Dr. Pluizer vraagt uw aandacht voor
een kruiswoordpuzzel
Sli
DE BEEK DIE
GEHOORZAAMDE
AIT AAR de snel stromende bergbeek
"smal is, daar bruist het water met
wit schuim voorbij. Het wringt zich
lussen rotsblokken door, maar op de
todem van de beek liggen stenen die
fTlad geslepen zijn door de eeuwige
stroom. Een eindje verderop wordt het
water rustiger en kabbelt glinsterend,
soms zelfs helder als glas. De beek is
daar breder en stroomt tussen groene
In zulke bergbeken dartelen forellen.
Dat zijn slanke, zilverglanzende vissen
die nu en dan boven het water uit
springen. Vissers houden ervan ze aan
hun haak te slaan. Sommigen staan
dan op een rotsblok aan de kant,
dikwijls ook tot aan hun knieën
't water waar zij zich staande moeten
houden op zo"n gladgeslepen steen.
Andere vissers zoeken het kalmere
gedeelte op en hengelen vanaf de groe-
Er was eens een koning die in
beroemdste forellenbeek van
land wilde vissen. Hij liet zich in
draagstoel brengen naar de gr
strook waar de stroom glinstert en
helder als glas kabbelt. Een hele dag
wierp hij de hengel uit. maar
is, terwijl iedereen 1
hengel kreeg? Heel i
dig omdat een gewone visser die niets
van de koning afwist, hem vóór was.
Hij stond met zijn hengel waar het
water witbruisend tussen de rotsen
schiet. Elke forel die daar zwemmend
of springend voorbij kwam, werd door
de visser gevangen en aan het eind
van de dag had hij een mand vol,
bijna te zwaar om alleen te dragen.
En hij wist niet dat een eindje ver
derop de koning met lege handen
De koning was over zijn mislukte
dag zó boos geworden dat hij de beek
een verwensing toeriep: ..Ik wil niet
dat er in je stroom nog één forel zal
zwemmen, zolang ik koning ben!!"
riep hij woedend tegen het kabbelend
voor goed geld verkocht, merkte een
volgende keer dat hij geen geluk
meer had met z'n hengel. Hij probeerde
het nog eens op eencandere dag, en
daarna nog eens, maar er kwam geen
enkel visje aan zijn haak en telkens
keerde hij met een lege mand naar
huis.
Toen hoorde hij dat de koning aan de
beek verboden had nog langer vissen
in zijn water te laten zwemmen. En
de man die met zijn vrouw en kleine
zoon leefde van de visvangst, borg met
spijt zijn hengel op en werd jager. In
de beek die zo beroemd was geweest
om zijn forellen. Maar iedereen be-
ïerkte dat het water aan de koning
gehoozaamde
de
Zo gingen twintig jaar voorbij. In
tussen was de kleine zoon van de
man, die geen visser meer was maar
jager, groot geworden. En ook de klei
ne zoon van de koning was een grote
prins. Deze beide jongemannen zagen
op dezelfde dag het visgei
:ant: ..Deze
zonder dat zij het van
kregen zij allebei het
de beroemde bergbeek
vaders staan
verlangen na;
te gaan om te proberen of het
nog steeds geen forel liet zwemmen.
De prins kwam van de ene kant, de
jagerszoon van de andere. Tegelijker
tijd stonden zij op de rotsblokken
langs de beek, gescheiden door het
De koningszoon
gerszoon het en al dadelijk had hij
een prachtige forel te pakken!! Hij
haalde de vis van de haak, legde hem
in zijn mand en riep, boven het brui-
m uit,naar de over-
r de koning!"
wonderd en verbaasd
over deze vangst. Maar opnieuw wier
pen zij alle twee hun hengels uit en
binnen een tel spartelde aan de hen
gel van de jagerszoon een nóg grotere
forel. „Deze is voor de vrouw van de
koning," riep hij. Daar sprong alweer
een vis in het spattend water. De
hengels zwaaiden en de jagerszoon
ving er een die nog veel groter was.
de koning ben IK! Als die vis voor
mij is, rooster hem dan tersontd. Ik
wens hem meteen op te eten!"
daarbij geroosterd krijgt!" De prins
legde een vuur aan op de rots waar
hij stond. Maar de jagerszoon kon niet
aan de overkant komen, daarvoor was
de beek te diep en de stroom te sterk.
