'mgeving-gemeenten zijn niet gebaat jij verzwakt centrum Problematiek van Leiden eist krachtenbundeling il? Noodzaak tot eenheid in bestuur om grote vragen te kunnen beantwoorden VOORZITTERS CONFESSIONELE PARTIJEN: -a.IL.ER 1971 LEIDSE COURANT PAGINA 9 De middelgrote ste- Nederland hebben het lijk. Uit de noodkreten die emeentebesturen van deze regelmatig slaken dat de problemen hun bo- het hoofd groeien. Ze zien uitweg meer en dreigen te lopen. Vooral nu de re- nog niet heeft laten we- dat ze deze gemeenten fi deel tegemoet kan en wil i. Dat de nood hoog is be- wel het adres dat het ge- ptebestuur van Leiden van i in te zenden aan de mi- irraad, het parlement en het faciaal bestuur. Daarin |t gesteld, dat welke weg i ook kiest om de stad he rbaar te houden, elke weg Ct of indirect leidt tot onbe- baarheid. Oorzaak: er is geld. Men krijgt te weinig het Rijk om de lasten van ude sleutelstad met zijn krotten de meest verpau- stad van het land te komt dat Leiden een cen- ïunctie heeft. Dat houdt in ze opdraait voor de kosten voorzieningen, waarvan jgende gemeenten profite- zonder noemenswaardig bij ragen. Om maar een punt de hele streek gebruik van het onder dat Leiden biedt. Leiden elke leerling per jaar tientallen guldens toe. En duizenden scholieren uit ;k in Leiden op school, mdere woorden: Leiden ;n groot deel van losten op. Deze regering te weinig oog voor de no- In de Tweede Kamer werd haar onlangs zelfs gesteld, !t wel meevalt. Prompt daar. Wam in Leiden de gemeente- loting voor 1972 uit. Het te- voor volgend jaar heeft I geraamd op ruim dertien oen gulden bestaat er een mogelijkheid, Leiden mettertijd meer Blag krijgt. Maar dan is het nodig dat men in deze ek tot een andere eenheid lokaal bestuur komt. Daar- wordt al gewerkt, al ver- t bet nog in een pril sta- L Men noemt het wel ïstvorming. lisverstanden te voorkomen, een Initiatief van oud-burge meester Van der Willigen de Vereniging van Nederlandse Ge meenten opdracht een onder zoek in te stellen naar de maat schappelijke en bestuurlijke structuren en processen m deze streek. Dat onderzoek is inmiddels afge sloten. Het resultaat neerge legd in een aantal nota's waar uit wij de afgelopen tijd uitge breid hebben gepubliceerd bevestigde hetgeen we eigenlijk al zo'n beetje wisten: het voor- zieningenpeil in Leiden en om geving is verre van het gewens te. Nu weten we alleen precies wat er aan mankeert. De cijfers liggen op tafel. Daarmee moet nu gewerkt gaan worden. Voorlopig nog door de gemeentebesturen. In de hope lijk nabije toekomst door het bestuur van het gewest. Bij de VNG is men momenteel bezig met het opstellen van een beleidsadvies, dat zal bestaan uit „een aantal alternatieve maatschappelijke ontwikkelings programma's en een aantal al ternatieve bestuurlijke organisa tievormen ter realisatie van de maatschappelijke ontwikkelings programma's. Ofschoon we daar nog geen kennis van heb ben genomen kunnen we wel voorspellen, dat een goede lezer over enige tijd uit de vrijblij vende (de VNG pretendeert niet haar klant een bepaalde weg op te willen sturen) adviezen kan opmaken, dat gekozen moet worden voor een ander beleid. Gevoerd door besturen, die voor al aan planning op middellange en langere termijn willen en kun nen doen. Daaraan heeft het he laas tot nu toe bij de huidige be sturen altijd ontbroken. Niet iedere bestuurder hoeft dat laat ste als een verwijt op te vatten. Door gebrek an geld kon hij im mers vak niet aan planning doen. Toch moet het daar nu wel van gaan komen. En het kan alleen Leiden, de meest verpauperde stad van Nederland. De randgemeen ten zijn er bij gebaat als de stad zijn centrumfunctie naar behoren kan blijven vervullen. Daarvoor zullen echter offers gebracht moeten worden. maar goed gebeuren wanneer