SJOUKJE DIJKSTRA schminkt af HOOGTEPUNTEN ZATERDAG 8 JANUARI 1972 Al sinds haar zesde is Sjoukje bezig met kunstrijden. Op deze foto is ze vijftien jaar oud Iedere avond staat Sjoukje ongeveer tien minuten voor het publek. Sjoukje Dijkstra, de Nederlandse vedette van Holiday on Ice nipt een half uurtje voor de zo veelste voorstelling uit haar al zo lange carrière, ont spannen aan een kopje thee. Met een eenvoudig jurkje aan, het gezicht zonder make-up en het blon de haar in een staartje gebonden, valt ze, zonder het te willen, onmiddellijk op in de artiestenkantine, waar een bonte verzameling geschminkte, oogver blindend geklede glitterende vogels een mengelmoes van talen staat te kwetteren. Een wereldje dat op het eerste gezicht bijzonder fas cinerend is. Vooral omdat velen het acteren niet al leen tot de ijsvloer beperken. Echter niet Sjoukje Dijkstra, de ster wier naam met de grootste letters op de affiches prijkt. Heel Nederland gaf ze ijskoude spanningbitters van het kunstrijden door de manier waarop ze drie wereldtitels veroverde, vijfmaal Europees kampioe ne werd en zesmaal haar Nederlandse concurrenten versloeg. Een successenreeks die door geen enkele kunstrijdster is overtroffen, of zelfs maar geëvenaard. Geen wonder dat de ijsshow-directies erop gebrand waren haar naam aan een van hun spektakels te ver binden. Een slag die door de grootste schaats-n.v. ter wereld, „Holiday on Ice" werd gewonnen. Bijna acht jaar lang trekt Sjoukje Dijkstra nu al de hele we reld rond om soms tweemaal per dag vijfduizend mensen te laten genieten van haar sprongen op het ijs. Het ziet er echter naar uit dat Holiday on Ice haar grootste Europese attractie binnenkort moet missen. Sjoukje Dijkstra wil namelijk binnenkort voorgoed afschminken. (Van een onzer verslaggevers) ROTTERDAM Na haar carrière als ijsshowve- dette te hebben afgesloten wil Sjoukje Dijkstra wel train- ster van jonge kunstrijders worden. ,,A1 weet ik nog niet helemaal zeker hoe ik dat ga doen en of ik het wel ga doen", zegt ze voorzichtig. Haar ambities om trainster te worden heeft ze in elk geval wel eens meegedeeld aan Nate Walley, de supertrainer van de zes ijsshows die Holi day on Ice in de hele wereld heeft lopen. De grijze zestiger, die toevallig in Rotterdam eens 'n kijkje kwam nemen en na de show met vele ijssterren nog eens kritisch hun num mer doorneemt, zegt: „Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel waren de eerste en tot dusver de enige kunstrijders van topklasse uit Ne derland. Misschien als zij trainster wordt kunnen er weer nieuwe komen. Want heüs, hier in Nederland is zoals in elk land voldoende talent. Alleen goede trainers en trainsters zijn zeldzaam". „Ik denk wel dat het definitief is, dat ik aan het eind van het nog lopende contract stop. Dat eindigt in augustus/september van dit jaar, al kan er natuurlijk altijd wat tussenkomen", voegt ze er voorzichtig aan toe. „Vergeet niet dat ik al vanaf mijn zesde jaar schaats. Eerst als amateur en nu al bijna acht jaar in de show. Ik schaats nog wel graag, maar toch niet zo enthousiast meer als vroeger. Daar komt natuurlijk ook bij dat ik ouder word. Ik ben nu 29 en dus al 23 jaar met schaatsen bezig". Bijna een kwart eeuw dus, staande op enkele vierkante millimeters staal de sierlijkste bewegingen op het ijs maken. Een lange periode, vooral voor iemand als Sjoukje Dijkstra, de perfectioniste. „Ook in de show probeer ik altijd zo goed mogelijk mijn best te doen. En dat is