snas agnnnsiaRin aiaaa aaras 33a els a saa nana gaaaa assra aama nmaan 'FSRH eühsh a sana aaa g amais aaacaa ras, aas a 3370 HElBia aiHii™ araaa a anaii® h w a;* ©saa ui aaaaa-naaaaaH*aanaa HanjaH"" KJESEiai arana® anraaa caaa^ssa EFH rass* aan a a'' a raraaanaosia a* 0 h asnaaa ni HS a raHaaiHR HasHnsHu^ raancÉraaraaa b raa aaaa"*8® a* bf13 aaaH aa aana asgas aararaa aaaa asaca taaiawf* aaa anas ansa aararaas aaaraa aania 3a mantia8ie»* maaa aa zs airaaasi BBias aasisaa a sawaan s*b ra* s aasana 3 □"•fjs aaagaaana wa s 33a 333 H8 ia uIIB' Sna saama ansa aana» aaraaa aisraaa- aaTiaania araaaa a anaa?a a a aaaa a anna tansa anna^8aaaa a aaa6-a aaaaa g* mam a naa aaaa ma aaan aas Raana aaaas aaaa aaaaa dana aan asa aaa aasaa aaaa aaaaaaaaa aaaa Voor onze kleine lezers DR. PLUIZER VRAAGT UW AANDACHT Mé BU D/r AAKKlT, VINDT 0VÉRAL AA*f6Émt>£ RifcgW, bhjft IETS lui VÉfócfófeHomorwMynwiHKo w ÜPiW bh kistttf sew iéts ttofipu& watm mfcm men 2'JN serafc Spi/uéM hessen finmH eu fömi Bijkm géwacht De kleermaker en het spook PAGINA 12 LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 DECEMBER 1971 OPLOSSING VORIGE PUZZEL De prijzen werden gewonnen door: 12,50 A. F. Stehmann. Terwes- tenstraat 204, Den Haag. 7,50 H. W. van der Swan, Rijn- weg 172, Monster. 5,— F. M. Buiskool-Verboom, Dijkweg 20, Naaldwijk. In de tijd toen er nog mensen aan spoken geloofden, waren er altijd wel onaardige grappenma kers, die arme bangeriken de schrik op het lijf joegen. Zo was er eens de zoon van een kasteel heer, die een kleermaker te pak ken wilde nemen. De kleerma ker zat met gekruiste benen op zijn werktafel, want zo deden in die tijd alle kleermakers hun werk, en hij was bezig een bro katen jas te naaien. De zoon van de kasteelheer kwam aan en zei: „Goede morgen, ik zie dat u bezig bent met mijn va ders jas." „Het is een prachtige stof", ant woordde de kleermaker, „en het is een plezier er mee te wer ken." „Die stof lijkt precies op het brokaat van mijn betovergroot vaders jas", zei de jonge man. „Hoe weet u dat?" vroeg de kleermaker. „Dat weet ik omdat hij in die jas is geschilderd en dat portret hangt in ons huis. Maar ik weet het ook omdat die oude heer 's nachts spookt en dan kun je die jas duidelijk zien", was het antwoord. „O", mompelde de kleermaker droogjes en hij wou dat die ver velende jongeman maar ophoe pelde, dan kon hij ongestoord aan het werk blijven. „Het is een dappere kerel die een nacht zou durven doorbren gen op het kerkhof", ging de jongeman verder, „daar begint die betovergrootvader altijd met zijn gespook." Toen haalde hij zijn goedgevulde beurs voor de dag, legde die op de kleermakerstafel en zei: „Ik wed om deze beurs met goud, dat je geen hele nacht rustig op dat kerkhof durft te zitten om daar voor mij een broek te ma ken." De kleermaker was er niet heel zeker van of spoken wel of niet bestonden. Maar hij zag hoeveel geld in de beurs zat en aangezien hij maar een arme kleermaker was, antwoordde hij „Laat mij maar met rust, me neer, dan kan ik beter werken. Ik wil deze ja9 vanmiddag klaar hebben, begrijpt u? En wat die weddenschap aangaat, die neem ik aan." De kleermaker bracht nog die zelfde dag de brokaten jas bij de kasteelheer. Daarna zocht hij thuis alles bijeen wat hij nodig kon hebben om een broek te maken voor de zoon, en ook een kaars om bij te kunnen zien. Toen het donker en stil was ge worden, stapte de kleermaker naar het kerkhof en opende de ijzeren poort die met een gal mende klap weer dichtviel. Hij stak zijn kaars aan, keek in het rond en zocht een gladde graf steen uit waarop hij met ge