Waarom zou een VROUW NIET mogen biljarten? JAN DE VRIES hoopt op WERELDTITEL bij 50 «'ers (jnafip Al vijf jaar Mag Een Vrouw Ook Eens Wat ZATERDAG 5 JUNI 1971 Ze zeggen dat het goed gaat met de vrouwenemancipa tie. Da's fijn natuurlijk, maar ze moeten niet gaan overdrijven. Er blijven nu eenmaal een hoop dingen, die je als vrouw gewoonweg niet doet. Neem nou dat clubje vrouwen in Apel doorn. Gaan ze zomaar iede re week een avond in het café zitten. En als het daar dan nog bij bleef. Maar nee Biljarten een echte mannensport? Onzin, vinden deze Apeldoornse vrouw hoor. Dat wil helemaal stoer doen, pakt de keu van de muur en gaat glashard een partqtje biljarten. Of er nog geen ellende genoeg is in de wereld. Kan dat allemaal raaar zo in Apeldoorn? Het kan er; en zelfs al een jaar of vijf. Deze zomer viert de enlje biljartclub voor vrou wen in ons land warempel »l zfln eerste lustrum. MEVOEW, oftewel Mag Een Vrouw ook Eens Wat hebben de leden hun club in een balo rige bui gedoopt. Zo van: zeg er eens wat van als je durft. Zo uitdagend hoeven ze eigen lijk helemaal niet te doen, j want het zal Apeldoorn een zorg zijn dat die vrouwenbil jartclub er is. Gezelligheid Gezelligheid wordt er hoger aangeslagen dan een hoog ge middelde. dat wilden ze best wekelijks toen al te- r enkele da rt babbeltje i zich sche- weten op avondje. Het a gen half tien mes van drankje konden scheiden ei nen te herinneren dat er ook nog zoiets als een biljart stond in café Het Oude Loo, waar de twaalf leden iedere donderdag bij elkaar komen. Dat doen ze overigens ook al zo keurig, onder de hoede van hun bloed eigen echtgenoten, die er ook een gezellige avond van ma ken. Die leggen er een kaart je, drinken een drankje en kijken er eens tersluiks naar de verrichtingen van hun ga- des op het groene laken. Slechts bij hoge uitzondering mogen ze zich daarmee be moeien. want dat pikken de dames niet. Die willen op el- gen houtje de geheimen van het goochelen met keu en bal len ontsluieren. Dat is in de eerste Jaren van Mevoews bestaan anders ge weest. Toen hielden ze er nog een heuse trainer op na, de bekende Apeldoornse biljarter Buiter. De biljartsters waren toen ook veel fanatieker dan nu. Wat wil je, de clubeer stond op het spel. In het nabu rige dorpje Ugchelen was er ln die dagen ook een vrou wenbiljartclub en die moest even worden ingemaakt. Er is toen een competitie gehouden waande stukken vanaf vlogen. ••Tijdens de finale kwam het krijtje achter de tapkast te recht" herinnert één van de biljartsters zich glunderend. De Apeldoornse club won de beker en de Ugchelense dames rijn die klap waarschijnlijk niet te boven gekomen, want niet lang daarna ging hun club ter ziele. Sinds die tijd stellen ze zich in Apeldoorn tevreden met onderlinge wed strijdjes. „We zijn al een hele poos van plan eens een echte onderlinge competitie op touw te zetten, maar dat komt er maar niet van", vertelt één van de leden. Uit de keuken Om aan de weet te komen, wie de beste biljartstcr is van de club. is zo'n competitie ook n'et nodig, want niemand zal betwisten dat dat Hultink is. die, naar één onze bekende vaderlandse bil jarters, ook wel gekscherend mevrouw Vultink wordt ge noemd. Nu is het niet zo ver wonderlijk dat die mevrouw Hultink zo goed haar vrouwtje staat op het groene laken. Al6 Voor de beste biljartster prestatie. echtgenote van de eigenaar van café Het Oude Loo is ze nog wel eens in de gelegen heid buiten clubvei-band wat te oefenen. „Het gebeurt wel dat ze me zelfs uit de keuken halen om een partijtje te biljarten met een klant, die zo gauw geen tegenstander kan vinden", vertelt ze. Vaak wint ze die partijtjes, want aan een moyenne van één (een rake stoot per beurt) komen veel mannen tijdens zo'n partijtje uit de losse hand niet toe. Voor mevrouw Hul tink is het niet zo'n uitzonder lijke prestatie. maken die zo'n tien tot twaalf caramboles per partij van der tig beurten. Een paar leden, die nog niet zo lang bij de club zijn, voelen zich al een hele Piet als ze zes caramboles maken in dertig beurten. „Ik kan me nog goed herinne ren dat ze de eerste keer dat ik hier kwam biljarten tegen mé zei: „Meid, je bent op het biljart geboren". Ik maakte toen meteen al zes caramboles. Toen ik het vol trots aan mijn man vertelde Keb ik er maar niet bij gezegd, dat ik er der tig beurten voor nodig had gehad", vertelt één van de nieuwelingen olijk. De