DELFTSE ANTIEKBEURS
GERAFFINEERDE INSTELLING
BEKENTENISSEN VAN EEN FOTOMODEL
ABLO NERUDA
DE DICHTER
DER
REVOLUTIE
ZATERDAG 26 JUNI 1971
Staatssecretaris dr. F. H. M. Grapperhaus vindt de
jaarlijkse Kunst- en Antiekbeurs te Delft „een geraffi
neerde instelling". Want zegt hij, zy heeft niet alleen
ten doel onze zin voor schoonheid te cultiveren, maar
zij is ook doelbewust georganiseerd om ons bezits
instinct, ja laten we maar zeggen, onze hebzucht aan
te wakkeren. En vervolgens raadt hij degenen die bij
een rondgang één moment niet zo vast in hun schoenen
staan, het deugdzame pad der spaarzaamheid gelde
lijke spaarzaamheid wel te verstaan te verlaten.
Men kan dit lezen in het voorwoord dat hy schreef
voor de grote catalogus van de 23ste beurs, die deze
maand geopend werd.
Kalkstenen kop van
priester, Romano-Egyptisch.
Soepterrine, Brasset, !8e
Wij hebben er eigenlijk nooit anders
over gedacht: het gaat hier om een
kunstzinnige commerce maar een com
merce van begin tot eind, van inkoop
tot verkoop. En in een tijd van geldont
waarding krijgt die handel natuurlijk
een extra-accent. Over het algemeen
denkt men: je moet je op een of andere
manier „veilig stellen" en dan zijn ju
welen en kunstvoorwerpen toch wel een
goede belegging. Ze zullen later ook wel
wat in waarde dalen, mar je houdt
er toch wat van over. Rondneuzende
tussen de collecties vroegen wij de be
kende Amsterdamse antiquair Jacques
Schulman naar zijn mening. „Gelukkig
weinig", zei hij, „gelukkig zijn er
toch maar weinig mensen die er zó
over denken. Voor zover ik kan con
stateren is het toch op de éérste plaats
de liefde voor de kunst of de harts
tocht van het verzamelen die kopen
Meester der penningen
Met die laatste categorie heeft hij veel
te maken want de heer Schulman die
penningmeester is van het Antiekbeurs-
bestuur is ook een „meester der pen
ningen" en daar mogen dure stukken
bij zijn, 't verzamelen ervan is ook nog
te doen voor iemand die geen miljonair
is. Veel bezoekers van de Antiekbeurs
stevenen door zijn stand heen omdat er
geen schilderijen hangen maar de lief
hebbers van oude munten en historische
penningen moeten bij hém zijn. Hij
heeft deze keer een prachtige reeks uit
de zestiende eeuw meegebracht die ge
slagen zijn naar staalgravures van Pog-
gini en Mugdeburger Maar wie er aan
dacht voor heeft, ^al al gauw een kalk
stenen priesterkop (Romano-Egyptisch
uit het midden van de 3de eeuw voor
Christus) ontdekken of het kostelijke
mummieportret bedekt met bladgoud.
Was dat nu maar een idee of is er
werkelijk minder goed ter beurze ge
bracht dan in vroeger jaren Stonden
toen de zalen niet voller te prijk
„Goed gezien", zei Schulman, „wat
dacht uEr komt ééns 'n eind aan.
Antiek van dit niveau wordt al
schaarser, dat kun je niet elke dag meer
Gelukkige spilzucht
Om nog even op de commerce terug te
komen: Voorzitter Cramer vertelt een
typerend voorval uit het begin van deze
eeuw: Een rijke Duitse dame verzamel
de 18de-eeuws porselein. Maar de fa
milie vond dat zij te veel „verspilde"
en stelde haar onder curatele. Van het
bedrag dat zij voortaan mocht besteden
kocht zij toch maar porselein voor een
half miljoen mark. Haar curatoren ech
ter belegden haar overig vermogen in
Deutsche Kriegsanleihe. die na de oor
log geen pfennig waarde hadden. Haar
zoons genoten nog jaren na de oorlog de
Drovenu's van haar kunstaankopen.
