Hedendaagse
zeden
en gewoonten
WIJ, HEREN
VAN ZICHEM (4)
WOENSDAG 5 JANUARI 1972
Op de dag van de uitvaart rit al het schorre
morrie uit de omtrek vooraan in de kerk! Zo
maar in hun verweerde vieze plunje! De
plechtigheid wordt dan ook duchtig verder ge
vierd in de kroegen.
In het café van Jef de Smid staat de metselaar
Dries van den Heul, vader van zeven kinde
ren asjeblieft, te dansen in zijn onderbroek.
Een uur geleden was Dries al zo zat, dat hij
even in slaap is gevallen tegen de muur van
het klooster en daar hebben de straatjongens
hem zijn broek uitgetrokken. Pastoor Munte
heeft die broek op de knapen heroverd en
komt er nu het café mee binnen.
Zwaar steunend op zijn eeuwige paraplu, komt
de kleine pastoor zo dreigend mogelijk op die
reus van een Dries van den Heul af. Of die
soms geen broek kan gebruiken? Die hier bij
voorbeeld.
De loebas trekt van pure alternatie zijn hemd
wat lager over zijn lange onderbroek.
„Merci, meneer pastoor", stottert hij.
En meteen geeft pastoor Munte hem een mep
om zijn oren die hem helemaal ontnuchtert.
„En zeggen dat ge een pastoor niet moogt te
rugslaan", meesmuilt Jef de Smid. „En gij
allemaal, naar huis!" beveelt Munte. Hij is
groots in zijn heilige verontwaardiging. „U zo
te bezatten op de dag van die schone begrafe
nis van Wannes Raps". De tranen komen hem
in de ogen.
„Wannes zou hetzelfde gedaan hebben op onze
begrafenis zelle, meneer pastoor", zegt de
smid op een zuurzoete toon.
De volgende morgen ziet de Witte de wilde bos-
duivel, Gust van-Sus-van Truyen, lopen trek
ken en zeulen aan de zware kar van zijn
vader, de zandleurder Sus van Truyen.
Gust is al veertien jaar en hij heeft nog van
zijn leven geen voet in de kerk of in de school
gezet, ondanks alle vermaningen van de veld
wachter. Gust is dus een echte heiden zoals
de oude Belgen, meent de Witte en hij voelt
de apostel in zich ontwaken. Met de listige be
lofte dat de pastoor Gust een nieuw kostuum
zal schenken als hij zijn communie doet, lokt
onze jonge missionaris de ruige Gust mee
LEIDSE COURANT
naar de catechismus. Onze wittekop loodst
hem eerst door de kerk. Gust is daar nog
nooit in geweest. Lewie brengt de heiden eerst
bij het beeld van Sint-Eustachius. „Hier zie,
onze patroon, soldaat en martelaar. Da was
een straffe. Ze moesten hem met vijf man
tegenhouden, toen ze zijn drie schone kinder
tjes vóór zijn ogen aan het braden waren.
Voor het geloof. Hoor nu eens hoe dat klinkt
in de kerk als ge roept". Lewie brult zo hard
1at hij er zelf van schrikt. De kinderen, die al
op hun bankjes in de zijkapel zaten, staan in
een oogwenk om de wittekop te grinniken.
Eer deze bekomt van zijn eigen verbazing,
krijgt hij een geweldige mep om zijn oren,
kijkt om en ziet tot zijn bittere ontgoocheling,
dat juist de door hem zo vurig bewonderde
catechismusjuffrouw, Emma Beuckelaers,
hem die vernederende afstraffing heeft toege
diend. Juffrouw Clementine, die andere dorps
kwezel die bij Emma in dienst is, helpt hard
handig de orde herstellen onder de bengels.
Juffrouw Beuckelaers hoort gewoonlijk de cate-
chismusies af, in afwachting van de komst
van meneer pastoor zelf. De kinderen verlan
gen naar die komst. Meneer pastoor is nogal
wat amusanter dan die droge juffrouw.
O! Daar horen ze de sloffende stap van pastoor
Munte en het tikken van zijn paraplu. Ze
glunderen. Hij verschijnt en glundert hen tegen.
„Dag deugnieten".
„Dag, meneer pastoor!" Het galmt in koor door
de kerk. Hoe houdt hij van die rakkers van
zijn Zichem!
Maar hij merkt al dadelijk de nieuwe op en
herkent in hem de schelm die gisteren de
metselaar van zijn broek beroofd heeft. Zijn
goed humeur verdwijnt.
„Gij daar, eierdief uit de bossen, gij komt hier
voor het eerst hé? Wat kent gij zo al? Zeg
eens de tien geboden op". Stom staart Gust
de pastoor aan.