Apeldoornse biljartsters mogen dan nog niet zo bedre ven zijn met de keu, de sfeer geen uitzonderlijke 1 op hun wekelijkse bil- scheppen, lannenclub. de snedi- de kruidi- gracieus hoor, kan jou het schelen", „Dat is een goede chauffeur, raakt niks"; „We wil len geen water zien, bloed!". „Eerst een paar sherry's om warm te lopen". Biljartster te gen haar man: „Wacht maar mannetje, jou kom ik van avond nog wel tegen in het donker". En dan hebben we er een paar, die de censuur toch niet zouden hebben overleefd, maar weggelaten Aan die puike sfeer is goed te merken dat de leden van ME VOEW elkaar kennen van ha ver tot gort. De meesten gaan dan ook al veel langer met elkaar om dan sinds de op richting van de biljartclub. Voordien kwamen ze vaak op zondagmorgen bij elkaar in café Het Oude Loo, waar hun echtgenoten een biljartclubje hadden. Op zo'n zondagmorgen maakte één van de dames ter loops de verstrekkende opmer king: „Waarom gaan wij niet eens een partij biljarten?". En dat was het begin van ME VOEW. Er gingen wat leden weg, er kwamen er wat bij en wat niemand had verwacht: de vrouwenbiljartclyb bleef bestaan, ook toen de echtgeno ten van de leden hun club opdoekten. Nu is het geen wonder dat de dames nog lang niet genoeg hebben van hun biljartclub, want ook buiten hun weke lijkse avond maken ze er een gezellige boel van. Ze hebben hun wederhelften zo gek ge kregen donateur van hun club te worden en van hun bijdra gen en de contributiegelden kunnen ze af en toe eens fijn de bloemetjes buiten zetten. Van tijd tot tijd gaan ze pot verteren: een etentje, een reisje, een avondje uit. Alle verjaardagen vieren ze ook samen. Bovendien zijn een stuk of wat biljartsters ook bij een zangclub. Niet fatsoenlijk De band tussen de clubleden is dus zeer hecht. Maar wie mocht denken dat ze daarom wel niet erg gesteld zullen zijn op nieuwe leden heeft het mis. „We kunnen er best wat fris bloed bij gebruiken. Maar de Apeldoornse vrouwen lopen niet zo hard. Die blijven het geloof ik gek vinden, zo'n bil jartclub voor vrouwen. En waarom snap je niet, want iedereen vindt het eigenlijk wel leuk. Het zal wel komen omdat zo'n biljart bijna altijd in een café staat. En een vrouw in een café en dan nog wel een biljartende vrouw, daar spreken veel mensen nog steeds schande van. Dat is niet fatsoenlijk vinden ze. We zou den het hier in Apeldoorn niet in ons hoofd halen om zomaar een café binnen te lopen om even te trainen, hoewel we er soms best zin in hebben. Bui ten onze woonplaats, daar zouden we het misschien wel durven", laten de biljartsters i het is op „De vi Waaro: Je hoeft maar c tig te luisteren r ge opmerkingen ge adviezen die de da kaar in hel vuur van de strijd naar het hoofd slingeren om te weten dat ze op dat gebied weinig meer te leren heb- Toen wij er waren noteerden we in nog geen half uur, be halve het voor leken duistere abacadabra van vaktermen als „niet te dik" of „rechts af van rood" o.a. de volgende kreten: „Nee, zo niet, een beetje schuuns". „O gut nou ga ik he lemaal vreemd"; „Doe jij maar moeten we- i sport biljar- zou hel uit sluitend een mannensport moe ten blijven? Onze prestaties zouden er zeker op vooruit gaan als we eens wat echte wedstrijden zouden kunnen spelen", vindt mevrouw Hul tink. De vraag waarom de biljart sters hun krachten dan niet eens gaan meten met mannen levert aanvankelijk alleen maar gnuivende gezichten op. „We hebben wel eens een uit nodiging gehad voor een wed strijd legen een mannenclub, maar die hebben we maar niet aangenomen. We vinden het dan zo'n officiële boel wor den. En we zijn ook een beetje bang om een flater te slaan. Zo zijn, eerlijk gezegd, op zoek naar een stelletje krukken van wie we kunnen winnen. Kereltjes van een jaar of tachtig of zo", bekent er tenslotte één lachend. Jan de Vries werkt nu vast bij Van Veen Kreidler. TUBBERGEN Voor Jan de Vries is een periode vol onzekerheden aangebroken. De eerste van de twee Grand-Prixraces van dit seizoen toonde aan, dat de motoren van het Van Veen-Kreidlerteam momenteel superieur zijn. Zowel in Salzburg als in Hockenheim moesten de Derbi- en Jamathiploeg een verpletterende nederlaag incasseren. Slechts het feit, dat Jos Schurgers beide malen de pech- duivel net kon ontlopen, voorkwam een dubbele Nederlandse triomf. Want ook zijn machine Jan de Vries houdt zich intensief bezig met deze vragen. Ook na zijn zege in de race van