Rein Vogels HET KANAAL WORDT ALSMAAR DRUKKER MIDDEN BERMEN EN ROTONDES OP ZEE s M HSHIÜ ,ER IS VOOR DE BURGERLUCHTVAART NOG AARDIG WAT TE VERHAPSTUKKEN" Plesman zocht een adviseur die niets van vliegen wist ZATERDAG 12 JUNI 1971 gémf' Kanaal is zo'n 18 kilometer breed nu niet direct de Kalverstraat, verkeersregels zijn er wel nodig". 5|an het woord is de heer J. Metz, in- lecteur-generaal voor de scheepvaart hoofd van de afdeling scheepvaart-in- 32lectie van het ministerie van Verkeer 31 i Waterstaat. 42 33 heer Metz is één van de Nederlanders egende stem hebben in de 204lCO (Intergovernmental Maritime Consul- Üve Organization), al in 1948 opgericht 7. lljdens de Maritieme Conventie van de Ver ft- 1 ligde Naties. IMCO is een internationa.le 31- rerlegorganisatie met verschillende „sub- hler|mmittee's", waarvan er één zich bezig idt met de veiligheid van het zeeverkeer iafety of navigation). ORE Ik kan niet zeggen dat ik zonder zorgen r^gwien", zegt de heer Metz, „maar ik vind wel it de zaak in de publiciteit wat overtrok- |jfe en wordt. Dat komt vooral omdat sinds ramp met de ,,Torrey Canyon" de olie- irvuiling in de publieke opinie een belang- ia jke rol is gaan spelen. Dat is een sterk ;V e aandacht trekkend aspect geworden", '^^olgens de heer Metz (en andere deskundi- ,..^;en) kan het scheepvaartverkeer nog volop roeien alvorens het Kanaal en de Noordzee erstopt zullen raken. ,,Maar er zullen dan rel steeds strengere verkeersregels in acht loeten worden genomen en de huidige re ds (rechts houden) moeten wellicht hun arakter van „aanbeveling"' veranderen in at van „gesanctioneerde verplichting' leerpunt hoewel de ramp met de supertanker „Torrey ianyon" op 18 maart 1967 nabij de zuid- Jwest punt van Engeland, zeker een keer- punt is geweest in de ontwikkeling naar veelomvattender verkeerssystemen vas men zich ook voor die tijd in BICO-kring al bewust van de groeiende pro blemen. Trouwens de aloude regel „rechts heeft voorrang" werd al in 1895 vastgelegd ■en internationale conventie. En al zeven jaar kent de scheepvaart de zogenaamde North Atlantics Lane Routes die men vrij vertaald, vaarstroken zou kunnen noemen. 1 De „Bepalingen ter voorkoming van aan va- jringen ep zee" uit de Conventie van 1895 voldeden decennia lang zonder grote beper- Mngon °P te leggen aan in zeemanskring - ijheid van navigatie". Het ris ie opkomst van de radar geweest die j™" Vooral verandering bracht in bet oude ei patroon. De radar maakte dat een schip ook in het duister en by mist kon „zien". k\ aliteit van dit soort „elektronisch icht" echter is afhankelijk van de capaci- kwaliteiten van de radarapparatuur het vermogen de radargegevens te :erpreteren. Dat nam njet weg dat het ge- ion werd door te varen, ook bij slecht of ,jeer slecht zicht. De Noorse verzekeraar Thorolf Wikborg Is het Nauw van Calais, de Straat van Dover of het Kanaal te smal en te on diep? Is de hele Noord zee misschien te klein om de groeiende handels vloten te herbergen? Of zijn de kapiteins niet meer wat ze ooit geweest zijn? Het zijn vragen die naar insiders ons verze keren slechts kunnen opborrelen in de breinen van terzake ondeskundi ge landrotten, zoals u en ik zijn, althans verreweg de meesten van ons. Maar waarom zijn we ons die vragen gaan stellen? Antwoord: het stijgend aantal ongelukken, voor al in het Kanaal. Een geheugenopfrisser 23/24 april 1970: De Libe riaanse olietankers „Pa cific Glory" en „Allegro" komen nabij het eiland Wight met elkaar in bot sing. 13 doden. De „Paci fic Glory" brandt en ver liest (veel) olie. 11 januari 1971: Het Peru viaanse schip „Paracas" ramt de veel grotere tan ker „Texaco Caribbean". De tanker breekt. Acht vermisten. De tanker vaart onder Panamese vlag. 12 januari 1971: Het Westduitse vrachtschip „Brandenburg" vaart op de wrakstukken van de „Texaco Caribbean" en zinkt zeer snel. 21 doden. 