ONZE VOOR KLEINE LEZERS DR. PLUIZER VRAAGT UW AANDACHT i m m a i a i i aan a 'i a m PI f3 ;i r"'i 1 a Schaken A A 11 4 1 1 1 I LEIDSE COURANT OPLOSSING VORIGE PUZZEL 5,- Mevr. M. Brughouwt, Apo- thekersdijk 9, Leiden Lammetjesbekje en Wolfsmuil Een jonge ruiter reed op zijn paard door berg en dal. Het' was de gelukkigste tocht van zijn le ven, ook al moest hij zijn rijdier voorzichtig leiden en werd hij moe van de last die hij mee droeg. Maar het was een lieve last: Vóór hem op het zadel zat, beschermd, door zijn arm, het meisje met wie hij pas was ge trouwd, zijn vrouw die hij naar zijn huis over berg en dal bracht. Op het midden van de dag ste gen zij af en rustten uit onder de schaduw van bomen aan de rand van hei en wei. Het paard dronk uit een beekje en de rui ter zag de zadeltassen, beden kend dat zij welgevuld waren met geld. Hij zag zijn jonge vrouw, leunend tegen een boom stam zitten en moest de ogen sluiten tegen de schittering van haar sieraden. Zonder het te merken, viel hij in slaap, en droomde dat het hele leven vol geluk zou verlopen. Toen hij wakker werd, zochten zijn ogen dadelijk de jonge vrouw, maar zij was verdwenen. Hij riep haar naam, maar zijn roep bleef onbeantwoord. Hij sprong over eind om vliegensvlug te paard de omtrek af te zoeken maar ook zijn rijdier was weg. Hij zag op de verre heide een paar herders die naar hem wenkten, zwaaiden, wezen en opgewekte woorden riepen. De man en de herders haastten zich naar elkaar toe, maar door zijn onrust ergerde de man zich over de opgewektheid van de anderen en hij snauwde: „Waarom loop je te lachen en haast te dansen terwijl mij het grootste ongeluk is overkomen. Mijn vrouw is ver dwenen!" Maar de herders ble ven lachen eii wreven zich in do handen van plezier. „Wij zijn vrolijk omdat wij u kunnen hel pen. Wij hebben de snoodaard gezien. Wij weten wat er ge beurd is. Een ruiter bedreigde uw vrouw met zijn zwaard zodat zij u niet wakker zou maken. Hij dwong haar uw paard te be stijgen, nam het bij de teugel en zij verdwenen naar die kant achter de bomen. Maar het voornaamste dat wij hebben ge zien: zij schoof haar ring aan uw vinger en schreef een af scheidswoord op het blad van uw zwaard, terwijl de vreemde ruiter toekeek". De man hief zijn hand op en zag de kleine ring van zijn vrouw tlanzen aan zijn pink. Hij trok lijn zwaard uit de schede en las Wat zijn vrouw daarop had ge- Ichreven. Het waren geen af- Icheidswoorden, zoals de her- Iers dachten, maar er stond een tnkel woord: LAMMETJES BEKJE. ï)e vrolijke herders waren bij londer nieuwsgierig, keken over Ie schouders van de man en la ten met hem mee. Eerst ston- len zij verbaasd. Wat een eigen- tardig woord om op een zwaard e schrijven! Maar schaapher- Iers weten alles van lammetjes if en de slimste van het groepje tlapte alweer in de handen en l^nste van plezier zodat de toe en ongeruste man opnieuw *011 te snauwen. De herder S s*ch daar niets van aan. Deprijzen worden binnen 14 dagen pér chèque toegezonden. Twee uit elk „en vele verborgen nummertjes" „Is uw vrouw zo lief als een lam?" vroeg hij. „Dat is zij", antwoordde de man kortaf. „En wie is de grootste vijand van lammeren"? vroeg hij weer. „De wolf", antwoordde de man ongeduldig. „Een lam heeft een bekje, maar wat heeft een wolf?" vroeg de herder, „Een muil!!" riepen allen tegelijk. „Dan is het raadsel opgelost! Hier staat in knap bedachte ge heimtaal wie uw rijk getooide vrouw en het paard met de ge-, vulde zadeltassen heeft meege nomen: WOLFSMUIL, de bru taalste rover uit