naar een schone motor IDEAAL ALTERNATIEF NOG NIET GEVONDEN SCHOON BLIJKT DUUR TE ZIJN ÜU De huidige automotor is een vuil ding dat onze lucht met zyn uit laatgassen bederft. Er wordt al ja ren gestudeerd op andere motoren, die weinig of geen uitlaatgassen uitstoten. Maar dé goede oplossing heeft men kennelijk nog niet ge vonden. Ondertussen groeit het aan tal verontrusten. Ze zyn het zat om dagelyks verontreinigde lucht op te snuiven, waardoor zij de kans lopen allerlei ziekten te krygen. Op de raotorconstructeurs wordt steeds meer druk uitgeoefend nu eindeiyk eens met een „schone" motor te ko men. Men neemt geen genoegen meer met noodoplossingen, zoals het uitrusten van de auto met een zui veringsinstallatie. Het toepassen van „andere" motoren is nog niet van de grond gekomen, omdat der- geiyke motoren de auto aanzienlyk duurder maken. Zo langzamerhand begint echter het besef door te drin gen, dat het toch niet anders kan. De moeiiykheid is nu alleen nog: op welke alternatieve schone motor zal de keuze uiteindeiyk vallen? Want er zijn intussen diverse soorten uit de breinen van de constructeurs ontsproten. Daar zyn de stoommo tor, de electrische motor, de freon- motor, de aardgasmotor en als meest opmerkeiyke de vliegwiel- De Amerikaanse regering heeft de autofabrikanten voor het blok gezet. In 1976 moeten zij auto's met zo goed als schone motoren maken. Zo niet, dan zal de produktie van auto's, die niet aan de eisen voldoen, van regerings wege worden stopgezet. De autoindustrie houdt die opdracht voor onmogelijk en zegt als enige alternatief voor 1976 alleen nog maar de antivervuilingsinstallatie voor de gebruikelijke motoren te zien. Wel heeft men kans gezien inmiddels de verontreiniging enigszins te be perken. Dit kon door de auto's uit te rusten met minder krachtige motoren en lagere compressieverhoudingen. De oliemaatschappijen konden hierdoor benzinesoorten aan de markt brengen, die geen of weinig lood bevatten. En lood is een van de verontreinigende bestand delen van het uitlaatgas. Jammer is alleen dat de automobilisten zo weinig belangstelling toonden voor deze wat duurdere benzine soort. Andere verontreinigende elementen van het uitlaatgas zijn koolwaterstof fen, koolmonoxide en stikstofoxide. Koolwaterstoffen zijn het gevolg van gedeeltelijke verbranding van benzi ne. Onder normale atmosferische om standigheden zijn sommige koolwa terstoffen niet giftig. Andere daar entegen hebben, aangebracht op de huid van proefdieren kanker veroor zaakt. Deze dragen ook bij tot de vorming van smog. Ook koolmonoxide is het gevolg van onvolledige verbranding van ben zine. Een concentratie van tien de len koolmonoxide per miljoen wordt als schadelijk beschouwd, omdat deze dan veranderingen in hart en bloed vaten kunnen veroorzaken. Een con centratie van 100 delen per miljoen is vrij normaal in druk stadsverkeer. Veel mensen krijgen daarom last van hoofdpijn of duizeligheid. Bij oude re of zwakkere mensen kan bloot stelling aan een grote concentratie zelfs de dood ten gevolge hebben. Stikstofoxide ontstaat als stikstof en zuurstof zich verbinden. Stikstof en zuurstof komen overvloedig in de atmosfeer voor. Deze chemische re actie vraagt om warmte en die wordt geleverd door automotoren. Stikstof oxide prikkelt en heeft de neiging zich om te zetten in stikstofdioxide, dateen bestanddeel is van smog en volgens deskundigen de longen kan beschadigen. Niet de enige De automotor is niet de enige ver- ontreiniger van de lucht, maar wel de grootste. Men meent dat ongeveer de helft van de luchtverontreiniging veroorzaakt