WIL WETEN HOE DE ANDERE KANT VAN DE WERELD LEEFT Shirley MacLaine als Irma la Douce jn Billy Wilders gelijknamige film. lissen hun werk in de studio's door hebben vele filmsterren de dringende behoefte hun belevenissen ook nog eens in boekvorm te verschijnen. Vaak leidt dit tot wee moedige beschouwingen over vergane glo- I rie, vaak ook worden dan met een giftig pennetje oude wonden nog eens opengere ten. Slechts een enkele maal verschijnt er een autobiografie al dan niet door een zogenaamde ghost-writer" geschreven die een geheel nieuw licht werpt op het le- achter de schermen. Een doodenkele zorgt de ster in kwestie voor een mplete verrassing door het nu eens. niet er zijn of haar eigen carrière te hebben, de interessen als mens, niet als rie cteur of actrice. Zo'n boek is Shirley lacLaine's „Don't fall off the mountain", onder de titel „Val niet van de bij uitgeverij Gottmer uit Haarlem Nederlandse vertaling verschenen Shirley MacLaine en Robert Mitchum in de filmkomedie „What a way to go". i Met Dean Martin in „All legrafeerde terug „Ga, leer veel, maar val niet van de berg". Déze anekdote is tekenend voor Shirley's pri- vé-levén, haar belangstelling voor de wij ze, waarop de andere helft van de wereld leeft en haar kordaat optreden in situaties, waarin anderen zich nog wel twee keer zouden bedenken. Veel van haar zelfver trouwen heeft Shirley, volgens haar zeg gen, te danken aan haar man, Steve Par ker, die zij in 1952 ontmoette en met wie zij sinds 1954 getrouwd is. „Hij kent me beter dan ikzelf. Hij weet waar ik voor leef, wat me drijft. Toen ik hem leerde kennen begon ik pas te leven", zegt ze let terlijk in haar boek. sprake. Daarbij neemt Shirley geen blad voor haar mond. Zo heeft zij bijvoorbeeld een uitgesproken hekel aan haar „ontdek ker". Velen denken dat dat Alfred Hitch- cook was, omdat zij haar eerste filmkans kreeg in zijn „The trouble with Harry". Over Hitoh niets dan goeds. Nee, het is filmproducent Hal B. Wallis, die Shirley het eerst opmerkte toen zij eens een keer de zieke Carol Haney verving in de hoofd rol van „Pyama game". Wallis, die zich ook uitgeeft voor de „ontdekker" van Elvis Presley en het toenmalige duo Dean Mar- tin-Jerry Lewis, bood haar bij die gelegen heid een filmcontraot aan, wat zij toen gretig accepteerde om er daarna nog jaren spijt van te hebben. Het kwam zelfs zover, dat zij haar werkge ver met een proces dreigde. In Amerika is het namelijk wettelijk onmogelijk om lan ger dan zeven jaar bij één en dezelfde fi guur onder contract te staan. Niemand maakt daar ooit gebruik van, maar na een hooglopende ruzie met Wallis maakte Shir ley hem er op attent, dat zij nu al negen jaar bij hem onder contract stond. Tot een proces is het tenslotte niet gekomen. Ze kocht zich voor 150.000 dollar vrij. Terwijl zij elders in haar boek nog wel waardering op kan brengen voor de figuur van Wallis als Hollywood-fenomeen, heeft zij geen goed woord over voor de kroniek schrijver Mike Connelly, die zij een keer met voorbedachte rade met de wettelijk toegestane vlakke hand in het openbaar een paar klappen gaf. Dit incident, dat de voorpagina's haalde, leverde haar een ge lukstelegram van president Kennedy op. Maar naast alle verhalen over haar Holly- woodse ervaringen, het werken met Hitoh- cock, haar ontmoeting met Kroetsjov tij dens de opnamen van „Can can" en haar omgang met de Sinatra-clan, zijn het voor al haar reisbeschrijvingen, die deze auto biografie zo uniek maken. Daarin cijfert zij zichzelf helemaal weg, worden de men sen die zij ontmoet en hun ervaringen hoofdzaak. Wie bijvoorbeeld Chaplin's boek over zijn eigen leven heeft gelezen, zal zich onwillekeurig geërgerd hebben aan de foto's, waarop Chaplin steeds staat afge beeld met een of ander staatshoofd alsof er geen „gewone" mensen bestaan. In Shirley MacLaine's „Val niet van de berg" geen illustraties, wel een warme belang stelling voor de eenvoudige medemens, of het nu een lange Afrikaanse Masai is dan wel een straatarme Amerikaanse neger. Shirley MacLaine is dol op reizen, maar beslist geen toerist. De oorden, die zij be zoekt zijn beslist niet de plaatsen waar het zwart ziet van de vakantiegangers. Wat zij beleeft maar dan ook werkelijk belééft is ongewoon. Zelfs voor een filmster. Reiskroniek „Val niet van de berg" is dan ook meer een reiskroniek van een diep sociaal voelend mens, dan het werk van een actrice, die al op het toppunt van haar carrière zo nodig haar memoires moest schrijven. Een vrouw met een groot gevoel Voor humor en een uitgesproken mening. Dit laatste hebben wij zelf kunnen constate ren, toen zij deze zomer in Berlijn was waar zij een Zilveren Beer kreeg voor haar rol in Frank Giiroy's „Desperate Characters". In de film speelt zij een vrouw, vermoeid en teleurgesteld door de sleur van haar huwelijk. Een paar dames hadden kritiek op deze in hun ogen verte kende situatie, die deed voorkomen alsof ieder Amerikaans huwelijk na enkele jaren een grote grauwe ellende is. Fel beet Shir ley MacLaine van zich af „Waarom zou ik nooit eens een andere rol mogen spelen, dan die van het lichte meisje met het gou den hart. Het is heel leuk om een Irma of een Charity te spelen en ik ben blij, dat ik die rollen kreeg. Maar als actrice wil je ook wel eens iets anders". Dat een Ameri kaans huwelijk beslist geen sleur behoeft te worden bewijst Shirley trouwens dage lijks in haar privé-leven. Daarvoor hoef je echt niet tussen de regels door te lezen in haar boek „Val niet van de berg". Eohtge- noot Steve Parker komt er als de ideale man en vader uit te voorschijn. Ook al ziet zij hem soms hele weken niet. Wederzijds begrip en waardering vormen echter zo'n hecht fundament, dat hun verbintenis zelfs in hét stormachtige filmwereldje geen en kel gevaar loopt. Shirley MacLaine is inmiddels alweer aan een tweede boek begonnen. Als dat even eens zo'n schat aan informatie geeft, zien we daar met belangstelling naar uit. MILO ..Can can", de opname, die Chroesjtsjov de opmerking ontlokte „Het gezicht van een mens bevalt me beter dan z'n achterwerk". Shirley MacLaine met Robert Newton, Cantinflas en David Niven in Mike Todd's „Around the world in 80 days".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11