President hapt in lokaas Erik Hazelhoff Roelsema: IN DE GREEP VAN DE TUPAMAROS (VI en slot) Het leven is nog steeds een groot avontuur DONDERDAG 2 DECEMBER 1971 LEIDSE COURANT PAGINA 15 In de zolderkamer van het huis van kolonel Tercera stootte Albano William Car son aan. Hij stelde de kij ker bij en zijn stem was opgewonden. ,,Hij stuurt zijn lijfwacht weg. Gelukkig dat ik wat eigen mannetjes in de tuin heb". Carson liet zijn kijker zak ken. „Mooie griet die dochter van de kolonel". Albano vloekte. „Vrouwen worden nog eens zijn ondergang. Ik kan mijn biezen wel pakken als er iets met hem gebeurt. Heb jij nog iets bijzonders ontdekt?" Carson keek Albano aan. „Wat mankeert jou eigenlijk? Waarom al die voorzorgs maatregelen?" „Omdat ik geen enkel risico wil nemen. Je hebt nu weer gezien hoe snel die Tupamaros toeslaan". „Och man, je overdrijft. Hier zit hij midden tussen zijn bekenden. Er zwaait wat voor je als hij er achter komt dat je hem nog extra bewaakt". „Beter dan dat ik op 't mat je geroepen word als hij ontvoerd is". Carson zucht te. „Misschien heb je ge lijk. Als Kennedy ingegaan was op die waarschuwing van de lui die hem moesten beschermen, was er ook niets gebeurd". Albano liet een ogenblik zijn nachtkijker zakken. „Och William, wij zijn nu eenmaal altijd het pispaal tje, zowel bij de hoge heren als bij het publiek". „Ga jij nu maar even een si garet roken, dan neem ik die kijker wel van je over". Hij zocht de president en zag hem naast Angela Tercera de tuin in wandelen. Ze had een uitstekend figuur vond hij. Misschien meer passend bij de Noordameri- kaanse smaak dan bij de Zuid-Amerikaanse. Het was hem nog altijd een beetje onduidelijk waarom man nen uit een deel van de we reld van meer gezette vrouwen hielden. Hij zocht tevergeefs naar de lijfwachten. Die waren er „gcèsar. Druk die sigaret eens uit. Hij heeft zijn lijf wacht inderdaad wegge stuurd. Je hebt gelijk". Albano vloekte. „Eigenwijze rotvent". Samen gingen ze naar bene den. Opgewekt pratend liepen Araco en Angela in de rich ting van het tuinhuis, zich niet bewust van de onrust die Albano en Carson had aangegrepen. Zo verraden mensen elkaar, dacht ze. Op een vriendelij ke manier, gezellig conver serend, net doende of je de ander mag. Zo wordt ie mand in de val gelokt: als een panter die door het woud loopt, en dan plotse ling in een kuil valt waar uit ontsnappen niet meer mogelijk is. En toch is mijn geweten vol komen rustig. Ik denk aan Alberto, aan Pablo, aan hetgeen ze Maria Carrasco hebben aangedaan en ande ren nog zullen aandoen.... op bevel van de man naast mij.... „Waarom ben je opeens zo stil, Angela?" Hij legde voor een ogenblik een hand op haar arm. „Ik praat nooit zoveel. Je kunt van momenten genie ten zonder iets te zeggen". „En geniet je?" Ze knikte en ze hoorde dat hij dieper ging ademen. „Zullen we naar dat tuinhuis Kclonelsdochter Angela heeft de aandacht van president Araco getrokken, wat de bedoeling was van de Tupama ros. Haar taak is nu om Araco buiten het bereik van de lijfwachten, maar binnen dat von de Tupamaroscomman- do's te lokken. Die mogelijkheid is er. Angela heeft een af spraak met de president. Het Tupamarocommando heeft zijn voorbereidingen getroffen. Het plan om de president van Uruguay te ontvoeren en in te wisselen voor zovele kameraden die in de