GREENFIELD and COOK: Van boerenstoel op directiezefel in grootbedrijf met „The End" begon merkwaardige loopbaan ROLLING STONES ELTON JOHN SHIRLEY BASSEY DAVE en CASS abriek eibergen holland ZATERDAG 5 JUNI 1971 Rink Groeneveld en Peter Kok, tezamen opererend als het naarstig nationale en in ternationale roem najagende duo Greenfield and Cook, vor men beslist een uniek zang- paar in de popwereld. Uniek, omdat deze Haagse jongelui in de anderhalf jaar dat zij sa menwerken nog nooit oog in oog hebben gestaan met pu bliek in een zaal en deson danks toch al twee hits heb ben weten te scoren. Een nogal ongebruikelijke werkwijze, dachten wij; in on ze vaderlandse amusements wereld is het doorgaans toch zo, dat er pas een plaat van een solist of groep gemaakt wordt, nadat men eerst een zekere bekendheid heeft ver worven bij het publiek. Die bekendheid moet dan worden vergaard via de slopende „schnabbeltoer". die loopt van de ene feestzaal naar de ande re, waar feestende bloemen- venters hun verkoopprodukt de hele avond buiten zetten en gemoedelijke huismoeders wensen in te naken op dei nende deunen. Greenfield and Cook zien dat avond-in, avond-uit optreden echter niet zo zitten. Zij zou den, nu zij hun steentjes (in de vorm van de twee redelijk succesvolle hits „The endon ,.A day begins") aan de vader landse hitlava hebben bijge dragen, makkelijk in allerlei clubs en zalen het rendement kunnen oogsten van hun vinyl- inspanningen, maar dat ver tikken zij gewoon. Ondanks hun leeftijd (21 en 22 jaar) hebben zowel Peter Kok als Rink Groeneveld al een jaren lange loopbaan als musicus achter de slanke rug. Peter Kok stond zelfs al op zijn ne gende jaar op het podium om met zijn gitaar de gehoorgan gen van de aanwezigen te „Nee", verklaren de welig, doch verzorgd in het haar zit tende jongelui, „voor ons hoeft de schnabbeltoer niet. Enerzijds omdat wij dan weer een backing-groep aan ons moeten binden en anderzijds omdat de muziek die wij nu maken gewoon niet past in het kader van dat soort avon- Grecnfield and Cook vertegen woordigen in de pop namelijk de zogenaamde „melodische tak", waarbij de intentie van de tekst zeker niet ton onder mag gaan in een orgie van geluid. Dit in tegenstelling tot de heavy-muziek, waarin de tekst doorgaans alleen dient om de nimmer aflatende ge luidsgolven tot nog meer deci bels op te drijven. Greenfield and Cook hebben overigens niets tegen heavy-muziek. Zo rekenen zij Golden Earring tot hun favorieten, maar uit hun muziek blijkt toch dat hun voorkeur in hoofdzaak uitgaat naar mensen als Elton John. Burt Bacharach, Crosby, Stills. Nash and Young. „Wij laten ons niet door deze mensen beïnvloeden, hooguit onbewust. Wij trachten volko men eigen muziek te maken, te streven naar een eigen iden titeit. Daarbij hebben wij eigenlijk bewust gekozen voor het meer melodieuze genre, omdat in het zwaardere idi oom de concurrentie zeer groot te noemen is". Voor de uitbouw van hun nu langzaam, maar zeker opko mende roem benut het duo televisie en radio. Onlangs nog waren Greenfield and Cook te zien in Willem Duys' populaire „Vuist", hetgeen de verkoop van hun laatste single „A day begins" zeker ten goede is gekomen. Daarnaast is het duo al op de Belgische. Duitse en Franse buis u- zien geweest in shows, waarvan er één la ter aan negen landen is ver- Optredens in stad en land zit ten er overigens op een wat langere termijn nog wel in. „Maar dan moeten we wel eerst goede, landelijke be kendheid verwerven en dat hangt natuurlijk voor een be langrijk deel af van het aan slaan van onze platen". Buiten de zorgen voor een volgende single (hoewel Greenfield and Cook hun popbezigheden zeker niet zorgelijk bekijken, meer laconiek), heeft het duo ook nog andere projecten op het Zo bestaat de kans dat zij binnenkort naar Italië ver trekken om muziek te compo neren voor een film Momen teel worden er over deze af faire hoopgevende besprekin gen gevoerd met de producen ten. De definitieve opdracht zou zeker een succes beteke nen voor Greenfield and Cook, temeer daar van de vader landse popjongens de superbe gaafde Rik van der Linden slechts eerder zo'n buitenland se opdracht