linnenstad van
Leiden verrijkt
§net oude kapel
Politieke vogelaar spant
zich in voor „blij facties"
Sportvisser richten
schade aan op tuinen
|j Boomkweker in beroep bij Kroon
£MB%DERDAG 30 DECEMBER 1971
LEIDSE COURANT
PAGINA 3
nense
Er worden de laatste
in oude binnensteden zo-
kerken gesloten door
teruglopend bevolkingsaan-
maar zeker ook door de toe-
lende onkerkelijkheid dat
i opkijken.
Dat doen we ongetwijfeld wèl
als er in een binnenstad een
kerk bij komt. Nu, dat is in Lei
den het geval.
sen de Haarlemmerstraat en de
Oude Vest, aan de Caecilia-
straat een historische kapel, be
horend aan het St. Elisabeth-
Gasthuishof, prachtig gerestau
reerd uit het verval van vele
tientallen jaren te voorschijn
gekomen.
Het was eigenlijk geen kapel
meer. Het waren nog slechts
restanten van wat eens een ka
pel was geweest. Men kan dan
ook beter spreken van herbouw
van restauratie.
De Caeciliastraat, recht het ver
krotte stadsdeel De Camp
doorsnijdend, maakt een nogal
vervallen indruk. Ze is nauw en
biedt weinig uitzicht. Temidden
van de opslagplaatsen van oud
ijzer is de plotselinge confronta
tie met de schone St. Elisa-
bethskapel des te verrassender.
Een gotisch kleinood dat het
beste doet verwachten voor de
totale sanering van dit oude
stadsgebied.
Tussen de jaren 1350 en 1355
kreeg het stadsbestuur daar
bij gebruik makend van de wel
willendheid van Hertogin Mar-
garetha de mogelijkheid de
stad naar het noorden te ver
groten. Dit was het gebied dat
was gelegen aan beide zijden
van de Mare en dat zich uit
strekte van de toenmalige Lop-
sen-poort later bekend als de
Blauwe poort tot de toenmali
ge Zijlpoort bij de Haven. Deze
beide stadspoorten sloten de
noordelijke Rijndijk, de hoofd
straat van de nieuwe stadsuit
leg, aan de west- en oostzijde
af. Het gebied rechts van de
Mare werd bij de St.-Pancras-
parochie gevoegd en voor het
westelijk van de Mare gelegen
gedeelte werd een nieuwe
parochiekerk aan de Haar
lemmerstraat gebouwd, toe-
gèwijd aan O, L. Vrouw,
boekje 1970 van Oud-Leiden.
In dit nieuwe stadsgebied dat aan
vankelijk een eenvoudige bebou-
wing had. begonnen zich in de
15e eeuw kloosters en gasthui
zen te vestigen. Het waren alle
vrouwenkloosters en ook het
Elisabethgasthuis was voor
vrouwen opgericht. Nu er in de
.onser Vrouwe Parochie in de
Camp" zoveel
gehuisvest, behoeft de naam
..Vrouwencamp" voor dit ge
bied. zoals deze in de volks
mond heet. niet te verwonderen.
Het nieuwe gebied werd zoals
gebruikelijk door een gracht
omgeven Er werd binnen de
vestgracht een stadsmuur ge
bouwd met daarachter een ver
hoogde vestwal. Van de Mare
uit liepen door dit gebied ach
tergrachten. Tussen deze ach
tergrachten en de vestsloot ves
tigden zich deze kloosters en het
gasthuis.
De oudste betrouwbare opmeting
dateert uit het jaar 1604. Johan
Pietersz. Dou, gezworen land
meter van de stad, bracht dit
complex in kaart, die een beeld
geeft van de ligging van de ge
bouwen. De stichtingen waren
in andere handen overgegaan
en er moest over de bestem
ming worden beslist. Het gast
huis en het aangrenzende St.
Ursula-klooster werden verenigd
en samen tot ziekenhuis be
stemd.