gevangenis zitten, wordt uitgevoerd. Hier moet aan toegevoegd worden, dat het plan om de presi dent van Uruguay te ontvoeren inderdaad door de Tupa maros is opgesteld. Het is evenwel nooit uitgevoerd. De uitvoering zoals W;m Hornman in zijn „In de greep van de Tupamaros" beschrijft is dus geheel gefantaseerd, maar het had zo kunnen gebeuren. Hoe het afloopt wordt uiteraard in dit boekfragment niet verteld. gaan, Angela. We kunnen daar wat rustiger praten". Ze keek hem aan en zag be geerte in zijn ogen. Ze deed als of zij aarzelde. „En de gasten dan, mijn ou ders...?" Mijn God, dacht ze, wat zijn wij vrouwen geraffineerd. Dit spel zou een man on mogelijk kunnen spelen. Er kwam een wat ongeduldi ge trek op zijn gezicht. „Is dat je geloof in vrij heid?" vroeg hij, en er klonk sarcasme in zijn stem: „Vrijheid..." Ze herhaalde het woord terwijl ze naar het tuinhuis liep. Hij moest het idee hebben dat hij ge wonnen had... Hij boog zich naar haar over. „Vrijheid, ja Angela, vrij heid. Geen God en geen mens die je dan tegen kun nen houden". „Tegenhouden? Waarvan?" „Om terug fb vechten op je eigen manier". „Heeft dat iets met mij te maken?" „Iedereen heeft daarmee te maken. Ik beslis soeverein; ik houd geen rekening met „Is dat niet egoïstisch?" Hij lachte. „Mogelijk, maar alleen dan kun je regeren. Doe je het anders, dan regeren ze jou". „Wie bedoel je met zij?" „Mijn vijanden. En dat zijn er nogal wat". „Je doet of je er trots op bent." „Ben ik in zekere zin ook. Ik heb je al eens meer gezegd dat mijn lievelingssport boksen is. Ik train nog elke dag. Ik hou van vechten". „Wat is er voor plezier aan vechten?" „Dat je sterker bent dan je tegenstander. Het is een soort zelfbevestiging". „Dat begrijp ik niet". Hij stond stil en wees de tuin in. „Ieder van die mensen daar zou sterker, slimmer, gro ter willen zijn dan de an der. Zo zijn ze nu eenmaal. Het verschil tussen hen en mij is: dat ik het ben, en dat zij er van dromen". „Gun je hun die dromen dan niet?" „Natuurlijk wel, zolang het bij dromen blijft. Maar er is kans dat ze wakker wor den, en dan kunnen zij ge vaarlijk zijn". „Wantrouwen dus?" „Misschien wel, maar een gerechtvaardigd wantrou wen. Tegenwoordig weet je nooit wie van de mensen die je ontmoet, Tupamaro zijn en wie niet." „Zeg je dat omdat je ze vreest?" Hij lachte luid. „Vrezen Angela, leer me wat vrees is... en je krijgt de hoogste onderscheiding van het land". Hij bood haar een sigaret aan en scheen voor een ogenblik het tuinhuis verge ten te zijn. Maar zij liep verder en ging met haar schouder tegen de deur leu nen, verwachtend dat hij haar opzij zou schuiven. Toen hij dat deed, en ach ter haan naar binnen stapte, gebeurde er van al les tegelijk. (De reportageroman „In de greep van de Tupamaros" van Wim Hornman is een uitgave van J. H. Gottmer te Haarlem). Den Haag Temidden van de vele mensen, die al tevreden zijn als zij zich enige zeker heid in hun dagelijks bestaan hebben weten te scheppen, le ven er ook voor wie het leven één groot avontuur is. Tot die laatste groep behoort Erik Ha- zelhoff Roelfzema, dit jaar plotseling weer in het nieuws door het schrijven van zijn oorlogsmemoires, die onder de titel „Soldaat van Oranje" reeds meer dan 100.000 maal de boekwinkel uitvlogen. Hij heeft zich nu teruggetrokken op het eilandje Maui, dat tot