wordt door uitlaatgas sen van auto's. In de Verenigde Sta ten is een anti-verontreinigingsappa raat ontwikkelt, dat het afscheiden van koolmonoxide en koolwaterstof drastisch vermindert door ze te ver anderen in onschadelijke waterdamp. Deze katalytische omvormer Ujkt op een knalpot. Het vervelende is alleen, dat dit apparaat niet te gebruiken is bij loodhoudende benzine, omdat het lood zich in het apparaat ophoopt en op den duur het apparaat minder werkzaam maakt. Een ander nadeel is dat het apparaat stikstof veran dert in ammonia, zodat van de ene vieze stof een andere wordt gemaakt. Voorts werkt het apparaat weinig doeltreffend tijdens het opwarmen van de motor, terwijl juist in deze periode de meeste uitlaatgassen wor den uitgestoten. Een minder ernstig bezwaar is, dat de omvormer het benzineverbruik met een kwart zal doen stijgen en de auto zelf bij aanschaf 25 procent duurder maakt. Ford en General Mo tors denken in staat te zijn tydig een omvormer te construeren, die geen nare bijwerkingen heeft. De bestrijders van de luchtveront reiniging zien niets in zo'n omvor mer. Zij vinden slechts een volledig Tegenwoordig zullen ze zo'n stoomwagen natuurlijk niet meer maken- Maar aan het principe van de stoommotor gaat omdat een dergelijke motor nauwelijks vuile uitlaatgassen uitstoot. steeds meer denken, De Wankelmotor met draaiende zuiger wordt nog steeds beschouwd als een mogelijk basisconcept voor een schone motor. Deze motor is nog wel gebaseerd op de gebruikelijke in wendige verbranding, maar biedt in vergelyking met de normale benzine motor toch voordelen. Hij is kleiner en heeft veertig procent minder be wegende delen. In een normale motor dryven op-en-neer-gaande zuigers een krukas aan, terw-yi de Wankel motor de krukas draait door het ro teren van een aan die krukas gekop pelde veelzijdige zuiger in een ver brandingskamer. Hierdoor wordt minder koolmonoxide en stikstofoxi de uitgestoten, maar er komen nog steeds koolwaterstoffen vry. Dit laatste denkt men-te kunnen ondervangen door het gebruik van loodvrije benzine en eenvoudige anti- verontreinigingsapparaten General Motors ziet er wel wat in, want dit concern heeft evenals het Japanse Toyo Kogyo-concern enkele jaren eerder deed een licentie gekocht om de Wankelmotor te mogen maken en verkopen. Gas Het gebruik van vloeibaar gas als brandstof is ook een mogelijkheid om de verontreiniging tegen te gaan. Propaan en butaan worden al jaren gebruikt in taxi's en bestelwagens omdat ze weinig verontreiniging ver oorzaken. De toepassing van vloei baar gas vergt een aanpassing van de motor, hetgeen kostenverhogend werkt. Daar staat tegenover, dat het gas ongeveer de helft goedkoper is als benzine. Voorlopig is het toe passen van vloeibaar gas op particu liere auto's echter nog geen aantrek kelijke zaak, omdat er te weinig pompstations zijn, die vloeibaar gas leveren. Pas als de distributie op grote schaal geregeld is, dan zit er toekomst in het schonere vloeibare Elektriciteit Electrische auto's zijn aantrekke lijk, omdat ze geen verontreiniging veroorzaken, geluidloos rijden en weinig- onderhoud behoeven. Proble men worden echter nog gevormd door de korte actieradius en de noodzaak de accu's dikwyis op te laden. Daardoor leek het erop dat de electrische voortbeweging beperkt zou blijven tot kleine bestelwagen- tjes, invalidenwagentjes e.d. Men tracht echter de electrische auto nog te verbeteren. Zo is een Amerikaanse maatschap pij erin geslaagd een electrische auto te ontwikkelen, die een actieradius heeft van bijna 600 kilometer en een