PARA S BOVEN TEXEL „DE ANGST KOMT PAS BIJ DE DERDE SPRONG" ZIJN SOFT DRUGS GEVAARLIJK OF NIET? ijr Stfl TEXEL. „Die angst valt reuze mee. Als ze hier komen dan zyn ze goed jemotiveerd. Ze willen per se springen, weet je wel! Het beste bewijs is dat we nog geen enkele cursist hebben gehad die last van luchtziekte kreeg. Dat vliegen, ook al is het de eerste keer, is gewoon een middel om op de juiste hoogte te nen. verder niet. De angst komt meestal pas by de derde of vierde sprong, eerste keer krijgen ze een black out van enkele seconden. Ze worden zich bewust van de sprong als ze onder de koepel hangen". „Het is heel apart lat parawereldje. De verhalen die ze mekaar vertellen, daar lach je je af en toe deuk om. Ze juinen mekaar geweldig op aan de bar. Heel merkwaardig: het iqn vaak de militairen. Die komen hier hun wing halen. Die springen hun romrlexen weg. SVe hadden hier een sergeant-majoor. Die had op de boot naar Texel al verteld dat hy para was met frontervaring in Korea, de Ardennen, Indonesië enz. En toen-ie in de groep kwam begon-ie eigenlijk al meteen zyn mgst weg te kletsen. Hij kon uren vertellen over wat er allemaal mis kan gaan hoeveel tijd je dan nog hebt om maatregelen te nemen en wat er dan met dif maatregelen weer allemaal fout kan lopen. Het gevolg was dat de meesten oil die groep weer naar huis zijn gegaan, zo ziek van benauwdheid waren ze. De sergeant-majoor heeft ook niet gesprongen. Ja, één keertje van dc bar, van «derhalve meter hoogte. Maar als we ze hebben opgeleid en ze gaan dc lucht in, dia zyn er maar weinigen die dan niet durven. Ze springen met de static- lijn volgens hel Amerikaanse systeem. Dat is veel veiliger dan het Franse. Daar de klip aan de bovenkant van de chute en dan krijg je een opdoffer de koepel opengaat". Iverhaal hadden de beroepspara's Texel me verteld voordat we opstijgen voor een extra-spe- lal stuntnummer. Maar nu zit ik hoog het lapjeslandschap van Texel, parachute omgehangen, want je in bij een draaibeweging zomaar uit artn gat vallen. Door de microfoon taakt de stem van de verkeersleider, ien vermanende boodschap. „We zit- >n met die helikopter die binnen- imt. De zaak trekt helemaal dicht geen gat ziet dan kan er :t worden gedropped, sorry jon- n de knuppel van 172 PH-RIE (nieuwprijs f 80.000, Boy en Rienks bijeen heeft moeten arrelen om zijn springschool te ien beginnen) zit de semi-arts ten Holt, een studentikoze stoicijn een zonnebril op. Hij pakt de :rofoon en dient de onzichtbare man de toren van repliek „Waar zit die bber? De zaak is hier vrij schoon, ga dadelijk droppen." keersleider: „Ja, dat zal wel, je zeker weer die donkere zonnebril loot gat I ten Holt, een studentikoze stoïcijn |s wel een mooi groot gat zal we- I te vinden, waar hij die twee a's doorheen kan kieperen. Inder- zie ik een paar langgerekte hia- in het wolkenveld. Terugkeren is oor Sim ten Holt niet^meer bij. it naast hem, met mijn rug naar ;n l instrumentenpaneel, op slechts en- centimeters afstand van het nggat. De Cessna heeft geen ik over mijn linkerschouwer' naar tden tuur breekt er een oprechte PAI "ndering door voor de 35-jarige h trdamse brandweerman Piet Kool avoir°or de bebaarde parainstructeur s Verhaar (29), die aanstonds om- zullen tuimelen met „de blik op ndig". Zij zitten in een wat onge- kelyke „goggemobilhouding" te- ver me op een achterbankje. Bei hebben zij honderden sprongen op naam staan, de meeste gemaakt rle vrije val zonder de reddende ic line". W Sim tenHolt stuurt- de kist door geen gat meer inziet. Naast