het land. Üw vrouw heeft dat op het zwaard geschreven, terwijl de boosdoe ner niet begreep dat hij hiermee verraden werd". Daarna wezen de herders de beroofde man de weg voerde naar de toren waar- weg die voerde naar de toren waarin Wolfsmuil zich ver schanste. De jonge man ging te voet ver der en bedacht dat dit de onge lukkigste tocht van zijn leven was. Want angst over het lot van wie je liefhebt, is een on dragelijk verdriet. Toen hij hal ver ege was gekomen, ontmoet te hij een zwervende zanger die zo jubelend zong over geluk en zonneschijn dat de zorgenrijke man weer boos werd en snauw de: „Zing niet alsof het leven een feest is. Ik ben diep be droefd.". Maar de zanger bleef opgewekt en zei: „Ik kan zó zin gen dat een mens alles vergeet. Ik kan zo zingen dat een mens heel gelukkig wordt". De be droefde en vermoeide man lette niet op die woorden, maar nu vroeg de zanger: „Hebt u geen dienaar nodig? Kunt u geen ge zelschap gebruiken op de weg die u moet afleggen? Wilt u niet over uw zorgen spreken?" Dat wilde de eenzame man wel en al lopend vertelde hij wat hem was overkomen. Als troost zei de zanger alleen maar: „Ik kan zo^zingen dat een mens zich heel gelukkig voelt". Na veel vermoeienis en ontbering te heb- Len geleden, kregen de twee ein delijk de toren in het oog waar Wolfsmuil zich verschanste en de jonge vrouw gevangen moest zitten. Zij liepen tot de voet van het grimmig gevaarte en als de zanger niet het hoogste lied had gezongen, zouden de pijlen al om hun oren zijn gevlogen. Maar de wachters luisterden ge boeid en legden hun bogen neer. De zanger zong alsof hij een schilder was met eindeloos veel kleuren. Hij zong alsof hij een dichter was die nieuwe woorden bedacht. En hij zong met een stem die een steen zou doen smelten. Toen verscheen Wolfsmuil op de torentrans. Hij liep als een slaapwandelaar en stortte zich hals over kop naar beneden Had de zanger niet gezegd dat hij zo zingen kon dat een mens zich regelrecht In het geluk wil de storten? Nu Wolfsmuil ver- -lagen aan de voet van zijn ei gen verschansing lag, zweeg de zanger en dat was maar goed. Want daar verscheen de jonge vrouw op de trans en als hij nog voortgegaan was met zijn lied had zij zich misschien ook laten vallen. Intussen stormde haar man naar binnen, de trappen op. Niemand hield hem tegen en boven sloot hij zijn vrouw in de De zanger bleef zijn leven lang bij deze man en zijn lieve vrouw. Wanneer het leek of er donkere wolken over hen heen trokken, hoefden zij maar te luisteren naar zijn schilderachti ge, dichterlijke woorden en de stem die een steen kon laten smelten. Dan losten de wolken op, en waren zij weer getroost en gelukkig als voorheen. Kijkt u eerst eens naar het plaatje met de olijke heer en de dame. Ze staan in het rondje in de derde rij. Achter hen een merkwaardig gebouw, dat is het huis van die mijnheer. Beiden tijn buren van elkaar. Om deze twee gaat het name lijk, want we stellen u drie vra gen en u moet de antwoorden uit de plaatjes halen. In elk groepje is één woord (of iets dat lit woord voorspelt door een te keningetje), dat u aan kunt stre pen in de letters van hetgeen er onder staat te lezen. Een voorbeeld: in het eerste plaatje zoekt u iets, waarvan alle letters voorkomen in „scho ne uithangborden". Dat is gauw :e zien. Boekhandel en Honden salon hebben een L, die in de jndertitel niet voorkomt, Antiek heeft een K, woningbureau een W ïn Vis en V teveel. Er blijft dus jver: „Curiosa" hiervan kunt u alle letters aanstrepen in de on dertitel. Schrijf