26 februari 1971: Het Griekse vrachtschip „Ni- ki" stoot lek op de wrak stukken van (waarschijn lijk weer) de „Texaco Caribbean" of de „Para cas". Tien doden. Geen wonder dus dat een landrot zich af gaat vragen of daar, buiten gaats, ook toestanden heersen alé op de auto wegen, compleet met in capabele „bestuurders" en wegpiraten. Een van de vele: de Texaco Carribean, door midden gebroken en tot onder gang gedoemd. Het achterstuk drijft nog, de rest is al verdwenen in de golven. toonde in 1960 aan dat ongeveer de helft van alle aanvaringen plaatshad in het gebied tussen het Kanaal en de Elbe en bovendien dat de grote meerderheid van aanvaringen schepen betrof die elkaar recht vooruit na derden. Nog interessanter was de constatering van een 'andere deskundige dat de perfectione ring van de plaatsbepalingssystemen, con centraties van schepen in steeds nauwere routes in de hand werkte. Logisch, want met dergelijke apparatuur wist iedereen de kort ste, snelste en daardoor dus ook drukste route te vinden. De drukste zeestraat ter wereld is het Ka naal met een verkeer van ruim 300.000 sche pen per jaar (800 per dag in elk der beide richtingen 1962 -ji opinieonderzoek inge steld onder zeekapiteins die regelmatig deze smalle, drukke zeeweg bevoeren. 95 procent van hen bleek voorstander té zijn van een verkeersregeling voor dit zeegebied. In 1964 keurde IMCO de Brits-Frans-Duitse aanbeveling voor een verkeersscheidings- systeem in het Kanaal goed. Maar pas op 1 juni 1971 werd dit systeem van kracht. Sindsdien wordt het steeds meer geperfectio- In grote trekken komt zo'n systeem er op neer dat er net als bij een autoweg twee „vaarbanen" worden aangelegd met een (brede) middenberm. Middenbermbe- boeiing wordt tot een minimum beperkt om niet te veel schepen van beide richtingen naar dé middenberm toe te trekken. Het principe is ook hierbij „rechts houden". Eeh volgen de stap is het maken van kruispunten. Zo'n knooppunt wordt op 1 juli van kracht bij het lichtschip Noord Hinder, waar schepen met bestemming Engeland en die tot dan onder de Franse kust „naar boven" zijn gekomen, linksaf kunnen slaan. Sinds 1 april fungeert voor Hoek van Holland de toegang tot 's werelds drukste haven een verkeers- ■anip met de „Torrey Canyon" olie, die nog een ander motief, dan alleen verkeersdrukte, Introduceerde om tot verkeersscheidingssystemen over te gaan. Op steeds meer plaatsen In de wereld vindt men thans dergelijke systemen, niet omdat het er druk is, maar om rampen met olie tankers te voorkomen. By het ronden van een kaap immers is een navigator geneigd de hocht zo kort en zo voordelig mogelijk uit te zetten. Dit betekent dat supertankers met hun extreem lange remwegen in eikaars vaarwater zouden kunnen komen. In de komende 25 jaar verwachten deskun digen een verdubbeling van het aantal sche pen (en een verdrievoudiging van het ton nage Het is mogelijk dat in die tijd diepzee havens ontstaan aan de Atlantische kust om Kanaal, Noordzee en Europoort te ontlasten van de mammoettankers. Maar ook dan nog zal het in het Kanaal en in de Noordzee al leen maar drukker worden. De heer Metz. „Het kan nodig zijn dat dan nog strikter de hand moet worden gehouden aan de ver keersregels. Er wordt ln IMCO-kring al ge studeerd op controlesystemen. Hoewel: een onderzoek in 1969 leerde dat slechts vijf pro cent van de schepen in de verkeerde vaar route zaten. Niettemin zijn Engeland en Frankrijk al besprekingen begonnen over controlemogelijkheden met helikopters en wal radar". Alle steun De IMCO ondervindt in het algemeen alle steun van de rederijen. Ook de Koninklijke Nederlandse Redersvereniging steunt het werk van de IMCO en neemt eraan deel. De heer J. N. F. Lameyer, nautisch adviseur van de KNRV: „Wij staan er helemaal ach ter, maar we moeten wel een voorbehoud maken: kan de scheepvaart over de nood zakelijke middelen