De huizen aan de Oude Vest zijn
na 1611 op de oude vestwal ge
bouwd en behoorden dus niet tot
het gasthuis. Er werd tussen de
huizen een doorgang vrij gehou
den. waardoor het gasthuis van
af de nieuw aangelegde straat
bereikbaar was. Hier werd in
1612 een monumentaal poortje
gebouwd, dat het wapen met de
drie kronen van Elisabeth van
Thüringen draagt. De oorspron
kelijke ingang lag aan de Bin
nenweg. de huidige Caecilia
straat. destijds ook wel „De
Camp" geheten.
Er was nog een tweede ingang
aan de oostzijde van de kapel
De Lijsterbethsteeg bestond toen
nog niet. Er liep een poortvor-
mige doorgang van de Caecilia
straat naar een plaatsje ten
noorden van de kapel.
Er is aanzienlijk veel van dit
gasthuis overgebleven. Zoals de
kapel met do grote ziekenzaal
aan de Caeciliastraat We heb
ben hier te doen met het type
ziekenhuis zoals in de middel
eeuwen werd gebouwd nl.
een ziekenzaal die aan een zijde
in een kapel overging. De zie-
noemde jaurboekje:
i een vergadering van de rijks
commissie voor zieken- en ver*
pleegtehuizen werd op 6 decem
ber 1963 gesteld, dat op een ver
zorgingsgebied van 125 000 zie
len. zoals de Leidse gemeen-
m hap. een behoefte bestaat aan
250 verplecgtehuishedden. Ter
nauwernood kon Leiden met
naar schatting een 60 in parti
culiere pensions verblin >-nde
verpleegden daaraan voldoen.
Het werd duidelijk, dat de zorg
in die kleine inrichtingen met
gasthuizen van Leiden als zie
kenhuis gesticht. De andere wa
ren in opzet alleen voor het her
bergen van ..gasten", die niet
of weinig konden betalen Men
wilde door de instelling van het
gasthuis voorkomen, dat vreem
de en ongure elementen, „lunt
lopers en spechuelers" en zij
die veel gewelt en ansedichelt
bedrijven", zonder controle in
de stad rondzwierven bedel
den Deze „passanten" werden
bijeengebracht in de zogenaüm
de baaierd, ook wel eens
baaierd. ook wel eens
Van de kapel zijn bij sloping
van het aangebouwde huls de
oorspronkelijke gotische ramen
met traceringen vrijgekomen,
evenals de tnndlijsten. z.g. mui-
zentanden. onder het dak. Dit
waren waardevolle gegevens
VOOr dt re t,iur.ilie.
Aan de Caeciliastraat Is een
fraaie uitgebouwde toegang ge
komen. een oud poortje dat
wordt gesierd door een timpaan,
een driehoekig bovenstuk dot
beneden door een horizontaa1
op zuilen rustend balkwerk
wordt afgesloten.
Dr. M. A. van Dongen in het ge-
van toereikende revalidatie is
er geen sprake ondanks de
grote krachtsinspanning van de
helpers en helpsters geen oplos
sing was. Een poging om met
hulp van de overheid een oplos-
vng te vinden resulteerde op 22
december I960 in de oprichting
van een stichting tot behartigen
van de belangen van mindervu-
lide en verzorging behoevende
bejaarden. De restauratie van
het middeleeuwse ziekenhuis
„Het Sinte Ellsabetten Gast
huus" in de „Vrouwen Camp"
zou tot dit doel worden gereali
seerd.
beyaard" geheten. Dit was een
in het gasthuis gelegen vertrek
met open vuur verwarmd, waar
tevens de bedden stonden Er
golden strenge regels voor bet
verblijf in een dergelijke
baaierd.
De ziekenverzorging nam In 1394
zodanig toe. dut het Gasthuis
aan «1e Breestrnat werd uitge
breid met een naast de baaierd
gelegen ziekenzaal. Het is dui
delijk. dat d<- stad tot concen
tratie van zieken en vooral van
arme zieken wilde overgaan,
omdat de voordien bestaande
verpleging aan huls te kostbaar
bare hulp vergde. Een dergelij
ke concentratie vond men <»k
in het Sinte Ellsabetten Gast-
huyt
Nu zullen het verpleeghuis het
St. Elisabeth Gasthuishof 73
bedd*n ter beschikking staan.
