Beslissing over onaf hankelij kheid niet steeds opschuiven MR. J. A. MOMMERSTEEG: Telefoon staat niet stil voor pseudo-Marcello Mastroianni Toekomst Suriname en Antillen centraal in Kamerdebat ff vtrmst,inr unit «jJflP1 LEIDSE COURANT DINSDAG 16 NOVEMBER jj DEN HAAG „Het is een misvatting wanneer men zegt dat de Nederlandse parlementaire delegatie in Para maribo zich op het standpunt heeft gesteld dat alle ban den tussen Suriname en Nederland dienen te worden verbroken". Mr. J. A. Mommersteeg laat geen enkele twijfel bestaan over de bedoelingen van de Nederlandse delegatie. Hij zegt: „De delegatieleden zijn zich er na onderlinge discussie gegeven ook de door alle in de Staten van Suriname vertegenwoordigende partijen, met inbegrip van de Hindoestaanse partij VHP van de heer Lachmon, uitgesproken wens naar zelfstandigheid van bewust geworden dat gestreefd moet worden naar zelfstandigheid in de zin van politieke onafhankelijkheid op redelijk korte termijn. Dit betekent de omzetting van de huidige staatsrechtelijke Statuutsverhouding in een volkenrechtelijke verhouding". In de Statenvergadering in Para maribo hebben wij gezegd dat als men in Suriname zou vinden dat de wijziging in 1975 moet geschieden, wij daar geen be zwaar tegen hebben. Maar hoe precies en wanneer, daarvoor dient nu juist het overleg in de z.g. gezamenlijke commissie tot instelling waarvan de drie rege ringen in augustus van het vori ge jaar (protocol van Den Haag) hebben besloten. Dit wijziging van de poli tieke verhoudingen en verant woordelijkheden betekenen; dit behoeft geen verbreking van alle banden in te houden. Met name is het geenszins de be doeling de hulp voor de verdere sociaal-economische ontwikke ling van Suriname stop te zet ten. Er zijn ook op zo'n gewij zigde basis verschillende vor men van samenwerking denk baar. Men kan bijvoorbeeld denken aan een gemenebestver houding met gemenebest orga nen. Bent u het eens met de zienswijze dat eerst het Statuut gewijzigd dient te worden en dan pas tot eventuele ontbinding van deze staatsrechtelijke overeenkomst kan worden overgegaan, zoals is geopperd door de voorzitter van het Surinaams parlement, de heer Lachmon. Het belangrijkste is, dat wij het eens worden, en vooral dat men het in Suriname eens wordt over het „hoe" en „wanneer" en men de besluitvorming hier over niet als maar voor zich uitschuift. Dit betekent tevens, dat men het in Suriname on geacht ethnische verschillen en dwars door alle politieke en so ciaal-economische meningsver schillen heen, eens zal moeten worden over het staatsrechtelij ke fundament van hun samenle ving en op dat stuk een ontwrik- bare nationale solidariteit reali seert. gediend is met verbreking van de banden met Nederland? Er zijn onafhankelijke landen in de wereld die economisch min der ontwikkeld zijn dan Surina me en ook over veel minder na tuurlijke hulpbronnen beschik ken. Wel is het noodzakelijk dat zo spoedig mogelijk een consis tent, totaal en realistisch plan voor de ontwikkeling van Suri name van de grond komt. Een Vijfjarenplan, liefst een voort schrijdend Vijfjarenplan, dat derhalve geregeld geëvalueerd en aangepast wordt. Dat is niet eenvoudig, maar het kan, geloof ik. Zo'n plan moet op langere termijn mede gericht zijn op geleidelij ke vermindering van de finan- cieel-economische afhankelijk heid van Nederland. Dit bete kent niet dat men zou moeten wachten met de staatkundige onafhankelijkheid tot een rede lijke mate van economische on afhankelijkheid is bereikt. Ik acht het mogelijk dat juist het