centrumgemeente en randge- moeten nauw gaan samenwer ken in een gewest. Een van de problemen waarvoor men ook in de toekomst staat is de woningbouw. Niet alleen zal er voor huisvesting gezorgd moeten worden van jonge gezin nen, ook moeten oude woningen zeg maar krotten vervan gen worden. Minister Udink heeft er tijdens de begrotingsbe handeling in de Tweede Kamer al op gewezen, dat randge- meenten de bevolkingsoverloop van de centrumgemeente moe ten opvangen. Hij erkende, dat Drs. Serge A. van Keulen: een van de samenstellers van de deelno- ta's, resultaat van het onderzoek dat de VNG heeft verricht. bij gewestvormirig gaat het ze ker niet alleen om het uit de knoei halen van armlastige ge meenten. Hoofddoel is te komen tot een bestuursorganisatie die de meest gewenste maatschap pelijke ontwikkeling in een be paald gebied kan begeleiden. Op het gezicht van nieuwe lokale besturen wordt allerwege hard gestudeerd. En niet door leder een van harte. Want door het creëren van nieuwe, grotere lo kale bestuurseenheden daar draait het in de praktijk op uit zal iedere partner in de nieu we samenwerkingsvorm een stukje autonomie moeten prijs geven. Dat dat niet bij iedereen even lekker zit, zal duidelijk zijn. Toch besefte men al Jaren gele den in Leiden en omgeving, dat aan de toekomst gedacht moest worden. Daarom gaf men na Minister Udink heeft er in de Ka mer op gewezen, dat de streek de bevolkingsoverloop van de centrumgemeente moet opvan gen. Voor Leiden zou de Bollen streek een uitweg kunnen zijn. de kleinere gemeenten de zaken niet doelmatig kunnen aanpak ken en bepleitte daarom snelle totstandkoming van gewesten met uitgebreide bevoegdheden. Nogmaals, we hebben nog geen kennis genomen van het beleids advies van de VNG, het zou ons echter niet verbazen wan neer een van de alternatieve richtlijnen voor woningbouw in deze streek zou zijn. het opoffe ren van de agrarische gronden in de Bollenstreek ten behoeve van de woningbouw. Dat zou geen ramp betekenen. Het gaat niet best meer in de bollen. Het is inmiddels een publiek geheim dat vele bollenboeren hun grond voor een beste prijs best willen verkopen. Ja, maar het toerisme dan, zou men kunnen opwerpen. Het toeristisch argument is zon der meer een farce. De bollen bloeien maar vier dagen per jaar. Daarna is de bollenstreek minstens even lelijk als een in dustriegebied. Bovendien, men kan beter de bollenstreek opof feren voor de woningbouw dan de Rijn-Veenstreek, die veel au thentieker is. De vraag is echter of de bollen streekgemeenten dat wel willen. Men kan in die gemeenten mis schien een voorbeeld nemen aan burgemeester Vermeulen van Katwijk, die onlangs zei: ,,We moeten ons ergens bij neerleg gen als dat in het belang is van het gewest". De vraag: wel of niet verder industrialiseren kan ook vrijwel alleen maar door samenspraak van gemeenten beantwoord worden. Op het ogen blik is het zo, dat de indus trie wegtrekt uit Leiden. Daar zijn twee redenen voor: a. er is geen ruimte en b. er is te wei nig geschikt personeel. Met het al heeft dat tot gevolg, dat ook het inwonertal van Leiden slinkt, waardoor deze stad weer een kleinere bijdrage krijgt uit het gemeentefonds en waardoor het voorzieningenpeil zakt en de centrumfunctie verwaarloosd wordt. Hetgeen weer in het na deel is van de randgemeenten. Doen zich op bestuurlijk technisch gebied bij gewestvorming al tal rijke problemen voor, wanneer het gewest eenmaal gevormd is zal mettertijd een alles over heersende vraag in deze streek rijzen: moeten we verder groeien of niet? Laten we een steenmassa ont staan van fabrieken en hulzen of zeggen we op een gegeven moment: „Stop, we gaan niet verder. Er mag geen huis, geen fabriek meer bij". Voor die vraag staan we eerder dan velen van ons misschien