nu op een blaadje pa pier: „Curiosa" en daarachter Antiek. Want dat is het enige, buiten de boeken, de hondjes, de vis het het bureau, wat bij Cu riosa past Nu het tweede plaatje. Hier zoekt u weer iets, waar van de letters in „smikke- laarsspul" voorkomen. Het zal lus één der groenteman- bak- cers- of slagers-artikelen zijn of een der vruchten. Heeft u het gevonden? Schrijf dan dit woord rnder Curiosaen het andere dat er het meest bij hoort, on der Antiek. Zo gaat u verder. U volgt rij na rij. Steeds het woord dat u kunt wegstrepen. Het linkse rijtje onder elkaar en in het rechtse rijtje wat in het zelfde groepje volgens u het bes te erbij past. U krijgt dus twee rijen van 26 woorden, let bij de bladeren wel op: boom of plant, bij najaar op de officiële naam der jaargetijden, bij „buikjes" op kleding e.d. bij „opprik- icers" op de diersoort, enz. Bij ie muziek is het geen bas (die s veel groter) en de liefdes paartjes herkent u aan iets wat u zeker ontdekt. Nu de vragen. Vraag I: Van welk materiaal bouwde de heer zijn huis? bekijk uw tweede rijtje woorden. De beginletters geven u van boven naar bene den het antwoord. Vraag II: Wat doet het dametje altijd graag? U neemt alle laatste letters uit hetzelfde rijtje en u weet het antwoord! Vraag III: Als een van beide ja rig is, waar trakteert zij dan op? Ga nogmaals langs alle groepjes. In elk ervan zit een nummer verborgen. Dat is de zoveelste letter uit elk woord van uw eerste rijtje. De 1 bij de uithangborden is duidelijf wordt dus C. van Curiosa, bij de andere is het s gauw te vinden, of ei 3en cijfer suggereert. UI goed kijken! Soms zit h®^' woord in de tekst, of zelfs ondertekst. Let ook goed :ekeningen, streepjes of onder de letters kunnen ifuy" op weg helpen. Hoe luidejon drie antwoorden? Oplossingen' dienen woensdag 22 dec. 12 uur! oriefkaart met „Puzzel 179" te zijn ingez aan het bureau van DOOR FREEK GORDIJN Vandaag is het derde internatio nale Suikerdamtoernooi in Am sterdam begonnen. Aan deze wedstrijd, die tot en met 29 de cember zal duren, namen in de grootmeestergroep de volgende spelers deel: Andreiko, Ganit- warg, Koeperman en Tsjegolew (allen Rusland), Hisard (Fr.) Kuyken (Zw.) Baba Sy (Sen.) Faal (Gambia) en de Nederlan ders Schotanus, Van der Sluis, Drost en Hermelink. Een gewel dige bezetting derhalve met zes internationale grootmeesters w.o. de huidige wereldkampioen Andreiko en de twee oud-wereld- kampioonen Koeperman en Tsje- golev. Bijzonder jammer is het ontbreken van Europese kam pioen Sijbrands en de Friese crack Wiersma. Beiden eisten een dag of tien voor de wed strijd een hoger startgeld. Iets waaraan het organisatie-comité niet kon voldoen. Een betreu renswaardige gang van zaken die dit toernooi ongetwijfeld in waarde heeft doen dalen. Mede ook met de wedstrijd om de we reldtitel in mei 1972 te Hengelo in het zicht. Immers, men mocht dit toernooi toch wel be schouwen ais een generale-repe- titie voor de strijd om de dam- hegemonie tussen Sijbrands en Wiersma enerzijds en de Russi sche spelers anderzijds Hun plaatsen worden nu ingenomen door Anton Schotanus en Wim van der Sluis. Verder is er nog een meester greep met tien deelnemers en een toernooi om de officieuze wereldtitel voor de jeugd met zeven deelnemers t.w.: Mets- janski en Schavèrdain (beiden Rusl.) Joesoef (Sur.) Jubal (Fr.), Martini (It.) en Goudt en Smeenk (beiden Ned.) Hieronder enige fraaie spelfragmenten uit het tweede suikertoernooi: In de ANDREIKO In de diagrampositie vervolgde wit met 49. 