BIOSCOOP
VIERT
ZIJN
VIJFTIENDE
LUSTRUM
Deken
F. Heemskerk
iüj
HET PRIESTERAMBT
IS
STELSELMATIG UITGEHOLD,
EN TERUGGEDRONGEN
,Als ik bij
een ziekbed
iit,
ben ik geen
handelsreiziger
van
Onze Lieve
Heer"
ZATERDAG 5 JUNI 1971
ie ri
rijtj
s. in
RIJSWIJK De pastorie van
de Bonifatiuskerk in het groe-
w ne knollenland van Rijswijk
igh" heeft alles mee om de bezoeker
gensin de waan te laten, dat onze
Pluvi moeder de H. Kerk nog steeds
k* gebruik maakt van haar oude
i make-up. Het sombere heren
huis, dat zich als een vaste
;rstaJ frurcht heeft vastgeklemd aan
Mj een machtige klomp neo
gotiek, ligt ongenaakbaar aan
het einde van een lange oprij
laan vol knerpend grint, dat
elke onberaden stap genadeloos
ontmaskert. De schaarse ge-
:omstl lovigen, die adem genoeg heb-
om deze natuurlijke bar-
wel d "ère overwinnen, worden
letter na herhaaldelijk bellen gelijk via de groene voordeur naar een spreekkamer geloodst, die voorgoed
duidelijk maakt, dat de mens van stof is gemaakt en onherroepelijk tot stof zal wederkeren. Het is
een smalle, smakeloze sleuf, die ook niet zou misstaan in penitentiaire inrichtingen. Het meu
bilair bestaat uit een mottig buffetje, vier kaarsrechte stoelen en een tafel, waarop belegen
f ond tijdschriften de slijtplekken in het namaak perzische tapijtje verdoezelen. Aan de kale wanden
twee schilderijtjes in strenge, zwarte lijst, die een doorkijkje geven op de wordingsgeschiedenis
van de parochie.
li*èzeuKP00r de kieren van de Slazen
ste r deur waa'en vertrouwde geuren
van een warme maaltijd, die elke
poging tot contemplatie en bezin-
ning onmogelijk maken. Het
wachten krijgt daardoor automa
tisch de onverantwoorde vorm
van een vrijheidsberoving. De
Ij jj jpïte gestolde motregen
kunn verlicht niet meer. maar be-
nauwt. Je luistert ademloos naar
I onbestemde geluiden, uit de rest
tj van het huis. Een deur, die dicht-
klapt, een schelle stem, die door
ij de holle gang echoot. Het is
woensdagmorgen, half elf. Ter-
li wijl de tijd de seconden als trage
-erj tranen wegpinkt, probeer je de
ruimte te stofferen met de kleine
zielen der leken, die hier, in de
zelfde klerikale schutsluis, jaar in
jaar uit hebben gewacht op het
verlossend advies, de balsem van
genade, wellicht een korte sight
seeing in het beloofde koninkrijk.
Ze zaten op dezelfde stoelen en
keken naar hetzelfde perzische
tapijt op de tafel in afwachting
de herder, die de knoopjes
zijn toog vastmaakte en een
e bolknak opstak. Het enige
rerschil tussen toen en nu is, dat
liemand meer verwacht, dat aan
de andere kant van de deur een
pasklaar antwoord op zijn bange
vragen uit voorraad leverbaar is.
