Arti et
Religioni
als koek
bij koffie
VAM geeft blijvend
stuk gereedschap
LEIDSE COURANT
j Arti et Religioni in vol ornaat voor het gemeentehuis van Ter Aar. Op speciaal verzoek van oud-burge
meester Hogenboom, die een fan is van de muziekvereniging.
LANGERAAR „Man, het is zo
mooi. Het is ongelooflijk. Ik zou
m'n leven niet kunnen voorstel
len zonder de muziek". Een
rode ietwat krullende snor, dito
haar, een smetteloos zwart pak
en een stemmige doch forse
strik: Cees van der Vlugt. On
derwerp van gesprek: Arti et
Religioni, kunst en godsdienst.
Levensbehoefte nummer een
van Cees van der Vlugt. „Er
gaat geen dag voorbij of ik ben
er mee bezig. Als ik op vakan
tie ga, rolt alles van me af. Be
halve de muziek".
Nou zit het in de familie. De va
der van Cees, Piet van der
Vlugt (58), werd door de konin
gin bedacht met de zilveren me
daille in de Orde van Oranje
Nassau omdat, juist: hij veertig
jaar zijn beste krachten gege
ven had aan Arti. Cees over
zijn vader: „Hij is een enthou
siast persoon. Hij heeft het in
zijn vingers. Dat is een paar
jaar geleden nog gebleken. Wij
schakelden toen over op de
schuiftrombone. Mijn vader had
zijn hele leven ventieltrombone
gespeeld. Hij dacht dat-ie het
niet zou halen met die schuif
trombone. Maar niks hoor, het
gaat grandioos".
Cees van der Vlugt is vertegen
woordiger in farmaceutische ar
tikelen. Vandaar misschien zijn
gespierde taalgebruik, zijn tinte
lende optreden. Maar hij is niet
te beroerd om zijn kwaliteiten
ten nutte van Arti aan te wen
den. „Ik gooi er twintig uur per
week tegenaan. Wij, bij Arti,
nemen geen halve maatregelen.
Als wij iets op poten zetten, ne
men we het honderd keer door.
Alles moet perfect zijn De men
sen moeten er van achterover
slaan als ze het zien".
Dat schijnt de laatste jaren weer
aardig te lukken. Want Arti et
Religioni is er, om in stijl te
blijven, weer helemaal. („Jaze
ker, zegt Van der Vlugt, wij ho
ren er weer bij. Als koek bij de
koffie") De revival blijft een
opmerkelijk feit in deze voor
niet-voetbalverenigingen zo ban
ge dagen. Maar ook de Ter Aar-
se muziekvereniging is er een
paar jaar geleden slecht aanhtoe
geweest. De concerten, nu weer
gistende happenings, werden
nog slechts bijgewoond door de
echte volhouders. Tien of zo.
Het wachten was op de impuls.
Die kwam uit een onverwachte
hoek: het leger. Daar hadden
Cees van der Vlugt en Ton Was-
senburg, eveneens aan Arti
verknocht, pas goed de smaak
te' pakken gekregen van 't geor
ganiseerd musiceren. Van der
Vlugt heeft er nog een tastbare
herinnering van. Een foto aan
de muur: een kleurrijk ingepakt
persoon, voorstellend een tam
boer van de Koninklijke Militai
re Kapel. Wassenburg deed in
die tijd aanverwante dingen. Hij
zat in het trompettenkorps van
de artillerie.
Zij hebben de zaken bij Arti ge
lijk stevig aangepakt. Er ston
den bestuursstoelen voor hen
klaar. Er kwam een Nieuwe
Lijn. Arti et Religioni kwam
van zijn troon, tussen de men
sen.
„We zijn ons af gaan stemmen op
het plaatselijk gebeuren. Wij
zijn er voor de bevolking. Dat
is ook een van de redenen
i zijn gestopt met het
meedoen aan concoursen. Daar
werden alleen maar heel zware
dingen gespeeld. Daar zaten we
met zijn allen eén half jaar op
te zweten. En als climax mocht
je dan twintig minuten op zo'n
toneel gaan zitten. Op die ma
nier gaat de lol er natuurlijk af
voor de mensen. Op het ogen
blik worden de concoursen dan
ook herzien. Men wil de lichtere
kant op".
Dat zou uitstekend passen in het
straatje van Arti. Want de Ter
Aarse musici houden het licht.