beschikken? Moet ook een eenvoudig schip per se kostbare appa ratuur hebben en wie betaalt dat? En de noodzakelijke bebakening en bevuring van routes (in het Kanaal bij slecht zicht be paald onvoldoende is een internationale zaak. Wie betaalt wat De KNRV bepleit een wetenschappelijke aanspraak van 't probleem. „De huidige systemen zijn op een ambachtelijke manier, op basis van ervaring opgezet, maar er is wetenschappelijk onderzoek nodig, zoals Japan dat al verricht. Overigens heeft de IMCO dit ook aanhangig gemaakt, in eerste instantie voor het Kanaal". De KNRV en de buitenlandse zusterverenir gingen zeggen „ja" tegen ingrijpende ver- keersvelligheldsvoorzlenlngen. maar: „dan moeten we ook over de nodige hulpmiddelen kunnen beschikken". Intussen en ondanks alle tot nu toe genomen maatregelen blyven er schepen verongeluk ken. Maar ook varen Is mensenwerk. Méér nog wellicht dan vliegen en zeker niet min der dan r(jden. Mensen maken fouten en ongelukken. Dat zal altijd zo hiyven. WIM KOCK JHIPHOL Omdat Reinier Johannes Vo ls in 1946 een uiterst vruchtbaar gesprek eeft gehad met Albert Plesman, staat hij oog in oog met zijn eigen zilveren *btsjubileum bij de K.L.M. Plesman. de igst eigenzinnige pionier van de Neder landse burgerluchtvaart. legendarische wol kenridder, die zich door een reeks unieke eigenschappen een bulderbaan had bezorgd mü de K.L.M.stond [t (oorlogsjaren voor de de puinhopen opnieuv gerluchtvloot te crcëre p, nationale jachtgebiede woestende taak om uit een nationale bur- i. die de oude inter- wederom zou an- organisatie bad hij g ook dringend behoefte lussen noord- en zuidpool als wegbereider zijn maatschappij kon optreden. Een J lipgever bracht hem op het spoor van kapi tein Vogels, die na een avontuurlijke carric- w re als journalist, reisorganisator, toeristisch ilE publicist en hoofdredacteur van het persbu reau „Industria" van een bekende glocilam- in het zuiden des lands hoofd geworden van de afdeling pers cn 3-$Publiciteit van dc Dienst der Repatriëring. Plesman wilde van kapitein Vogels maar één ding weten: „Heeft u verstand van vliegtui gen?". Op hel volstrekt ontkennend ant woord van de sollicitant riep hij stralend: "Dan bent u de aangewezen man om onze blic relations te gaan behartigen. Ik heb genoeg mensen om me heen. die beweren les van vliegen te weten". Vijfentwintig jaar na dit gedenkwaardig sollicitatiegesprek zegt Rein Vogels: „Aan Plesman komt de eer toe. dat hij als eerste het begrip public relations heeft ingebouwd in de bedrijfsorganisatie van een Nederland se onderneming. Het ging hem daarbij niet om het obligate „stukkie in de krant" of de gratis publiciteit via de versiertoer. Dat zijn ^ken, die met de echte public relations niets te maken hebben. Zijn opdracht aan 'j was om een klimaat te scheppen, waar- iedereen bij de K.L.M. grotere kansen zou krijgen om met succes te kunnen werken. Met die visie ben ik indertijd in zee gegaan. Voor de rest wist ik bitter weinig van het vak af. Public relations was in 1946 een onontgonnen terrein, je wist tevoren, dat je met vallen en opstaan je doel zou moeten hereiken. Dat had ik overigens gemeen met oDe public relationsmensen van dat eerste oor. Joop Brongers, Bernard Bekman, Joop "ijnands en al die anderen, we vonden elkaar in onwetendheid. We moesten het •ok van de grond af aan leren door bewuste ^systematische studie". Achteraf kan worden vastgesteld, dat Rei ger Johannes Vogels een snelle en succes- volle leerling is geweest, die hel aanzien van de vaak ongrijpbare public relations in binnen- en buitenland mede heeft bepaald. Hij was één der oprichters en jarenlang voorzitter van het Nederlands genootschap voor Public Relations en gaf tevens mede de stoot tot de oprichting van de- International Public Relations Association, waarvan hij jarenlang het presidentschap bekleedde. Daarnaast maakt