uitzicht op een betrekkelijk snel naderende onafhankelijkheid sti mulerend zal werken, een grote re motivatie zal brengen voor het gezamenlijk opbouwwerk. Van beslissende betekenis is daarbij natuurlijk een zich van zijn verantwoordelijkheid be wust politiek en sociaal leider schap. Overigens is onafhanke lijkheid in deze op samenwer king aangewezen wereld, zo wel staatkundige als economi sche onafhankelijkheid slechts een relatief begrip. Welke motieven liggen naar uw mening ten grondslag aan de weigering van Suriname met spoed aan te sturen op onafhan kelijkheid? Ik heb kennis genomen van ver schillende motieven, waarover ik mij thans beter niet kan uit laten. Ik hoop op het verant woordelijkheidsbesef en de be reidheid tot samenwerking van alle politieke en sociale leiders in zaken die voor het voortbe staan van elk volk essentieel zijn. Dit betekent tevens dat zij een staatrechtelijke formule zullen moeten vinden die de vrees van overheersing van de ene groep door de andere wegneemt. Daarbij kan ook de Surinamise- ring van de krijgsmacht een rol spelen. De bescheiden aanzet hiervoor is aanwezig. Uit het oogpunt van nationbuilding m.i. een goede aanzet, omdat de op geroepen dienstplichtigen een goede afspiegeling vormen van de bevolking van Suriname. Deze afspiegeling zet zich voort tot in de pelotons. Dit kan iets van grote waardé zijn dat men niet in partij politieke strijd moet betrekken. Ook voor de verdere Surinamisering van de krijgsmacht dient m.i. een meerjarenplan te worden opge steld. Wordt bij de hulpverlening aan Suriname niet te zeer het ac cent gelegd op het emotionele element door deze hulpverlening o.m. te motiveren met „ver plichtingen opgelegd door de historische verbondenheid"? Suriname moet geleidelijk ook fi- nancieel-ecónomisch minder af hankelijk van Nederland worden en zich meer oriënteren op de regio en dat trouwens niet al leen in economische zin. Maar wederzijdse bekendheid en gevoelens van vertrouwdheid met elkaar die tussen Neder land en Suriname bestaan, als een gevolg van de historische ontwikkeling zijn een realiteit. Die verdwijnen niet zo maar met de staatkundige onafhanke lijkheid. Zij vormen een waarde voor het Nederlandse volk, ook in het internationale verkeer. Ook al kun je die dingen niet precies wegen. Waarom zouden zij niet mede een rol mogen spelen in de toekomstige rela ties en samenwerking? Zij be hoeven een zakelijke aanpak van de economische problemen niet in de weg te staan. Uit gaande van zo'n zakelijke aan pak, van zakelijke criteria voor de ontwikkelingssamenwerking zijn die bekendheid en ver trouwdheid mede bepalend voor de prioritiet en omvang van de Nederlandse hulp. Als het Surinaamse volk zich bij een eventueel referendum uit spreekt tegen ontbinding van het Statuut, wat zal er dan ge beuren? DEN HAAG Donderdag wordt in de Tweede Kamer de be groting van het kabinet van de vice-minister president behan deld, waarbij de staatkundige verhouding tot Suriname Nederlandse Antillen ter sprake zal komen. Vooral de toe komstige status van Suriname en de Nederlandse Antillen de relatie tot Nederland zal centraal staan in het debat. In september bracht een Nederlandse parlementaire missie (o.m. het KVP-Tweede-Kamerlid mr. J. A. Mommersteeg) een bezoek aan de Rijksdelen overzee, een bezoek dat veel stof deed opwaaien. De delegatie verklaarde in Paramaribo en Willemstad dat men onderhand maar eens moest gaal denken over herziening van de relaties tussen de Rijksdelen. Deze verklaring viel slecht in Suriname en de Antillen. De