s:_.de
Rijswijkse pastorie gekomen om
met pastoor-deken F. H. Heems
kerk te mediteren over de veertig
jaar, die hij als zielzorger in
dienst van de Nederlandse kerk
provincie heeft volgemaakt. Vijf
tien jaar geleden zou zo'n inter-
nog zijn neergekomen op
het blindelings in elkaar schuiven
legpuzzel uit de onver-
ïlijtbare serie: „Het Rijke Room
se Leven". De benodigde stukken
zouden teVoren gesorteerd en
geel-wit ingekleurd zijn en met
de mogelijkheid van interpretatie
en dialoog zouden beide partijen
niet serieus rekening hebben ge
houden. Na zijn incubatietijd in
de spreekkamer had de journalist
kunnen volstaan met het eerbie
dig luisteren naar de woorden
van Gods afgezant op aarde, die
alleen reeds krachtens zijn roe
ping de uitspraken ex cathedra
De opgewekte man, die nu na
tien minuten in de deuropening
verschijnt, maakt zijn gast snel
duidelijk, dat
jaar zielzorg
een verslag van 40
een kwestie is ge-
geduldig weggum-
„IK HEB ALLES
ZIEN
VERANDEREN,
INCLUSIEF
HET
PRIESTERSCHAP
IK
DENK ER
NIET OVER OM
ER UIT
TE STAPPEN"
Sinds zijn priesterwijding in 1931
heeft deken Heemskerk het ge
loof altijd gebruikt om zijn
jeugddroom waar te maken: „Dat
altaar was voor mij bijzaak, een
van de middelen om mijn doel te
bereiken. Ik heb geen moeite mei
praten en het preken is me altijd
vlot afgegaan. Maar wat ik be
langrijker vond, was het feit, dat
je als priester maatschappelijk
bezig was. Dat je je dienstbaar
maakte in de samenleving. Je
dook als jong kapelaantje in de
jeugdbeweging, je vond het een
machtige taak om samen met een
aantal knullen een ideaal te ver
wezenlijken. Ik kom gelukkig uit
een gezin, waar een seminarist
geen voorkeursbehandeling kreeg.
Ze zagen me niet als een aparte
jongen, die een geheimzinnige re
latie met God onderhield. De
schoolmis was voor mij ook een
uitgelezen gelegenheid om bonje
te trappen. Toen ik aankondigde,
dat ik voor priester ging leren,
riep kapelaan Konijn tegen
mijn vader: „Man, dat wordt
niks. Die jongen is niet eens mis
dienaar geweest". In die tijd
werd je roeping alleen maar se
rieus genomen, als je in een toog-
je liep. Ik was toevallig geen
misdienaar en dus was ik een
dubieus geval. Ik ben wel op het
koor geweest, maar dat ook al
leen, omdat mijn broer zo ver
rekte goed zong. Mij namen ze op
de koop toe. Ik was de toegift.
Het priesterideaal, dat mij altijd
voor ogen heeft gestaan, vond
zijn wortels in de sociale bewo
genheid. Het is een trek. die ik
van mijn vader heb. Hij was
vrijgestelde van de bond van
overheidspersoneel, hij zat in de
gemeenteraad van Amsterdam.
Deken F. Heemskerk: „ik vertik het om me te laten terug
dringen in de sacristie".
Die man was altijd voor anderen
in de weer. rustte niet. voordat
hij iemand in zijn omgeving ge
holpen had. Voor mij is die man
een machtig brok inspiratie ge-
Soutane
Pastoor Heemskerk draagt een
grijs pak, wit overhemd, bijpas
sende das. Hij zal later uitleggen,
dat het geen pak van zijn hart is.
Hij had zelf weinig hinder van
de soutane en de collaar, maar
hij wilde toch ook niet achterblij
ven bij de vele collega's, die al
eerder hun toog aan het haakje
in de sacristie hadden gehangen.
,.Na mijn vakantie twee jaar ge
leden heb ik mijn burgerklof
maar aangehouden. Het was bij
mij een geleidelijk proces. Ik
,tond niet te dringen, ik ben
nooit zo'n driftige nieuwlichter
geweest. Maar nu het gebeurd is.
vind ik het goed zo. Ik vind het
wel logisch, dat je tijdens de
dienst je ambtskleding draagt.
Dat moet ook zo blijven. Burge
meesters hebben bij officiële ge
legenheden ook hun ambtsketting
om. In die zin vind ik een toog
Hij heeft persoonlijk meer moeite
met de frontale aanval op het
celibaat van de priester: „Ophef
fing van het celibaat lost het
probleem van de zielzorg niet op.