de Cessna vliegt de Pipercup met aan de knuppel springschooleigenaar Boyen Rienks en de fotograaf Paul Vreken. Sim gebaart tegen Bob dat hij de para's, zal afgooien op 4000 voet. Ineens zweven we uit het wol kenveld weg. De Cessna beschrijft een flauwe ovaal naar links. Boyen Rienks volgt nfet grote precisie. Daar is een gat, een groot breed gat tussen twee nevelformaties die elkaar schijnen na te jagen. Sim ten Holt gesticuleert en schreeuwt dat het nu moet gebeuren. Hij duikt er op af. De Pipercup is nergens meer. Koos Verhaar komt overeind, contro leert nog eens alle gespen, riemen, sluitingen, koppelingen, kijkt of de reservechute goed op zijn borstkas zit en werpt een laatste blik op zijn hoogtemeter. „Niet te lang wachten dan kunnen we proberen bij elkaar te komen", zegt-ie tegen Piet Kool. Hij klautert door het gat, zet zijn linkervoet op het treeplankje, zijn rechter op de band van het geblok keerde landingswiel. Ten behoeve van de fotograaf die nu mooi langszij zit op enkele tientallen meters afstand zal hij een „versierde sprong" maken Hij pakt de draagsteun van dc rech ter vleugel en even later hangt Koos Verhaar te bungelen op ruim 4000 voet boven het kleurrijke lapjesland van Texel. 5 seconden lang. Dan zwaait- ie achteruit en suist naar beneden. Omdat nu de brandweerman door het gat moet kan ik Koos in zijn 2000- voet lange vrije val niet volgen. De fotograaf hangt helemaal buiten boord er richt zijn telelens op het snel kleiner wordende mannetje. Piet Kool haalt dezelfde toer uit en duikt hem achterna. Ik kan hem met mijn bovenlijf door het gat enige tijd volgen, maar de tweemansvergaderin-g in de vrije lucht zal niet doorgaan, Piet is te laat. Ik zie hem zijn hoofd in de nek drukken, de armen en benen wijd uiteen gespreid. Wie dat doet kan gedurende enige tijd hetzelf de uithalen als een vogel; sturen zweven en van richting veranderen. 0 De Pipercup schiet weg in een steile duikvlucht. Dit is te veel voor de fotograaf. Hij hangt met een groen gezicht buiten de cockpit en geeft zijn maaginhoud aan het luchtruim prijs. Rare wind Als we landen, eerst Rob Rienks, daarna Sim ten Holt, hebben de erva ren para's het grondwerk er al opzit ten. De chute is voorlopig opgevou wen. Het handje geven is niet ge lukt. Piet Kool: „Er stond zo'n rare wind. Ik zeilde eerst op het restaurant af, dus ik denk: remmen, anders klap je bo- Springen op Texel is veilig, dat er geen obstakels zijn. venop al die biergasten, maar toen ineens begon die koepel te vibreren en werd ik achteruit gegooid". Op het terras wacht de volgende groep op de luchtdoop. Twee Duitse soldaten van de Luftwaffe zullen voor de tweede maal springen. Eén van hen zal een kwartier later op vele kilome ters van het droppingsterrein neerko men, verkeerd gestuurd. Aan de bar zit de. vaste kern van de school. Han Blauw (vriend van Ik-Jan-Cre- mer, lang golvend haar, camouflage- jack en een grote wond onder zijn kin): „Of dat van het springen komt?" Nee. ik heb een lichte hersenschud ding. Gisteren ben ik met mijn auto tegen een hek gereden. Er liep ineens „Trouwens als er 'n ongeluk gebeurt met een para dan is dat meestal op weg naar het vliegveld, als-ie in de auto zit. De gevaren van het autorij den zijn veel groter dan bij het sprin- Hij vindt het opvallend dat bijna alle cursisten wel hun wing halen, maar er dan mee stoppen. „Van de 300, die wij nu hebben opgeleid gaan er maar vijftien door en worden lid van een club. Meestal is het: acht sprongen maken en dan weg". Beroépsdropper en springer Koos Ver haar. die betrokken was bij vele stunts (hij dropte t.v.