echt een opgave. De ene dag voel je je helemaal fit en de andere dag loop je bijvoorbeeld met griep. Dan wil ik toch als het niet te erg is, het ijs op. De mensen, die je in je amateurstijd steeds alleen maar een stukje over de beeldbuis zagen schaatsen, krijgen nu immers de kans om het allemaal van dichtbij te zien." SOMS WOEDEND Sjoukje Dijkstra zegt het vriendelijk lachend. Met een zekere reser ve, die het jarenlang interviews geven haar heeft aangeleerd. „Ik ben soms wel eens woedend geweest als ik de dag na een gesprek las wat ze er van gemaakt hadden. Dan las je soms heel andere dingen. En daarom ben ik beslist voorzichtiger geworden bij ge sprekken met journalisten. Al besef ik wel dat het erbij hoort". Het hoort bij de show. Net zoals haar leven van reizen en trekken erbij hoort. Sjoukje: „De mensen verkijken zich toch wel op ons leven. Ze denken niet aan alle dagen, dat je vele kilometers reist. Aan het leven in hotels, aan het trainen voor de shows. Aan het in conditie moeten blijven. Alles bij elkaar genomen een vermoeiend leven". Dan vraagt ze vriendelijk om wat geduld: „Ik moet me gaan schminken en verkleden". ONHERKENBAAR Even later dwarrelt ze over het ijs. Onherkenbaar als de heks in Hans en Grietje. Zelfs als zé haar puntmuts heeft afgezet en de wapperende mantel voor haar gezicht wegslaat heeft het publiek nog niet in de gaten dat hun „eigen" Sjoukje daar schaatst. Als ze al een minuut solo rijdt herkent men haar en na een aarzelend begin klatert dan een donderend applaus van de volle tribunes. Sjoukje Dijkstra is achter de coulissen onder een forse laag schmink, een grijze pruik en aangezette wimpers inderdaad bijna onherkenbaar en lacht als haar dat gezegd wordt. „Het is wel leuk", zegt ze eenvoudig. „Al heb ik het wel eens tijdens een voorstelling gehad, dat precies op het eind die pruik afviel. En het ding was nog nergens te vinden. Dat soort onverwachte gebeurtenissen geeft je nog altijd wel een zekere spanning voordat je opkomt. Geen plan kenkoorts. Het is meer een tinteling van: er kan nog altijd iets fout gaan. En dat gebeurt dan voor het oog van vijfduizend mensen." INSPANNEND Ze heeft weer even tijd om een kopje thee te drinken bij de barkee per die - geschminkt- wat kopjes staat af te wassen. Even later ver schijnt hij als een begeerlijke Don Juan in een schitterend kostuum op de ijsvloer. Pas na de pauze moet Sjoukje weer op. Weer een solo van drie minuten. In totaal dus een werkdag van zes minuten? Die vraag haalt Sjoukje Dijkstra voor het eerst uit haar kalmte. „Nee", zegt ze fel, „dat is niet zo. Inderdaad rijd ik zes minuten solo. Maar bij een nummer sta ik wel tien minuten op het ijs. En vergeet dan bovendien niet wat er in die drie minuten solo moet worden gedaan. Dat is erg inspannend. Bovendien zijn er jaren van training aan voorafgegaan. En bij een optreden hoort uiteraard ook het kleden en schminken, wat ook veel tijd vergt. Bovendien moet je toch de twee en halve uur die een show duurt in het theater aan wezig blijven." HOGE KOSTEN Maar als dan de zeer hoge salarissen als compensatie daarvoor worden aangetipt vervolgt ze met: „Dat lijkt dikwijls ook mooier dan het is. We hebben zeer hoge kosten. Het leven in hotels en het Binnenkort schminkt Sjoukje voorgoed af. eten in restaurants is gewoon erg duur. Bovendien is er daarnaast nog altijd de belasting. Verder krijgen wij natuurlijk geen vakantie doorbetaald. Maar ik wil eigenlijk liever niet over geld praten." Weer