Wat hier in Delft tè prijk staat, is be
paald niet goedkoop maar daar staat
toch wel een unieke waarde tegenover,
want de kwantiteit mag dan wat min
der zijn geworden, de kwaliteit is er
bepaald niet op achteruit gegaan. En
die zit in de specialiteiten maar ook
in werken die men soms al te snel voor
bij loopt. Zo heeft Nijstad uit Lochem
een zilveren „piéce de milieu" uit de
pruikentijd in rococo zoals we nog nooit
in enige verzameling aantroffen en
Premsela on Hamburger uit Amsterdam
toveren toch meestal stukken te voor
schijn die alle andere slaan. Zij heb
ben deze keer een schat aan bekers bij
zich, uit Antwerpen (1610 tot 1614) en
Spaanse zilveren kandelaars en ppn
Schrijfkabinet, eerste kwart 18e
waterketel van Hendi-ik Fortman uit
Leiden (1741). Het altaarpaneel uit Ant
werpen dat de bekende firma Dirven
uit Eindhoven te koop aanbiedt (het is
een vleugeldeur dus aan beide zijden
beschilderd) behoort mede tot de heel
bijzondere dingen om het onderwerp.
We zien daar een joods Pesach (paas
maal) tafereel dat tegelijk een Avond-
maalscene is. De schilder, een maniërist
uit plusminus 1520, begreep volledig de
liturgische symboliek en de relatie tus
sen Oud en Nieuw Verbond toen hij
Jezus met zijn leerlingen voorstelde als
mensen die Pesach vierden, rond het
Paaslam, staven in de hand om zo op
reis te gaan.
Nog een exceptie: In de verzameling
Douwes (Amsterdam), een landschap
van Momper dat gisteren door Willink
geschilderd zou kunnen zijn vanwege de
briljante achtergrond die zich, partij na
partij, maar blijft ontrollen onder een
geweldige wolkenhemel. Hoe kalm en
ingetogen, Hollands puriteins zijn daar
entegen de Van Goyens, stille rivieren
onder hoge klare luchten zoals dat
„Gezicht op Arnhem" in de collectie
Cramer Den Haag. Johannes Dirksz
Oudenrogge (Leiden 1622) is met hem
Kunsthandel mr. H. Schlichte Bergen
uit Amsterdam heeft een fraaie Spaarn-
wouderpoort uit Haarlem van zijn hand.
Een schilder die, midden in de zeven-
tiende-eeuwse zakelijkheid, de roman
tiek wilde tonen van de oude steden en
poorten en omwallingen. De laatste be
gonnen toen al tot ruïnes te vervallen.
En een minder bekende meester, Fran
cois van Knibbergen (Den Haag na 1665)
laat ons in dezelfde verzameling zien
hoe hij een der voorlopers was van de
romantiek Toch zijn er in deze sector
geen topstukken te bewonderen.
Curiosa
Het pièce de milieu, reeds aangeduid,
is een van de vele curiosa die blijkbaar
het gevolg zijn van de luimen en inval
len van vroegere kunstenaars. Midden
tussen allerlei statige pracht zit er een
eend van aardewerk op tafel, maar
onder zijn vlerken zit een inkeping, het
is een soepterrine van polychroom ge
glazuurd aardewerk uit Brussel, 18de
Kijk in de stand van Beeling uit Leeu
warden ook eens omhoog en u ziet een
Vlaamse vogelkooi uit de 17e eeuw, ge
vat in een grille van koper als de
bovenbouw van een toren, gekroond en
wel en omdat je er van onderen tegen
aan kijkt, dreef de koperkunstenaar er
mythologische voorstellingen in. Van
uiterst geperfectioneerd vakwerk ge
sproken
Bunschoten uit Amsterdam is de man
van de archeologie hier. Voor de ken
ners en verzamelaars van pre-Colum-
biaans aardewerk uit Mexico en Peru is
er wel wat te zien en te bevragen:
Mayafiguren opgegraven in Campeche
uit de 7de tot de 10de eeuw en be
schilderde Incakruiken
Mensen die over „geld beleggen" spre
ken, denken ook dikwijls aan meube
len maar iemand op de beurs zei ons:
„Nooit doen. sleept u een kast mee als
er wat gebeurt? Nee meneer, specie in
manum, juwelen stop je zo in je zak".