„Kent ge die niet?"
„Hoe zou ik dat kennen, nondedju! Ik heb nooit
van me leven 't geluk gehad naar school te
gaan, zelle, ik! Van kleinsaf hard moeten
werken!
„Kom eens hier", hijgt de pastoor.
Gust gaat vóór de pastoor staan. Zal hij nu zijn
nieuw pak krijgen? Nee. In plaats daarvan
komen een paar bliksemsnelle slagen van
Muntes paraplu op zijn verwilderde kop te
recht. Even vlug kletteren de klompen van
Gust de galmende kerk uit.
Munte zelf is de zoon van een doodarme turf
steker en hij heeft een voorliefde voor de ver
worpenen en de stakkers, maar ze moeten
maat houden en niet in zijn kerk komen vloe
ken.
De zwaarste taak van de dag staat de pastoor
nog te wachten: naar de Donkelhoeve gaan
om voor de zwaarbeproefde Nolle Janus uit
stel van betaling van zijn pacht te verkrijgen.
Muntes „kramakkelige" benen zoals hij dat
noemt, laten hem al lang niet meer toe zo ver
te stappen. Op zijn verre tochten wordt hij ge
voerd door de mulder, op diens hondekar.
„Niet te rap rijden", waarschuwt Rozelien dan
altijd de mulder. „Niet te rap!" Een halfuur
later zit de pastoor bij Peter Coene.
Probeer bij die stoere, onvermurwbare man
maar eens liefdadigheid af te smeken!
„Liefdadigheid kweekt luiaards", snauwt hij.
„Die lammelingen moeten leren vooruitzien,
anders blijven ze eeuwig achterlijk".
„Zijn ze er minder gelukkig om?", antwoordt
de pastoor. „Hebt gij, welvarende, rijke man,
al één moment rustig geluk gekend? Sedert gij
maar één doel in uw leven hebt: het Wazing-
huis er onder te krijgen, en al het goed in te
palmen".
Gust - van - Sus - van Truyen hoopt nieuwe
kleren te krijgen als hij op de catechismusles
komt.
De pastoor komt dreigend op die reus van
een Dries van den Heul af. Of die soms geen
broek kan gebruiken?
Residentiemiisici
spelen in kooi
DEN HAAG Het Residentie-Or
kest geeft zaterdag 8 januari in
het Congresgebouw in Den
Haag een uitvoering van „Eight
songs for a mad king" van de
Britse componist Peter Maxwell
Davies. Solist in dit werk, dat
beschouwd kan worden -als een
eenmans-opera", is de Ameri
kaanse bariton William Pear
son. De Eight songs vormen het
besluit van het 6e Keuze-con
cert, dat onder leiding staat van
Hiroyuki Iwaki.
De Eight songs krijgen een min
of meer scenische opvoering;
William Pearson draagt een ko
ninklijk gewaad: een paar in
strumentalisten zitten in vogel
kooien op het podium, als ver
beeldingen van de vogels waar
mee de krankzinnige koning
zich amuseerde.
Peter Maxwell Davies is tot dit
merkwaardig muziekstuk geïn
spireerd door de Engelse koning
George III (1738-18201. die de
laatste jaren van zijn leven
krankzinnig was en als een
soort gevangene in zijn kasteel
te Windsor woonde. De compo
nist schreef een vrij realistische
rol voor de solo-zanger, die de
Mad King uitbeeldt.
William Pearson, die zich de laat
ste jaren meer en meer toelegt
op hedendaagse scenische wer
ken, is een van de weinige zan
gers van het ogenblik die deze
zeer zware partij kunnen vertol
ken. Pearson is geen onbekende
in ons land: enkele jaren gele
den zong hij met het Residen
tie-Orkest de titelrol In Porgy
and Bess; voorts vertolkte hij
elders in ons land verscheidene
partijen in de Matthttus Pas
sion.
Het Rijksmuseum te Amsterdam
heeft in het afgelopen jaar bijna
1.3 miljoen bezoekers getrokken.
Het recordjaar is nog steeds
1969 met 1.4 miljoen waarvan
•150.000 bezoekers voor de Rem-
brandt-tentoonstelling kwamen.
om welk beeld de kwestie oproept. Daarom zou NIPO veel beter
met een stapel foto's op stap kunnen gaan en dan aan minstens
9660 mensen vragen wat zij van deze kapsels vinden. Wedden dat
100% de nieuwslezer en interviewer de heer Jan Gerritsen, bekend
als de meest correct uitziende man van de buis. een keurige heer
noemen? Mèt fraai gekapt maar tamelijk lang haar? En dat nie
mand het zou wagen Pater van Kilsdonk met de professorale witte
lokken „niet netjes" te noemen?