kruiste benen ging zitten. Hij zette de kaars neer, knipte de stof, reeg en naaide en was zo verdiept in zijn werk dat hij al even schrok toen het geluid klonk van rammelende kettingen en gezucht en gesteun. Vanach ter een treurwilg kwam het spook tevoorschijn: een wit hoofd met twee gloeiende ogen boven een glanzend brokaten jas „Kalm toch", mopperde de kleermaker, „hoe kan ik steekjes maken bij zo'n geram mel en gesteun." Het spook vroeg met holle stem: „Zie je mijn gloeiende ogen?" „Jaze ker". zei de kleermaker rustig, „maar ik heb het erg druk met deze broek", en hij werkte vlug door. Na een poosje kwam het spook een stapje dichterbij. „Zie je mijn witte gezicht?" dreigde het met de stem van huilende wind. „Jawel", antwoordde de kleer maker, „maar de broek is nog niet af." Toen strekte het spook een arm uit. „Moet ik je met deze hand meesleuren?" loeide de stem die hol en huilend was tegelijk. „Zeker niet", riep de kleermaker, „want de broek is af." Vliegensvlug greep hij zijn spul len bij elkaar, sprong overeind en liep wat hij lopen kon naar het hek van het kerkhof. Hij maakte de poort open en hoor de hem achter zich knarsend dichtvallen. Maar opnieuw zwaaide het hek open en de kleermaker begreep dat het spook hem achterna zatHij gend vloog de arme man over de weg. Maar het spook liep even hard, zelfs een klein beetje harder. Toen de kleermaker bij het kasteel aankwam, kon hij de adem van het spook achter zich horen en hij verlangde zo naar een levend wezen, dat hij naar de paardestal holde, de deur openstootte en meteen achter zich grendelde. Uitgeput viel hij neer in het stro. Toen hij van de schrik bekomen was, kwam de zon op en leek de angst van de afgelopen nacht al minder erg. De kleermaker schoof de grendel van de stal deur. Maar kijk, er zat een stukje brokaat tussen de deur geklemd! Het spook had hem zo dicht op de hielen gezeten, dat het al bijna achter hem aan de stal was binnengestormd!! Een tip van zijn brokaten jas was af gescheurd Maar nu de kleermaker dat stukje stof goed bekeek, zag hij dat dit hetzelfde brokaat was, waarvan hij de jas voor de kas teelheer had gemaakt, die hij de vorige middag had afgeleverd. En hij begreep heel goed dat de zoon zelf het spook was geweest. Kalm opende hij de staldeur. En wat lag daar buiten op de grond? Een uitgeholde knolraap met twee gaten als ogen en daarbinnen een opgebrand kaars je. Dat was het witte hoofd met de gloeiende ogen geweest! De onaardige grappenmaker had dat griezelige hoofd voor zijn gezicht gehouden, terwijl hij de nieuwe brokaten jas van vader had aangetrokken. Do kleermaker stapte toen naar het kasteel. „Wilt u de jonge meneer vragen mij te woord te staan?" vroeg hij aan een be diende. Maar hij kreeg te horen dat de jonge meneer nog sliep. „Roep hem toch maar, het is heel dringend", antwoordde de kleermaker. Daar kwam de grappenmaker aan. „Hier is uw broek meneer", zei de kleerma ker. „vannacht gemaakt op het kerkhof!" „Hoe kan ik weten of dat waar is?" riep de jonge meneer uit. „Omdat ik een stukje van de jas van uw betovergrootvader heb meegebracht als bewijs", was het antwoord. Over de uitgehol de koolraap zei de kleermaker niets. „Je bent een dappere man", vond de jonge meneer en hij gaf de beurs met geld terwijl hij de broek aannam. De kleermaker ging naar huis om uit te slapen en hij bedacht dat de grappenmaker zo onaar dig nu ook weer niet was. De prijzen worden binnen veer tien dagen per chèque toege zonden. Zoekt u even mee? De woonflat die u hier ziet is niet alleen druk bevolkt (om niet te zeggen overbevolkt), maar hij