De antiekhandelaars hebben gelijk: wie
zulke stukken koopt moet er weg van
zijn. Het is niet moeilijk om in ver
rukking te raken over een kast als de
voornoemde Beeling in bezit heeft, een
robuust meubel uit zeventiende eeuw
met de geschiedenis van Jozef op de
panelen uitgestoken, of een tafelkastje
uit dezelfde tijd. Weegenaar uit Den
Haag laat een schrijfkabinet met spie
gels belijmd met noot wortel hout uit het
begin van de 18de eeuw zien dat u
best als verjaarscadeau zou willen heb
ben. En dan, ja wat dan Dan is een
renaissancemeubel dat ernaast staat
tóch nog weer mooier van lijn en meer
onopgesmukt, dan zijn de kommen van
wit-Delfts daar, uitzonderlijk harmo
nisch van vorm om van de familie
verte schaaltjes (Kang Hsi) maar niet te
spreken. Die laatste in de collectie Sto-
del altijd beroemd om zijn Chinees
porselein. Er is zo veel wat het
oog blijft trekken van kijker, liefhebber,
koper. Ze zijn alle drie van harte wel
kom zoals alle antiekhandelaren blij
ven betuigen. In dit opzicht is die
beurs toch ook weer niet zó geraffi
neerd. Tot de 17de juli kunt u ze be
zoeken in het Delftse Prinsenhof.
J. V.
»io Neruda, de Chileense dichter, wordt door velen
a n buiten zijn vaderland beschouwd als een van
1 grootste dichters van de eeuwHij werd nog
er in Nederland, namelijk in Rotterdam,
erd. Hij is een dichter van de revolutie, in zijn
chten komt hij voortdurend op voor de
tzogenen en de onderdrukten. Hij is niet tevreden
'de toestand zoals die in vele landen van
s-Amejika bestaat. Hij heeft dat in zijn latere
altijd heel duidelijk gezegd. Pablo Neruda
schuilnaam, hij heet Neftali Reyes.
erd in 1904 geboren in Parral. Hij wou eerst
gaan studeren in Santiago in Chili, maar hij
at al spoedig op, toen zijn eerste bundels
gedichten verschenen, die onmiddellijk de aandacht
trokken, de bundels La canciön de la fiesta, Het lied
van het feest, en Crepusculario. In de Schemering.
In die eerste bundels is hij nog volkomen een
individualist, hij uit er zijn sterk persoonlijke
gevoelens. Maar in de volgende bundels, te beginnen
met Veinte poemas de amor y una canciön desperada.
Twintig liefdesgedichten en een wanhoopszang, kan
men nagaan hoe de dichter zich uit die sfeer van de
beperkte persoonlijkheid bevrijdt, zijn poëzie toont de
onhoudbare wil om universeel te worden.
Pablo Neruda bereikte dit niet door op te houden
individualist te zijn. maar door in zijn individuele
leven het leven van de samenleving op te nemen en
recht te doen.
Aubrun wijst er terecht op, dat Neruda van toen af
zijn metafysische malaise tot klaarheid trachtte te
brengen door eengrotere deelname aan het sociale
leven in een diepgelovige samenleving van vrije
mensen, los gekomen van economische banden en
daardoor zonder de rancunes en de frustraties van
slaven.
Hij doet dit in zijn grote bundel Canto General, waar
hij de gehele geschiedenis van Zuid-Amerika nagaat.
Zijn poëzie is dus wat men tegenwoordig
..geëngageerd" pleegt te noemen. Aubrun acht dit de
gevaarlijkste poëzie die er bestaat, die immers
gemakkelijk tot propagandistische journalistiek
ontaardt. Maar Pablo Neruda slaagt erin aan dat
gevaar te ontkomen, omdat zijn poëzie in zijn
universaliteit steeds persoonlijk blijft. Canto General
is zeker een van de voornaamste poëziebundels, die
in deze eeuw verschenen.
Pablo Neruda vertegenwoordigde zijn land in de
diplomatieke dienst in India, in Spanje, in Argentinië
en Mexico en dat maakte zijn poëzie nog meer
universeel. Treffend bijvoorbeeld en satirisch
beschrijft hij een feest op Java in een kraton van de
Zijn poëzie is in Nederland betrekkelijk weinig
bekend. De laatste tijd beginnen er echter vertalingen
van zijn werk te verschijnen in de tijdschriften. In
de nieuwste Maatstaf vinden we bijvoorbeeld een
vertaling van Bernlef, die Het volk heet.
Laat niemand zich daarom zorgen maken als ik
alleen schijn te zijn en niet alleen ben,
niemand bij me heb en voor iedereen spreek:
Iemand luistert naar mij en zij weten het niet,
maar zij die ik bezing en die het weten
zullen eenmaal de ganse aarde bevolken.