Het gebeurt alleen tot meerdere
eer en glorie van de man zelf. Ze
waren vaak al veel eerder ver
bitterd en vereenzaamd. Ze voel
den zich in de steek gelaten. De
priester, die het ongehuwd zijn
als een juk ervaart, is in feite al
eerder gekapseisd onder de deva
luatie van het priesterschap.
Met dat probleem zit iedere
priester op dit moment. Het ambt
is stelselmatig uitgehold, de taken
zijn afgekalfd, vaak overgedragen
aan anderen. Op alle terreinen
van de maatschappij heeft zich
dat proces in razend tempo vol
trokken. Waar vroeger de pries
ter zijn werk deed, staat nu een
maatschappelijk werker, een socio
loog, een onderwijsdeskundige.
De vakbonden kunnen voortaan
hun eigen bonen doppen, de orga
nisaties hebben geen behoefte
meer aan een adviseur. Zo wordt
de priester langzaam maar zeker
weggeduwd in de hoek, waar de
liuttelozen zitten. Met dank voor
de bewezen diensten wordt hij
genadeloös het bos ingejaagd.
Natuurlijk kun je vrolijk blijven
beweren, dat al die veranderin
gen jou toevallig niks doen, maar
dan bedrieg je jezelf wel. Als je
met eigen ogen ziet, dat je geïso
leerd wordt, dat je beste collega's
verkommeren. Als ze je alle ze
kerheden ontnemen en er niks
voor in de plaats stellen, dan
begint het je op den duur wel te
duizelen. Ik heb zelf ook dagen
door Rijswijk gedwaald om met
mezelf in het reine te komen, om
te kunnen aanvaarden, zonder
dat mijn hart ermee instemde.
Hoofdonderwijzer
Toch heb ik niet het gevoel, dat
Ik een vervelend nutteloos leven
heb gehad. De dingen, die ik eens
gedaan heb, waren produkten
van een bepaalde tijd. Ik zou het
nu anders doen, iedereen evolu
eert. maar ik verloochen mijn
daden niet.
Ik vertik het alleen om me te
laten terugdringen in de sacristie.
Je hoort links en rechts roepen:
priesters horen in de kerk thuis.
Die moeten zich alleen met de
eredienst bemoeien. Alsof het mo
gelijk is om een vent in tweeën
te delen. De ene helft rooms, de
andere helft mens. Als ze morgen
tegen me zegen: Jij moet voor
taan in je sacristie en op je
priesterkoor blijven, dan ant
woord ik: de groeten, neem daar
voor maar een aardige hoofdon
derwijzer. Ik zie namelijk niet in,
waarom er geen zinvolle combi
natie van taken mogelijk is. Als
ik naast het bed van een zieke
zit, dan ben ik niet de handels
reiziger van Onze Lieve Heer, die
een voordelige aanbieding heeft.
Dan ben ik een doodgewone Am
sterdammer, die bereid is om
naar zo'n man te luisteren, wat
met hem te kletsen. Ik los waar
schijnlijk niks op, maar ik ben
De godsdienst is voor mij een
krachtbron, een brok inspiratie,
die je het werken mogelijk
maakt. Als het nuchter verstand
momenteel constateert, dat het
priesterschap in het slop zit, dat
je begraven wordt onder een
berg problemen, dan geloof ik
toch in die uitweg. Er moet een
oplossing zijn. We zullen opnieuw
moeten beginnen, van de grond
af aan. We zullen ons af moeten
vragen, op welke manier we
weer dienstbaar kunnen zijn aan
de maatschappij.
Je kunt je bijvoorbeeld afvragen,
wat vele mensen weerhoudt om
gelukkig te zijn. Dan behoef je
echt nog niet over de hemel te
beginnen. De hemel kan wachten.
Maar dwaal eens door een paro
chie. een wijk en je ontdekt meer
eenzaamheid dan ik in 40 pries
terjaren gekend heb. Ik heb
me ook door periodes van stilte
moeten wurmen, ik was rector in
Groenestein en als ik 's avonds
thuis kwam, kon ik het uit
schreeuwen tegen de wanden van
mijn kamer, zonder dat ik ie
mand stoorde. Ik heb toen gezwo
ren: als ik later pastoor ben,
overkomt het mijn huisgenoten
niet, dat ze verloren lopen. Ik
zorg altijd, dat ik 's avonds om
half elf hier in de pastorie ben.