Tijdens het laatste concert in
het parochiehuis daverden de
deuntjes uit „Hair" door het ge
bouw. Verzorgd door dames en
heren in gave kledij.
Bij een korps moet alles glim
men. Het moet oogverblindend
zijn. Uniforme kleding, allemaal
zwarte schoenen, witte over
hemden etc. En dat zit bij ons
wel goed. Als je er als sjache
raars bij gaat lopen kun je er
beter direct mee ophouden. Het
blijft tenslotte een kwestie van
verkopen. De mensen komen
niet alleen om te luisteren, ze
willen ook wat zien. Actie,
show. Onze dirigent, Stellaart,
voelt dat uitstekend aan Dat is
een showelement apart. Hij
perst de klanken gewoon uit het
orkest. Enorme mimiek".
De omwenteling van Arti heeft
ook gezorgd voor een gestadig
oplopende ledenlijst. Cees van
der Vlugt zorgt zelf voor de op
leiding van een aantal leerlin
gen.
„Ik werk met jongetjes van zeven
of acht jaar. Die moet je zorg
vuldig aanpakken. Als ze op het
toneel staan zijn ze doodzenuw
achtig. Daar moet je door haen
stoten. Ik zeg altijd: „Door
gaan, gewoon doorgaan, al don
dert de hele zaak in elkaar", j
Dat doen ze trouwens toch wel in
Ter Aar. Daar zijn ze niet &o
benauwd. Van der Vlugt gaf oen
sterk voorbeeld. „Belt me ön-
derlaatst een man op en die
zegt: meneer, kunt u komen
spelen als mijn vader en mfie-
der vijftig jaar getrouwd zijn.
Ik zeg: jazeker, zeg maar wft'n-
neer, Zegt die man: kom mtjar
over een half uur. Nou ja, toen
moest ik lachen. Ik zei: U denjkt
toch niet dat u om een draaipr-
gel vraagt?". Van der Vlugt
vertelt in andere gevallen graag
in het pak te schieten voor wen
sen en verlangens van de Ter
Aarders. Allemaal gratis. Als
koek bij de koffie.
NIEKJAN VAN KESTER£N
(Van een onzer verslaggeefsters)
VOORSCHOTEN De in 1948 op
instigatie van de BOVAG (Bond
van automobiel-, garage- en
aanverwante bedrijven) in het
leven geroepen Stichting VAM
(Stichting vakopleiding voor het
automobiel-, motorrijwiel- en
aanverwante bedrijf) biedt
graag een behulpzame hand aan
alle in de automobiel- en motor
rijwielbranche werkzame men
sen. Als één van haar voor
naamste taken ziet de VAM de
bevordering van de vakoplei
ding op het garagevlak en alles
wat met die opleiding samen
hangt, zoals het uitgeven van
goede leerboeken, researchwerk
op het gebied van leermiddelen,
het houden van examens en het
uitoefenen van toezicht op het
leerlingstelsel in de bedrijven.
De VAM wil haar cursisten een
„blijvend stuk gereedschap" in
handen geven in de vorm van
een grondige vakkennis. Inge
pompte examenkennis, die na
het examen vervlakt, heeft geen
waarde. Ir. J. Hardonk w.i.,
sinds de oprichting VAM-direc-
teur, vindt een matig geoutil
leerde garage met een bekwa-
monteur beter dan
het afvloeien van veel aanvan
kelijk in de garagesfeer werken
de jongelui, die het beroep toch
minder dynamisch vinden dan
zij op school dachten", licht ir.
Hgrdonk ons in. „Ook de mili
taire dienst blijkt beroepsveran
dering te bevorderen: circa 30%
van de gediplomeerde monteurs
komt na de diensttijd niet meer
in het vak terug. Bovendien is
de VAM niet alleen voor de au
tobranche een opleidingsinsti
tuut, maar o.a. ook voor de we
genbouw. Aannemers hebben
graag een monteur met een
VAM-diploma bij de hand voor
het onderhoud van hun machi
nepark".
prachtig uitgerust bedrijf met De verhouding in het aantal ge
specialiseerde monteurs zal an
ders worden: naast 10 automon-
een sléchte!