ten deel is geval len. De mogelijke uitgave van een Greenfield and Cookelpee zal ook afhangen van het be reiken van een grote lande lijke populairiteit. „Als wij nu een elpee uitgeven, dan wordt die absoluut slecht verkocht. Nee. wij staan bepaald niet popelen om een langspeler te maken." Natuurlijk is de methode die Greenfield and Cook volgen niet de meest lucratieve. On danks het feit dat er weinig geld in het laatje komt, wei geren Greenfield and Cook zich te storten in het avondlijke feestgedruis tussen Jubbega en Cadzand. „Als het nodig zou zijn. dan gaan we nog liever wat bijverdienen in hel normale bedrijfsleven. Dat hebben we trouwens in de eerste tijd van onze samen werking ook gedaan. Wij zijn toen een tijdlang verbonden geweest aan een uitzendbu reau. En mochten we als Greenfield and Cook misluk ken, dan blijven we toch in de muziek. Als producer of zo iets dergelijks". Vooralsnog stijgt de ster van Greenfield and Cook in de goe de richting. Van hun platen maatschappij Polydor krijgen zij alle medewerking om on gestoord en volgens eigen ar tistieke inzichten te werken aan nieuwe platen, die onder leiding van producer Jaap Ep germont dan eventueel moeten uitgroeien tot pasklare hits. Bij de mensen die Greenfield and Cook omringen is dus ver trouwen en alle tekenen wijzen erop dat het sympathieke duo dat vertrouwen niet zal be schamen. CHARLES BELS Peter Kok en Rink Groeneveld. weer helemaal terug op popfront The Rolling Stones zijn weer hele maal terug op liet popfront. Sinds dat historische concert in Hyde Park in juli 1969 (kort na de tragische dood van Brian Jones) tellen Jagger en zijn mannen eigenlijk al weer volop mee. maar met de onlangs verschenen elpee „Sticky Fingers" zijn ze er weer helemaal en onaan tastbaar staat de groep nu weer aan de top van het popgebeuren. Jimmy Miller mag in dit verband gerust genoemd worden. Hij ontferm de zich na de lp „Their satanic majesties' recruest" over de groep en hij is de man die de groep terugbracht op het allerhoogste niveau of in ieder geval Jagger en Richard wist te inspireren tot hernieuwde daden drang. Want het heeft er toch wel even op geleken dat hel voorgoed gedaan was met het instituut The Rolling Stones. Gelukkig is dat ge vaar nu bezworen. De groep heeft de banden met Decca verbroken en heeft nu de handen volledig vrij wat betreft het maken van platen en het tempo waarin die schijven vervaar digd moeten worden. Met „Sticky Fingers" zijn The Stones ook weer terug op hun uitgangspunt, nl. het verwekken van rauwe bijna proletari sche muziek, waarin de invloeden van de blues zeer talrijk en duidelijk aanwijsbaar zijn. Vooral het num mer: „You gotta move", is hiervan een duidelijk, voorbeeld. De grote klapper van de plaat is uiteraard „Brown Sugar", een nummer dat op single overal in de wereld zeer hoge noteringen haalt en waarin de iden titeit van The Stones zich het dui delijkst manifesteert. Daarnaast zijn „Bitch", „Wild horses" en „Dead flowers" rocknummers van absoluut topniveau. Verrassend is zeker het achtergrondvioolwerk in „Swary" en ..Moonlight mile" Paul Buckmastei de man die enkele Elton John-el- pees van prachtige begeleiding voor- DISCORUBRIEK nummers als „Love Story". „It's im possible", „Bridge over troubled wa ter", „Easy thing to do" en nog een aantal puike nummers uit het we reld repertoire. Er is meer nuance in Shirleys expressie geslopen en dat komt deze plaat. ..Something else" getiteld, zeker ten goede. (United Ar tists 5C 062-92468). door Charles Bels zag, tekent hiervoor. Zoals gebruike lijk tegenwoordig op topplaten dra ven er talloze gasten op. Bobby Keys en Jim Price (bekend van hun sa menwerking met Delaney en Bonnie en tijdens de Europese tournee van The Stones ook al opgenomen in de crew) blazen fervent mee, waarbij Keys af en toe prachtig solieert en verder komen we organist Billie Preston (vroeger de lieveling van The Beatles), pianist Nicky Hopkins, Jack Nitzche, Ian Stewart en ene meneer Dickinson tegen. Samen met The Stones maken deze heren geweldige muziek, die zeer velen zal weten te bekoren vanwege de intensiteit en vooral vanwege het aardse karakter. Zonder meer