de Hawali-archipel behoort, om een nieuw boek te schrij ven, waarover hij eigenlijk niet meer wil zeggen, dan dat het een soort vervolg op „Sol daat" is. Het gaat namelijk over de mannen, die in de Tweede Wereldoorlog hun le ven waagden voor Nederland, maar nu toch permanent in het buitenland zitten. „Emigreren brengt psychologi sche problemen met zich mee" zegt Erik Hazelhoff Roelfzema (even terug in Ne derland). „Daar is nog nooit over geschre ven. Ik ben er zelf ook nog niet helemaal uit. Na een tijd je ben je homesick als de pest, maar ben je weer een tijdje in Nederland dan ver lang je weer terug naar het buitenland". Wat brengt iemand, die de vijf tig al is gepasseerd, er toe zich op een Zuidzee-eilandje te nestelen en er boeken te gaan schrijven? Die vraag rijst on willekeurig als je bedenkt, dat er dertig jaar liggen tussen Hazelhoff Roelfzema's tweede en derde boek. Dertig avon tuurlijke jaren, waarin Erik tal van vooraanstaande, func ties bekleedde. Weddenschap Het begon eigenlijk allemaal met een weddenschap. Op een juliavond in Scheveningen ont moette de toen twintigjarige Leidse student Erik aan een bar een Amerikaans meisje. In jeugdige overmoed sprak hij met haar af, dat hij haar op haar verjaardag, nauwe lijks zes weken later in San Fransisco zou komen opzoe ken. De hele reis zou niet meer dan tien dollar mogen kosten. Erik hield zijn belofte en zijn belevenissen legde hij vast in een boek, dat in 1939 als „Rendez-vous in San Fran cisco een best-seller werd. Ruim dertig jaar later is dit boek nu bij de Forum Boeke rij in herdruk verschenen, re den voor Erik Hazelhoff om van zijn eilandje af te komen en weer eens het oude Haagje te bezoeken. „Ik kwam zondag net te laat aan om H.V.V. nog te zien spelen. Ze doen het goed, hé" zei hij meteen tegen mij als oude clubgenoot. Over de herdruk: „In het begin heb ik erg geaarzeld. Je komt zo met je billen bloot. Zelf had ik het boek in geen 25 jaar meer ingekeken. Het viel me erg mee. Veel van wat ik toen schreef, daar kan ik nu nog volledig achterstaan. Ik heb alleen de overgangen wat vloeiender gemaakt en wat Engelse uitdrukkingen door Nederlandse vervangen. Er stonden er wel wat veel in. Tenslotte is het werk geweest een 21-jarige en als de beeldspraak hier en daar wat gezwollen klinkt, dan zijn er altijd nog de pentekeningen van Alfred Mazure om dat te relativeren. Ik ben erg blij met die tekeningetjes, ze ma ken het geheel wat luchtiger". Iver zijn tweede boek „Het smeulende vuur" is Erik min der te spreken. „Ik kreeg de gelegenheid om naar Finland te gaan en daar de oorlog te gen Rusland te verslaan. Het was mijn eerste oorlog en ik werd een beetje overdonderd, is een erg anti-Russisch Erik Hazelhoff Roelfzema: Even terug in Nederland op weg naar een volgend rendez- boek geworden, dat in april 1940 verscheen om een maand later door de Duitse bezetter te worden verboden. Rusland was toen- nog een Duitse bond genoot. Toen dat later veran derde, werd mijn boek in Duitsland opnieuw uitgegeven en gebruikt als propaganda materiaal. Dat hoorde ik pas na de oorlog". Nu pas Waarom Erik pas zo lang daar na zijn oorlogservaringen te boek stelde? „Ach, na de oor log ben je kwaad op iemand of iets. Je bent nu wat ouder en wijzer. Om het geld heb ik het niet gedaan, anders had ik het wel in het Engels