Toch maakte hij aan zijn kant een
driepoot van takken, hing de vis er
De wind blies de hete rook
het vuur over de beek heen en
ter de de vis, die door de j:
zacht rondgewaneteld werd. Zo
■■^■■1 dc
Het leek wel alsof de wind onmidde-
lijk draaide en van de andere zijde
blies om de vis te helpenOok de
andere drie vissen, die voor de koning,
zijn vrouw en zijn dochter kwafnen
heelhuids aan de voeten van de prins
terecht. De boze prins at de gerooster
de forel meteen op en het moet ge-
daar aankwam, was zijn vader gestor-
Had de koning twintig jaar
geleden niet woedend tegen de beek
gezegd: „Ik wil niet dat er in je
stroom nog één forel zal zwemmen,
zolang ik koning ben!"? Nu was hij
geen koning meer en het water lokte
vissen met duizenden in zijn
stroom.
De jagerszoon ving diezelfde dag nog
zoveel vissen als hij dragen kon en
ging zwaarbeladen naar huis. Daar
vertelde hij aan zijn vader wat er
de volgende morgen voor dag en
Hij zocht zijn oude plekje op en het
was weer juist als vroeger: Hij stond
met zijn hengel op de rotsblokken,
waar de snelstromende bergbeek smal
is en het water bruisend met wit
schuim voorbij schiet, waar de dartele
forellen nu en dan boven het water
springen. En hij ving weer zoveel
dat hij het bijna r
SCHAKEN
wel de schaakspeler z
hij toch ook wel waardering opbrengen
die partijen waarin het accent valt
op de strategie. Zo is de ex-wereldkam-
een typische exponent van de
vechtstijl on is Petrosjan meer de positie-
Het spreekt natuurlijk vanzelf,
en Tal als het moet ook een gewel-
trateeg is. maar zijn liefde gaat bij
uit naar het aansturen op die
situaties waarbij slagvaardigheid meer
dan bedachtzaamheid geboden is. Een an
dere kampioen Aljechin, wellicht de
grootste schaker aller tijden, slaagde er
in de juiste synthese te vinden tussen het
positie- en combinatiespel. In al zijn par
tijen streefde hij er naar vanuit een ge
zonde stategische positie op alle fronten
aan te vallen om dan op het hoogtepunt
van de strijd zijn tegenstanders te ver
slaan met een veelal diep berekende im
ponerende combinatie. Bij Keres zien wij
deze stijl terug en het is daarom niet
verwonderlijk, dat deze geweldige speler
al bijna 30 jaren tot de grootmeesters
van wereldklasse behoort. De onder
staande partij een van de mooiste uit
de schaakgeschiedenis typeert hem
ten voeten uit.
Wit: P. Kei es Zwart: A. Tarnowski
Spaans.
1. e2e4 e7—e5, 2. Pgl—f3 Pb8—c6,
3. Lflb5, a7a6, 4. Lb5—a4 Pg8—f6,
5. 0—0, Lf8e7, 6. Ddl—e2.
(Bij voorkeur door Keres toegepast. Ge
bruikelijk is 6. Tel).
6.p7b5.
(Vooral niet 600 wegens 7.
Lc6:, Dc6:, 8. Pe5:, Dd4, 9. Pf3. De4:,
10. De4, Pe4:, 11- Tel met stukwinst).
7. La4b3 d7—d6, 8. c2—c3. Pc6—a5,
9. Lb3c2 c7—c5, 10. a2—a4.
(De theorie geeft 10. d4 aan).
10b5b4, 11. d2d3, Pa5—c6,
12. Pbld2 O—O, 13. Tfl—dl. h7—h6,
14. Pd2^-c4-
(Dit paard streeft naar het strategisch
belangrijke veld f5).
14Dd8c7, 15. Pc4e3, Tf8—e8,
16. Pf3h4 Le7—f8. 17. De2—f3.
Gericht tegen een eventueel d6d5)
17Pc6e7, 18. Ph4—f5 Pe7xf5,
19. Pe3xf5.
(Er dreigt nu reeds 20. Phe:t met pion
winst)-
19Pf6h7, 20. Lc2b3Lc8—e6,
21. Lb3—c4! b4xc3, 22. b2xc3 Le6xc4,
23. d3xc4 Te8e6, 24. h2—h4 Ta8—b8,
25. ga—g4 Tb8b6. 26. Lel—d2. Dc7—b7,
27. Df3—d3
(Wit treft met zijn laatste zetten voor
bereidingen om op alle fronten aan te
vallen).