herbergt ook een ver zameling uiteenlopende mensen! Bovendien is men uiterst slordig op zijn spullen, op eigen kinde ren en op huisdieren, welke laat ste bij goedkeuring mogen mee- bewonen, zoals zelfs een tamme krokodil. - Ook heeft iemand de muren en de trapportalen volge- kladderd met de gekste zinnen, maar ook dat mag. Hulde aan het flatbestuurl Nu is achter elk raam iemand te zien, die één of meerdere dingen kwijt is. De kunstschilder links onderaan is bedroefd want hij verloor „het." Dit is niet een schilderij, zoals u die overal ziet. Hij schildert wel beter! U vindt „het" terug bo ven het woord dobbelstenen: zijn palet! - Maar Sinterklaas (links boven) is méér dingen kwijt en zelfs Piet (een van de gezichten mist „het een en an der." Leest u de tekstjes maar. Het wordt dus een soort zoek plaat U moet nu telkens, als u iets ge vonden hebt het erboven (of erin of erbij) gezette vierkantje ZWART maken. Bij het palet staat dit hokje toevallig ónder, maar bij Sinterklaas maakt u ook het hokje bij Piet zwart, omdat zijn baas hem zoekt. En dan natuurlijk ook de dingen die u voor Piet opsnort. U zult merken, dat steeds recht boven elk woord één hokje te zien is. Hier en daar staat wel een extra ooievaar of een jonge tje met feestneus, maar die doen vanzelf niet mee omdat er geen hokje bij is. Wanneer u nu alles, wat zoek was, hebt terug gevonden en deze hokjes zwart gemaakt zijn, zullen er 11 (elf) overblijven die u niet zwart maakt, eenvoudig omdat het za ken zijn die noch met elkaar, noch met een der bewoners ook maar iets te maken hebben. De viskom is er b.v. een. Nu doet u dit: U schrijft de woorden op die recht onder déze elf WITTE blokjes staan, te be ginnen bij de bovenste etage van links naar rechts, dan de etage daaronder, zo door tot on deraan en tenslotte langs de trap van boven naar beneden. - Vervolgens doet u hetzelfde (en ook in diezelfde volgorde) met alle door u ZWART gemaakte hokjes, maar... u slaat nu elk woord over waarin op zijn minsl één letter B voorkomt. Hel woordje BIJ is dus het eerste dat u overslaat. Er komt een vierregelig versji uit. Een kleine troost houdt he in voor slordige mensen. Hoi luidt het? (Een schilderij beeld de inhoud van het versje uit!). Oplossingen dienen uiterlijk woensdag 8 december 12.00 uur per briefkaart met vermeldinj „Puzzel 178" te zijn ingezondei aan het bureau van dit blad. DOOR FREEK GORDIJN Vorige maand vond in Hasselt de negentiende internationale landenwedstrijd plaats tussen België en Nederland. Deze keer speelde Nederland met een ploeg van provinciale afgevaar digden, die men gerust een „c"-tiental mocht noemen. Des ondanks werd er met 7—13 door Nederland gewonnen. Drie winstpartijen en zeven remises. In totaal won Nederland nu veertien maal, drie keer werd gelijk gespeeld en slechts twee maal moest een overwinning aan de Belgen worden toege staan. Omdat het werkelijke Ne derlandse damtiental veel te sterk is voor onze zuiderburen heeft Nederland vele keren tien tallen van diverse samenstellin gen als nationaal tiental laten uitkomen. Zo speelde een aan tal malen een tiental van pro vinciale kampioenen, de nationa le ch.bkampioen, een jeugdtien- tal, een ,,b"-tiental en nu dan een ,,c"-formatie. Maar ondanks dat het Belgische tiental drie in ternationale meesters telde was ook deze Nederlandse afvaardi ging te sterk. Het lijkt ons aan trekkelijk dat er ook een jaar lijkse ontmoeting tegen het Franse damtiental komt! De positie in het eerste diagram kwam voor aan het eerste bord tussen de Belgische kampioen Hugo Verpoest en de jeugdkam pioen van Nederland even eens kortelings kampioen ge worden kampioen van Noord- Holland Jeroen Goudt, Zwart had als laatste 36. 