WINKELFUNCTIE VAN LEIDEN OP KLEINER GEBIED CONCENTREREN Suggestie Binnenstadsnota: „Ik ben er van overtuigd dat ik meer kan dan ik op het ogenblik presteer" ileer dwarsverbindingen tussen de winkelstraten Leidse bloembinders vinden dat ze te weinig aan bod komen Cees Varkevisser 1971 hONDERDAG 12 AUGUSTUS 1971 LEIDSE COURANT PAGINA 2 Om er te winkelen is Leiden geen ongezellige stad. En toch gaan er f wat mensen naar Den Haag om de niet-alledaagse inkopen te doen. De icente Binnenstadsnota Leiden wijdt in een apart hoofdstuk de aandacht aan jt winkelen in Leiden. Want is de mogelijkheid tot winkelen al een functie van j f Leidse binnenstad, het zo volledig mogelijk benutten van deze mogelijkheid is en even groot probleem. Want hoe kan het gemeentebestuur maatregelen treffen m de Leidse binnenstad te maken tot een paradijsje voor kopers zowel als ver- opers. als het tegelijkertijd ontwikkelingen moet bevorderen (zoals die voor het trkeer). die dikwijls strijdig lijken met de winkelfunctie van het stadshart. Een ompromis lykt de beste oplossing: het eigenlijke winkelhart moet naar omvang j lorden beperkt. De binnenstadsnota gaat er in zijn [schouwing over het winkelen vanuit het goed functioneren van een nkelcentrum twee factoren onmisbaar het moet bereikbaar zijn en het iet de kopers aantrekken. Dit laatste door de kwaliteit van het gebodenc r het wordt ook beïnvloed door het nkelmilieu: voetgangersstraten en verses langs de belangrijkse win- Iconccntraties; rustpunten, zoals ter- sjes, verzorging van straten en straat- eubilair: verlichting, groen, bloemen, aggen en losse vitrines. Waar de oude binnensteden door- op het gebied van de bereikbaar- eid in het nadeel zijn. vergeleken bij winkelcentra missen de alste meestal de speciale sfeer van de innenstad. Men kan nu de oude bin- oor gemotoriseerd verkeer af- proberen, er de sfeer tot een op te voeren. Maar, ervan dat grotere winkelcentra te- nWoordig meteen al als een voetgan- srsgebied worden opgezet, terwijl zo- winkelstraat in de stad voor ulo's toegankelijk is, zou die straat goede bereikbaarheid auto- lanten meer comfort kunnen bieden, [oor ïuimte te scheppen voor kort- parketen. Nieuwe winkelcentra zetten gaandeweg inderdaad alle troeven op de sfeer terwijl de vanouds gevestigde i waMstraten het in de parkeermoge- póeden zoeken. Koe is de situatie in de Leidse bin- lad? Het voornaamste winkelgebied j :t zich uit van 'de Korevaarstraat Donkersteeg tot aan de Blauw- irtburg (1000 meter) en van de Ha- tot de Blauwpoortsbrug via de irlemmerstraat 100 meter). Tel :bij enkele uitlopers met vaak zeer karakter, zoals Stationsweg istraat, Mare, Jan Vossensteeg, Ha ven, Hogewoerd, Breestraat-Kort Ra penburg-Noordeinde, de Morsstraat en de Doezastraat-Herenstraat, Een rond gang door het voornaamste winkelge bied van de Leidse binnenstad betekent een wandeling van drie kilometer. De voornaamste winkelgebieden van de Amsterdamse-, de Haagse- en de Rot terdamse binnenstad, strekken zich niet over zulke lengten uit en bovendien zijn er behalve langs de hoofdroute nog méér winkelwanden, die veelal parallel lopen met de hoofdroute Leiden heeft voor een kleiner verzorgingsgebied dan elk van genoemde steden een uitgebrei der winkelgebied, waarvan de hoofd straten ver uiteen lopen. Deze handicap wordt het zwaarst gevoeld door dege nen, die met de auto komen en na gedane zaken weer naar hun parkeer plaats terug moeten lopen. Als de auto als storend element uit de binnenstads winkelstraat geweerd moet worden, dan kan men toch niet zonder alternatief, aanvullend transportmiddel, bijvoorbeeld een opstapbusje, naar de dichtstbijzijn de parkeerplaatsen. MOGELIJKHEDEN Men zou erover kunnen denken, de loopafstand in te korten door de uitlo pers van het winkelgebied af te snijden en het overblijvende deel te intensive ren, bijvoorbeeld door het uitbreiden van de winkelvloeroppervlakte hetzij in bestaande hetzij in nieuwe gebou- Andere mogelijkheden ziin: 1 )de winkelfunctie te concentreren, zo dat aansluitend aan de Breestr.