27—22. Zwart kwam toen met een schitterend offer dat in de betreffende stand waarschijnlijk wel origineel is: 34—40! 50. 35x44 (op 22x11, 16x7, 35x44, 21-27 wint) 24—30! 51. 25x34, 19—24! 52. 28x30, 17x50! Nu volgt nog een mooi afspel: 53. 30—24, 50—45; 54. 34—30, 45—23; 55. 24—20, 21—27; 56. 32x21, 16x27 57. 20—15, 23x41; (wit kan met 38—32, 41x35, 15— 10 wegens 3519! 104, 2631 wint) 58. 30—24, 41—5; 59. 24— 20, 5—19; 60. 38—33, 19—5; 61. 33—29, 26—31; 62. 29—24, 31—36; wit gaf het op. De stand in het tweede diagram was ontstaan na wit 46. 3430. Dat Drost deze positie nog ver loor viel wel erg tegen. Bij hem valt dat op omdat hij van huis uit in het klassieke spelgenre geschoold is. Indien zwart hier DROST m m m m m s» i KOEPERMAN 23—29 had gespeeld, had wit toch door 2823 de remise moe ten zoeken. Want op 4540, 18— 23 moet nu wel 27—22 volgen en daarna 2127 en kan wit dit re mise houden? In de partij ver volgde zwart met 2429; 47. 33x24, 17-22; 48. 28x17, een bekend gambiet i standen echter hier met z zoals blijken zal! Wit kal spelen 45—40 en zwart doo 28 zijn stuk laten terugnd Maar wit speelde 49. Drost was nu bevreesd t 29 te spelen. Hij verwacht 2420. Dan is 15x24 no< i - (anders komt het stuk niel terug) 33—28, 18—23 gedi kijken we deze stand dat we dat indien wit 4540 zwart met 12—17 kan Op 2722 volgt dan 16- I met schijfwinst en op volgt 17—21! Maar wit 36—31! Op 12—18 volgt met winst. En op 1217 2722 met winst. Na f~ de partij vervolgde 49. 23-28; 50. 33x22, 16- 27x16, 18x38 en verloor dij spel. Menigeen is in de praktijk wel eens down gegaan omdat een snit op een honneur mislukte. Vaak is daar niet veel aan te doen en moet men zich troosten met de gedachte dat het spel toch in ieder geval 50% kans van slagen had en dat is over het algemeen voldoende om geen kritiek op het bieden van het contract te hebben. TVi zijn er onder deze spellen nog al eens een paar die achter af niet down hadden behoeven te gaan als de leider van de snit zou hebben afgezien, althans deze zo lang mogelijk had uitge steld. Wij doelen hier niet op spellen waarin de betreffende honneur door het spelen van de hogere kaart(en) zou zijn gevallen, of waarin de tegenpartij de ver keerde kaarten weggooit, maar op die waarbij de leider zo kan hem gunstige positie een tegen stander aan slag gebracht kan worden, die dan vervolgens een slag cadeau moet geven. De techniek van zo'n throw-in of placing wordt in het volgende spel gedemonstreerd. Na een bieding zuid 1 harten - noord 3 harten - zuid vier har ten, kwam west met schoppen vrouw uit. Noord 4 A 10 4 2 4 AHB7 Oost 4 H 7 5 4 95 4 H 10 8 5 2 4 V 10 8 6 4 3 4 A B 4 A V5 Zuid telde zijn topslagen, kwam tot negen, en zag dat een snit op klaverheer goede kansen op de tiende bood. Hij zag echter nog meer: als west aan slag kan worden ge bracht op het moment dat NZ geen schoppen en ruiten meer hebben, maar beiden nog wel - troef, dan moet west, door in de klavervork of dubbele renonce xe spelen een extra slag afstaan. Waarmee moet west aan slag worden gebracht? De uitkomst duidt op de aanwezigheid van schoppenboer in de westhand en als west nu maar tenminste vier schoppens heeft en de ruitenhon- neurs verdeeld zijn, dan zijn er geen problemen. Voorkomen moet echter worden, dan oost voortijdig aan slag komt, omdat deze dan klaver boer of 9 na kan spelen, waarna zuid kansloos is. De eerste zet van zuid was daarom de schop penvrouw te laten houden; als oost overneemt, kan later op de boer worden gesneden. West speelde schoppen na, in noord met het