voorzitter van het Surinaams parlement, de heer Lachmon ijlde naar Nederland, om te onderzoeken of Nederland inder daad met spoed de band met Suriname wil wijzigen of ver breken. Op de Antillen verklaarden de grote partijen dal „Nederland kennelijk genoeg van ons heeft en in feite al beslissing heeft genomen telijke moeilijkheden het hou den van een referendum op dit ogenblik niet zo'n goed idee. De vraag is of men nu alternatie ven kan formuleren, die voor alle stemgerechtigden duidelijk zijn? Ik vrees, dat door een op korte termijn gehouden referendum de hele zaak van de zelfstandig heid van Suriname die alle Surinaamse partijen zeggen te willen in een hyper emotione le sfeer terecht zal komen. Westerterp (huidige staatssecreta ris van Buitenlandse Zaken voor EEG-aangelegenheden. Red.) heeft vorig jaar terecht gezegd dat wij ons moeten wachten voor de impasse die kan ont staan als een eventueel referen dum in Suriname als resultaat zou opleveren dat de meerder heid zegt geen zelfstandigheid te wensen en zich in Nederland een tegenovergestelde ontwikke ling voordoet. Men kan zeggen, zo'n referendum is een Suri naamse binnenlandse aangele genheid. Maar, zoals Schmelzer, eveneens vorig jaar heeft ge zegd: Vindt een dergelijk refe rendum plaats, dan mogen de Nederlandse publieke opinie en het Nederlandse parlement wel degelijk een oordeel geven over de vraag in hoeverre men het referendum al dan niet repre sentatief vindt. Op weifee wijze zou Nederland de Surinaamse politici kunnen sti muleren het eens te worden over de essentiële grondslagen van een souvereine staat? Door van Nederlandse zijde spoe dig tot een duidelijk eigen standpunt te komen inzake de zelfstandigheid. Personlijk ben ik van mening dat Nederland bij het komende overleg de zelf standigheid in de zin van vol kenrechtelijke onafhankelijkheid als ook voor Nederland meest wenselijke oplossing als uit gangspunt dient te nemen. En voorts door met groot begrip voor de zeer bijzondere proble men van Suriname, met deskun digheid en verbeeldingskracht bij te dragen aan de spoedige beantwoording van de vraag naar het „hoe" en „wanneer" van die zelfstandigheid. Is de geestelijke integratie tussen de twee belangrijkste bevol kingsgroepen, Hindoestanen en Creolen, bewust tegengehouden om de eenwording, basis voor een soevereine staat, op de lan ge baan te schuiven. Ik zou het niet durven beweren. De helaas beperkte 'geestelijke integratie' is ook een stuk kolo niale erfenis. Voor alle Suri naamse politieke leiders is dat natuurlijk een groot en moeilijk probleem. Vrees bij de achterban speelt daarbij natuurlijk een rol. Ik geloöf, dat met name de heer Lachmon, m.i. een zeer be kwaam politiek leider, een langrijke bijdrage kan leve aan het doorbreken van moeilijke problematiek. 1 het hangt natuurlijk niet alll van hem af. Hoe staat u tegenover de mign van Surinamers naar Nei land, en vindt u dat er maai gelen getroffen dienen te w den om de trek tegen te gaai Ik geloof dat de nadelen van grote trek naar een permane vestiging in Nederland voor riname groter zijn dan voordelen. Voorts beginnen in Nederland problemen voor doen die men naar ik meen r voorlichting, opvang en bege n ding alleen hoe belangrijk noodzakelijk die ook zijn - oplost. Wij, de Nederlandse parlement^ re delegatie, hebben i band zowel in Paramaribo in Willemstad de vraag i worpen, wat men er daar vond, als Nederland i tingsregeling zou (zoals voor Nederlanders i naar Suriname, respectievt de Nederlandse Antillen gaan reeds lang geldt). 