Er is altijd iemand, die wacht,
met wie je een gesprek kunt
aanknopen.
Als je blijft geloven in de voorzie
nigheid, als je voortdurend het
gevoel hebt. dat Christus leiding
geeft in je leven, dan blijf je ook
automatisch zoeken naar een ide
aal. Je zult dan moeten wennen
aan andere vormen, andere ka
ders. Ik zie het eerlijk gezegd
ook niet helder voor me, wat de
priester moet gaan doen. Maar ik
verlies het vertrouwen niet. Als
Paulus zijn opdracht soms al niet
zo helder zag, waarom zou
Heemskerk dan niet eens in de
put mogen zitten?".
stroomversnelling van veranderin
gen, die je zelf vaak geen ver
beteringen vindt. Dat er een hoop
flauwekul is verdwenen, vind ik
best, maar ik vraag me af, of we
de mensen niet te veel hebben
ontnomen. We hebben de roman
tiek als een gezwel uit de Kerk
gesneden en er een grijze bonk
zakelijkheid voor in de plaats ge
geven. Ik zal niet beweren, dat ik
een processie met bruidjes het
belangrijkste vindt, wat de Katho
lieke Kerk heeft voortgebracht,
maar voor mij hoefde ie niet
weg. Ik betreur het, dat de sfeer
uit onze kerken verdwenen is. Ik
vind het vreselijk, dat we met
zijn allen de waardevolle zaken
van een ouwe erfenis hebben
versjacherd. Je kunt makkelijk
beweren, dat het verdwijnen van
de biechtcultus een zegen is voor
de Kerk, maar als je je afvraagt
wat ervoor in de plaats is geko-
het antwoord „niets",
s de biechtstoel een
r het gesprek tussen
gelovige tot stand
kwam. Het was je verspieders-
post. Via de biecht kwam je te
weten, wat er in de parochie aan
de hand was. Nu zijn de meeste
verbindingswegen afgesneden, het
contact is zoek.
Vroeger
plaats, \v
priester
Priesterbeeld
Om zijn accu op te laden is hij
een paar jaar geleden naar Afri
ka gegaan. „Daar, bij de missio
narissen, heb ik veel teruggevon
den van het oude priesterbeeldj
dat mij als jongen heeft gefasci
neerd. Daar doet de priester nog,
wat wij eens gedaan hebben. De
volledige inzet voor de medemens.
De ziekenzorg, het onderwijs, de
zorg voor de gezondheid. Ik heb
ervan genoten.
Als je dan weer thuis komt, krijg
je wel een geestelijke dreun. Je
wordt weer meegesleurd in de
Betrekkelijkheid
Ik ben ondertussen blij, dat fk
van mijn ouders wat Amster
damse nuchterheid geërfd heb. Ik
heb daardoor tenminste geleerd
om de betrekkelijkheid van alle
dingen te zien. Ik heb in één
leven de gaslantaarns, de paar
dentram, de klosseni'adio en de
maanraket gezien. Ik heb alles
zien veranderen, inclusief mijn
eigen priesterschap. Ik heb er
geen minuut over gepeinsd om er
mee op te houden.
Ik vind wel, dat het langzamer
hand tijd wordt om mijn taak
over te dragen. Een parochiege
meenschap heeft recht op een
jonge pastoor. Een man in de
kracht van zijn leven. Ik ben
straks 65, voor mij is er mis
schien een andere opdracht.
Ik hoop alleen dat mijn op
volger niet al te modern is in
zijn opvattingen. Hij moet
bijvoorbeeld niet de mis
gaan lezen in zijn colbertje.
Daar kan ik net niet meer
tegen".
LEO THURING.