Groeiend tekort
In de ruime nieuwbouw te Voor-
teurs zal tegenover de ene plaat
werker van nü straks behoefte
zijn aan 10 schademonteurs. In
deze verkeersintensieve tijd met
zijn toenemend aantal schadege
vallen paste de VAM zich reeds
aan met de cursus „Koetswerk
herstellen". Er wordt verder re
kening gehouden met een ver
schuiving naar het elektronische
en elektro-technische kant van
het monteursvak.
schoten, die (na gedeeltelijke
gebruikneming in 1964) in maart
officiéél werd geopend, concen
treert zich gedragen door ca.
130 VAM-medewerkers niet
alleen de zorg voor de vakoplei
ding van momenteel ruim 1000
cursisten die schriftelijk onder
wijs volgen en meer dan 5000
leerlingen in de bedrijfsoplei
ding (het leerlingstelsel), onder
gebracht in bijna 2100 leerbe
drijven, maar ook de organisa
tie voor het afnemen van de uit
eenlopende vakexamens, waar
aan in 1965 in totaal 8839 kandi
daten zich onderwierpen, van
wie er 5843 slaagden. Het bud
get van de VAM, dat in 1965 3
miljoen bedroeg, is een ware in- gen",
vestering in vakkennis, die de In totaal kent de VAM
gemotoriseerde weggebruikers 57 verschillende examens,
(en niet in de laatste plaats hun
veiligheid!) ten goede komt.
Er zijn steeds méér vakmensen
nodig! Hun aantal zal gelijke
tred moeten houden met het
snel toenemende wagenpark. Er
is echter op een totaal van
24.000 monteurs - nu al een te
kort van 13.000!
Om niet met de vakopleiding
achter te lopen moeten we nu
reeds met die toekomstige ont
wikkeling rekening houden",
weet ir. Hardonk. „Eigenlijk
moet je steeds 10 jaar scherp
kunnen vooruitzien om op het
juiste tijdstip voor opgeleide ar
beidskrachten te kunnen zor-
liefst
hulp-
„Dat tekort is o.a. een gevolg van
leerling
tweede en eerste
or patroon tot de
oudste behoren. Later kwamen
er examens bij voor „specialis
ten", zoals voor onderhouds-,
dieselmotor-, straalmotor- en
landbouwtrekkermonteur.
Juist in 1966 is een nieuw schema
de opleiding tot
en het examen voor monteur in
werking getreden. Zowel de in
de loop der jaren gewijzigde
werkzaamheden van de monteur
als nieuwe inzichten met betrek
king tot het technisch basis-on
derwijs aan de school vroegen
om aanpassing. Als gevolg van
dit nieuwe schema met bijbeho
rende exameneisen (beroepsei-
sen) is nu een meer efficiënte
en daardoor kortere opleidings
periode mogelijk. De verwach
ting is gewettigd dat op deze
wijze door eerder en beter ge
schoolde monteurs het gebrek
aan mankracht in de garagebe
drijven zal kunnen worden ver
minderd.
Spelenderwijs
Alleen de patroonsopleiding voor
het vestigingsexamen kent mon
deling onderwijs. Tot de 21 we
ken durende cursus behoren 6
mondelinge lessen in het mooie
VAM-gebouw. Voor de andere
cursussen verzorgt de afdeling
„Schriftelijk Onderwijs" de ver
zending van de schriftelijke les
sen. De „schriftelijke" cursist
kan zelf zijn tempo bepalen.
Deze cursussen Worden veelal
aangevuld met één of meer
mondelinge lessen.
Tijdens onze rondwandeling in het
gebouw, waar eigenlijk het hele
jaar dóór examens plaatsvin
den, komen we in de leslokalen
verscheidene leertoestellen te
gen, veelal schaalmodellen of
opengewerkte apparatuur.
„Door de practicum-methode,
door het zelf spelen met draden
en tandwielen, gaat de theorie
meer leven, en door die prakti
sche beleving worden de techni
sche grondslagen een geestelijk
eigendom-voor-het-leven", vindt
onze gastheer. Verscheidene les-
toestellen zijn gemaakt in het
VAM-bedrijf, dat is uitgerust
als een moderne garage met
een 1050 m2 grote praktijkhal.
Ir. Hardonk wijst ons verder op
de nieuwe leermiddelen: in
structieve bouwplaten van o.a.
de stuurgeometrie en de twee-
tanktmotor. Van karton kunnen
de leerlingen zo'n leerzaam
werkstuk opbouwen.