27Te6g6, 28. f2f3 h6—h5,
29- g4g5 f7—f6. 30. Kgl—fl, f6xg5,
31. h4xg5.
(Nu faalt 31Pg5: op 32. Ph4).
31 Tg6—e6, 32. Tdl—bl.
(Dreigt 33. Tb6:, Db6:. 34 Dd5, Kf7,
35. g6t en zwart kan opgeven).
32Tb6xbl, 33- Talxbl, Db7—f7,
34. Dd5d5, g7—g6.
Stelling na 34g7—g6.
11*1
'e tï
I t B
bi 5 n 51
-
35.
(Vooral niet 35.
Df7e8.
Le7 wegens f
Pe7:t, Te7: 37. Te7:
36- Pf5e7t! Kg8—f7.
(Hij moet wel).
37. 6e7c6t Kf7—g8. 38. Pc6—d8!
(De pointe).
38De8xd8, 39. Dd5xe6t Kg58—h8,
40. De6f7 en zwart gaf zich gewonnen.
BRIDGEN
In de bridgepraktijk blijkt het altijd
weer vruchten af te werpen, indien de
leider, in een nauwelijks te realiseren
contract, het hoofd koel weet te houden
en uitziet naar de hem resterende kans
het spel te maken (bij een gunstige
distributie) en daar ook op speelt, zelfs
als hij in het ongunstige geval
down gaat dan strikt noodzakelijk i
parenwedstrijden geldt dit in bijzondere
mate indien de leider zich bewust is,
dat het door hem geboden contract door
slechts weinigen zal worden bereikt,
zodat down gaan toch een slechte score
zal gaan opleveren en in viertallen- en
robberbridge geldt deze regel vrijwel
altijd, omdat het maken van een
tract nu eenmaal meer oplevert dan
een extra-downslagje zal kosten. In
derstaand spel lijken de vooruitzichten
ZATERDAG 3 JULI 1971
3e eerste twee slagen bijzonder
slecht, maar zuid weet door een subti
staaltje speeltechniek het wrakke
schuitje de veilige haven binnen
hebben genomen
AHB
V AHVE
O A
H653
Zuid is de leider in
contract, waartegen
vrouw uitkomt. Aanvankelijk bekeek
zuid deze kaart met welgevallen, daar
klaverheer nu de tiende slag leek
worden maar nadat oost klaveraas 1
genomen en de boer naspeelde (zuid de
heer, west troeft af) leken nog twee
klaverslagen verloren te moeten g
De vraag kan worden gesteld
percentage kans zuid nu nog heeft,
het contract te winnen. Ogenschijnlijk
zijn er twee mogelijkheden: ruitenheer
sec (te verwaarlozen) en 10 9 van tro
sec. In {iet laatste geval speelt zu
tweemaal troef, waardoor harten 8 v:
noord een entree wordt, waarna ruite:
aas wordt geïncasseerd en met troel
naar tafel wordt overgestoken. Hierna
volgt ruitenvrouw, waarna, ongeacht
wie ruitenheer heeft, later op ruiten-
boer (entree schoppenvrouw) een kla
vertje kan worden opgeruimd. Toen
west in slag 3 dan ook troef naspeelde
en in oost de 9 verscheen, kreeg zuid
weer een sprankje hoop. Hij
speelde weer troef na, maar
leurgesteld: oost bekende n
Goede raad leek duur, maar
gepeins slaagde zuid er toch nog in zijn
slagen binnen te halen. De
voorwaarde hiertoe
dat ruitenheer
zat. Zuid haalde de laatste
troef, incasseerde ruiten- en schoppen
aas. ging met schoppenboer naai
noords vrouw en speelde ruitenvrouw.
Toen oost laag bijspeelde gooide zuid-
schoppenheer af en west was mach
teloos. Hij kon ruitenheer nemen, maai
was toen verplicht noord met ruiten of
schoppen aan slag te brengen. De beide
hoge kaarten in die kleuren waren ever
zovele parkeerplaatsen voor zuids kla
veren. Het zal duidelijk zijn dat het
niet nemen van ruitenheer west
helpt. Op zschoppen 10 gaat een klaver
tje weg en zuid verlist nie
nog slechts één klaverslag.