Zes duarvan zijn zodanig opge
steld in tweepersoonskamers,
dat de valide huwelijkspartner
mi,.- i'pjm-mimim-ii I. ui worden.
Deze /es kamers zijn in feite
dus be|aardenwoning>-n voor ge
huwden, waarvan er een verzor
ging of verpleging behoeft.
Gmtrr ruimte heeft men kunnen
vinden door het belendende
,Hof van Zessen", dat van later
datum Is, m de bebouwing U
betrekken. Bovendien werd ge
bruik gemaakt van dr reeds ge-
loopir dwarsbebotiwlng waar
ter plaatse een moderne tussen-
vleugel werd opgetrokken, die
Uit twee woonlagen bestaat.
Hier bevindt zich de revalidatie-
ruimte. waarin de modernsts
apparatuur staat opgesteld ten
dienste van de verpleegden.
De verpleging In hel Elisabeth-
Gasthuishof beschikt SM jaai
later over een veel grotere staf.
Zl| bestaat voor 46 pet. uil gedU
pbimc.-rde verpleegster* en M
p«t. leerlingen. Gestreeld wordt
naar een verhouding van 1 ver
plegende op 1.8 bed. De leerlin
gen volgen voorlopig hun cur
sussen ton dele ergens anders,
omdat daartoe de ruimte voor»
alsnog niet voldoende Is. liet In
wonende verplegend personeel
is ondergebracht In de fraalo
laat middeleeuws r huisjet mui
de noord- en oostzl|de van het
Gust hulshof sodanig dat elk
daarin eon eigen huisje bezit.
cent Haag-Hazcrswoude-Lelden
t Kroon zal binnenkort beslis-
of de Kamer voor de Bin-
„„d^'sscrij de pach«vergunning
iij '«h mogen verlengen van de
k*®rswoudse caféhouder R.
VTl 18 blï wie duizenden
si »rtvi«ers jaarlijks een bootje
rn om te kunnen vissen in
binnensloten en de hoofd-
rr<u a 'rl *"i de Riethoornse Pol-
Hazerswoudse boomweker
v* d namelijk tegen
verlenging in beroep gegaan,
t beroep diende deze week
w de Raad vin State, waar
t*idse rechtskundig adviseur
Th. v. d. Heijden betoogde dat
klanten van caféhouder Van
Vliet vaak op de kanten van
kwekerijen lopen. Dat veroor
zaakt verzakking en brengt de
waterhuishouding in gevaar. Op
de percelen teeltgrond worden
bovendien vaak nieuwe soorten
siergewassen geteeld. Indien zu
beschadigd worden dan heeft dit
gevolgen, waarvan de leek geen
begrip heeft. Het is niet moge
lijk in het uitgestrekte ge-
biet doorlopend toezicht op de
kw. k'-rtjen te houden Met name
is het vrijwel onmogelijk op te
treden tegen weekend-vissers, die
over de dammen en op de kan
ten van de kwekerijen de schei-
sloten bevissen. Schade, die zij
hierbij op de kanten aanrichten
valt niet te verhalen. De Kamer
voor de Binnenvisserij vindt een
waarschuwingsbord van de
pachter Van Vliet geplaatst bij
diens café voldoende Volgens
de Kamer lopen de visse/s ook
niet op de konten, maar blijven
zi) in de bootjes. De heer v d.
Heijden vertrouwt er op. dat de
Kroon voldoende gronden aan
wezig acht om aan het zi in in
ziens rechtvaardige verlangen
van de Hazerswoudse kweker te
voldoen. De kwekers in de Riet
hoornse Polder verzetten zich
niet tegen het bevissen van de
hoofdvaart.