Suske en
Wiske
Vrouiven op straat
„Er zijn dingen waarvan sommige mensen vinden dat het in het alge-
meen niet netjes is, andere mensen vinden het weer niet zo erg.
„Wat vindt u zelf?" Met deze vraag heeft NIPO (het Nederlands
Instituut voor de Publieke Opinie en het Marktonderzoek) een lan
delijke steekproef genomen en 966 personen vanaf achttien jaar tien
vragen gesteld aangaande hedendaagse zeden en gewoonten. Aange
zien het NIPO de uitslag bekend heeft gemaakt, moeten wij aanne
men dat dit instituut die uitkomst representatief noemt. Dat valt
ons nou bijzonder tegen. We hebben in ons land een groot aantal
politieke partijen en daarbinnen een x aantal meningen; vele dui
zenden vrouwen-, personeels-, toneel- en gymnastiekverenigingen,
hengelsport- en andere clubs en waar je komt is het: zoveel
hoofden, zoveel zinnen, zodat 966 stemmen moeilijk een gemiddelde
kunnen geven van wat we met ons 13 miljoenen oirbaar vinden of
niet. Het NIPO valt ons ook al wat de formulering van de vragen
betreft niet mee. Het lijkt wel of ze in dat instituut nooit van diffe
rentiatie hebben gehoord.
Hier volgt het lijstje met de tien punten waarover men zijn of haar
oordeel moest geven. Interessant lijkt hierbij dat dezelfde vragen
5 jaar geleden zijn gesteld aan 966 andere steekproefpersonen. (Maar
wie meent dat het ene onderzoek niet representatief is, vindt de
vergelijking dan ook geen centje waard.)
die opgemaakt zijn met lippenstift, ogenzwart
vrouwen die op straat een lange broek dragen
mannen die in het openbaar ongeschoren zijn
mannen die in een volle trein, bus, tram, e.d. hun plaats
niet aanbieden aan een vrouw
mannen die zonder stropdas in de kerk, bioscoop, restau
rant, café e.d. zitten
mannen die in of om hun huis in hun onderhemd rondlo-
Niet netjes
1971
1966
80%
91%
66%
64&
14%
21%
9%
45%
78%
86%
71%
71%
47%
67%
47%
47%
45%
81%
Wij vinden
Mannen die lang haar dragen.
Hoe lang, NIPO-onderzoekers?
Een meisje met lang- haar heeft het minstens tot over de schouders
hangen. Een met kort haar, hoogstens tot over het oorlelletje. Maar
de haren van een man? Het best kunnen wij de haren van onze
TV-presentatoren (interviewers enz.) bekijken. Met de centimeter
meten als we willen. Meneer Frits Tors draagt het nog altijd kort.
Meneer Ad Langebent is al een poosje niet bij de kapper geweest
met het verzoek: knippen. Meneer Joop van Tijn draagt het vrij
lang. Maar deze spitse heer heeft springend krulhaar en dat lijkt
zowel in de lengte als breedte te groeien, het volume zet uit. Met
dezelfde lengte zien de haren van Berend Boudewijn er toch korter
uit, terwijl de gladharige Rijk de Gooyer er nog maar een begin
nertje mee lijkt. Dit wat het aantal centimeters aangaat en over
schijn die bedriegt. De persoonlijke ervaringen van de ondervraag
den spelen een grote rol bij het oordeel. Vraag aan de moeder van
een Vondelparkjongen hoe zij lange haren vindt en zij roept: ver
schrikkelijk. Vraag aan de vrouw van een moderne dominee of ze
lang haar netjes vindt en zij antwoordt: Welja. Het gaat er maar
Kom weer eens op de proppen met foto's van vrouwen die roken op
straat. Eerst een stapeltje van mooie, net niet provocerende wezen
tjes die wél hoogst behoorlijk met een sigaret over een zomerse
markt lopen dat is toch charmant en best netjes! Nu een serie
van Sylvia de Leur, zó de straat opgelopen uit Wat zien ik met een
sigaret tussen de lippen en wat horen ik? „Bah wat een drel-
Moet dat netjes heten?"
Wie zojuist een relatie met longkanker heeft begraven, vindt ze geen
van beiden netjes. Milieuhygiëne, luchtverontreinigingVragen 2
en 3 gaan over de „beauty". Over het kammen van haar zijn bi
bliotheken vol geschreven. Wij citeren daar alleen maar uit: „Hoe
kamt zij? Wat voor haar kamt zij? Beoefent zij dit kammen aan een
diner in een openbaar restaurant of op de openbare heide? Wat lip
penstift en ogenzwart aangaat: zwart is uit de mode, die vraag is
niet relevant. De netheid van de lippenstift heeft alles te maken
met de gebruikte kleur dus had aan de ondervraagden een kleuren
kaart of een serie van 50 stiften getoond moeten worden.