1 reactie was positief. Wij hebben niet gezegd dat slist zo'n regeling moet kowj al neig ik persoonlijk i opvatting dat enigerlei regeJ van de stroom gewenst J| Evenmin hebben wij iets geil over de inhoud van ling. Wij hebben daarover 1 geen oordeel. Eerst dient I probleem te worden geanj seerd. En wel ten spoedigi De suggestie dat hierbij me in het spel is moet ik i nadruk verwerpen." SIG. W. WOll UIT DE STAPEL E.M.Ch.M. Janson „Kastelen in en om Den Haag" (Uitgeverij W. van Hoeve, Den Haag). In Vlaanderen heet ieder alleen staand huis met een waardig ui terlijk en 'n park een „kas teeltje". In Holland verstaan we er iets anders onder: Een echt kasteel is een edelmanswo- ning uit de middeleeuwen, een verdedigbaar huis, liefst door water omgeven. De latere def tige behuizingen noemen we ge woonlijk „buitens" en plaatsen of gewoon landhuizen. De schrijver E. M. Ch. M. Janson heeft zich tot de eerste soort be paald; hij besprak een aantal kastelen in en rond Den Haag, bekeknde en minder bekende, huizen die reeds eeuwen ver dwenen zijn of er nog staan zoals b.v. de Binckhorst en Duivenvoorde. Het zijn gebou wen waarvan de lezer van de historische uitgaven „Die Ha- ghe" de geschieenis meestal wel kennen, maar die door dit mooie boekje nu voor een gro ter leespubliek toegankelijk zijn geworden. Janson deed het heel systematisch: ligging-eigenaar bouwgeschiedenis-historie van de bewoners-tuinen-bijzonderhe- den. Een literatuurlijst besluit het boekje dat ook nog van een register voorzien is. Bij voldoen de belangstelling willen schrij ver en uitgever ook nog een vol gend deel laten verschijnen Rome (AP) Toen een tijdje geleden de popu laire filmacteur Mar cello Mastroianni in een optreden voor de televisie gevraagd werd naar zijn tele foonnummer in Rome, dat niet in de gids staat, fantaseerde Ma stroianni er prompt een. Daarmee was voor hem de kous af maar niet voor de on gelukkige wiens num mer het wèl was. Die man wordt sindsdien dag en nacht door al lerlei zwoele dames opgebeld die een af spraak met Marcello willen maken. Dan krijgt hij dingen te ho ren als „Je bent mijn hele leven.ik heb altijd gedroomd je nog eens te mogen ontmoe ten ik ben gek op je je kunt alles met me doen", enzo voorts. WE HEBBEN DIE FORMALITEITEN NIET NODIG! WE ZUN HIER OM SAMEN OP TE TREKKEN TEGEN DE BLEEKGEZICHTEN DIE ONZE BIZONS DODEN! WE MOETEN DIE FORMALITEITEN ZUN NOODZAKELIJK EN TRADITIONEEL. WE MOETEN DE VREDESPIJP nee! het 8leekge-. qorlog! i zicht heeft geluk! \wkujo. j oorlog! De man, hij maakt zijn naam niet bekend, be gint dan wel te zeggen dat hij Mastroianni mes beginnen dan pas goed aan te dringen. Zo van „Nee, Marcel lo, daar trappen wij niet is, de man niet in", niet kent en nooit een van zijn films heeft Het ongeluk wil dat de gezien, maar de da- man een belangrijke functie bekleedt en dat elk telefoongesprek voor hem dan ook be langrijk kan zijn. En dus neemt hij de haak op als het gerinkel be gint, voor zijn zoveel ste ontkenning. waarin landhuizen zoals Oost duin, Clingendael, Marlot, de Pauw en dergelijken aan de ordi komen. Die belangsteling zal er o.i. zeker wel voor be staan. W eerrapporten van hedenmorgen 7 uur Deelen geh.bew. 10 Eelde regen 10 Eindhoven geh.bew. 11 temp. temp. Amsterdam geh.bew. 10 9 De Bilt geh.bew. 10 8 0,4 Vlissingen geh.bew. Den Helder zw.bew. 10 Rotterdam zw.bew. 10 Twente motregen 10 Suske en Wiske De Steen snoepers tUmiu mm wrtmm Uit m uur'nar mmis.iihciuuten5nun totHitikéMilji- hb "V-et; mr jflJT If®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 10