VOORHOUT Joop Warmcnho-
ven is een bezorgd man. Hij
deelt volop in de algemene mi
lieu-malaise. Liever ge/cgd, hij
trekt het zich erg aan. Niet zo
gek, want Joop is een erkend
natuurvorser. Bij tijd en wijle
trekt hij door het Voorhout om
sluitende landschap. Zijn bevin
dingen deelt hij aan de burgers
van Voorhout mee middels liet
periodiekje Voorhout, deze
week. Een krantje, gedragen
door een aantal plaatselijke
middenstanders en volgeschre
ven door Joop. Zijn journalis
tieke arbeid maakt hem tot een
Bekend Persoon in Voorhout.
Op de bres voor het behoud van
de boterbloemen, de madeliefjes
„Ik ben wat dit betreft nogal
somber, zegt hij. „Ik heb door
mijn hobby nog wel eens con
tact met mensen die zich inten
sief bezighouden met het milieu,
hoogleraren onder andere, en
die waren er Jaren geleden al
van overtuigd dat het niet meer
te redden is. Tenminste, als de
heersende mentaliteit niet ver
andert. En daar. (hij buigt zich
behoedzaam naar voren) zijn
wij in Voorhout mee bezig".
Om zijn ideeèn te opperen heeft
Joop Warmenhoven een uitste
kend kanaal: de gemeenteraad.
Sinds jaar en dag, dat is ach'-
tien Jaar, vertegenwoordigt hij
het volk. Eerst dertien jaar
voor de KVP. Daarna begon hij
voor zichzelf, na wat onbedui
dende troebelen, met de groepe
ring Gemeentebelangen Met
zijn twee partijgenoten in de
raad heeft hij zich al een zekeie
faam verworven door het onop
houdelijke blijf-acties". De
Bontekoe, het vijvertje voor de
kerk. de door het verkeer e.d.
op de wip gezette bomen, re
moesten of moeten allemaal
blijven van de Gemeentebelan
gen-mannen Warmenhoven
daarover: „Ik weet het, het
klinkt wel eens een beetle zie
lig. Debatten over zo'n vijver
tje. hè Maar het is zo belangrijk
om dat soort dingen te bewaren
Ze zijn bepalend voor de sfeer
in Voorhout. Want die h'-bben
we hier nog In het verleden
ziin ze daar roekeloos mee om
gesprongen. Zie je die tegeltjes
daar fhij wijs* in de s houw),
huis hier in Voorhout dat de
maar heeft laten afbreken".
Hel is niet de enige proeve van
zelfwerkzaamheid van Warmen
hoven. Joop kijkt vergenoegd
rond. „Alle meubels heb ik zelf
Voorhout „Het ritselt hier van de ratten. Dit is een complete baclllenhaard." De plaats waar over wordt gesproken Is de sloot achter de
's-Gravendamseweg In Voorhout. Aan het woord Is de heer Weekers, een van de bewoners van dexe buurt, die met hun neus op de stink
sloot zitten. Stank, ongedierte, alles heeft de buurt al ondervonden maar de gemeente neemt geen actie om deze sloot waarop alles wordt
geloost en waar de stroming tot een minimum Is beperkt, van een goede afvoer te voorzien." Dat Is een taak van het polderbestuur" zegt de
gemeente en daarmee moeten ze het in Voorhout voorlopig doen.
gemankt. Van op strand aange
spoeld hout. Dat schilderij daar.
gemaakt op jute. Hij veert op
en draait het schilderij om
..kijk maar".
De sfeer dus. Heeft jarenlang als
een magneet gewerkt op regi
menten met-Voorhouters die hei
dorp zijn gaan bevolken. Zij
hebben hun stempel gedrukt.
Een voorbeeld- van de dertien
raadsleden zijn er maar twee
autochtone Voorhouten». De
kwaliteit van de volksvertegen
woordiging is er op vooruit ge
gaan. Tenminste, dat vindt
Joop. „Dit Is een fijne raad.
met oog voor het welzijn. Het is
niet meer zo als vroeger „alleen
waar een bloembol groeit Is
goede grond".