Vraag 4: Vrouwen die een rok boven de knie dragen. Lieve hemel! er
zitten alleen maar mensen zonder énig begrip voor schoonheid in
het NIPO, anders kon zo'n stupide vraag niet uit de bus komen. Bo
ven de knie: Hoeveel centimeter?? Vooral, welke vrouwen, mijne
heren?Zelfs met een rok op of over de knie is menig uit de kluiten
gewassen vrouwspersoon pijnlijk voor het oog, terwijl haar buur
meisje met ranke hertepootjes en gracieuze houding nog engelach
tig is met een rok van 10 bóven. Het gaat niet in de eerste plaats
om de lengte (ofschoon 30 cm. boven wel kort is...) maar om de
wijze waarop die rok gedragen wordt. Laat foto's zien of geef een
modeshow voor de 966 genodigden. Ze komen graag en zullen veel
wijzer oordelen dan op papieren vragen: het juiste oordeel van onze
natie staat namelijk al lang vast in dit opzicht: fifty-fifty, het kan
vriezen en het kan dooien, de helft heeft mooie benen en de helft
niet. Voor de vrouw in de lange broek geldt hetzelfde. Sedert het
gigantisch warenhuis broekpakken voor maat 46 en 48 op de markt
smijt, loopt de dikke dame van de kermis er ook in rond. Dat is
netter dan in een mini-rok maar niet zo netjes als in een nette jurk.
(De hele buurt en de hele straat is het er over eens, behalve zijzelf,
dus dit onderzoek is waterdicht).
Mannen in het openbaar
Vindt u mannen die in het openbaar ongeschoren zijn netjes? In het
algemeen gesproken kan niemand dat bevestigen. Toch heeft 22%
van de ondervraagden er geen bezwaar tegen. Wij zouden dat open
baar graag nader omschreven willen zien. De astronauten na hun
Apolloreis uit de cabine in de openbaarheid stappend zijn keurig
met hun ongeschoren gezichten. Maar de president die ze begroet
moet wel kort tevoren zijn scheerkoppen gebruikt hebben.
Over de mannen in de trein weten wij precies aan wie de vraag is
gesteld: aan 29 mannen tegen 71 vrouwen. Van die mannen vonden
28 het heel netjes te blijven zitten. Dat doen zij dan ook steevast.
Eén man met voorhistorische manieren vond dat een heer hoort op
te staan voor een vrouw. Van de vrouwen vonden er 70 dat het al
leen maar behoorlijk is voor haar op te staan. Slechts één jonge,
krachtige, flinke Dolle Mina meende dat alle, maar dan ook èlle
rechten en plichten gedeeld moesten worden. Wat die stropdas aan
gaat: de Stiefbenen zien er zonder stropdas niet correct uit en zo
gaan ze dan ook niet naar de bioscoop. Maar kijk eens naar de
beeldige coltruitjes, naar Mao-pakken van zijden shantoeng, naar
fluwelen safari-pakken en zie die filmhelden op een duur (open
baar) terras. Keurig hoor. Met de voorlaatste vraag over het
derhemd hebben wij het benauwd. De man in kwestie ook, daarom
trok hij het overhemd al uit. Bij die vraag had behalve in er
nog moeten staan: in huis met open gordijnen en ramen lummelend
in de woonkamer. Om huis had aangevuld moeten zijn met: re
laxend in een tuinstoel voor de voordeur. Want als hij de schuur uit
ruimt, de hond baadt of trimt in zijn achtertuintje is hij een nette
man in zijn onderhemd.
Nu heeft dit alles, om met het hemd te spreken niet veel om het lijf.
Wat kan het ons schelen hoe anderen erover denken als wij zelf
maar weten wat we denken, Maar er staat onder dit NIPO-rapport
iets vreemds: (NIPO H640/39 FB/nk) TOPIC: Dutch manners) en
die laatste woorden betekenen „onderwerp: Nederlandse levensge
woonten". Gaan deze cijfers soms de grenzen over, de wereld in?
Dèn is het begrijpelijk waarom er buiten ons land nog zulke vreemde
ideeën over ons bestaan, zoals van Hansje met de duim in het
van de dijk, en alle mensen op klompen. Vooral die klompen die
maken de voet zo ongevoelig voor fijne nuanceverschillen op het
pad.
A. Mac Gillavry
De
Steen
snoepers
Lucky
Luke
De
Postkoets
Tom en
Marie Ann
Broom-
Hilda