Op 9 juni zal hot precies driekwart
eeuw geleden zijn dat Nederland
in de Scheveningse Kurzaal voor
het eerst kon kennismaken met een
wonderlijke uitvinding. Twee
broers uit Lyon hadden een
methode uitgevonden om bewegen
de foto's meer dan levensgroot te
projecteren op een scherm. De bad
gasten konden zich twintig minuten
lang vergapen aan snel naderende
treinen, kwiek bewegende mensen
massa's en allerlei dagelijkse
bezienswaardigheden, die vergroot
op een verlicht doek in een donkere
zaal meer indruk maakten dan de
werkelijkheid zelve. De uitvinding
van de gebroeders Lumière, die zij
Oinématographe noemden en toen
niet meer dan curiositeit scheen
groeide in 75 jaar tijd uit tot een
volksvermaak dat niet meer weg te
denken is uit onze samenleving: de
De Praxinoscope van Emile Reynaud
De geschiedenis van de film begint
echter eigenlijk al in 1824, toen Peter
Mark Roget in Londen zijn theorie
lanceerde, dat het menselijk oog een
beeld een fractie van een seconde
vasthoudt onder de titel „The
persistence of vision with regards to
moving objects". Geïntrigeerd door
zijn uitspraken begonnen uitvinders
over heel de wereld zijn theorieën aan
de praktijk te toetsen. Zij ontwierpen
tal van apparaatjes, waarmee Rogets
ontdekking kon worden gedemonstreerd
en die als fascinerend speelgoed in de
handel werden gebracht. Het meest
populair was wel de Zoëtrope. een
roterende trommel met verticale
gleuven in de wand, waardoor men
getekende clowns kon zien buitelen of
een paard over hindernissen kon zien
springen.Meer gecompliceerd was de
Praxinoscope van Emile Reynaud, die
volgens een soortgelijk principe werkte,
maar dan met een kring van
kleine spiegels. Eenvoudiger was de
Stroboscope, die de tekeningen liet
bewegen door de gleuven in een ronde
plaat.
Maar het waren nog altijd bewegende
tekeningen en de bewegende foto's,
vastgelegd op een celluloidband,
waren nog verre toekomst. Terwijl
vindingrijke mannen zich met het
bewegende beeld bezighielden, was
'n Frankrijk een zekere Joseph Nicé-
phore Niepce aan 't experimenteren
met de grondbeginselen van de foto
grafie-
Reeds in 1822 was hij erin geslaagd
iets wat op een fotoportret leek vast le
leggen, maar pas toen de beroemde
Louis Daguerre met hem ging
samenwerken was dit tweetal in staat
om in 1839 het eerste
echte fototoestel te demonstreren.
Fotograferen was toen nog een zaak.
die een oneindig geduld vereiste en
degeen, die zich op een foto wilde
laten vereeuwigen, moest zo lang
75 JAAR GELEDEN
WERDEN
IN SCHEVENINGEN
DE EERSTE
BEWEGENDE
BEELDEN
VERTOOND
bewegingloos in een stoel zitten, dat
men hem of haar voor alle zekerheid
maar een ijzeren klem in de nek gaf-
Thomas Edison komt de eer toe de
eerste bewegende en niet bewogen
foto's te hebben uitgevonden. Op
6 oktober 1889 demonstreerde hij zijn
Kineloscope, een kijkkastje, waarin
mendoor het snel verwisselen van
opeenvolgende foto's een minuut lang
de illusie van een bewegend beeld
Een fotograaf üit Lyon. Antoine
Lumière was door deze vinding zo
gefascineerd, dat hij zijn zoons
opdracht gaf om een methode te
bedenken om deze bewegende foto's
ook te projecteren volgens het principe
van de populaire toverlantaarn.