Toch moeten er volgens Warmen
hoven niet zo veel autochtonen
meer komen. Voorhout moet
eerst eens voor de Voorhouters
gaan zorgen. Hij doelt op de
woningbouw. „Kijk eens. dertig
procent vnn onze bevolking
zoekt een huis en we zitten mei
het gegeven dat Voorhout niet
veel meer mag groeien. Laten
we dus alsjeblieft eerst gaan
bouwen voor onze eigen m en-
Vraag) e hebben wij hier nier te
maken mi*« een zeker egoïsme
Moet er niet een beetje meer in
het voordeel van het algemeen
belang worden gedacht?
Aardige visie van Joop Warmen
hoven „Ik ga hier vanuit Ik
ben door de Voorhouters geko-
JOOP WARMENHOVEN
er moet een comité milieu
beheer komen
zen, dus vertegenwoordig Ik hun
belangen Ik kan me voortellen
In dit verhand anders redene-
er de tegenstelling
Voorhouters en nlet-Voorh» u
ter* „Wat Ik zo net zei over die
woningbouw, daar steekt verder
mets achter De mensen kunnen
uitstekend met elkaar opschie
ten". Voorhouters zijn koppige
mensen, maar wel gezellig M»
voor uit de hiatone (ook een
hobby). „Zelf* ten Ujde van de
hervoiming, toch een roerige
periode nietwaar, ging het hier
vreedzaam aan toe. Niet dat ze
niet min hervorming deden. D«t
wel. Maar ze hadden een aardi
ge oplossing. Midden In de kerk
bouwde men een muur van turf.
Aan de ene knnl zaten op zon
dag de katholieken, aan de an
dere de hervormden. Aardig
hè?"
Terug nunr de nutuur 1 n de be
zorgdheid von loop Het wordt
allemaal een beetle soberder.
Ook in Voorhout. Een vsn dr vo
gelrljksie polders van Zuid-Hol
land. b« de spoorbuiiii. ver
armt. „Vroegrr zaten dour 126
kievitpu»rt|'-H Nu nog muor 58
(sombere blik). Kemphanen en
oeverlopers zijn er helemaal
met meer (triest i Maar grut
to's en tureluurs zt|n er nog ge
noeg (blijer). Gelukkig b« gmt
men een bee'je te beseffen dat
de helpende h.md moet worden
toegestoken. Kievitseieren wor
de- niet zo maar geraapt, som
mige boeren houden met het
m.i den rekening met de nes-
Om die mentallteitsvei m lering
gant het De roekelnosbe"' mr-t
eruit Want daar kan ik sterke
staaltjes v n verrellen. Je hebt
hier verschillende opslagplaat
sen van landbouwvergif. Dat
spul stoet nogal argeloos opge
tast. Van de zomer is een vat
met vergif in het water gerold.
Om niet al bel water ia de pol
der en daarbuiten te vergiftigen
heeft men de bewuste sloot af
gedamd en leeggepompt in het
boezemwater vnn Rijnland. DAt
water Is maanden nog tó vergif*
ttgd geweest dat men or geen
kassm mee kon bespuiten Over
de vissen hoeven we dan niet
meer te praten".
Joop loopt met oen plan rond om
drrgeliikc dingen ie voorkomen.
Hij wil komen tot de op<htlng
van een comité voor milieuver
ontreiniging „Dat zou preven
tief werkend iets moeten wor
den. bijvoorbeeld met de wet
houder van openbare werken
r-rtn. Er zouden dan ook hinden
de adviezen gegeven kunnen
worden. Ik denk dan aan hel
niet meer bespuiten van trot
toirs. het strooien van zand in
plaats van /out als het glad is
n nuiuurli|k een sluitende con
trole".
„Ja. ja, zegt Joop Warmenhoven
/over Is bet gekomen. En dal
te bedenken dat Voorhout afgo
leid Is V.n In, in holle (vors
ran ht' hout). In oude kronle
ken staal dat je hier vandaal
over de krtdnen van de bomci
nr-ar <le Haarlemmerhout koi
N1EKJAN VAN K ESTER E»