(v.a. de Mandenmafcerssteeg) een totale recon structie denkbaar is van het gebied Korevaarstraat-Levendaal-Hoge- woerd. Maar door de zuigkracht van het station zal er aan het andere uit einde van de Breestraat altijd een winkelgebied blijven bestaan. Het win Eerste paal geslagen voor ..De Lorentzhof" LEIDEN Op het terrein tussen hol Lidwinabuis aan de Lammeschansweg en het sportpark aan de Cronesteinkade werd gistermiddag de eerste van de 240 palen geslagen, die het bejaardencen trum „De Lorentzhof" zullen dragen. Het verzorgingshuis voor bejaarden, ontworpen door het aixhitectenbureau ir. M. P. Schutte b.i. en G. H. Bellaard h.b.o. te Leiden zal drie vleugels omvat ten van drie, respectievelijk vier bouw lagen en één laagbouwvleugel. De drio vleugels van het hoofdgebouw zijn ver- schervend geprojecteerd langs de sloot, die het sportpark omgeeft. Ze bevatten kamers voor 97 alleenwonende bejaar den en tien bejaarde echtparen. Voorts is er een ziekenboeg met negen bedden en woonruimte voor acht interne perso neelsleden en twee logés in opgenomen. Het gebouw wordt deels onderkelderd. In de kelder zijn een rijwielberging en op ruime schaal hobbyruimten gepland. De keuken, daarboven gelegen, zal een overcapaciteit hebben in verband niet het „Tafeltje-dek-je"-werk. De laag bouw, ten slotte, omvat een flinke re creatiezaal en een mortuarium met be- zinningsruimte. Het complex wordt ge bouwd in odracht van de Nederlands Hervormde Diakonie te Leiden. De bouw, waarvoor gebruik werd gemaakt van adviezen door het Bureau Organi satie Bouwwezen te Utrecht, wordt uit gevoerd door het aannemersbedrijf H. Korswagen te Leiden. De heer W. F Lefeber, voorzitter van de stichting „Bejaardencentrum De Lorentzhof", hielp na een welkom aan de genodig den de eerste paal de grond in. Na afloop van die plechtigheid gebruikte het gezelschap een consumptie in de aula van het Lidwinahuis. Namens het gemeentebestuur was de heer J. Lijten, wethouder van economische zaken, aan wezig. Ook dokter J. G. Bazuin, direc teur van de GG en GD, en bestuursle den van zuster-organisaties en directie leden van bejaardentehuizen in Leiden waren getuigen van het slaan van de eerste paal. kelgebied zou daardoor in twee losse delen gescheiden worden. 2) de winkelfunctie te concentreren rond Haarlemmerstraat-Pelikaanstraat. Het gebied is goed bereikbaar en er zijn parkeermogelijkheden te maken. 'Maar zo'n winkelgebied zou de kracht uit het eigenlijke winkelcentrum weg zuigen en de niet op de nieuwbouw aansluitende zaken om zeep helpen. 3) de winkelfunctie te doen vervullen door een totaal nieuw winkelcentrum buiten het historische stadshart. Hoewel de gevolgen van zo'n ingrijpende stap niet te overzien zijn, ziet het er wel naar uit, dat het voor de winkels in de binnenstad de dood in de pot zou zijn. De beste mogelijkheid lijkt concen tratie van dewinkelfunctie in een ge bied met een niet te grote doorsnee in het midden van het voornaamste win kelareaal. De binnenstadsnota sugge reert een cirkel met een straal van 250 meter, waarvan het middelpunt ligt op de hoek Hoogstraat Visbrug. het gebied binnen die cirkel is. zelfs door ALTERNATIEF Een andere mogelijkheid ziet de bin nenstadsnota in 't creëren van dwars- fraverses, meer circuits dus, tussen de Breestraat en de Haarlemmerstraat. Daarbij kan men zelfs denken aan een voetbrug tussen Stille Mare en het Waaghoofd om de Hoogstraat te ontlas ten waar zich op mooie zaterdagen in 1967 al 7 a 8000 mensen per uur doorwrongen. Ook een parallelroute langs de voet van de Burchtheuvel met een voetbrugje over de Oude Rijn hoort tot de mogelijkheden, evenals een voet brug halverwege de Botermarkt naar Nieuwe