Merkwaardig was dat Edison na de
demonstratie van zijn Kinetoscope alle
belangstelling voor zijn uitvinding
verloor en pas tot het ontwerpen van
een. projector overging, toen anderen
hem reeds voor waren. Daarbij
„leende" hij driftig bij collega
uitvinders als Thomas Armat, de ont
dekker van het Mallhezer kruis, Jean
Le Roy en de gebroeders Latham, wat
hem op even zovele rechtszaken
kwam te staan
Hoewel Engeland er prat op gaat. dat
de arm en vergeten gestorven William
Friese Greene geheel alleen het eerste
volwaardige projectiesysteem voor
celluloidfilms uitvond, waren de ge
broeders Lumière met hun systeem,
dat zij op 13 februari 1895 voor hel
eerst in Parijs op de Place Saint-
Geimain-des-Prés demonstreerden, hun
tijd ver vooruit. Zo ver zelfs, dat tóen
zij hun Cinématographe tenslotte op
29 juni 1896 drie weken na
Scheveningenvoor het eerst in de
grote Music Hall van New York de
monstreerden het publiek staande en
lang applaudisseerde en het orkest
spontaan de Marseillaise inzette.
Als het aan de uitvinders gelegen had
dan zou het nooit verder gekomen zijn.
dan het vertonen van een twintigtal
filmpjes van een minuut in één pro
gramma. Handige zakenlieden zagen de
amusementswaarde en gingen langere
films maken met meer handeling
Scenarioschrijvers, regisseurs en ac
teurs en actrices zorgden er tenslotte
voor. dat de film een kunstvorm werd
Opkomst
Edwin Porter maakte in 1903 met ,,Th-
great train robbery" de eerste wes
tern. Een twaalf-minutenfilmpje vol
actie. Mack Sennett creëerde een dolle
dwaze wereld vol bijna surrealistisch"
grappen en schiep zo de Amerikaanse
slapstick, uiaaruit later grote komieken
als Charles Chaplin, Harold Lloyd en
Buster Keaton zouden voortkomen.
David Wark Griffith luidde met zijn
burgeroorlogepos ,.The birth of a
nation" een heel nieuw tijdperk in.
Acteurs en actrices van naam gingen
de film voor „volwassen" aanzien en
niet langer als kermisvermaak. Zij
kwamen de rijen versterken van de
reeds door de film populair geworden
Mary Pickford, Douglas Fairbanks, de
gezusters Gish en Theda Bara. de
In 1929 hielp de komst van de geluids
film de industrie door de crisisjaren
heen. In 1935 maakte de verfilming van
William Thackerays „Vanity fair" ge
schiedenis als het eerste geslaagd"
werk in het driekleurensysteem, ont
dekt door Natalie Kalmas. In 1952
was het „The robe" als eerste film.
die in Cinemascope van het
standaardbeeldformaat afweek, enz-,
enz. Europa hield aanvankelijk ge
lijke tred met de ontwikkeling van de
film in Amerika. Georges Meliès kan
gerust de vader van de filmtruc ge
noemd worden. Max Linder de eerste
Europese filmkomiek met wereldfaam
De eerste wereldoorlog deed Europa
een achterstand oplopen, die pas tegen
het eind van de jaren twintig weer ge
heel opgeheven was, dank zij de Rus
sische grootmeesters Pudovkin en
Eisenstein, de Fransen René Clair,
Jean Renoir en Abel Gance en de
Duitsers Fritz Lang, F. W. Meerman,
De jaren dertig waren geheel voor de
Franse „film noir", omdat vele Duitse
artiesten naar Amerika vluchtten.
Ondoenlijk
Het is ondoenlijk om in kort bestek
ook maar enigszins volledig te zijn.
Zeker is, dat ondanks de komst van de
televisie in de huiskamer, ondanks
steeds stijgende produktiekosten de
film na driekwart eeuw niet alleen nog
springlevend is, maar uitgroeide van
een wonderlijke uitvinding tot een me
dium, dat bewezen heeft ook een
kunstvorm te kunnen zijn. Of de
cassettefilm, waaraan koortsachtig ge
dokterd wordt en die nu als een don
kere onweerswolk boven het hoofd van
de filmindustrie hangt, de bioscoop
film binnen afzienbare tijd zal ver
drijven. valt te betwijfelen. Weinigen,
die op die gedenkwaardige negende
juni 1896 in Scheveningen hun eerste
„film" zagen, zullen toen vermoed
hebben met welk een machtig
amusementsmedium zij toen kennis
maakten. OTTO M1LO
De gebroeders Lumière
hun tijd ver vooruit.