de vriendelijke glimlach, gevolgd door weer een snelle gang naar de kleedkamers. Het publiek wacht immers op Sjoukje Dijk stra... Zakelijk leider Hunt zegt: „Als Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel er niet bij waren scheelde dat ons zeker de helft van het publiek, publiek dat razend enthousiast reageert als SJouk Dijkstra, nu wel aangekondigd, haar tweede optreden begint met een Houplesse die een jarenlange routine verraadt. „Toch was het niet eens zo gemakkelijk om over te schakelen von het kunstrijden naar het showrijden", zegt ze even lutcr uls ze in een hip rood kostuumpje op de finale wacht. „Heeft me «wee jaar gekost om over te schakelen. Precies de tijd vun mijn eerste show. Elke show van Holiday on Ice loopt namelijk twee jaar. Daarna was ik helemaal aan het leven gewend. Ook 's avonds werken en zo: Het leven in hotels gaf me weinig moeilijkheden, want ik zat in mijn amateurtijd al veel in Engeland en bij wedstrijden en demon straties ook al in de meeste andere delen van de wereld. Als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat ik het meeste plezier heb gehad in de 2e show. Daarna is het iets minder geworden. Al doe ik dit werk echt niet met tegenzin. Het is tenslotte nog steeds kunstrij- den." En dan wipt ze weer weg om de helpende hand te bieden bij het wegbrengen van de ezeltjes van haar vriend Karl Kossemeyer. Ze lacht onbedaarlijk als ze een nieuwe stunt navertelt, waarbij een man uit het publiek bij een poging om op het ezeltje te gaun zitten in zijn interlockje op de vloer terecht kwam. De verzorger van de wilde ezeltjes vertelt even later, als Sjoukje Dijkstra met een grote zweep de kleedkamers weer is ingegaan: „Sjoukje is een van de weinige mensen uit de ijsshow die met de dieren durft om te gaan. De andere dames zijn allemaal bang voor de dieren. Sjoukje houdt van dieren", zegt hij prijzend. HUWELIJK Over de geruchten die er gaan over een eventueel huwelijk met de uit Zweden afkomstige Karl Kossemeyer (56) houdt ze echter haar mond. „Daar wil Ik liever niets over zeggen," zegt ze gelukkig lachend. Even later stapt ze samen met Karl weg. Weg uit het we reldje waar de schrale, afgeschminkte gezichten van de artiesten opeens alle glamour hebben afgelegd. Op affiches slaat haar naam extra groot vermeld. O Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel: vroeger samen in de titelstrijd, nu beiden in de showbizz. Sjoukje Dijkstra geboren 28 januari 1942 In Akkrum (Friesland) heeft vele jaren op nationaal en op internationaal niveau de toon aangegeven. Toen zij als 22-jarige een contract tekende bij de ijsrevue „Holiday on Ice" haalden de Oostenrijkse Regina Heitzer en de Frangaise Nicole Hassler opgelucht adem. Misschien konden zij nu eens het goud veroveren. De Nederlandse ster sloot haar amateur-carrière klinkend af: een Olympische titel in 1964 in het Oostenrijkse plaatsje Inns bruck. Sjoukje Dijkstra had alles gehaald, wat er maar te halen viel. Vanaf 1959 had zij zes maal op een rij het Neder lands kampioenschap veroverd. In 1960 pakte zij de Europese gouden plak, die zij nog vier maal op het ijs behaalde. Behal ve die vijf Europese kampioenschappen, toonde Sjoukje zich driemaal de beste van de wereld, in 1962, 1963 en 1964. Te recht mag men hier spreken van een tweede Sonja Henie, de Noorse, die vanaf 1927 tot en met 1936 de onbetwiste regentes was over de gracieuze figuren op de ijsvlakte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 17