top/kruissnelheid van 112 km per uur, terwijl de accu binnen een half uur tot 80 procent van de capaciteit kan worden opgeladen. Deze aan trekkelijke electrische auto zal zo'n 30.000 gulden moeten gaan kosten, zodat massa-gebruik voorlopig nog niet is te voorzien. Toch verwacht de maatschappij dat de prijs bij massaproduktie con currerend zal kunnen worden. Zij voorzien ook binnen niet al te lange tijd zeer eenvoudige methoden om de accu te kunnen opladen, hetgeen natuurlijk ook een voorwaarde is. Tegen die tyd zullen electrische wa gens kunnen worden opgeladen aan speciale stopcontacten bij parkeerme- ters, garages en bijvoorbeeld winkelcentra. Stoom De stoommotor, die aan het begin van deze eeuw werd verdrongen door de benzinemotor, zou de rollen nu weer kunnen omdraaien. De stoommotor werd toen beschouwd als te duur en met teveel nadelen behept. Hij had erg veel water nodig en was gevaarlijk wegens het ontploffings gevaar. Ondertussen is men er in ge slaagd veel nadelen van de stoom motor te ondervangen. Het vele wa tergebruik bijvoorbeeld kon worden teruggebracht door een soort kring loop te creëeren. Hij loopt op laag waardige brandstof als petroleum eD ZATERDAG 11 SEPTEMBER 197: LANGS SNELWEGEN OPSTAKELVRIJE ZONE VAN TIEN METER NOODZAKELIJK Aan de hand van Amerikaanse derzoekingen en een onderzoek vac de Dienst Verkeerskunde heeft Rijkswaterstaat een obstakelvrije zone van tien meter (waarin dui ook geen beplantingen moger voorkomen) vastgesteld aai kant van de rijbaan van autosnel wegen. Dit de Amerikaanse onder zoekingen kan worden afgeleid, dat bij een dergelijke zone tachtig pro cent van het aantal wagens, van de weg afraakt, niet met der gelegen obstakels in aanraking Het ministerie van Verkeer Waterstaat wijst ook op de toepas sing van beplanting als het midde bij uitsték om de weg aan te pas sen. Ter illustratie zegt het minis terie, dat in de laatste vijf jaa langs de rijkswegen gemiddeld pe jaar 20.000 bomen werden geplan en gemiddeld 10 min. planten d grond in gingen. Beplanting bovendien gezien als van belan zijnde voor optische geleiding in bui tenbochten. Hoe groot het nut van bomen ooi kan zijn. zij kunnen met de ont wikkeling van het verkeer ook ge vaar gaan opleveren. Dit gele vooral op plaatsen, waar bome volgens de huidige inzichten dicht langs de weg zijn geplant. Volgens onderzoekingen van Stichting Wetenschappelijk Onden 1 zoek Verkeersveiligheid, vastgesteld, dat minstens veertid 1 procent van het aantal verkeersdo-1 1 den een rechtstreeks gevolg i een botsing met een vast voorwerp 1 en dat 65 procent van deze vast- voorwerpen bomen zijn. Het rooien van bomen vergt vol gens Rijkswaterstaat een zorgvul 1 dige afweging van veiligheidsfactol ren tegenover de verarming va toebrengt, kiest Rijkswaterstaa 1 staat zegt zich dit bewust te zij 1 en tracht waar mogelijk bomen t 1 sparen door het plaatsen van ee beveiligingsconstructie. Hoewel df ze uit esthetisch oogpunt het lanc schap op hun beurt enige schac toebrengen, kiest Rijkswatersls voor deze beveiliging, als het r van bomen duidelijk het landscb schade toebrengt. geslaagd diverse leuke elektrische autootjes te ontwikkelen. Dit bijvoorbeeld is de „Amitron". Hij biedt plaats aan drie inzittenden, ■dt gevoed door accu's. De actieradius is echter beperkt, zodat het wagentje slechts geschikt is voor stadsritten. De meeste onderzoekingen worden verricht op het gebied van de elektrische voortdrijving. In het Britse onderzoekingscentrum van de Koninklijke Shell Groep worden zelfs proeven genomen met een DAF 44, die wordt aangedreven met