23—29 gespeeld. Dreigt 18—22, 8—12, 13x44. Voor wit lijkt het nu aan- H. VERPOEST trekkelijk om te vervolgen mat 27—21, 16x27, 32x21. Immers, op 9—14 volgt dan 28—23, op 18—22 volgt 39—34, 18—23 eveneens 39—34 en op 29—34 speelt wit 28—23. Dat ziet er dus goed uit. Maar verrassend zou zwart heb ben laten volgen: 19—23! 28x19, 18—23, 19x28, 29—34, 30x19, 34x14! en zwart wint een stuk. In de partij ging het verder: 37. 45—40, 9—14 38. 30—25, 18—23; 39. 39—33, 17—21; 40. 26x17, 12x21; 41. 2-22, 21-26; 42 42- 37, 1621; 43. 40—34, 29x40; 44. 35x44, 23—29; 45. 37—31, 26x37; 46. 32x41, 29—34; (kansrijk was: 8—12, 22—17, 21—27, 17x8, 13x2) 47 22—18, 13x22; 48. 28x26, 34— 39; 49. 4440, 39x28; 50. 26—21, 8—12; en hier forceerde wit re mise door: 51. 3833, 28x39; 52. 40-34, 39x30; 53. 25x34, 19-23; 54. 41—37, 24—29; 55. 34—30. re mise. De stand in het tweede diagram ontstond aan het tweede bord. Als laatste had wit gespeeld: 31. D. VERPOEST RIESENKAMP 30—24, 19x30; 32. 35x24. Het ging verder met: 22—28; 33. 31x22, 28x17; 34. 44—40, 17—22; 35. 36 —31, 12—17; 36. 40—35, 7—11; 37. 31-27, 22x31; 38. 26x37, 17— 22; 39. 38—22, 8-12; 40. 47-4 22-28; 41. 33x22, 18x3 29x16, 20x40; 43. 35x44, 38—41 44. 37—32, 43x34; 45. 44—3! 34x43; 46. 48x39, 25—30; 47. 32- 27, 15—20; 48. 27—22, 20—24; 4 22-17. 24-29; 50. 17-12, 29-3 51. 39—33, 34—40; 52. 16— 40—45; 53. 12—7, 1x12; 54. 11- 13—18; 55. 6—1, 45—50; 56. 33- 29, 30—28; 57. 1—6, 28x46; 644, 3035; 59. 29—24, 46—1 60. 24—20, 18—3; en hier zuimde zwart de winst lijkt on Zwart moet met de dam speli en wachten tot wit 4449 of 5 speelt. Dan volgt 18—22 3540 met winst. 61. 4450, —18; (nu kon 3540 niet wege 50—45) 62. 5045, 10—19; 20-15, 19-5; 64. 45-34, remii Het is een bekend verschijnsel dat naast de hoge-kaart-punten, veel speelkracht (slagen) ont leend kan worden aan een of meer lange kleuren. Geldt in het algemeen dat een slemcontract bereikbaar is indien de geza menlijke handen 33 of meer pun ten bevatten, vooral in kleurcon- tracten kan dit aantal veel lager zijn als er „distributie" aanwe zig is. Het bekendste voorbeeld is het spel met slechts 10 punten dat goed is voor groot slem, na melijk als 13 kaarten van één kleur in één hand aanwezig zijn. Onderstaand spel is zo'n distri- butioneel spel. Noord-zuid be schikken samen over 16 punten (nog niet de helft van het totale aantal), maar door zorgvuldig spel en dank zij een gunstige verdeling van de zwarte kleuren is een klein slem ruiten onver- liesbaar. Veel heeft de zuidspe ler ook te danken aan het voor afgaande bieden, dat hem in staat stelt althans een globaal inzicht in het zitsel te krijgen. West gever. O-W kwetsbaar. West kwam uit met V. Aangezien tijdens het bieden van dit soort spellen niemand precies kan zeggen wie er nu aan het redden is en wie het laatst een maakbaar contract V 9 8 A5 W O H3 V 10 5 4 HVB8785 V A 9 2 64 H V H B 10 8 6 3 94 AB 10 7532 9 7 4 2 West Noord Oost 4 4 5 pas pas pas heeft geboden, besloot zuid met zijn defensief waardeloos spel een schot te wagen. Als de dum my open gaat, is het duidelijk dat 5 harten waarschijnlijk down gaat (3 azen) en dat 6 rui ten maar zeer geringe kansen biedt. Ogenschijnlijk heeft zuid dus op het verkeerde paard ge wed, maar het kost niets te pro beren er het beste van te maken en op een kansje te loeren als de klavervrouw een singleton mocht bijken te zijn. Noord nam klaveraas en speelde een kleine ruiten na. Toen bij oost de heer verscheen was dat al een hele