-reporter Joop van Zijl en ook Simon Vinkenoog): „Parachute springen is in Nederland zeer veilig. We staan onder controle van de Rijks Luchtvaart Dienst. We leiden precies volgens de regels op. Als er iets gebeurt dan is dat bijna altijd de schuld van de para zelf. In Frankrijk zijn bossies ongelukken ge beurd, omdat het lange tijd een sport is geweest om de chute open te trek ken zo dicht mogelijk bij de grond". Rob Rienks: „De gewonge burgerjon gens hebben nog de minste angst. Mili tairen moeten zich vaak waarma ken". Complexen Han Blauw: „Maar er zijn ook bur gers, die hier hun complexen komen wegspringen. Iedereen heeft angst. Als je met springen begint dan moet je wel volwassen zijn, zo'n jaar of 25- 30 omdat je dan geestelijk stabiel bent en je de angsten met je verstand kunt beredeneren. Ze praten zich allemaal moed in. En dan de vragen: wat gebeurt er als de parachute niet opengaat en ook de reserve-chute weigert? Nou, dan krijg je beneden een nieuwe, zeggen we Rob Rienks: „Het zijn inderdaad alle maal indianenverhalen. Springen is zeer veilig. Het vervelende is alleen dat je een cursist moet leren wat-ie moet doen als er iets misgaat. Daar hamer je op, maar daardoor krijgen ze automatisch het idee dat er een heleboel fout kan gaan. Op Texel is het bovendien extra- veilig. Dit is het grootste sportvlieg- veld van Nederland. Nergens staan obstakels, je komt altijd neer op een uitgestrekte vlakte. Bovendien: we leiden hier het hele jaar op, maar als er te veel wind staat of er is lage bewolking dan springen we principieel niet. We kunnen hier vrij nauwkeurig bepalen waar iemand terechtkomt. Bij elke vlucht gooien we een „streamer" uit dat is een papieren strook met een houtje eraan, die met 'dezelfde snel heid omlaag gaat als een para. We kijken waar dat ding neerkomt en dan stellen we het afspringpunt vast. De Duitse militairen zijn teruggekeerd van hun tweede sprong. Rob Rienks kijkt misprijzend naar de chute van een van hen, die als een dweil tn elkaar zit gefrommeld. „Helemaal fout. dit is een parachute en geen stofdoek, verdomme dit lijkt nergens Onze NAVO-partner van de Bundes- wehr staat er beteuterd bij te kijken en laat de berisping gelaten over zich komen. „Die jongens mogen in Duitsland zelf niet springen en een cursus volgen. Dat is een oude geallieerde regeling, We hebben bier al zestig Duitsers ge had. Belgen ook. maar dat zijn meest al studenten, die later ook vaak terug komen. Sommigen komen hier hun va- kantic doorbrengen, dan kunnen ze 'n paar weken springen". Een andere Duitser, die bij zijn eerste sprong een enkel verstuikte, zit met een gezicht vol sjagrijn boven een voetbad gebogen. „Aardige jongen", zegt écn van de para's, „jammer dat het Voor hem nu afgelopen is." SPRINGVASTE KERN De 27-jarige wereldreiziger-kunst schilder Han Blauw („De Grote", 300 sprongen), de 27-jarige korporaal der Mariniers Ton Cap (200 sprongen), de 27-jarige doctorandus in de genees kunde Sim ten Holt (vlieger), de 29- jarige instructeur-examinator van de Rijks Luchtvaart Dienst en van de Sky Diving Club „The Flying Dutch men" uit Rotterdam. Koos Verhaar (640 sprongen) alsmede de baas van de firma de 25-jarige Friese boeren zoon Boyen (Rob) Rienks (600 sprong- gen); tezamen vormen zij de spring- vastc kern van dc Sky Diving School Texel. Voor driehonderd gulden kan ieder een, mits hij/zij lichamelijk en gees telijk in orde is een zesdaagse cursus parachutespringen volgen voor het