tweede pink sterdag in Tubbergen was hij nog ongerust. „Zoals de zaken er nu voorstaan kan ik Nieto en alle anderen wel hebben maar je weet het nooit. Derbi heeft enor me mogelijkheden en geld en mankracht achter zich staan. Het is zelfs gedeelte lijk een staatsbedrijf, het mag heel wat kosten als er maar gewonnen wordt. In de Derbifabriek zijn ze constant bezig met die mo toren. Stel nu dat er de dag voor de wedstrijd een belangrijke verbetering wordt ontdekt. Dan wordt er direct een machine overgevlogen en vissen wij mooi achter het net." De vrees van De Vries bleek ongegrond. Ook in Tubber gen bleken de zendingen van de Derbitechnici niet toereikend om hem van een zege af te houden. Is het oen voordeel dat Derbi ook aandacht moet besteden aan de 125 cc- en 250 cc-machines? De Vries haalt zijn schouders op: „Nauwelijks. Ze hebben zo veel faciliteiten, dat ze zich gemakkelijk met drie pro jecten tegelijk bezig kun nen houden. Ook de afgelo pen winter zijn er steeds 50 cc'ers bij Derbi echt wel goed onder handen geno men. De nieuwe machines zijn duidelijk harder dan I die van verleden jaar. Al- I leen, wij zijn nog meer j vooruit gegaan". Aal Toersen ging destijds met do nieuwe Kreidler formidabel van start. De j eerste drie Grands-Prixs le verden voor hem even zo veel overwinningen op, maar uitgerekend in Assen volgde een dramatische machtsovername door Der bi. Angelo Nieto sloeg vooral aan de slotfaze van het seizoen toe en kaapte de titel weg voor Aalt Toersen die aan het begin van het daaropvolgende jaar kon overstappen naar het Jamathikamp. Maar ook dat leverde in 70 niet meer op dan een tweede plaats. Zal het nu De Vries net zo vergaan? In ieder geval gaat De Vries de komende weken niet met de handen in de op enkele onbelangrijke detailpunten na identiek aan die van zijn succesvolle teamgenoot is op dit moment sneller dan alle andere motoren. Het Van Veenteam domineerde in de eerste grote prijzen, maar toch durft Jan de Vries nauwelijks aan 'n kam pioenschap te denken. Want hoe goed zullen de zaken ervoor staan op 26 juli als de strijd om de wereldtitel in Assen wordt gehouden? Kunnen de concurrenten de achterstand in de resterende zes weken wegwerken? 1 schoot zitten afwachten wal er overblijft van huidige toestand. Jan de Vries: „We willen die chines uiteraard nog snel ler maken. Ik zelf ben dit seizoen voor het eerst in volledige dienst bij v. Veen. We hebben een ploeg van vier man. die zich constant bezig houdt met de ri de monteurs Jaap Voskamp en Jurg Muller, Jos Schur gers en ik." Het monteren heeft voor de kleine (1.68 mtr.) 58 kg zware man uit Sint-Jacobiparochie even veel aantrekkingskracht als het racen. Ik zou geen keuze kunnen doen. Het werken aan de motoren heeft ook zijn bekoring. Jan de Vries stijlvol in actie op zijn brommer. Om zoveel vermogen (ruw schattend komt Jan uit op 17 pk.) uit zo'n klein mo tortje te halen, dat is toch wel iets geweldigs. „Het sleutelen is een van mijn voornaamste bezigheden voor Van Veen geworden. Vorig seizoen heeft de Kreidlerfabriek voor ons een aantal motorblokjes gefabriceerd. Dat was een coproduktie. Zij hadden er niet een en wij hadden ze. Die zijn gecombineerd. Maar dan begint voor ons pas het uitwerken. In de werkplaats is nog heel wat aan de motoren veranderd. En natuurlijk het nieuwe frame, want dat onderging heel wat verbeteringen. Het is nu langer en smaller met gevolg minder weer stand. Daarnaast stuurt het De Kreidler krijgt nu juist die extra-kracht, waarmee de concurrentie wordt af geschud. Rudolf Kunz eigenlijk een fabrieksrijder, hij werkt bij Kreidler in feite heeft hetzelfde basisblok tot zijn beschik king. Toch komt zijn ma chine momenteel snelheid te kort om Nederlanders te kloppen.. Dit jaar beleeft Jan de Vries voor de derde maal een compleet Grand-Prix- seizoen. Dat betekent vele maanden reizen en sleute len terwijl zijn echtgenote, twee dochters en een zoon I in Sint-Jacobiparochie ach- j ti rblijven. Drukt dat no- I inadenbeslaan zwaar op zijn schouders? „Ach dat valt wel mee. Het is afwis selend en je ziet zo nog e.;ns wat. Dat reizen is ook geweldig. Nee, ik zou niet graag ermee ophouden. Het bevalt me zo prima." Een wereldtitel zou het com pleet maken. Of het zover komt? De T.T. in Assen i brengt over zes weken het I antwoord op deze vraag I dichterbij. BERT WILLEMSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 17