gedaan. Overigens verschijnt er nu wel eerstdaags een Engelse verta ling van bij Hodder en Staugh- ton. Ik heb er wel wat aan moeten veranderen. Meer din gen uitleggen. Ik heb een Amerikaanse vrouw, ook al is haar meisjesnaam Steensma, en die heb ik toch wel even het verschil tussen Lake Michigan en de Noordzee moe ten uitleggen. Overigens is het wel goed, dat ze nu ook in Amerika iets kun nen lezen over de rol die Ne derland in de oorlog heeft ge speeld. De meesten weten er niets van. Een derde denkt dat we neutraal waren, weer een derde dat we zij aan zij met de Duitsers vochten. Dankzij een Deens boek over de ontsnapping van joden naar Zweden, dat in het Ameri kaans werd vertaald, denkt de doorsnee Amerikaan nu, dat Na de oorlog is Erik Hazelhoff Roelfzema jarenlang directeur van Radio Vrij Europa ge weest in MUnchen. Persoonlijk heb ik daar prettige herinne ringen aan, omdat Erik in ja nuari 1959 zijn oude voetbal vriendjes uitnodigde om met een veteranenteam een wed strijd te komen spelen tegen het radio-elftal en dan meteen maar carnaval mee te vieren. Het kostte wat moeite een twaalftal ouderen vier dagen vakantie te laten nemen, maar de ontvangst was typisch Erik. We moesten ontbijten met de burgemeester van MUnchen, die niet erg goed wist wat hij er mee aan moest en we werden ontvangen door de burgemeester van Gar- misch. Belangstelling Toen het op voetballen aan kwam sloeg de schrik ons om het hart. Erik had zich omringd met liefst zeven oud-intemationals onder wie de Albanese keeper Topali die wij in de rust met jenever plat kregen en Joseph Kaiml, 25 maal Tsjechisch in ternational die in Italië lang met Faas Wilkes samenspeel de. Het veld was in ons voor deel. Het vroor zes graden, er lag een flink pak sneeuw met daaronder ijs. De mannen van Erik voetbalden klassen beter, maar ons schaatsen was supe rieur. We verloren maar met 6—2. De laatste jaren woonde Erik Hazelhoff Roelfzema in Wash ington D.C. maar bezocht nog regelmatig ons land. Hii schreef een aantal artikelen over zijn oorlogservaringen voor de Geïllustreerde Pers die ze later bundelde tot „In 't hol van de ratelslang". „Maar het bleef een serie arti kelen. „Soldaat van Oranje" is een compleet boek. Ik ben blij dat er nog zoveel Nederlan ders zijn, die zich voor de ver richtingen van het Nederland se legioen in de slag om Enge land interesseert. Ik krijg voor Nederlandse begrippen veel brieven. Eerst van ouderen, die het nog allemaal hebben meegemaakt. Maar merk waardig genoeg tegenwoordig ook veel van jongeren, die de toestand in de jaren 1940'45 trachten te begrijpen. Ik ben tot nu toe er één keer van be schuldigd de feiten niet goed te hebben weergegeven, maar dat heb ik met een bewijsstuk kunnen weerleggen". Straks zit Erik, die voor zijn be zoek aan Nederland speciaal zijn haar had laten knippen, weer tussen de ananas op zijn eilandje. De moderne Armand Lavarède van Rendez-vous in San Francisco. De „Soldaat van Oranje". De man die het leven als één groot avontuur ziet en weer met schrijven is begonnen. Wiens werk, als „Wat zien ik"-regisseur Pau' Verhoeven zijn zin krijgt mis schien ook nog eens als film te zien zal zijn. OTTO MILO Suske en Wiske Steen snoepers Lucky Luke 20ste Cavalerie Tom en Marie Ann De Opium- Chinees

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 15