Rijn-Hooglandse Kerkgracht of het opnemen van het Stadhuisplein of zelfs van delen van het Stadhuis zelf in het winkelgebeuren worden mogelijk geacht. schenhage moet een beleid afgestemd worden hetzij op bescherming van de middenstandbedrijven in hun huidige vorm, danwel op een verbetering van de winkelfunctie als geheel, op den duur eventueel ten koste van bepaalde deelbelangen. Er zijn in dat opzicht verschillende mogelijkheden maar het zou te wensen zijn, dat er nog een warenhuis of andere „trekker" in het gebied Mare Jan Vossensteeg geves tigd zou kunnen worden. De voornaamste winkelstraten waaieren in lange linten uit door de Leidse binnenstad. Concentratie van de gehele winkelfunctie op een, beperkt deel van de binnenstad lijkt de enige oplossing om de binnenstad als winkelcentrum te kunnen handhaven. Maar dan moet er ook een winkelcentrum komen, waarin men veilig en gezellig inkopen kan doen. niet gehinderd door het gemotoriseerd verkeer. Velé steden in Nederland, hebben zulke centra al: een van de voorbeelden is de Diezerpromenade in Zwolle. Door een ver uiteenlopend winkelbestand, sterke verkrotting veel monumentale panden en een problematisch verkeer is Zwolle enigszins met Leiden te vergelijken. Daarom hier een kijkje in de Diezerpromenade". „Het corso zou door ons veel goedkoper gemaakt kunnen worden LEIDERDORP Het Rijnsburgsc bloemencorso ligt nog vers in de herinnering. Een kapitaal aan bloe men en arbeidsloon reed aan tienduizenden toeschouwers voorbij. Voor minstens honderdduizend gul den. Het is vooral het arbeidsloon dat het bloemencorso zo verschrik kelijk kostbaar maakt. Het zou veel goedkoper kunnen. Althans, dat is de mening van bloembinders uit Leiden en omgeving. ..De bloembinders komen uit alle de len van het land. Uit Roermond, Hengelo, noem maar op. Dat is in de jaren zo gegroeid en daar komen wij niet tussen", zo wordt gezegd. Vooral de laatste paar jaar kent ook Leiden en omgeving uitstekende bin ders. En zij menen dat het zo lang zamerhand tijd wordt om de aan dacht eens op hen gevestigd te krij gen. Zij hebben zich vorig jaar vere nigd in de Studieclub '70 L. O ILeiden en Omgeving). Voorzitter is de heer P. Zuijderduijn uit de Ei kenlaan in Leiderdorp. Iedere twee de donderdag van de maand wordt er vergaderd. Dat gaat in een ge moedelijke sfeer, waarbij ook echt genotes en verloofdes aanwezig zijn. Er zijn zeven van die studieclubs in ons land en zij blijken in een be hoefte te voorzien. „Wij zijn al eens benaderd om medewerking te verle nen, rpaar het gekke is dat men denkt dat wij alles pro deo doen en dat is natuurlijk niet zo. Wel kun nen wij aanmerkelijk goedkoper werken dan bijvoorbeeld iemand uit Groningen die veel meer tijd kwijt dan wij. Met het Rijnsburgse bloemencorso is dat óók zo. De bloembinders doen het al jaren en hebben hun vaste klanten. Wij ko men daar haast niet tussen. Tenzij er één uitvalt". De heer Zuijderduijn ziet wat dat betreft voorlopig geen verbetering. Volgens anderen die bij het corso betrokken zijn, speelt vooral in de artistieke bloemenwe reld, de vriendjespolitiek een voor name rol. „In de Burgerzaal van het Leidse stadhuis hebben wij eens een bloemenshow gehad en die sloeg be hoorlijk aan. Aqua Hortus zou bij voorbeeld ook best eens kontakt met ons kunnen opnemen", zegt de heer Zuijderduijn, die in zijn vrije tijd zo nu en dan ook nog les in het bloem schikken geeft aan leden van de personeelsvereniging van Sikkens Lakfabriek. De studieclub voor de bloemsier- kunst is er om het vakpeil nog meer „omhoog" te brengen. De leden zijn er van overtuigd dat de klanten er hun voordeel mee doen. „Men gaat steeds meer inzien wat er met bloe men kan worden gedaan. Tegen woordig koopt men in het warenhuis een bos bloemen. Bij de bloemist, die zich tevens toelegt op het bloembin- den, kan men een fraai bloemstukje bestellen. En