Strips
De jongelui van tegenwoordig kij
ken liever naar een afbeelding
dan dat zij ten ondergaan in een
droge letterwoestijn.
„Wij zien de toekomst van het
technische boek in de vorm van
een stripverhaal, met veel
plaatjes en korte teksten", ver
telt de heer Hardonk, die in
1951 de VAM-uitgeverij zag ont
staan. „Onze uitgeverij verzorgt
al het schriftelijke lesmateriaal,
waaronder ook diverse leerboe^
ken, die steeds meer de strip-
verhaaltrant krijgen. (Onze ei
gen offsetdrukkerij behoort tot
de grootste huisdrukkerijen van
Nederland). Op ca.23% van de
lagere technische scholen wor
den onze boeken gebruikt. Zo
dra de leerlingen van deze lage
re technische scholen in het be
drijfsleven zijn opgenomen en
daar in het leerlingstelsel on
der onze supervisie verder le
ren, komen zij voor één dag of
voor enkele avonden per week
op school terug. Dan wordt er
voor 95% gebruik gemaakt van
de VAM-uitgaven".
VAM-consulenten houden toezicht
op en entameren het leerling
stelsel, dat een gesubsidieerde
zaak is, die ongeveer een mil
joen per jaar vergt. Voor de di
recteuren en leraren van lagere
technische scholen fungeert de
VAM tevens als adviserend or
gaan. De helft van de ca. 300
lagere technische scholen heeft
inmiddels een autotechnische af
deling.
Een hechte samenwerking bestaat
eveneens met een groot aantal
(2073 in 1964) garagebedrijven,
waar in het kader van het leer
lingstelsel aankomende mon
teurs (meestal jongens die de
lagere technische school hebben
Het hoofdgebouw van het in
1965 officieel geopende nieuw
bouwcomplex van de VAM te
Voorschoten.
doorlopen) onder leiding van
een „leermeester" praktisch vak-
onderricht krijgen. Bedrijven
met 4 of meer leerlingen hebben
daartoe doorgaans een aparte
„leerhoek", waar de opleiding
in de volle praktijk staat
onder leiding van een speciale
leermeester, die uitsluitend is
belast met de opleiding van de
leerlingen. Momenteel zijn er
160 van zulke speciale leermees
ters.
Ook de leermeesters moeten wor-
den opgeleid. Er werden reeds
18 speciale leermeestercursüs-
sen door de VAM georgani
seerd, waarvan ongeveer 200
deelnemers profiteerden.
Omdat de VAM haar taak ziet
weggelegd in alle sectoren van
het garagewezen, beperkt zij
haar bemoeienissen niet tot de
technische kant. Het VAM-Pro-
duktiviteitscentrum houdt zich
bezig met cursussen waarmee
magazijn- en administratief per
soneel, receptionisten, werk
plaatschefs en bedrijfsleiders
zich op hun speciale terrein ver
der kunnen bekwamen.
Door het volgen van die nascho
lingscursussen elk van 3 tot 5
dagen in beslag nemend wor
den staffunctionarissen o.a.
geïnstrueerd omtrent de nieuw
ste methoden op het gebied van
economisch beleid, personeels
beleid, planning, kostprijsbere
kening, administratie en organi
satie. Daarbij verwerkt het Pro-
duktiviteitscentrum eveneens in
dividuele opdrachten van gara
gebedrijven: produktiviteitsme-
ting in werkplaatsen, kostprijs-
onderzoek, enz.
Aanvankelijk werd de VAM als
pedagogisch opleidingsinstituut
opgericht. Door levendig contact
met het bedrijfsleven en de
daaruit gebleken behoefte aan
advisering van dat bedrijfsleven
kwam de sstichting in aanraking
met zaken die buiten de school
sfeer liggén. Zaken die bedrijfs
matig bekeken en bedreven
moeten worden. Wellicht juist
daardoor kan de zelf als een be
drijf functionerende VAM zulk
efficiënt en aan de praktijk ge
toetst onderwijs geven. De auto
is nog lang niet „uitontwikkeld"
en de jeugd van het ogenblik
zal in de verdere ontwikkeling
een groot aandeel nemen!
Prins Bernhard tijdens zijn bezoek nan het VAM-gebouw. Geheel links: directeur
tweede van links: voorzitter J. Kreisel.