een stiltegebied ook moeten zijn, waarin aan alle elementen een op elkaar afgestemd beheer moet worden gegeven." Wie de natuur zoekt zal hier - al is het nog in de droom van Wim ter Keurs - temidden van alle mo derne maatschappelijke conges ties een wereld vinden die ver ademing geeft. Zo zou er een bezoekerscentrum moeten ko men, dat op verschillende ma nleren in kort bestek het gebied met flora en fauna uiteenzet: aquaria met vissen en reptielen zoals die in het Nationuul Lund- schap voorkomen, een doorsne de van de bodemstructuur ter plaatse, tuintjes met zandbo demflora, een dichtgegroeide sloot met specimina van leven de organismen die in deze om geving groeien en gedijen, pluk- velden voor de jeugd, gidsen en een goede staf die excursies kan verzorgen wanneer dat gewenst is, en nog veel meer. Ook kun volgens Ter Keurs in dit gebied met een gericht beheer een goe de reeënstand worden gekweekt. Het was voor Wim ter Keurs al een hele opluchting toen hij hoorde, dat de Leidse gemeenteraad zijn poot stijf had gehouden en een aantal vitale voorwaarden heeft gesteld alvorens me dewerking te zullen verle nen aan de realisering van de Leidse Baan door te be sluiten tot aansluitingen bij De Vink. Maar of het afdoende zal zijn? Op 27 januari weten we meer. Ton Pieters Over deze duiker is de verfoeilijke Leidse (rutsch)Baan geprojec teerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5