hij sinds 1947 deel uit van het Advisory Committee voor Public Relati ons van de International Air Transport As sociation. Zijn credo is al die jaren onwrik baar hetzelfde gebleyen: „Public relations komt niet met droombeelden, met illusoire verhalen. Dat is het wezensverschil tussen de reclame en de p. r. De reclame kan het ongestraft op een akkoordje gooien met de waarheid. Die kan het gebied tussen droom en werkelijkheid betreden. Wij werken daarentegen met middelen, die voor 100 procent geënt zijn op die werkelijkheid. Ik creëer met behulp van alle K.L.M.'ers een atmosfeer op nationaal- en internationaal niveau, waarin onze onderneming met gro tere kans van slagen kan werken. Ik ben geen onderhandelaar, geen reiziger met een tas vol wensen en aanbiedingen. Ik ben wel de man, die probeert voor de K.L.M. de deuren te openen, die tracht begrip en waardering en als het kan ook nog wat sympathie voor ons werk te wekken. Als je daarbij niet uitgaat van de wei'kelijkheid loop je gegarandeerd stuk. Van vlagvertoon kan de schoorsteen niet roken, van freewheelen op oude roem wordt de K.L.M. niet wijzer". Zelf beschouwt hij zijn zilveren jubileum als onder-directeur van de K.L.M. en hoofd van het bureau Public Relations van de nationa le luchtvaartmaatschappij als een onvermij delijke mijlpaal, die alleen geschikt is om er losjes op leunend een haastig glas te drin ken. „Ik voel er bitter weinig voor om na 25. jaar nostalgisch terug te denken en te hun keren naar een periode, die onherroepelijk vervlogen is. Als je dat doet is er alleen sprake van wat Jan Mens „de kleine waar heid" noemt. Terugdenken levert immers onvermijdelijk een optimistische vertekening van de werkelijkheid op. De soldaat herin nert zich van zijn diensttijd alleen de da verende lachsalvo's, de man, die in het ziekenhuis op de rand van de dood heeft gelegen, denkt met weemoed aan de aardige verpleegsters. De pijn en de ellende zijn dan al lang verdampt en wat overblijft is een handvol overbelichte hoogtepunten. Ik be schouw de 25 jaar, die achter me liggen als een fijne periode, die definitief is afgesloten. Niet mooier en niet slechte^ dan de komen de 25 jaar. Je betrapt jezelf er weliswaar op. dal je aan sommige dingen emotioneel terugdenkt, maar dat is een privé-zaak. waar je anderen niet mee moet vermoei- is alleen, dat zijn carrière zich niet straffe loos laat wegdringen in een stoffige archief kast. Hij heeft daarvoor domweg te vaak aan de weg getimmerd, te veel deuren geopend, te veel initiatieven genomen. In de public relations wordt hij door vriend en vijand beschouwd als een Mohikaan, een pionier, die ogenschijnlijk met verbluffend gemak de wolkenakker voor de K.L.M. ega liseerde. Hij is daarnaast een goodwill-am- bassadeur, die als kilometermiljonair Joseph Luns bepaaldelijk naar de kroon steekt. Zijn opdracht („de K.L.M is een plant, die voort durend behoefte heeft aan water") gaf hem vleugels, die hem over de wereld droegen Met een krimpvrij optimisme en een ijzer- sterk geheugen, waarin de laatste bon-mots panklaar voor distributie gereed lagen, trok hij rechte voren van paleizen naar hoofdre dacties van kranten, van Witte Huis naar televisiestudio's. In Rio de Janeiro zat hij in één programma met heilsprofeet Billy Gra ham, die hem vlak voor de uilzending zei: „We hebben eigenlijk hetzelfde vak. We kijken beiden omhoog". Rein Vogels, die zijn persoonlijk stempel drukte op alle openingsvluchten. die de K.L.M. sinds 1946 heeft gemaakt; die ge werkt heeft onder zes president-directeuren („als je in mijn job oen kameleonfiguur bent en niet jezelf blijft, houd je het niet vol) en naast alle courante staatshoofden, koningen en zakelijke kopstukken ook drie pausen persoonlijk ontmoet heeft, zegt ach teraf: „Dit vak vraagt een volledig engage ment. Als ze de K.L.M. aanvallen voel ik dat als een persoonlijke