Er zijn in de wereld van nu, die ons terecht vaak
verschrikkelijk voorkomt, grote veranderingen aan
de gang. In Maatstaf worden vooi'bereidingen en
voorbereiders naar voren gebracht. Er zijn artikelen
over de commune van Parijs, de kritiek van
H- L. Mencken wordt er in zijn vinnigheid en
eenzijdigheid getoond. Baudelaire wordt er in het
zonnetje gezet.
De verandering in de literatuurbeschouwing wordt
behandeld door D. W. Fokkema, die het historisme
afwijst, maar tevens de neiging tot anti-historiciteit
zoals die zich vertoont in Rusland en China.
..Cultureel relativisme dat zoveel mogelijk recht doet
aan de historische achtergrond en tevens aan de
behoefte van de moderne lezer om in vrijheid zijn
persoonlijke oordeel te vormen, lijkt de enige uitweg
De literatuurhistoricus doet geen afstand van zijn
functie van criticus en de criticus wordt tevens
literatuurhistoricus".
In Neerlandica extra muros, een tijdschrift, dat
tweemaal in het jaar bij Van Gorcum te Assen
verschijnt, kan men nagaan dat het Nederlands in
het buitenland meer belangstelling gaat genieten en
dat er steeds meer leerstoelen Nederlands aan
buitenlandse universiteiten komen. Het Nederlands
Drobeert zo met de overige moderne talen „in
dialoog" te geraken. Niet alleen in de sociale sfeer
komen er dus veranderingen, maar de sociale sfeer
Is uiteraard uitermate belangrijk.
In Streven wijst L. Baeck op het „groeiend
onbehagen" dat de Filippijnen sinds enkele
laren kenmerkt. In januari 1970 voerde een
overheidsmaatregel met betrekking tot olieprijzen en
belastingen tot staking en men was toen bang voor
solidariteitsdemonstraties van studenten. Ook op de
Filippijnen is er dus verzet gekomen.
..Voorlopig vormen deze radicale hervormers nog
een zeer kleine minderheid. Hun invloed is nochtans
veel belangrijker dan hun numerieke aanhang. Hun
IN DE TIJDSCHRIFTEN
actie en hun ideeën hebben immers een
bewustzijnsverruimende invloed op de zogenaamde
zwijgende meerderheid Een overwegend
christelijk land als de Filippijnen krijgt ook vele
ideeën ingeënt via de jonge clerus (nationaal zowel
als buitenlands) en de leken, die in het buitenland
studeren en die de geest van de politieke" theologie
meebrengen. Natuurlijk zullen ook hier fouten begaan
worden. Het ware nochtans te hopen, dat de
kerkelijke hiërarchie vroeg of laat haar gezag
aanwendt om een graduele hervorming te schragen,
'iever dan te dralen tot de revolutionaire verharding
'nvcrmijdplijk wordt"
Roman
uit de
mosexuele
sfeer
Portnoys Klacht van Philip
Roth is een wereldsucces ge
worden. Voor een goed gedeel
te was de oorzaak daarvan dat
het de avonturen en de ellen
de beschreef van een man, die
zijn driften niet beheersen
kon, die weerloos was overge
leverd aan de lust der zinnen.
Het is inderdaad een klacht
van Portnoy die medelijden
wil wekken voor de situatie
waarin hij verkeert.
Hij wil dat men met hem
begaan is. Zijn relaas is een
steeds weer hernieuwde
reeks van bekentenissen
waaraan geen eind schijnt te
komen, al tonen ze nogal ge
lijkenis met elkaar Een reeks
bekentenissen, die de lezer
soms eindeloos kunnen lijken,
brengt het nieuwste boek van
Steven Membrecht: Alle Ho
mo's Vliegen, dat bij de uitge
verij Contact te Amsterdam
verscheen. De hoofdpersoon
daarin een mannelijke homo
seksueel, een fotomodel met
zeer fraaie wimpers, waarop
hij erg trots is, wil niet zozeer
ons medelijden wekken, maar
hij wil wel zijn situatie open
baren, het meest wellicht aan
zichzelf. Hij doet dit door uit
voerig te vertellen over de ver
schillende liefdesbetrekkingen
die hij met andere mannen
gehad heeft, speciaal met een
Engelsman, die naar Amster
dam kwam, omdat dit een
plaats van samenkomst voor
homoseksuelen is. Het fotomo
del zegt precies wat hij denkt
en wat hij doet en hij waar
schuwt de lezer als hij gelo
gen heeft, of aan het liegen
gaat.