A-brevel. Wie ac" t keren min of meer model i§ afgesprongen kan gelijkstel ling aanvragen met het militaire B- brevet, dat het recht geeft op het dragen van de parawing. Voordat de eerste sprong 'wtordt ge maakt, wat gebeurt met behulp van de „static line", die ervoor zorgt dat het valscherm automatisch opengaat, leren de prille para's hoe zij zich moeten oriënteren bij de afsprong, wat de gedragsregels zijn tijdens de va], hoe de landingshouding moet zijn, het pakken van de chute, het besturen van het valscherm, oriëntatie en het valbreken. Wie de smaak van het springen te pakken heeft kan doorgaan voor het burger-B-brevet. De opleiding daar voor bestaat uit het maken van een vrije val zonder de „static line", een precisielanding. het zelf „briefen" van de vlieger en het zelf bepalen van het afspringpunt. De Sky Diving School Texel, die in januari J971 officieel van start ging heeft inmiddels enkele honderden burger-para's in opleiding. De school heeft onderdak gevonden in een stenen schuur vlakbij het vliegveld Texel. De cursussen gaan het gehele jaar door, maar de piek ligt tussen 14 maart en 15 oktober. Telefoon van de Sky Diving School is 02225-464. PETER L. GERRITSE ringl n onzer verslaggevers) HT Zijn softdrugs ladelyk of niet" verslavend wordt fc aangetast door het ge- lervan? Er bestaat nogal Itrschil van mening over. I maanden geleden j het Britse rapport over nadering en bestraffing ct gebruik van verdo- middelen aan de rege- i Engeland uit. Dit rap- as een steun in dc rug i Nederlandse drug-des- en, zoals drs. H. Cohen O. de Vaal, die al sinds i dag gezegd hebben dovemansoren trouwens marihuana en hasjisj -^jerslavend werken, maar gij straffe wetgeving be- taboes, mythes en t vooroordelen en dat •r ten onrechte het soft- Jruik in het milieu van lerwercld terecht komt I milieuverslaving in dit veel meer veroorzaakt 13 jkengehouden wordt door le opinie en wetge- Er staat lijnrecht tegenover dat volgens 67 procent van een representatieve groep van de Nederlandse bevolking alle drugs in Nederland moeten worden verboden. Vier procent vindt dat alle drugs even schadelijk zijn, 78 procent vindt dat er groot verschil is tussen de verschillende drugs. Sommige middelen zijn veel schadelijker dan andere. Dit- blijkt uit een enquête die de N.V. Voorheen Nederlandse Stichting voor de Statistiek onder 1058 Nederlanders van 15 jaar en ouder in november 1970 heeft gehouden. Bij de enquête stond de naam drugs voor „de verzamelnaam voor middelen die bij veelvuldig gebruik mogelijk tot versla ving zouden kunnen leiden". Dus ook al 'n veroordeling van de softdrugs. Al met al omvat onze vader landse subcultuur van gebrui kers ongeveer honderdtwintig duizend mensen. Dit is een schatting van de Amsterdamse psychiater P. J. Geerlings, spe cialist op het terrein van drugs, medewerker aan de psychiatrische universiteitskli niek te Amsterdam, die op zijn spreekuur bij het medi sche consultatiebureau voor al coholisme en andere versla- vingsziekten en bij het JAC (Jeugd Advies Centrum), beide te Amsterdam, vanaf april laten en het wel weer eens gebruiken als zij het aangebo den krijgen, maar verder niet, 25 procent geïntegreerde ge bruikers, zij die het regelma tig gebruiken zonder er moei lijkheden bij te ondervinden, zonder dat ze het niet kunnen laten en zonder dat ze er hin der bij vinden bij hun functio- melijke, psychische en/of maatschappelijke moeilijkhe den krijgen. Voorlopig zijn het nog niet de drugenthousiasten die mee werkend of lijdend voorwerp mogen zijn