opluchting, maar zuid was er nog niet. De resterende kans lag in het vrijspelen van noords schcppenkleur, zonder dat oost aan slag kwam. Hiertoe moest een slag aan west worden afge staan, hetgeen zou kunnen als deze heer sec of tweede zou heb ben. Ook moest er met zeker heid nog een schoppentje wor den getroefd, waarna noord weer aan slag moest worden ge bracht. Zuid mocht daarom geen tweede troefronde spelen, omi dan een belangrijke entree vroeg bij noord zou verdwijn! In slag 3 speelde zuid een k" schoppen en west deed zijn roet in het eten te gooien d( schoppenheer te leggen. Zuid waarde echter zijn kalmte dook in noord. De verdedigi was nu verder kansloos, da west geen tweede klaveren had. West speelde troef na, noord genomen. Schoppenaas een kleine schoppen volgdi zuid troefde en de laatste tr van noord was de entree drie vrije schoppens waai zuid zijn klaveren kon opruim De ex-wereldkampioen Tal heeft weer in het recente kampioen schap om de nationale Russi sche titel tal van lauweren geoogst. Hoewel hij geen beslag legde op de eerste plaats de monstreerde hij in vele partijen zijn fabelachtig kombinatieta- lent. Het merkwaardige van Tals taktiek is naast het speelse, het element van verras sing. Tal overrompelt zijn tegen standers nog voor zij er erg in hebben. Aan dit kampioenschap ontleen ik een tweetal partijen, waarin de ex-wereldkampioen op volle kracht zijn tegenstanders Krogins en Bronstein als het het bord veegt. WH: Tal Zwart: Krogins Gespeeld in de wedstrijd om het kampioenschap van Rusland 1971. Spaans 1. e2-e4, e7-e5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl-b5, a7-a6 4. Lb5-a4, Pg8-f6 5. 0-0, Lf8-e7 6. Tfl-el, b7-b5 7. La4-b3, 0-0 8. c2-c3, d7-d5. (De bekende Marshallmanoeu vre). 9. e4xd5, Pf6xd5 10. Pf3xe5, Pc6xe5 11. TelxeS, c7-c6 12. d2- d4, Le7-d6 13. Te5-el, Dd8-h4 14. g2-g3, Dh4-h3 15. Tel-e4ü (Nieuw en wellicht na enkele de cennia de weerlegging van het zwarte gambietspel). 15. Dh3-d7 16. Pbl-d2, Pd5-f6 DOOR W. J. MUHRING 17. Te4-h4, Lc8-b7 18. Pd2-f3, Ta8-e8 19. Lcl-g5, Pf6-e4 20. Lb3-c2, D-f5 (Na 20. Pg5: be slist 21. Pg5:h6 22. Ph7!) 21. Le2-b3t, Tf8-f7 (Of 21. Kh8 22. Pe5! gevolgd door 23. Th7: t en 24. Dh5 mat) 24. Lg5-f4 en zwart gaf zich ge wonnen. Wit: Tal Zwart: Bronstein Caro-Kann verdediging 1. e2-e4, c7-c6 2. c2-c4, d7-d5 3. e4xd5, c6xd5 4. d2-d4, Pg8-f6 5. Pbl-c3, Pb8-c6 6. Lcl-g5 (Wits reaktie op het zwarte ver dedigingssysteem is afkomstig van Panof) Lc8-g4 7. Lfl-e2, Lg4xe2 8. Pglxe2, d5xc4 9. d4-d5, Pc6-e5 10. 0-0, h7-h6 11. Lg5-f4, Pe5-g6 12. Ddl-a4t, Dd8-d7 13. Da4xc4, Ta8-c8 14. Dc4-b3, e7-e5 (Een pionoffer om de konings vleugel te ontwikkelen) 15. d5xe6 en passant, Dd7xe6 16. Db3xb7, Lf8-c5 17. Pe2-d4!, Lc5xd4 (Na 17. Dd7 beslist 18. Telt) 18. Tal-el, 0-0 19. Telxe6, f7xe6 20. Lf4-d6, Tf8-d8 21. Ld6-c7, Td8-f8 22. Pc3-b5, Ld4-e5 23. Lc7xe5 Pg6xe5 24. Db7xa7, Pf6- d5 25. Da7-d4, Pe5-g6 26. Dd4-e4, Pg6-f4 27. a2-a4 en zwart gaf zich gewonnen. SCHAAKRAADSEL Sprookjesachtig is de winstkom- blnatie waarover de witspeler in de onderstaande positie be schikt. Het is duidelijk, dat Dit schaakraadsel is mooiste kombinaties uit de schiedenls van het schaakspe Oplossing schaakraadsel: Wit wint als volgt: 1. Le2-f3, al Dame 2. a7-a8 Dame!(0| Da8: wint 3. Telt, Kfi La8:5. Kg3) 2. h2-hl Da 3. Lf3xhl, Dalxa8 4. elt!Kgl-h2 5. Lhl-e4ü (Ni La8: staat zwart pat. De te zet dreigt mat in 1 zet) 5. Da8-al! 6. Tel-blH en kan opgeven. zwart met 1. h2-hl Damt de witte koning mat dreigt zetten (2. Kg3, Dh2t 3. Kf3, mat),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 12