Alle Homo's Vliegen zal, dunkt
ons, geen wereldsucces wor
den. Dat komt niet omdat Ste
ven Membrecht minder goed
zou schrijven dan Philip Roth
hij schrijft beter maar
omdat hij geen sensationele
intrige voor de bekentenissen
van zijn fotomodel heeft ver
zonnen. Hij probeert niet om
het buitengewone te laten
zien. het is hem om de echt
heid van het gewone te
Men zou juist daarom Alle
Homo's Vliegen een verschrik
kelijk boek kunnen noemen.
Steven Membrecht bespaart
zijn lezers niets, het erotisch
geval wordt telkens weer in al
zijn trivialiteit in triviale ter
men getoond. Het kèn weer-
zinwekkend zijn op- die ma
nier, maar het is dat op de
eerste plaats voor de verteller
zelf. Het hele boek, de hele
biecht is een uiting van diep
onbehagen. Men mag, zoals al
le communicatiemiddelen ons
voortdurend komen vertellen,
homoseksuelen nie' discrimi
neren. De homoseksuelen in
dit boek en speciaal de biech
teling doen dit vrijwel voortdu
rend. Herhaaldelijk wordt de
verteller door anderen erop
gewezen, dat hij vol minder
waardigheidscomplexen zit.
Hij probeert zich voortdurend
te rechtvaardigen. Hij laat het
dan voorkomen of het verhaal,
dat hij vertelt een soort
rechtszitting is. Hij spreekt de
rechter aan en. wat misschien
in Nederland bij 'n Nederlands
schrijver een beetje vreemd
aandoet, ook de jury, de ge-
Hij schreeuwt hun
ook nu en dan zijn veront
waardiging toe en maakt ze
voor hovaardig uit. Hij verwijt
hun dan min of meer de dis
criminatie, die hij zelf her
haaldelijk ook laat merken.-
Gewetensproblemen
De rechter en de jury zijn
niet anders dan hij, zij hebben
hun eigen schuldenlast, hun
gewetensproblemen. Want ten
slotte handelt het boek
over gewetensproblemen. Zon
der gewetensproblemen geen
biecht en geen opstelling tegen
over rechter en gezworenen.
Het hoofdprobleem schijnt te
zijn dat de homoseksuelen in
het boek, de verteller, het fo
tomodel inbegrepen, niet
trouw kunnen zijn. Ze zijn
niettemin ook al beweren
ze van niet zeer jaloers
tegelijkertijd. Wat de verteller
hel meest schijnt te kwellen is
juist die weerloosheid tegen
over de. begeerte, waarover
Roths Portnoy zo jammert,
maar wat de verteller in Alle
Homo's Vliegen, zich eerder
als schuld schijnt aan te reke
nen. Het boek is in drie perio
den verdeeld. In de eerste peri
ode raakt het fotomodel ver
liefd op William, die hem toe
vertrouwt. dat hij eerst gees
telijke had willen worden.
Reeds in die eerste periode
meent de verteller te bemer
ken, dat William hem niet
trouw is.
Als William weer vertrokken
is, in de tweede neriode
schrijft de verteller hem. maar
hij blijkt William evenmin
trouw te kunnen blijven. Hij
raakt ook daardoor steeds
meer in zichzelf verward en
hij krijgt nachtmerries. De
dromen, de meestal benau
wende dromen hebben in
het boek een bijzondere bete
kenis. Zij komen de verteller
zinvol voor, ook al ontgaat
hem doorgaans welke zin.
Mislukking
In de derde periode is William
weer in Amsterdam, het Am
sterdam dat Steven Mem
brecht althans enigermate in
de roman mee laat spelen.
William spreekt aanvankelijk
zijn vertrouwen in de vertel-
Vr uit. Hij vertelt hem ook,
dat deze eigenlijk nog een
kind is. dat hij juist daarom
zichzelf niet altijd raad kan
geven. De verhouding tussen
hen wordt echter nu definitief
een mislukking. Als motto
geeft Steven Membrecht zijn
boek een uitspraak ontleend
aan Leroi Jones mee: „Niets
dat mij interesseert behalve
mijzelf. Verdwenen het vage
gekreun van ideeën dat eens
uit mijn hersenpan wist te
sluipen".
Het motto is even verschrik
kelijk als het boek dat erop
volgt. Het is immers juist de
onmogelijkheid om tot een
wezenlijker contact met ande
ren te komen, die Alle Homo's
Vliegen haast noodlottig be
heerst. JOS PANHUYSEN.