van dit onderzoek. Het zijn nu nog ratten die met kleine blinkende kraaloogjes in lage, lange rijen kooien in Cijfertjes die voorlopig ~Ueen nog maar gelezen kunnen worden door nuchtere weten schappelijke onderzoekers, die los van politiek en sentiment rond dit onderwerp hun bere- keningen maken. Berekeningen die duidelijker zijn dan de wat zwevende kreten die vijf artsen, die zich oogarts dr. I. Swelheim en diens echtgenote de zenuwarts R. Swelheim-De Boer. Deze artsen .zijn ervan over tuigd, dat het druggebruik in de westerse maatschappij zo'n grote omvang heeft aangeno men, dat de werking van deze stoffen aan iedereen duidelijk moet worden gemaakt. Zij 1968 zo'n vijfhonderd drugge bruikers behandelde. Die honderdtwintigduizend zijn dan te verdelen in 65 procent experimenteerders. mensen die het- uit nieuwsgie righeid wel eens gebruiken, er weinig aan beleven of het leuk vinden en die het daarbij neren in de maatschappij, 8 pet. kritieke gebruikers, zij die moeilijkheden kunnen krijgen, afhankelijk kunnen worden van de stof en de omgeving, waar het wordt gebruikt, twee pet. chronische gebruikers, zij die niet zonder het gebruik van drugs kunnen, die licha klinisch zindelijke universi teitsgebouwen het Rudolf Magnus Instituut voor farma cologie aan de Utrechtse Von dellaan met koele precisie hun zoveelste portie drugs krijgen toegediend. Om daar na op staten geregistreerd te worden in ijzige cijfertjes. „de medische kerngroep vijf" vinden dat er eigenlijk een noemen, in het boek „Jeugd aanmeldingsplicht moet wor- onder drug", schrijven. De den ingesteld, zoals voor zeer kerngroep wordt gevormd door besmettelijke ziekten. De hui- F. Gunning uit Rotterdam, de lijke ziekte. In het onderzoek van het Ru- dolf Magnus Instituut gaat het om de invloed van middelen die geen of slechts geringe lichamelijke afhanke lijkheid veroorzaken. Tot nog toe werd het onderzoek be treffende verslavende midde len hoofdzakelijk gedaan met die middelen waarvan men meende dat het de lichamelij ke afhankelijkheid is, welke aanleiding geeft tot het ver slaafd zijn er aan. De groep van drs. Van Ree heeft als onderwerp van studie die ver slavende middelen, waarbij de psychische drang om het mid del tot zich te nemen op de voorgrond staat, nl cocaïne, de amfetaminen en marihuana. Er is een techniek ontwikkeld waarbij proefdieren zichzelf de verslavende middelen toedie nen. Door het verlangen naar het middel te registreren meent men de psychische af hankelijkheid zichtbaar te kunnen maken. Het onderzoek gaat ruwweg als volgt: Men gaat allereerst aantonen dat het gedragspa troon van de rat verandert doordal hij verslaafd raakt en welke gevolgen dat dus heeft voor zijn normale leven. Dan tracht men te verklaren waarom dat zo is aan de hand van een stof, waar men reeds veel van af weet, zoals cocaï ne; de cocaïne wordt in zeer kleine hoeveelheden recht streeks in de hersenen inge spoten Het gevolg is dat de rat verslaafd raakt. Dit sugge reert dat de stof in staat is om bepaalde processen op gang te brengen in het centrale ze nuwstelsel die vrij specifiek moeten zijn om het effect te hebben dat deze rat van zijn gedragspatroon zal afwijken. Dit onderzoek heeft een ver schillende tijdsduur. Van 14 dagen lot 2 maanden. Dit is ook afhankelijk van de appa ratuur. omdat het onderzoek vrij arbeidsintensief is. De volgende faze is dat min der sterke stoffen dan cocaïne, getest worden aan de hand van het nu gevonden gewij zigde gedragspatroon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11