dat is hèèl anders." Een ander voordeel van die studieclub: „Vroeger zag je in elkaar de groot ste concurrent. Nu gaan wij gewoon vriendschappelijk met elkaar om. Ook al ben je concurrent van el kaar, daarom kun je best gezellig Op 27 september is er de „Fleurop" in Utrecht. Dan wordt ook de binder van het jaar gekozen. Studieclub'70 L. O., zal daar ook zijn vertegen woordigd en men verwacht hoge ogen te zullen gooien. Volgend jaar is er „Floriade" in Amsterdam. „Dat is heel belangrijk om internationale kontakten te kunnen leggen. Mis schien dat alle studieclubs daaraan mogen meedoen. De beste in ieder geval. Daarom is „Fleurop" dit keer zo belangrijk." De heer Zuijderduijn verwacht dat de studieclubs in ons land een grote toekomst hebben en dat er misschien nog wel eens een overkoepelend orgaan zal komen. „Dat betekent natuurlijk niet dat er een nieuwe bond zal komen." Voorlopig houdt men zich nog alleen aan het devies: Het artistieke peil van de bloembinders op een nog beter peil te brengen. KATWIJK Cees Varkcvisser lijkt me een duidelijk voorbeeld van een analytisch denker. Zijn prestaties als dammer wijzen daar in de eerste plaats op, maar ook een gesprek met hem levert die indruk op. Hij ant woordt koel en weloverwogen. Lijkt zijn woorden eerst te kauwen voor hij ze uitspreekt. Een heel bedachtzame man. Van beroep computerprogram- meu, 28 jaar oud en sinds april van dit jaar getrouwd. Zit op de ribfluwe len bank in zo'n typisch moderne huiskamer: nog een beetje ribfluweel, geen tierelantijnen, een tikkeltje con trasterende kleuren. Opmerkelijk de tail: een beeldje van Lenin op de schoorsteen. „Een souvenier uit Rus land. zegt Varkcvisser verontschuldi- LAAT DE SCHIJVEN TOT ZICH SPREKEN Hij was pas in de Sowj et-Unie mei, het Nederlandse team. Zijn resultaten waren bevredigend. Hij heeft het naai zijn zin gehad. „Dan bedoel ik wel alleen het dammen. Daarnaast hebben we erg weinig tijd gehad. Ik heb weinig van het land kunnen zien. Maar daar kom je ook niet voor tenslotte. Wat het dammen betreft vind ik het altijd erg fijn om tegen de Russen te spelen. Per slot, van reke ning zijn Nederland en Rusland de twee belangrijkste landen op dit ge bied. De Russen hebben het voordeel dat zij een zeer brede top hebben. Achter Koeperman. Andreiko en Tje- golev. de algemeen erkende groot machten, staat een heel regiment ta lentvolle jongens. Zeker wel zo'n 15 a 20 mensen die op een hoog peil staan en bijna niets voor elkaar onder doen. Hier ligt dat heel anders. Je hebt de top, Sijbrands en Wiersma, een tijdje niets en dan de semi-top waartoe ik behoor. Dat zijn maar een paar men sen. Het gekke is nu dat de Russen een wedstrijd van acht tegen acht wilden i.p.v. de gebruikelijke tiental len. Ik begrijp werkelijk niet waarom Als we bij wijze van spreken met 100 man tegen hen zouden spelen zouden wij weggevaagd worden. FULL PROF Varkevisser schuift zijn goudgerande bril omhoog en staart nadenkend naar het behang. „Hét grote verschil is natuurlijk dat ze daar veel meer faci liteiten krijgen. De drie die ik net al noemde Andreiko en zo, zijn full profs. Ze kunnen de hele dag aan lammen besteden. Kom daar bij ons eens om. Ik ben er van overtuigd dat ik veel meer kan dan ik op het ogenblik presteer. Maar wat is er nodig om mijn peil te verhogen? Juist, lijd. Als het goed is moet je minstens 20 uur per week uittrekken voor stu die en bovendien zeker 1 partij per week spelen, plus af en toe eens een toernooi. In mijn huidige situatie komt daar natuurlijk niets van te recht, dat zal duidelijk zijn. Ik zou best full-prof willen zijn maar dat kan bij ons gewoon niet". Hij haalt de schouders op. „Nou ja, Sijbrands dan natuurlijk. Die leeft inderdaad van het dammen. Maar dat moet je dan wel in zeer ruime zin opvatten. Van Overeenkomst tussen dammen en „links zijn" is denkbeeldig het spelen