aas genomen. Hierna kwam een kleine ruiten, oost laag en zuid de boer. West kwam weer aan slag en speelde ruiten na. Zuid nam, vervolgde met hartenaas en -heer en troef de een schoppen af. Met welge vallen zag hij de heer ve nen, waarna wests lot igeld: net troef werd noord overgestoken, schop werd gespeeld en zuid een klavertje af. Hierna i situatie geschapen, die ïr het begin voor ogen sto f maakte de leider zijn Als oost in de eerste ruit de heer legt, neemt zuid r aas en speelt de boer na komt dan weer aan slag rest komt op hetzelfde Voor de minder bedrevei de speeltechniek eei spelletje, met name het ni men van schoppenaas in i ste slag. De ex-wereldkampioen Smyslov verstaat de kunst om kleine fou ten op feilloze wijze af te straf fen. Onder kleine fouten wordt in dit geval verstaan een onjuis te manoeuvre, een ondoelmatig heid bij de ontwikkeling of een taktische fout. Kortom fouten, die slechts een internationale grootmeester van wereldklasse aan de kaak kan stellen. In het onderstaande gevecht begaat de witspeler een internationaal grootmeester zo'n subtiele fout en Smyslov is er als de kip pen bij om deze met sterk stra tegisch spel af te straffen. Hoe wel de witspeler zich nog krach tig verdedigt, ontneemt de Rus sische grootmeester hem iedere illusie. Opmerkelijk in deze par tij zijn voorts de kleine maar listige kombinaties, die het witte spel ondermijnen. Een klassieke en bepaald in- strauktieve partij! Wit: SCHMID (West-Dultsland) Zwart: SMYSLOV (U.S.S.R.) Gespeeld in het toernooi te Mon te Carlo 1969 Spaans 1. e2—e4, e7-e5 2. Pglf3, Pb8 c6 3. Lfl—b5, a7a6 4. Lb5— at, Pg8—f6 5. 0—0, Lf8e7 6. Tfl—el. b7b5 7. La4—b3, 0—0 8. c2c3, d7d6 9. h2—h3, h7— h6 10. d2d4, Tf8—e8 11. Pbl— d2, Le7—f8 12. Pd2—fl. Lc8-d7 (Alternatieven zijn 12. Lb7 of 12. g6) !3. Pflg3, Pc6 a5 14. Lb3c2, c7—c5 15. b2—b3, Pa5c6 16. Lel—e3 (Overwe ging verdient 16. d5) 16. DOOR W. J. MUHRING c5xd4 17. c3xd4, e5xd4 18. Pf3xd4, d6d5! 19. e4xd5, Pc6— b4 20. Pd4c6, Pb4xc6 21. d5xc6, Ld7xc6 22. Ddl-d4 (Wellicht be ter was 22. Ph5) 22. Dd8—d5 23. Dd4xd5, Pf6xd5 24. Lc2—e4, Pd5b4 25. Le4xc6, Pb4xc6 26. Pg3—f5 (Onjuist. Na 26. Teel!, Tac8 27. Lc5 was er een positie met gelijke kansen ont staan. Na de tekstzet komt zwart in het voordeel). 26. Pc6b4 27. Pf5d4, Lf8—c5 28. Tel—dl. (Na 28. Teel, Ld4: 29. Ld4:Te2 wordt de witte situatie zeer kritiek) 28. Pb4—d5 29. Tal—cl 29. Lc5a3 30. Tel—c6, Pd5b4 31. Tc6c7, Ta8—d8! 32. Tdl—fl (Beter was in ieder ge val 32. Td2, Pd5 33. Pc6, Td6) 32. Pb4xa2 33. Pd4—c2 (Op 33. Tal volgt 33. Ld6) 33. Schaakraadsel Na een bijna groteske offerkom- binatie volgt een boeiende ko ningsmars om een pat te ver mijden. Een briljante kombina- tie, die bijna sprookjesachtig aandoet. Stelling na 29. Tal—cl La3—m2 34. Tc7—c6, a6—a5 35. Tc6c5, Td8—c8 36. Tc5xc8, Te8xc8 37. Pc2—d4. Lb2xd4 38. Le3xd4, Pa2—cl! en wit gaf zich gewonnen. Wit aan zet en wint Oplossing schaakraadsel Wit wint als volgt: 1. (Dreigt mat door 2. Tb5i Ta6:t alsmede 3. Db5 ni Pc6+ 2.TC6:Ta8 t v probeert zich door pat t den) 3. Ka8:, Db7+ 4. Th7f (wit offert nu succe lijk 5 stukken om het pat mijden) 5. Lg7, Tg7: 1 Tf7:t 7. Pe7, Te7: 8. Ld7, I 9. Tc7, Tc7:t 10. Ka8!, Te niet 10. Tc8t weg e Db8) 11. Kb8 (De konin nu op stap) 11. T Kc8, Tc7t 13. Kd8, Td7+ I Te7+ 15. Kf8, Tf7t, 16. Kg 17. Kh8, Tg8t 18. Kh7, 1 Kh6, Tg6t 20. Kh5, TgSf 1 Tg2t 24. Khl, Th2f 25. Kg Tg2tdp 24. Khl, 1* 28. Kfl, Tf2t 27. Kei. Kdl, Td2+ 29. Kcl, Tdl I (Alexejev). Ti i D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 14