denken. Het antwoord laat zich voorlopig nog raden. JAN LEUNE NIEKJAN VAN KESTEREN. Ieder zal wel stukje identiteit moeten opgeven >EN C. Boersma, N. van e en J. Werter velligheids- ve door ons alfabteisch ge- gschikt. omdat er ondanks hartelijke samenwerking sen die drie, toch nog wel nsen in Leiden zijn op wier Itieke tenen gestaan kan wor- 1 de drie voorzitters van Leidse afdelingen van de 'te confessionele partijen zien helemaal zitten: het samen- rken van hun partijen moet méér leiden. Minstens tot i federatie, maar als het kan één partij. Dee (CH), een Unieman in ft en nieren en dus vertrouwd t het idee, dat een politiek s vele kamertjes kan bevat- zegt:,.Sinds ik politiek be- s' ben en dat was al voor de rI°g. zag ik het nut niet van scheidingen tussen de confes sie partijen". 3oersma, "is AR op landelijk niveau al ijverig meetimmeri, graaft t zo diep in het verleden als illega" Van Dee. Sinds an- rhalf jaar draait hij plaatse- mee. Al die tijd is het sa- bekijken van een sterk "«werkingsverband. „Het *st en is zijn mening niet veranderd. KVP-voorzitter Wer ter, de ideële liefdes- en bereid verklaring aangehoord hebbend, wil het liefst de praktijk en het nut bekijken van een sterk sa menwerkingsverband. „Het plaatselijk belang is er sterk mee gediend als onze partijen hun krachten meer gaan bunde len". Werter (onlangs van interim defi nitief voorzitter geworden) is de eerste van de drie voorzitters, die er in 't gesprek op wijst, dat het enthousiasme van de partij toppen om aan de slag te gaan wel gedeeld zal moeten worden door de achterban. De leden en meer nog de gewone kiezers, hoe zullen zij reage ren?.Ogend naar Van Dee ,,lk denk toch wel, dat een deel van de CH het moeilijk zal hebben met een eventuele grote confes sionele partij"... Van Dee.„Dat zou ik niet zo hard durven zeg gen. Hier en daar zit zeker vat tegenstand, maar mijn ervaring tot nu toe in persoonlijke ge sprekken is, dat die mensen best gevoelig zijn voor goede argumenten. Ik ben wel van mening, dat we om onze hele achterban te kunnen beïnvloe den door eerlijk overleg, de no dige tijd moeten krijgen. Niet naar één confessionele partij van de ene dag op de andere, maar als dat nodig blijkt te zijn, in fazen. Het politieke doel van een bundeling van de drie grote christelijke partijen is im mers het verkrijgen van meer kracht". Hoewel de heer Van Dee dus voorzichtigheidshalve een slag om de arm wil houden claimt hij even later wel de primeur voor de CH op plaat selijk niveau het samenwer- Eenheid zal ook velen die het nu niet meer zien aantrekken kingsgesprek op gang te hebben gebracht. Dat is vier jaar gele den gebeurd via een brief aan de KVP (met de AR werd al in tensief samengewerkt in Leiden o.a. in 'n Prot. Chr. fractie in de raad) en die had weer tot ge volg, dat bij de laatste gemeen teraadsverkiezingen geopereerd kon worden met een gezanielijk programma, geformuleerd dcor een aantal werkgroepen van ,De Drie". Nog even terug naar de vraag of de gewone kie zer, de man, die traditioneel zijn stem uitbracht op een van de drie of zeer bewust één van de drie koos, het wel zal nemen als hem bij één van de volgen de verkiezingen één lijst wordt voorgelegd?. De heer Boersma: „Met een ze ker verlies zal je rekening moe ten houden, maar is er mis schien ook geen reden om er re kening mee te houden, dat we mensen gaan terugwinnen als we als eenheid voor de dag komen? Kijk nou eens naar de pastoraat. Er zijn mensen naar de kerk gekomen, die er tien jaar niet meer geweest wa ren"... „De gescheidenheid, ook de politieke gescheidenheid van ons is velen een doorn in het Drie eensgezinde voorzitters. V.l.n.r.: C. Boersma, N. van Dee en J. Werter. oog", vult CH-voorzitter Van Dee aan. „Als je moet opko men voor een stad