DAMMEN
Evenals in 1967 en 1969 heeft Rusland
het vorige maand voor de derde maal
door de Italiaanse Dambond georgani
seerde Europese kampioenschap vooi
landenploegen op zijn naam gebracht.
Het belangrijke treffen tussen het Neder
landse trio en de Russische troika werd
tweemaal door onze landgenoten met
42 verloren door nederlagen van Pieter
Bergsma tegen Anatoli Gantwarg.
Wederom had Nederland geen einde
kunnen maken aan de reeks Russische
damsuccessen. Aangezien voor het eir
resultaat niet enkel de wedstrijdpunten
maar ook de bordpunten zouden mee
tellen had de vierde ronde een belang
rijke misschien wel beslissende iol
kunnen spelen. Toen had Nederland
tegen de jonge, geheel uit Triest afkom
stige, Italiaanse équipe Vrouwe Fortuna
wel mee Zo greep Otello Affatati in een
10 om 10 remisepositie tegen Wiersma
totaal mis en zag Elio Bruck kans om
tegen Bergsma door onjuist slaan een
gewonnen stand te verliezen. Hier tegen
over stond alleen dat de Helveet Joseph
Augagneur op het laatste moment tegen
Gantwarg de remise uit handen gaf. Dit
alles had kunnen uitmaken dat de Rus
sen twee bordpunten voorsprong hadden
BERGSMA
m
5
6
15
16
S3
25
26
L> O
Q o'
35
36
SS S S S3
R E o
45
46
h ra S
BRUCK
De positie in het diagram
ontstaan
26. 42-37. Door onjuist openings-
spel had wit zich een onspeelbare korte
vleugel verschaft, maar was in de
diagramstand dan toch zo ver dat hij
door de uitval 28-22 dreigt zich vol
komen te bevrijden. Na deze ruil zou er
voor zwart positioneel weinig tastbaars
meer overblijven en de witte stand
waarschijnlijk nog de voorkeur ver-
MHMaMMMMMlde f
1x24,
20x29. En hier kreeg de jonge Elio
Bruck zijn kans om naam te maken in
de internationale damarena. Wie had
daarvoor ooit van hem gehoord? 28.
39-33, 14-20; 29. 33x24?? 20x29. En met
zijn 29e zet bracht wit zich
dreigt
verloren positie! Er
29-34 waartegen wit geen
ier heeft. Wel offerde hij nog
door 26-21 een stuk maar verloor toen
spoedig de partij. Om te winnen had
wit moeten slaan: 29. 25x14! 9x20; 30-
33x24, 20x29; en nu 43-39! Dreigt schijf
winst door 39-33. Zwart kan niet 15-20
wegens 28-22 en 39-33. Om dezelfde
goed) naarmate
Speelt wit .direct 39-33 dan volgt: 3-8,
33x24, 19x30, 35x24, 13-18! 28x19, 18-23!
19x28, 17-21! 26x17, 11x31! Maar na 7-11
speelt wit echter 26-21! 17x26; 39-33, 3-8:
:24, 19x30; 35x24 en wit wint het stuk
op veld 23! Zo ontkwam Bergsma aan
nederlaag en vergat Bruck dam-
geschiedenis te schrijve
Toch zou de jonge
ig van Bergsma winm
reede ontmoeting i
bele ronde gespeeld -
Triës
Dat
de
werd een dub-
en kwam door
Fries in een remise-eindspel bleef
doorspelen voor de winst hetgeen voor
het bordpuntentotaal van de Nederland-
ploeg van het hoogste belang was.
la zes uur spelen deed Bergsma
'eer in tijdnood zijn 75e zet. vergat
moment de klok in te drukken en
het vlaggetje viel. De voortreffelijk lei
dende Belgische wedstrijdleider Raymond
Picard, die maar snel tot internationaal
arbiter benoemd moet worden, kon toen
niet anders doen dan de partij voor
Bergsma verloren verklaren op grond
het feit dat een zet niet eerder vol-
1 is dan na dat de klok is ingedrukt,
zo kregen we toch nog een stukje
damgeschiedenis! F. GORDIJN