een grootse schijf. (COC 59100). Jive" met „iets anders" Behalve mooi zijn kan Shirley Bas- sey ook nog een verduveld aardige en vooral sensuele deun zingen. Dat konden we nog niet zo lang geleden zelf constateren op de buis en haar platen tonen een cn ander ook dui delijk. Vooral Shirleys laatste pla- tenprodukt mag er zijn. Naar het lijkt ingetogener dan ooit (terecht zijn er heel wat opmerkingen ge maakt over haar dikwijls ongenuan ceerde stemvolume) zingt Shirley De vierde Elton John-elpee in een jaar tijds. de vijfde in totaal, is een feit. Als we tenminste de op Para mount verschenen soundtrack „Friends" meerekenen. Na de „Fricnds"-elpee gingen er in binncn- cn buitenland stemmen op, dat het wel zeer snel met Elton John afgelo pen zou zijn. De markt zou overver zadigd raken hoorde men hier en daar zeggen, en persoonlijk hebben wij die gedachte ook uitgesproken, maar nu Johns nieuwste elpee „17- 11-1970" daar is geloven wjj dat een en ander zeker wel mee zal vallen. Ellon John gaat op deze plaat name lijk grandioos te keer. Ondanks het bekende repertoire dat hij speelt („Take me to the pilot", „Burn down the mission", „Sixty years on", „Can I put you on", „Bad side of the moon" en de Rolling Stones-classic „Honky tonk woman"), is deze plaat wel zo verfrissend en zo levend alsof je die nummers voor de allereerste keer hoort. „17-11-70" is de registratie van een radioshow die Elton John vorig jaar november in New York maakte tijdens zijn bejubelde Amerikaanse tournee. Op deze plaat laat John bijzonder dui delijk hoven dat hij ook zonder strij kers, koor en Moog muziek kan ma ken van de allergrootste klasse. Slechts begeleid (maar hoe!) door drummer Nigel Olsson en bassist Dee Murray laat Elton John zich kennen als een gedreven en vooral on gemeen vaardig zanger en pianist, die als componist ook nauwelijks zijn ge lijke kent. Kopen die plaat (DJM door dik en dun Dave Mason (ex-Traffic, ex-Bonnie en Delaney) en gezellige dikkerd Mama Cass hebben samen een plaat gemaakt, een supergezellige plaat mogen wij wel zeggen. Louter vriendelijke klanken verlaten de groeven, klanken die alles met het Papa en Mama-verleden van Cass hebben te maken, doch zeer weinig met het qua muzikaal idioom meer ag- gressieve verleden van Dave Mason Dave is dus omgeturnd en met Cass vormt hij nu voorlopig een duo ..door dik en dun" Hoogtepunt van de elpee „Dave Mason and Cass Elliot" vinden wij „Too much truth, too much love", zoals bijna alle num mers op deze schijf een compositie van Mason. (Probe 5C 062-92 335). Dagelijkse stoelendans in het gemechaniseerd grootbedrijf. VEERTIG JAAR ZITTEN De wit laqué eelhoek is hypermodern maar een zwierigheid breekt de strakke lijn: de accoladevorm van stoel rug naar poten heelt een verre ver wantschap met het rococo. Als een meubelmaker aan het hof van Louis XV een toekomstvisioen had gezien, zou hij deze stoelen hebben gemaakt. Zij zijn in werkelijkheid het produkt van een „oude" meester uit het Ach- terhoekse Eibergen die daar precies 10 jaar geleden zijn stoclenfabriek opzet te in een schuurtje. De destijds 20- jarige boerenzoon Arend Jan Groot Landeweer vervaardigde toen weke lijks 6 boerenstoelen met zittingen van biezenmatten. geheel met de hand en geheel zonder hulp. De harmonieuze wit laqué combinatie die zozeer onze bewondering heeft, is maar een voorbeeld uit toonkamers vol hedendaags opvallend mooi meubi lair van Landeweer, thans Nederlands grootste en één van Europa's belang rijkste stoelenfabrieken met export naar 18 landen. Iedere woninginrich ter van smaak heeft meerdere model len uit deze collectie (voornamelijk ontworpen door interieurarchitect P. Hofer). Elke stoel beantwoordt aan bepaalde vaste eisen: het materiaal is hout (de bekleding eventueel van kunststof), de constructie ijzcrslerk, het ontwerp uitgesproken modern maar zeer evenwichtig, de prijs bij zonder redelijk. Wij zien de biezen matten terug in enkele stoelen die nu ondanks hun eigentijdse vormgeving, op een tegelvloer herinnering oproe pen aan de boerenstoel op oude pla vuizen... en dan ook smeken in oen eetkcuken met de nieuwste outillage of in het 2e huis te mogen