met 100.000 inwoners, die op alle mogeliike punten in de knel zit, is het ab surd om gescheiden op te trek ken". aldus de heer Werter. Bij alle voordelen van één grote confessionele partij zien de drie voorzitters wel, dat er hier en daar wel wat concessies gedaan moeten worden aan de identi teit. Boersma daarover: „Het duidelijkst is een éénmanspartij. Dat zie je bij zo'n man als Jon geling in de Kamer. Je weet precies wat je aan hem en aan zijn partij hebt. Dat blijkt ook tot de verbeelding te spreken, getuigen de laatste uitslagen. Daar tegenover staat, dat de kiezers zich bij een grotere par tij ook kunnen identificeren met bepaalde figuren, vleugels of stromingen. Op de principiële vragen in het leven zijn we net met elkaar eens, maar daar naast zijn er nog veel zaken waarover wij binnen de partij van mening kunnen verschillen. Soms klinkt het als een verwijt: bij de AR of een andere partij zijn die lui buiten de boot geval len. Laat ik u zeggen, dat ik het heel normaal vind, dat er Ka merleden, raadsleden buiten de boot kunnen vallen, omdat zij er toevallig in een bepaalde niet-principiële zaak binnen de fractie een eigen mening op na houden". Van Dee: „Dat is nou precies de reden waarom ik al tijd maar mijn schouders op haal als ze zeggen dat ze niet weten wat ze aan de CH heb ben". Van de hartstochtelijke verdedi ging van de eigen partijen toch maar weer even terug naar ver nieuwing: wordt de bundeling in de confessionele kampen niet een beetje afgedwongen door het PAK, dat zowel landelijk als plaatselijk op gelijke pro grammatische noemers is gaan zitten en met PAK-verbanden ook anderen tot polarisatie is gaan dwingen? Van Dee daarover: „Geen sprake van. We zouden het met brieven kunnen aantonen. Voor er hier of ergens anders sprake was van PAK-samenwerking waren wij al bezig". „Dat kan wel zo zijn", aldus de heer Werter, „maar la'en we niet zeggen, dat we beïnvloed worden door het PAK. In de ge meenteraad van Leiden toont het PAK natuurlijk wel het nut en de mogelijkheden van sa menwerking aan. De mogelijk heden tot een specialistische aanpak en een betere taakver deling zijn in een hecht samen werkende fractie gewoon gro ter". Wordt er dan niet samengewerkt in Leiden tussen de KVP-fractie en Prot. Chr. fractie, zoals bij de verkiezingen was afgesproken? „Er wordt thans goed samenge werkt", aldus de heer Werter, „maar uit de meningsverschil len, die er waren, kan je wel opmaken, dat het wel wennen s geweest. Over de „drugmotie" was bijvoorbeeld het nodige te doen". „De een heeft de ander daarover zo'n beetje ter verant woording geroepen. Wat overi gens het recht van de partners is", aldus de heer Boersma. (De „drugmotie" werd inge diend door o.m. mr. Driessen, fractie-voorzitter van de KVP. Hij wenste soft-drugs onder de Warenwet te laten vallen om de handel en de kwaliteit van do drugs te kunnen controleren. De Prot. Chr. fractievoorzitter mei vrouw mr. Geelkerken ging dat te ver red.). Ondanks de animo van de drie voorzitters om de banden hech ter te gaan aanhalen (ze kij ken elkaar beslist niet met scheve ogen aan, hoewel je zou kunnen denken, dat er twen voorzitters moeten sneuvelen als het ooit tot één partij en één afdeling komt) zijn er op korta termijn binnen de Leidse afde lingen niet veel initiatieven tl verwachten. Boersma: „Het ia op de eerste plaats een zaak voor de partijbesturen en dt wetenschappelijke instituten vafl de partijen. Op hoger niveau spelen ook de principiële vra gen, want op plaatselijk gebied hoor ik ook nauwelijks bezwa „Het zal zo ongeveer gaan als ir het bedrijfsleven bij fusies. All de toppen, de commissarissei en directies het met elkaar eenl zijn, begint het gedonder". H. P. M. HERUEI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 23