aantijging. Volgens mijn overtuiging is dat de enige basis, waarop je je werk geloofwaardig kunt ma ken. De inbreng van het individu in een onderneming is gebaseerd op de loyaliteit van de hele groep. En omgekeerd". Kruising Hij omschrijft zichzelf als een „merkwaardi ge kruising tussen een journalist, een to neelspeler, een handelsreiziger en een diplo maat". Zijn vrienden verraste hij onver hoeds vanuit een ziekenhuisbed in Tokio met een onvervalste Haikoe. een Jaoans drieregelig vers, dat dichter en persoonlijke vriend Bertus Aafjes gebruikte als motto voor één van zijn boeken „Zonlicht mondriaant op witte muren, met luxaflexpenselen in wit en zwart. En buiten krijsen gezonde meeuwen". „Een aardigheidje", oordeelt hij zelf. „de taal heeft me altijd gefascineerd Diezelfde taal in allerlei variaties, in schui mend Engels, doorploegd Duits en vlinder achtig Frans is ook het sterke wapen, waar mee hij tijdens honderden bijeenkomsten de belangen van de K.L.M. verdedigd heeft. Zijn legendarische speeches zijn handwerk jes van de warme sèhrijver. zijn fameuze cross-talks dragen zijn eigen keurmerk. Rciskunde Óver de komende 25 jaar niet slechter, niet beter dan de vorige zegt hij: „De toekomst van de burgerluchtvaart hangt ten nauwste samen met de sociaal-economische ontwikkeling in onze wereld. Vast staat inmiddels, dat de mensen steeds meer geld en vrije tijd ter beschikking hebben. Tel daarbij op het feit, dat nu nog slechts vijf procent van de wereldbevolking regelmatig vliegt en de conclusie ligt voor de hand. dat er voor de luchtvaartmaatschappijen nog een hoop te verhapstukken valt. De komst vbn het supersonische vliegtuig nu nog een uiterst dubieus economisch probleem komt er. Daar kun je donder op zeggen. Zoals ook de Boeing 747 zijn plaats op de markt heeft opgeëist. Er is beweerd, dat de 747 te vroeg is gekomen, maar in feite is hij het antwoord op een marktvraag. De 747 heeft bewezen, dat het een economisch vlieg- Daarnaast zal hij naar mijn stellige overtui ging een stuk popularisering in de lucht vaart op zijn naam schrijven. Uiteindelijk zal vliegen niet opwindender moeten zijn dan het reizen per trein. Aan die ontwikke ling kunnen ook de scholen veel bijdragen. De jeugd zal al vroeg moeten leren om over de eigen heg heen te kijken, om te ontdek ken, wat er achter de horizon aan de gang is. Het vak „reiskunde" zal op het program ma van elke lagere school een belangrijke plaats moeten krijgen". Vrachtvaarders Over zijn eigen K.L.M. zegt hij nog: „De ontwikkeling van onze maatschappij hangt ten nauwste samen met de ontwikkeling in Europa. Straks is Nederland een noordelijke provincie van het Grote Europa en dan wordt het een kwestie van productieselectie en arbeidsverdeling. We zullen eraan moe ten wennen, dat wij Nederlanders niet alles kunnen maken. Wij zullen straks, om een paar willekeurige terreinen te noemen, onze centjes moeten verdienen in de chemie, de petrochemie en de elektronische industrie. Daarnaast hoop ik, dat de Europese commis sie zal besluiten om ons het verkeer te laten verzorgen. Wij hebben immers bewezen, dat we het predikaat „vrachtvaarders van de wereld" met ere mogen dragen. De geografi sche ligging van ons land is daarbij een extra-pluspunt. Of er in die ontwikkeling plaats is voor één of meer Europese lucht vaartmaatschappijen blijft voor mij voorlo pig een open vraag. Als ik om me heen kijk cn zie, hoe nationaal prestige en eigen vlag nog hoge ogen gooien dan zie ik die ene Europese luchtvaartmaatschappij voorlopig nog niet komen. Maar als hij er komt, zal Nederland wel degelijk een flinke vinger in de luchtvaartpap moeten krijgen". Nederland houdt Rein Vogels eraan. Over 25 jaar heffen we dan op de voorspoedige afloop van zijn voorspellingen het Europees gelijkgeschakelde glas. LEO THURING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11