staan! Hobby als beroep Toen in 1931 Arend Jans vader over leed besloot de 20-jarige jongen de boerderij niet door te zetten maar stoelenmaker te worden. Hij was dat al uit liefhebberij! Hij bracht zijn weekproduktie van 6 knopstoelen (f4,25 per stuk) persoonlijk per fiets bij de winkelier en bereikte in het eerste jaar een omzet van f2100, Het tweede jaar ging nog beter de stoelenmaker trouwde een handige vrouw die dapper meehielp Maar dat zij zo gauw het schuurtje zouden uit groeien en dat de omzet van het omvangrijke fabriekscomplex in 1970, 14 miljoen gulden zou bedragen en het aantal medewerkers 300 ...zou die Achterhoekse doorzetter dat ver moed hebben? De eerste belangrijke stijging van produktie was te danken aan de overschakeling op het gebruik van machines in '36. De huidige chef van de afdeling montage, de heer E. Onstein. heeft als 13-jarig knechtje die periode meegemaakt: in wèrkda- Zo ging Arend 40 jaar geleden zijn wekelijkse produktie aflcve maar de vrachtauto op de achtergrond is van vandaag. gen van 's morgens half acht tot 's a- vonds fi uur haalde die jongen een produktie van 40 stoelen per week voor een weekloon van f 1,(één gulden) Uit de boerenkeukenstoel omwikkelde zich de houten keuken- caféstoe! die later de metamorfose tot moderne eethoekstocl (met vele ge zichten) onderging. Het is déze ge daantewisseling die de tweede storm achtige groei van de laatste tien jaar teweegbracht en de jaaromzet tussen 1960 en '70 met 10 miljoen gulden deed stijgen. De gemiddelde prijs van een Lande- weerstoel was in I960 nog f 16,50 pet- stuk, in 1970 f50,hetgeen niet hoog mag heten voor het elegante meubel, licht van lijn. degelijk van constructie, passend in het interieur van nu en Zo pas is de fabricage van Landeweers 5 miljoenste stoel feestelijk gevierd. Maar aangezien volgens Arend Jan zelfs nu nog de mechanisatie van de meubelindustrie pas in de kinder schoenen staat, om niet te zeggen in een kinderstoel zit, en hij van plan is daar hard aan te werken om de bui tenlandse concurrentie het hoofd te bieden, daarom zullen de volgende miljoenen (alle met 5 jaar garantie) wel sneller van de lopende band ko- Van stoel naar stel Kunststof .verovert de wereld op alle fronten, Landeweer is waakzaam. Maar ondanks de veelvuldige toepas sing van kunststof in de meubelindus trie, blijft men hier vertrouwen dat het gevoel voor sfeer, zo onweerstaan baar door hout opgeroepen en door geen andere materialen te vervangen, niet zal afnemen: hout blijft geliefd. De moderne stoel kon niet meer zoals de oude kcuken-caféstoel aan „zo maar" een tafel geschoven worden De eelhoek moest gecompleteerd wor den tot een „stel" door bijpassende tafels, door bergmeubels en dressoirs. Ze zijn er dan ook, alle even solide als die eerste stoelen. (Wij lezen de brief van een klant, 2 maanden gele den geschreven: „30 jaar geleden le verde u ons 2 rechte stoelen, f 9,per stuk. Ze zijn nog in prima staat, kunt u ons na zoveel jaren nog 2 zulke stoelen leveren?"). Knock down Misschien is het de herinnering aan de wekelijkse fietstocht met 6 stoelen op het stuur, die dezelfde man na zoveel jaar naar een oplossing deed uitzien voor het „klein" verpakken van stoelen voor verzending overzee. De „knock down" stoel in verschillende modellen is vernuftig geconstrueerd zodat hij uit elkaar genomen past in een plat pakket en zonder moeite door de buitenlandse detaillist in elkaar gezet kan worden. Het systeem is door TNO beproefd cn dc stoel veilig en „voor elk gewicht" capabel bevonden. Grote visie zouden wij niet zomaar toeschrijven aan een Achterhoekse boerenjongen, die naar overlevering behoudend en eigenwijs moet zijn... Geloof die ouderwetse verhalen niet, maar wel 't moderne sprookje, waar bij nochtans oude en weinig hypermo derne woorden duidelijk gezegd wor den: succes komt met hard werken, doorzetten, een sobere, tevreden leef wijze, en wél op stoelen zitten, maar nooit bij dc pakken neerzitten. Hei jubileum gaat gevierd worden met een eigenheims feest waarvan een stoelendans met 1000 stoelen het klap stuk is! Geen mechanisatie zonder oog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 15