zelf zou ook hij niet kun nen leven. Hij woont op een kamer in Den Haag die door zijn club wordt betaald, hij heeft dit jaar die Teleac- cursus gehad, speelt veel toernooien en simultaanwedstrijden dan heeft hij nog zijn krantenrubrieken. Dat is een heel belangrijke bron van inkomsten. Kijk, zo komt Ton toch nog wel aan zo'n 300 gulden per week. En dan is het leuk. Ik vind overigens dat hij erg goed schrijft. Dat gaat ook heel vlug. Ik kom hem wel eens halen als we naar een bijeenkomst van het natio nale team gaan en dan zegt-ie: „Wacht even vijf minuten, ik moet nog een stukje schrijven. Dat. doet hij dan ook, werkelijk waar. STUKKIE SCHRIJVEN Hij begint plotseling te grijnzen: „Is het niks voor jullie zo'n rubriekje? Ik heb er wel zin in. Voor vijftig gulden heb je een aardig stukje. Ik geloof ook wel dat het nuttig is want er zijn tenslotte ontzettend veel huisdammers. Die mensen zouden er echt wel wat aan hebben. Dat zou ook erg goed zijn voor de damsport in het algemeen". Over kranten gesproken. Je ziet er niet veel rondslingeren bij Cees Varke visser. „Dat klopt, zegt Cees, ik ben niet op een krant geabonneerd. Ik ben het wel van plan, maar het is er gewoon nog niet van gekomen. Als j« de zaken een beetje volgt kun je toch wel bij blijven en een standpunt in nemen". Zijn oog valt op Lenin. Htj grinnikt weer: Die heeft overigen» met mijn standpuntbepaling niets te maken. Ze zeggen wel eens dat er nogal wat linkse mensen zijn onder dammers en schakers. Een Sijbrands, Donner, Bronstring. Maar lk geloof toch dat het verband daartussen niet bestaat". SCHUIVEN „Nu we het toch over dammen en schaken hebben. Het zit mij dwars dat schaken zo veel hoger wordt aange slagen. De mensen denken dat het veel moeilijker is dan dammen. Dat helemaal niet waar. Het begin na tuurlijk wel. Je koopt een damspel en begint te schuiven. Erg eenvoudig. Dat doen de huisdammers, eigenlijk is dat dan ook een verkeerd woord. Het zijn meer schuivers dan dammers". Hij lacht. „Er zit zo ontzettend veel in. Er zijn duizenden combinaties mogelijk. Steeds weer nieuwe. De schijven spre ken gewoon tot je. Het is boeiend het spel te analyseren, zes zeven zetten vooruit te denken en dan tot de ont dekking komen dat je er naast zit. Dan is het een uitdaging om toch weer een uitweg te zoeken. Dat i» beslist niet, eenvoudig. Daarom steekt dat onderscheid tussen schaken en dammen mij zo. Neem een man als Fischer. Men raakt er niet over uit gepraat. En terecht. Maar wat Ton Sijbrands doet is niet minder. Je kunt die twee best met elkaar vergelijken. Het maco van Sijbrands is dat hij niet hard genoeg is. Hij raakt te vlug geïrriteerd als zijn tegenstandera iets doet wat hem niet bevalt. Daar is vooral Andreiko erg sterk in. Dat heb ik in die laatste wedstrijd nog ge merkt. Hij heeft de gewoonte nogal eens weg te lopen van het bord. Dan gaat hij een eind verder bij een ander bord staan kijken en dan moet je hem gaan halen en zeggen dat het zijn beurt is. Ik ben er niet ingetrapt, ik ben rustig blijven zitten. In zo'n situ atie moet je ook keihard zijn. Het is toen een remise geworden. Ook daar heeft Andreiko zijn methode voor. In een duidelijke remisepositie blijft hij stug doorgaan. Hij weet wel dat hij niet kan winnen maar probeert je dan mentaal te breken door de zaak te rekken. Het gebeurt dan wel dat zijn tegenstander zich mee laat slepen en toch probeert te winnen. Het gevolg Is dat hij 'fouten gaat maken en dan heeft Andreiko zijn zin. Als de zaken er zo voor staan komt 't er op aan koel te blijven. Dan kan er weinig gebeu ren. Ook niet tegen de wereldkampt- Op het dambord dat hij intussen om wille van de foto heeft laten aanruk ken spelen wij ter afsluiting een par tijtje. Spelen tegen Cees Varkevisser is erg leuk. Alleen duurt het niet zo NIEKJAN VAN RESTEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 3