behulp van het brandstofcellensysteem. De batterij brandstofcellen is in de kofferruimte ondergebracht. heeft een grotere actieradius dan de auto met benzinemotor. Men heeft de hoop nu gevestigd op stoommo toren van dit type, die vloeistoffen gebruiken, die een geringe vervuiling veroorzaken. Ondanks alle andere typen moto ren heeft men de benzinemotor nog niet definitief van het lystje afge voerd. Een motor die de benzine vol ledig zou verbranden is immers ook schoon. Vandaar dat hierop nog driftig wordt gestudeerd. Van een geheel andere conceptie is de opwindauto. Door de meeste autoconstructeurs wordt deze niet se rieus genomen, maar er zijn enthou siastelingen, die er nog wat in zien. Het principe is gebaseerd op de speel goedauto, die wordt voortgedreven door een paar keer flink met de wielen over een oppervlakte te rol len. En dus heel eenvoudig en „brand schoon". De opwindauto zou zijn voortbewe gende energie moeten verzamelen in een vliegwiel. Een kleine electromo tor zou het vliegwiel moeten opwin den. waarna het vliegwiel door zijn draaiende beweging electriciteit zou moeten opwekken, die de energie le vert om de wagen te kunnen voort bewegen. Men denkt erin te kunnen slagen een constructie te maken waarbij het vliegwiel energie leven voor 160 km. Daarna zou het vlieg wiel opnieuw opgewonden moeten worden. Ondertussen windt de autoindustrir zich steeds meer op over de opge wonden houding van de tegenstan ders van de luchtverontreiniging, die er zelfs in zijn geslaagd regeringen voor hun karretje te spannen. Zodat met volle energie gewerkt wordt aan anti-luchtverontreinigingswetten, die ertoe dwingen op korte termijn scho ne motoren uit te vinden. Vast staat in elk geval dat er sinds jaar en dag kapitalen gestoken worden in het ontwikkelen van dergelijke motoren, waarbij telkens de conclusie getrok ken moet worden, dat de schone auto duurder zal uitvallen dan de auto mobilisten tot nu toe gewend zijn. GUIDO HALLEEN NEDERLAND HEEFT GEMIDDELD MEESTE BROMFIETSEN Nederland heeft veruit de groi ste bronifietsdichtheid. Begin IS was er één^ bromfiets per 6,5 derlanders beschikbaar. Op de twe de plaats komt Frankrijk met 8,5, terwijl voor Oostenrijk een fer van 1 15 kan worden bö kend. In België is de bromfiets zo populair als in Nederland: ied 24ste Belg heeft een brommer. bromfletsdichtheid in Italië is 25. Duitsland en Zweden komen achteraan met resp. 1 55 en 1 terwyl in Engeland waar voo bromfiets dezelfde wettelyke be; lingen gelden als voor de motorfi maar één op iedere honderd ivoners een brommer heeft. EEN OP DRIE NEDERLANDERS MET AUTO NAAR HET WERIQ In de Verenigde Staten gaal procent van de bevolking i eigen auto naar het werk cent per trein6 procent per en eveneens 6 procent gaat te t Nederland komt voor ivat bet het vervoer per particuliere op de derde plaats met 38 proe In Finland en Oostenrijk gaal hoog percentage van de bevol lopend naar het werk: rei lijk 39 procent en 82 procent, ons land is dit slechts 9 prot RIJKSWEGEN DRUKKER De intensiteit keer op de rijkswegen is vorig! belangrijk sterker gestegen di jaar daarvoor, namelyk met l#l cent. De drukte op onze auto:- is thans 2'j maal zo groot als jaar geleden. Het personei keer gaf vorig jaar een stygint zien van 14 procent, terwijl vrachtautoverkeer over 1969 1970 stabiel bleef. De groei van verkeer op de autosnelwegen to dus voor rekening van de person auto. De groei van het goedei vervoer over de weg komt schynlijk tot uiting in het gr01 laadvermogen in het gw' - vrachtau'ff

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 14